(OllKAVI.
No. 15.
i5Mr Jaargang
Öf uitgave dezer Courant geschiedt Maandag m Donderdag
avonduitgezonderd op feestdagen.
De prijs per kwartaal is f franco per post f >1,90.
De i/i ri
STATER-GENERAAL.
TVVKKDI5 KAMKIl.
WIJ/KiINCi WET 01» HET PERSONEEL.
Hij het voortzet ten der beraadslagiii^eii over de wet op
liet personeel, heelt de lieer de Lom de Berg de voord ra <;t
bestreden. Ilij heeft {jeineend te kunnen volhouden, dat
de lasten der proote steden op de bewoners vau bet plat
teland zouden worden óvefjjebrajjtdat men ook in
Amsterdam, even als elders, de belasting op het gemaal,
als stedelijk middel bad kunnen en behooren te behou
den, maar dat, in elk geval, elke gemeente zich zelve
behoort te helpen*, i Hij- verlangt een enkelen grondslag
voor de belasting op bel personeel, te weten, de huur
waarde, en 'deze op 30 millioenen stellende en de belasting
op 15 ten honderd zoude men al de verdere grondslagen
kunnen ontbeeren. Raar zijn inzien, komt men echter van
lieverlede nader aan den lijd op welken men lol eene
belasting op bet kapitaal in portefeuille zal moeten besluiten.
De lieer de Kempenaer beeft omziglighcid aangeraden in
bet aantasten van de bronnen :vau inkomst, en dit temeer,
vermits, naar zijn inzien, in dit opzigt bij de regering geen
vast stelsel schijnt te zijn aangenomen. De spreker beeft
bedenkingen iu 't midden gehragt, ten aanzien van de voor
gestelde verbooging van de belasting op de deuren en
vensters, en de ontlasting der haardsteden.
De lieer r. Bus.se beeft zijne medegedeelde bedenkingen
nog nader toegelicht.
De beer Dommer beeft verlof verzocht en gekregen om
aan den minister van koloniën eenige vragen te mogen
rigten nopens bet in dienst stellen van officieren bij bet
indischc leger.
De beer Kien heefl de voordvagtuil bet oogpunt van
billijkheid verdedigd en beeft begrepen dat ten minste
eenige gelijkmatigheid kan worden verkregen in de fasten,
die zoo zwaar op de steden drukken, en waarvan de ge
meenten ten platten lande in zoo vele opzigten ontbeveii zijl).
Z. Kxc. de minister beeft op nieuw de wet verdedigd;
de gemaakte bedenkingen beantwoord, en de ongegrondheid
betoogd van liet beweren, als of met dezelve de bevolking
ten platten lande Ie zeer zoude worden belast. Z. E. beeft
zich verdedigd tegen de beschuldiging van wankelmoedig
heid maar begrepen dat bet onbepaald vasthouden aan
eenmaal vooigestelde maatregelen kwalijk zoude zijn over
een Ie hicngei) met bet denkbeeld van gemeen overleg bij
«Ie daartoe geroepen staatsmagteii. Z. E. heeft aangemerkt,
dat bij zich nog niet beeft verklaard, nopens bet weder
opnemen van den grondslag der haardsteden in de voordrag!,
en dat de reger ug dan eerst zich deswegens zal kunnen
heradet)zoodra de kamer van haie meening in dat opzigt
/.al hebben doen blijken. Qt
Hij de verdere beraadslaging beeft de beer Hoffman aan
gemerkt dat de berekeningen van de meerdere ontheffing
der meervermogende!) niet juist zijn maar dat bij andere
bezwaren beeft tegen de voord ragtvoor welke bij den
loop der discussie zal afwachten.
De heereu r. d. Linden en PoortmanGodefroi en Schim
ntelptnninek hebben hunne kenbaar gemaakte meeningen
andermaal toegelicht. De laatstgenoemde heeft begrepen,
dat men welke ook de uilslag dezer beraadslaging tuoge
zijn, met al den eerbied voor de besluiten der wetgevende
niagt, doordrongen behoort te wezen van een warm gevoel
van erkentenis voor de regeringwelke van eenen zoo
welgemeenden wensch beeft doen blijken om bet verbroken
evenwigt tusscben de rijks geldmiddelen en die der gemeen
ten te herstellen.
Hierop zijnde beraadslagingen in deze zitting gesloten, en
in.de volgende geopend over de artikelen, welke strekken
tot verbetering van de erkende gebreken in deze verorde
ning en tevens om te gemoet te komen aan de erkende
behoeften van een aantal gemeenten in het rijk.
De beer van Deinse beeft zijn aniendemeul om den grond
slag der haardsteden iu de wet op de personele belasting
te behoudenkortelijk toegelicht. Hem is voorgekomen
dat, met dit behoud, de belasting op de steenkolen en wel
ligt ook die op den turf, zonder een belangrijk verlies voor
de-schatkist, zouden kunnen worden afgeschaft.
Ook de beer Reindcrs heeft zijn amendement toegelicht.
Tegen dit laatste beeft de heer van Zuijlen de bedenking
doen gelden datmet de afschaffing van de belasting op
de dienstboden de meervermogende!) groot el ij ks eu dc
minvermogenden weinig zouden worden gebaat.
Ra eene woordenwisseling over beide deze amendementen,
bij welke o. a. de beer Dullert zich tegen bet amendement
van den beer v. Deinse heelt verklaard, op grond, dat men
daarmede verder zoude gaan, dan geoorloofd was, en de
regering het welligt beneden bare waardigheid zoude reke
nen om, op dergelijken grond, na eene beraadslaging van
vijf dagen, baar ontwerp op nieuw omtewerken heeft de
minister van financiën te kennen gegeven, dat, vermits
slechts 39 leden deel hadden genomen aan bet voorloopig
onderzoek, de regering de meerderheid van dit aantal geens
zins heeft kunnen aanmerken als de meeiderheid der kamer.
Z. E. heeft niet ontveinsd, dal, volgens het algemeen ge
rucht, zijne voordragleu weinig kans hadden om te worden
goedgekeurd; dat zulks hem is voorgekomen als niet zeer
bevorderlijk voor bet gemeenschappelijk overleg, inaar dat
bij bet toch weuschelijk heeft geacht, dat van hel gevoelen
der kamer, ten aanzien van den grondslag der personele
belasting, konde blijken: dal hij tiiel kau aannemen, dat de
kamer eene wet zal willen behouden, van welke de gebre
ken zoo olijk baar zijn aangewezen dat de kamer niet
zou willen medewerken om aan de wet op de personele
belasting een meer gelijkmatigen druk te verzekeren; dal
zij zou weigeren om tevens aan de gemeentenwelke dit
iu de daad behoeveu, de band te reiken lot eenige ontlas.
MAANDAC 22 FKBRUAK1J. j
ding van advertentien moet geschieden vóór drie uren des nam
ting. Z- E. beeft echter erkend, dat, niet hel behoud van
den grondslag der haardsteden, bet doel der wel zou kun
nen worden bereikt.
Ra nog eenige woordenwisseling, bij welke de beer Sloet
is opgekomen legen bet vermoeden, alsof men de voordrag-
ten der regering zou willen verwerpen, omdat zij van den
minister van financiën afkomstig waren, en de minister zijn
gezegde nader bad toegelichtheeft de beer r. Deinse zijn
amendement ingetrokken, en in plaats daarvan voorgesteld
eene motie van orde van gelijke strekking, die echter met
47 tegen 17 stemmen is afgewezen.
Radat de beer Beinders zijn amendement had ingetrokken,
heelt de beer Oosting dat van den beer v. Deinse overgeno
men, doch ook is dit, met 47 tegen 17 stemmen, afgewezen.
Daarop is bet eerste artikel der voordragtmet 38 tegen
23 stemmen, verworpen.
De minister heelt daarop verklaard, dat bij bet welbeha
gen des koniugs zal verneme n, en daarnaar eene voordragt,
nopens de overige inet de wet op het personeel in betrek
king staande voorstellen, zal indienen. De voorzitter beeft
voorgesteld om de verdere behandeling dezer voordragten
te verdagen. Dien overeenkomstig is besloten.
B1NNENLANDSCHE BERIGTEN.
Door de tweede kamer is de voordragtbetref
fende het hoog militair geregtshof, met 35 tegen 19
stemmen aangenomen.
Bij 'L. M. besluit van 17 februarij 1858, n°. 79,
is benoemd tot kantonregter te Axel mr. H. 11. J
Smalhausenthans griffier bij het kantongeregt te Nijkerk
Op het berigt aangaande de staking van de ka-
naalwerken, medegedeeld in ons u°. van 13 dezer, na
der geïnformeerd hebbende, kunnen wij thans met ze
kerheid mededeelen, dat het bedanken van het personeel
zich tot het werkvolk heeft bepaald eu dat die boek
houders eu opzigters, welke, na het ontslag aan eenigen
van den staf, in december 11. zijn aangebleven ook nu
nog in hunne betrekking behouden zijn. Men grondt
deze nieuwe staking op de aan den polder van Krab-
bendijke ontstane schade, die der maatschappij eenen
gevoeligen slag in bare misschien niet al te gunstige
omstandigheden inoet toegebragt hebbenterwijl men
vermeent dat daarvan de voortzetting des kanaals in
groote mate zal afhangen.
Het is ook waarheid, dat nog geen der iu ons eiland
aanwezige engelschen, (evenmin van de maatschappij als
van de aannemers)die aan het hoofd der werkzaam
heden alhier staan, naar Engeland zijn terug ontboden,
ofschoon men vermoedt dat de hoofdagent der aanne
mers, T/iotT/tite, Esq, door eenen anderen zal ver
vangen worden.
Als zoodanig noemt men den tegeuwooraigeii sub
agent G. Mackenzie, Esq.
In de vorige week zijn op het kerkhof te Eeide
ter narde besteld de lijken van de vier personen welke
in de vorige week door eene vreeselijke ramp nabij
Oosterbroek zoo plotseling het leven hebben verloren,
t' Was eene aandoenlijke plegtigheid, waaraan schier de
geheele gemeente deelnam, want algemeen was de rouw
over het verlies van twee der edelste inwoners dier ge
meente, die hun leven moesten verliezen bij de poging
om dat van twee veel belovende knapen te redden.
Ds. V K Begemann was de algemeene geliefde herder
en voorganger zijner gemeente en de heer A. Hesselink
een inilde bron van hulp en ondersteuning voor zijne
minder bedeelde natuurgenooten. De lijken werden in
drie koetsen, gevolgd door de leden der familieden
kerkeraad en bijna de geheele gemeente, grafwaards ge
leid. De lijkkist van ds. Begemann waarin zich mede
het lijk van zijn zoontje bevond, is van het begin der
begraafplaats naar het graf gedragen door zijne oudste
catechisanten terwijl door dezen alleen bij het graf
zijn gezongen het eerste en laatste vers van gezang
1 182. Tusschen het zingen van die beide verzen hield
ds. A. Maach Meijer van "Vries, consulent der ge
meente, eene grafrede, eene moeijelijke taak vooral voor
hem die aan de overledenen door banden vriendschap
innig was verknocht. Hij schetste op aandoenlijke
wijze de deugden der afgestorvenen die der maatschap
pij tot sieraad en hunne gemeente tot heil hadden ge
strekt. Hun aandenken zal nog lang in onvergetelijke
herinnering blijven.
Omtrent het ongeluk waarvan bovenbedoelde personen
de slagtoffers werden deden wij nog de volgende bij -
zonderheden mede.
u.11 I.M IICI'ZIV'
e V m k ,'0p
Gewone udrerkeuhen u-orden d 20 ets. de regel geplaatst
Gtboorte-itmreJiji v- en doodherigtenvan J—ö regels d f.t/Jil
behalve hel zegelregl.
uitlag
Vrijdag middag den 12den dezer begaf zich een
gezelschap van acht personen uit Eelde en Paterswolde,
op schaatsen naar de punt. Na zich eenigen tijd al
daar te hebben opgehouden, keerde men terug. Alsnu
wilde men ter loops even het nieuwe Noord-VVillems-
Kanaal gaan ziendoch bemerkte met schrik dat de
beide zich bij het gezelschap bevindende kinderen, zijnde
een 11 jarig zoontje van ds. P. E. Begemann, van
Eelde, en het ruim fijarig zoontje van den heer IP. J.
II. Treatingvan Paterswolderegt toereden op een
open vak, op de scheiding van het Noord-Willems-
Kanaal en het horensche diep. Men riep hun nog
toe; doch de knapen schenen het gevaar niet te bemer
ken, reden beiden in de openingen zonken. De heeren
A. IJesselink, van Paterswolde, een grijsaard van mini
70 jaren, en ds. Begemann, predikant te Eelde. 30
jarenoud, schoten omniddelijk ter hulpe toe Ds. Be
gemann sprong zonder zich te bedenken zijn kind
achterna, en verdween, naar het schijnt, terstond in
de diepte. De dochter van den heer Hesselink wilde
haren vader nog terughouden, doch de moedige grijs
aard herinnerde haar dat hij een goed zwemmer was,
sprong mede in het water, en kwam weldra weer boven,
met het zoontje van den heer Treating in den arm.
Reeds wenkte hij zijne dochter, die hem, terwijl hij
met het kiud in den arm op den rng naar den kanl
zwom haar boa wilde toewerpen dat alles goedging,
toen hij plotseling met zijn last wegzonk, en nui om
niet weder te voorschijn te komen. Inmiddels kwamen
ook de heer J. G. M Timmerman, gepensioneerd luit.
kolonel van 't Oost-Indische leger te Eelde, en diens
zuster, die mede tot het gezelschap behoorden bij de
plaats des ongeluksen geraakte ook laatstgenoemde
in het waterdoch had tevens het geluk er spoedig
weder uit te komen. Maar, helaaselke pogingom
de beide andere heeren en de kinderen te redden, bleef
vruchteloos. Ook was redding hier hoogst moeijelijk,
zoo door dc steile en gladde boorden van het kanaal,
als door een waterstand van 10 of meer voet; terwijl
er bovendien niemand was om te helpen dan de heer
Timmerman en de dames, waarvan de eene, mejufvrouw
Hesselinkharen hoogbejaarden vaderen de andere
mevrouw Treating haar eenigst kind moest zien om
komen en die tevens getuigen moesten zijn van den
rampspoedige!! dood van ds. Begemann en zijn zoontje.
Men stelle zich den vreesel ijken toestand dezer vrouwen
voor, vooral ook, toen zij later getuigen moesten wezen
van het ophalen van vier lijken; eerst dat van ds. Be
gemann en diens zoontje, het laatst dat van den heer
Hesselink, die ook nu nog den knaap dien hij had
willen redden, vast in zijnen arm hield geklemd.
BUITEALANDSCHE BERIGTER.
DU1TSCHLAND.
De vrouw van den waard uit den Engel te Listol
heeft het bewijs geleverd, dat het in vele opzigten nood
lottige jaar 1857 ook zijne zegeningen heeft gehad
doordien zij haren man in jauuarij 1857 met tweelin
gen en in dee. van hetzelfde jaar met drielingen ver
rijkte. Meer kan men niet verlangen. Alle vijf sprui
ten zijn welvarende en de vruchtbare moeder eveneens.
Het vreeselijk geval, dat iemand levend begraven
werd beeft zich te Reichenherg voorgedaan. Den 3
februarij overleed aldaar de weduwe van een vóór tien
jaren gestorven koopman die toen in een gemetseld
graf werd ter aarde besteld, 'loen men nu bet graf
opende, om het lijk der vrouw bij te zetten, vond men
de zich daarin bevindende zark waar de voeten uit
staken op zijde gekeerd eu de doode zelve op zijn
gezigt liggende. Hij was derhalve nog in leven, toen
zieh het graf over hem sloot.
ENGELAND.
Nena Sahib het beruchte hoofd der indische op
standelingen wiens gevangenneming ten onregte ge-
ruchtsgewijze gemeld is, moet zich, volgens de laatste
berigten, niet ver van Nagode bevinden, waar hij eene
talrijke strijdmagt onder zijne bevelen heeft.
"Wat Delhi aangaat) aldaar houdt de krijgsraad
voortdurend zittingen, en nog immer worden er dood
vonnissen voltrokken. Elke insurgentdie eenige
verschooning kan bijbrengen b. v. dat hij door de
hoofden tot den opstand aangezet is, wordt echter tot