WMM
(OlltHi.
GEMEENTE-RAAD TE GOES,
BEKENDMAKING.
OMüAIIE VERGADERING
GEMEEN TE-RAAD TE GOES,
Dr uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdag
avondsuitgezonderd op feestdagen.
De prijs per u-ar taal is f J,75franco per jwst f Jj)0.
De inzending van advertentien moet. geschieden roer drie uren des
MAANDAt* rêö NOVEMBER*
i
Gewone advert en tien worden d 2') ets. de regel geplaatst
Geboorte-, huwelijks- en doodberigtenvan J6 regéls d J,-
behalve het zegelregt. f
namiddags. i V:
PLAATSELIJK BESTUUR.
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
TEN ILAADHU1ZE AI.DAAli,
OP DONDERDAG- DEN 26 NOVEMBER JS57,
DES AVONDS TEN - 7 DUE.
PUNTEN VAN BEHANDELING.
Voortzetting deliberatie over bet belieer der Gods
huizen.
Benoeming lid armbestuur.
Mededeeling ingekomen stukken.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
brengen bij deze ter kennis van ee:i ieder die het aan
gaat: dat de SUPPLETOIRS KOHIEREN van den
HOOFDBEUKEN OMSLAG en de BELASTING
op de HONDEN, over het loopende dienstjaar, ge
arresteerd door den gemeenteraad den 27 October dezes
jaars en door heeren gedeputeerde staten van Zeeland
goedgekeurd den 13 dezer, aan den gemeente-ontvanger
ter invordering toegezonden zijn; mitsdien ieder belas
tingschuldige vermanende, om het deswege verschuldigde,
ten kantore van voornoemden ontvanger te voldoen
En zal aan deze op de gebruikelijke wijze publici
teit gegeven worden.
Gedaan ten raadhuize van Goes den 21 November
1S57.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
H. C. PI L A A R.
TAS DEN
DEN 19 NOVEMBER 1857.
Afwezig de heeren mr. Saaijmans Vaderongesteld, mr.
van Voorst. Vadermllandig.
De notulen der vorige vergadering zijn gelezen en gear
resteerd.
Aan de orde zijn de voorstellen van burg. en welh. be
trekkelijk de bestemming der goederen van de Godshuizen 1)
eti in de 1« plaats: «dat de van oudsher bekende gasthuis-
et goederen blijven verstrekken ten bate van het gasthuis.»
Welk voorstel, zonder discussie, met algemeene stemmen
wordt aangenomen.
In de tweede plaats wordt in behandeling gebragt het
voorstel«om de overige armen-goederen te doen strekken
«in de eerste plaats ten bate der weezenin de tweede
«plaats ten behoeve der algemeene armen.» 2)
Dhr van den Bosch weuscht te herinneren aan hetgeen lot
deze zaak heeft aanleiding gegeven, n. I. dat Gedep. Stalen,
weigerden de subsidie goedtekeuren die op de begrooting
van het algemeen armbestuur voor 1855 was uitgetrokken;
Het voorstel aizoo in omvraag gebragt, wordt oinej^^il^gep'
2 stemmen aangenomen(tegen stemden de heerèïr-varTae
Putte en van den Bosch.)
Nu die heide voorstellen aangenomen zijn, zegt de Voor
zitterzal in het beheer behooren voorzien te worden, zoo
wel van de goederen als van de instellingen en zal de raad
1581 bemaakt, toen er nog geeu weeshuis was, de i mitsdien /iet beginsel behooren vasltestellen waarnaar die
zijn afkomstig van P. Uimmelaml in 1716, toen de regeling behoort ie geschieden.
Het is burg. cn welh. voorgekomeu dat daartoe drie wegen
goederen, en dit neemt alle duhiéteit weg; maar ten anderen
moet hij observeren, dat het weeshuis zijne geheele wording
te danken heeft aan de gelden van den algetneenen armen,
dal het dus niet anders dan als een uitvloeisel daarvan kan
worden aangemerkt.
De armen goederen zijn tweederlei; de eene heeft P. Jas
perse in 1581
andere
administratie» van armen en weeshuis gecombineerd waren,
en zijn dan ook bemaakt aan hel gecombineerd arm- en
weeshuis; reeds uil dien hoofde kunnen zij niet verdeeld
worden maar bovendien zijn van die goederen tot gemeen
onderhoud verkocht, zoowel van die ten name Jasperse als
van Rimmelundandere zijn daarentegen geacquiieerd
zoodat eene scheiding letterlijk ondoenlijk is.
liet bezwaar van den spreker nopens de goedkeuring van
de subsidie deelt hij niet, daar het voorstel alleen strekt
om eene bepaalde bestemming aan de revenuen der goederen
te geven, van de goederen zelve blijft liet armbestuur de
be. er; zoowel in bet voorste!, als in de historische feiten
hij het rapport uiteengezet, is dus een volkomen verhand
met de bedoeling van de opsporing.
Dhr. v. d. Bosch erkentdat de benaming van armen-
goederen gedeeltelijk aan zijn bezwaar te gemoet komt
maar de naam is alleen collectief; hij neemt aan, dat bij
voorbeeld van 5C gedeelte der goederen niet uit te maken
is, wie de eigenaar is, maar dal de mogelijkheid bestaat,
om van een gedeelte dit bewijs te leveren, wordt ook ge
staafd door liet rapport, waar op hladz. 9 gezegd wordt,
«dat men door de loeschikking ten jare 1824 van alle goe-
«deren aan liet weeshuis, grof heeft gedwaald daarin ligt
dus opgesloten hetgeen hij bedoelde, n. 1. dat liet algemeen
armbestuur de algemeenheid was, waarvan hel weeshuis
een bijzonder onderdeel uitmaakte.
Het algemeen armbestuur heeft dus fondsen en de revenuen
daarvan zullen volgens het voorstel strekken in de eerste
plaats ten bate der weezen en van hetgeen overschiet zullen
de huiszittende armen bedeeld worden. Zou nu, vraagt spreker,
daardoor de bedenking van heeren gedeputeerde staten zijn
opgelost eu tene eventuele aanvraag om subsidie hunne goed
keuring wegdragen?
De voorzitter vermeent die vraag toestemmend te moeten
beantwoorden; eene scheiding is ondenkbaar, de eeuige
bemaking waarhij van een weeshuis sprake is, was die van
Rimmeland; en het weesbuis alléén kon toen niets verkrijgen
want liet was alles één; het weeshuis is als het ware een
kind van den algemeenen armen en is daarmede steeds
vereenigd gebleven tot 1824, toen men, om speciale tijdelijke
redenen alle de goederen aan het weeshuis heeft toegeschikt,
ten einde hel als niet-gesubsidieerd te doen voorkomen; alle
goederen dus, waarvan hier sprake is, zijn zuiver annen-
goederen; hoe de revenuen van die armen goederen geiin-
pendeerd worden, ligt builende bevoegdheid van gedeputeerde
staten, behoudens iiuu algemeen toezigt, dat daarmede niet
zorgeloos worde gehandeld.
Dhr v. d. Bosch zegt, dat er zeker niemand is die het
weeshuis niet gaarne zou willen bevoordeelen maar bij
hem blijft de vrees levendig, dat gedeputeerde staten, geen
verandering ziende in de zaakop hun bezwaar zullen
terugkomen.
Dhr. v. Kerkwijk deelt liet bezwaar niet en vermeent dat
hel voorstel geheel in overeenstemming is inet de armenwet
de hemakingen zijn geschied aan de armen worden nu dc
weezen daaruit in de lsle plaats onderhouden dan wordt
aan de intentie der gevers voldaan, want de weezen be
hooren voorzeker allereerst tot de armen.
Volgens art. 20 der armenwet hebben de hervormde en
II. K. diaconien de verpleging der lidmaten van hun kerk-
men meende toen in de motiven tot die weigering van Ge- i genootschap voor hunne rekening genomen, alleen zij, die
deputeerde Stalen de ipeepiug rteizien doorstralendat in - - 1
Göes geen eigenlijk gezegd-burgerlijk armbestuur bestond en
het, zoo als het was, niet was overeentebrengen met de
armenwetbuiten eene geringe cijns en de opbrengst der
collecten, had het armbestuur geene fondsen dan subsidie;
van daar het besluit van den gemeente-raad om een onder
zoek inteslellen naar vroegere bezittingen van dat armbe
stuur, hetgeen aan heeren Gedep. Staten medegedeeld zijnde
hébben deze eindelijk in de zaak berust.
Aangezien nu Gedep. Staten de hoogere autoriteit zijn die
telken jare op nieuw worden geroepen om van die zaak
kennis te nemen, en de te veileenen subsidie moeten goed
keuren zou spreker liet wenschelijk achten dat berusten
te doen veranderen in goedkeuren.
•De aanleiding toch van hel ingesteld onderzoek was alleen
om te kennen den oorsprong der armen-goederen en wanneer
daaruit bleek, zoo als vermoed werd, dat het algemeen
armbestuur bezittingen had om dan door de loeschikking
daarvan aan dat armhesluur, eene liefdadigheids instelling-
te hebben, overeenkomstig de armenwet en de daaraan ge-
gevene uitlegging door Gedep. Staten.
llij vreest dat anders weiligt heeren Gedepulet rden op
hunne vroegere bezwaren weer zullen terugkomen voorzoo
veel de subsidie betreft en zou dus wenschen. dat liet voor
stel zoodanig werd gewijzigd, dat hetgeen ten alleu tijde
is geweest bezitting van liet algemeen armbestuur aan die
instelling werd toegeschikt en het daarvan de revenuen
genoot,
daar buiten vallen en dus tot geen kerkgenootschap behooren,
worden door het algemeen armbestuur verpleegd en daar
voor strekt de subsidie.
Dhr. v. d. Putte vraagt, of, aannemende dat al de goederen
armen-göederen zijn de raad aan het algemeen armbestuur
kan voorschrijven wal cn hoe liet met de revenuen doen
moet
De voorzitter antwoordt dat hij in dit geval toestemmend
moet antwoordenomdat de toestand daardoor alleen
teruggebragl wordt tot hetgeen hij voor 1824 geweest is
ofschoon weiligt het nu te nemen besluit geen goedkeuring
zou behoeven, zou toch hij het aan gedeputeerde staten in
zenden.
Dhr van de Putte vraagt wijders waar de lijn van afschei
ding, waar het, (zoo als in het voorstel staat,) in de tweede
plaats begint
De Voorzitter antwoordt daarop dat men hier niet aan
cijfers moet denken maar aan eene algemeene strekking
door het besluit tot classificatie der Godshuizen, komt alles
als gemeente-instelling onder den raad en deze zal hij het
vaststellen van iedere begrooting, die lijn bepalen; hij meent
dat dit het oogenblik niet is om tot specialiteiten aftedalen,
die bij eene algemeene regeling niet te pas komen.
Dhr van de Putte voert aan dat volgens het voorstel de
revenuen in de eerste plaats strekken ten bate van 'twees
huis; dat is dus het punt van uitgang, maar, vraagt hij,
waar eindigt die bijdrage voor het weeshuis?
openstaante welen
1». Imt beheer optedragen aan één collegie over beide
gestichten.
2°. één afzonderlijk bestuur voor het gast- cn één voor
het weeshuis.
eu 3<\ het beheer van het gasthuis aan een afzonderlijk
bestuur optedragen en liet weeshuis onder het beheer te
brengen van het algemeen armbestuur, dat alsdan met drie
personen zou behooren vermeerderd en in twee afdeelingen
gesplitst te worden terwijl in ieder geval voor het gast
en -weeshuis een afzonderlijk collegie van regentessen zou
moeten bestaan.
Daar evenwel dit voorstel niet wel voor dadelijke behan
deling vatbaar is. zal het met toelichtingen ter visie voor
de leden worden gelegd en aangehouden tot eene volgende
vergadering.
Wordt gelezen missive van heeren Gedep. Statenmet
afschrift van het koninklijk besluit, houdende opheffing dei-
kamer van koophandel en fabrieken alhiermet den 31
December a. s.
De Voorzitter deelt mede, dat burg. en welh. na het ont
vangen dier aanschrijving in overweging genomen hebben
in hoever het wenschelijk mogt zijn eene kamer van koop
handel voor deze gemeente afzonderlijk te hebben, waarvan
liet resultaat is geweest dat dit wenschelijk is geachtzij
brengen dit ter kennis van den raad en het zou naar hun
oordeel onredelijk zijn de uitschotten Tan porto's, zegels en
dergelijke voor rekening dergenen te laten, die daartoe wor
den gekozen, waarom zij voorstellen de bijdrage daartoe uit
de gemeente-kas te verleenen te stellen op 25,'sjaars.
Dhr mr. de Knokhc van der Meiden zegtna de vroegere
discussie tegen het behoud der kamer te hebben gestemd
omdat hij er het nut niet van inzagen twee leden van dezen
raad, in zaken van koophandel als deskundigen aantemerken,
daarover eveneens dachten: daarop zijn een tweetal adressen
ingekomen en in de courant geplaatst, het eerste van de
kamer zelve, het andere van eenige ingezetenen, van welk
eerste hij de bewoordingen niet beaamtwaarom het hem
een bijzonder genoegen doet dat burg. en welh. bij hun
voorstel dit stilzwijgend zijn voorbijgegaanliet adres toch
der kamer is zeer opgewonden van toon en zonder daarmede
ten nadeele der kamer zelve iets te willen zeggen, zal men
erkennen dat het den steller van het adres weinig eer aan
doet hij spreker gevoelde behoefte dit in het openbaar te
zeggen en zal op het advies van burg. en weth. voor de
bijdrage stemmen in de hoop en het vertrouwen dat de
kamer waardig aan hare roeping zal getrouw zijn.
Op de vraag des Voorzitters of hij het stilzwijgen der ove
rige leden als goedkeuring van het voorstel mag aanmerken,
verklaart dhr Smallegange er tegen te zullen stemmen
waarop het in omvraag gebragt, wordt aangenomen met 5
tegen 4 stemmen, (tegen stemden de heeren van den Bosch,
Hochart, van.de Putte en Smallegange.)
De Voorzitter deelt mede dat van den heer de Lannée dc
Bétrancourl is ingekomen zijne déclaratie voor het maken
van teekeningen, bestekken en gehouden opzigt bij de ver
bouwing der jonge jufvrouwenscliool ad ƒ130,dat op die
rekening geene aanmerkiugen gerezen zijnde, uithoofde daarop
bij de begrooting niet is gerekend, burg. en weth. voorstellen
de betaling daarvan te doen uit de onvoorziene uitgaven.
Hetgeen wordt goedgekeurd.
Is ingekomen een brief van de kamer van koophandel te
Breda met afschrift van een adres aan de tweede kamer
ingezonden om de voordragten der regering te appuijeren
betrekkelijk de aangebodene ontwerpen tot bevordering der
spoorwegen en in het hijzonder van dien van Vlissingen naar
Ven! o.
Daar hel burgemeester en wethouders ook voor deze
gemeente van belang is voorgekomen, wat betreft de lijn
van Vlissingen naar Venlo, wordt een adres van dezelfde
strekking door hun ontworpen aan den raad voorgedragen,
die zich daarmede zonder discussie vereenigt.
Wordt gelezen verzoekschrift van den heer J. P. Kakvbeeke
oin den Brouwersgang hij de Beestenmarkt regt te mogen
leggen en van den dijk de noodige aarde af te nemen om
den grond aan de eene zijde gelijk te maken, waartoe het
weiligt ook noodig kan zijn 2 of 3 hoornen te roeijen.
Burgemeester en wethouders adviseren tot inwilliging van
hel gedaan verzoek onder voorwaarden; dat de breedte van
den weg op 3 el behouden blijve en de nieuwe afheining
geen plaats hebbe voor dat het geheele werk is volbragt
dat de afgraving van den grond regelmatig geschiede, de
passage niet gestremd worde, hel straatje naar het Ravelijn
zoo noodig worde verlegd, de afheining aan weerszijde van
den gang geschiede met planken schutting of doornenhaag
en na volbragt werk. dc gang worde begiind, beklin
ken of bestraat, alles ten koste des verzoekers, zullende
Wel wordt oj) hladz. 10 van het rapport gezegd: dat door j get is ook armendenk liet gesticht voor een oogenblik weg
U..I»; «r.nH.nn.Pn .i rlon Innn rip.- l.„G,n en (,e weMen Jjg e|. verpleegd WOldc», ZOlldeil alle»
moeten besteed worden door het algemeen armbestuur; nu
worden zij in een gesticht verpleegd, maar de zaak is dezelfde.
Dhr van den Bosch herinnért zichdat in 1852 hij raads
besluit is bepaald dat de Godshuizen niet meer rekenpliglig
zouden zijn aan den raad die toestand nu veranderende
vraagt hij, of de intrekking van dal besluit niet noodzakelijk
zou zijn?
De Voorzitter acht dit niet noodzakelijk omdat de reken-
pligligheid een gevolg is van de aimenweten de classificatie,
Iiij verklaart zich echter bereid, als dit noodig wordt geacht,
De Voorzitter antwoordt, het is geen weeshuis op zichzelf, i in het laatste geval de straalsteenen van wege de gemeente
allerlei veranderingen in den loop der tijden voorgevallen
liet afscheiden bijna onmogelijk is gemaakt; maar hetgeen
uit de verte bijna onmogelijk schijnt, is van nabij gezien
dikwijls zeer goed mogelijk; al ware het niet van alle, dan
toch van enkele perceelen zou liet wel uiltemaken zijn, en
het resultaat zoo doende meer in overeenstemming zijn met
de bedoeling van Gedeputeerde Staten en het aangevangen
onderzoek.
De Voorzitter weet niet of hij den spreker wel juist heeft
begrepen; in hel voorstel wordt alleen gesproken van aruien
1) Men zie de daarvan aan de geabonneerden op onze courant toe-
gezondene gedrukte boekjes.
2) Het puut nopens de R.-K. armen-goederen is reeds ter vorige
vergadering beslist.
worden verstrekt; terwijl burgemeester en weihouders ein
delijk nog voorstellen, dat de verzoeker voor de waarde dei-
te roeijen hoornen aan de gemeente zal vergoeden, voor de
beide eerste ieder 40, voor de laatste 20.
Dhr. v. d. Bosch vraagt of dit laatste niet wat hoog en
de voorwaarden wat onéreus zijn
De voorzifter stemt toe dat het niet te weinig is, doch
dat men niet alleen in aanmerking moet nemen de oogen-
blikkelijke waarde der hoornen, maar ook hunne jaarlijksche
toeneming, dewijl de gemeente op dat punt niet meer
planten kan.
In omvraag gebragt is het voorstel algemeen aangenomen,
hij het te nemen besluit eene clausule te voegen, waaruit I Op voorstel van burgemeester en wethouders wordt be-
blijkt dat de raad het voorschreven besluit intrekt. j sloten ook dit jaar even als nu vijfjaren is gebeurd, eene
Dhr de Knokke van der Meiden zou dit wenschelijk achten j uitdeeling van levensmiddelen en brandstof op den nieuw-
om alle duhiéteit voor-lekomen. jaarsdag te doen, wanneer altans de burgerij daaraan even