MAANDAG SI SEPTEMBER.
i\o. VS.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdag
avonds uitgezonderd op feestdagen.
De prijs per kwartaal is f ófl5franco per post óf)0.
De inzt
PLAATSELIJK BESTUUR.
BEKENDMAKING-
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen dezer
gemeente
Dat de PATENTEN over het dienstjaar 1 857, (loo-
pende van 1 Mei 1857 tot ultimo April 1858,) aan
gevraagd gedurende het eerste kwartaal van dat jaar
ingevuld gereed liggen en tot derzelver afgifteter
secretarie zal gevaceerd worden van heden af tot den
50 September e k. uitgenomen des Zondags, dagelijks
van des voormiddags negen tot des namiddags twee ure.
Wordende de belanghebbenden vermaandom die
afhaling in persoon te verrigten en zich den bepaalden
tijd ten nutte te maken ten einde van alle kosten
bevrijd te blijven, vermits, volgens art. 2 van Zijner
Majesteits besluit van den 17 October 1820, de onaf
gehaalde patenten of de afschriften van dezelve, door
eenen deurwaarder der directe belastingen onverwijld
aan de patentpligtigen moeten worden uitgereikt, tegen
betaling van tien cent; waartoe dan ook den 1 October
en volgende dagen zal worden overgegaan.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 19 September
1857.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PILAAR.
EXT R ACT uit het Verslag van den toestand
der provincie Zeelanddoor Ged. Staten aan de Prov
Staten in de vergadering van J856.
(Vervolg.)
Armwezen.
Gedurende 1856 bestond te Goes een ongesubsidieerd ge
nootschap dat aan schamele armen onderstand verleende,
benevens eene ongesubsidieerde commissie die gedurende den
winter levensmiddelen uitdeelde.
Gelijke vereeniging als laatstgenoemde bestond ook te
Wissenkerke.
Van de Godsbuizen bedoeld bij litt. c art. 2, der wet
bestond een niet gesubsidieerd te Goes, waarin oude en
gebrekkige lieden en kinderen verpleegd werden en waar
van de uitgaven bestreden zijn door eigen inkomsten. Dit
jaar werd niets wegens collecten giften of subsidie ontvangen.
De bestaande 19 godshuizen in Zeeland onderscheiden
zich in 4 weeshuizen, waarin jongens en meisjes te zamen
werden verpleegd 4 gestichten voor oude en gebrekkige
lieden7 gestichten voor oude lieden en kinderen te zamen:
2 gestichten waar inwoning wordt verleend, en 2 gestichten
waarin kostkoopers opgenomen worden (proveniershuizen).
Voorts werden nog in 3 van deze godsbuizen zieken en
verwonden verpleegd, als te Goes, Veere en Vlissingen.
Instellingen ter werkverschaffing welker getal steeds
toeneemt en die ten doel hebben de behoeftigen in den
winter in- en buiten de werkplaatsen werk te verschaffen
en jonge lieden tot liet aanleeren en verrigten van werk
op te leiden, ten einde de armoede te voorkomen en
bedelarij tegen te gaan, waren er 19 aanwezig, als in
elk der gemeenten Aardenburg, llontenisse, Middelburg
en Sluis, twee en een in de gemeente Axel, Bosch Kapelle,
Hengstdijk, Kortgeen Ossenisse Ouwerkerk Stavenisse,
Vlissingen, Wissekerke, Yzendijke en Zierikzee.
De werkzaamheden bestonden te Aardenburg, bij de eene
instelling in bet vervaardigen van kant, en bij de andere
in het bewerken van haardasch tot bemesting.
te Middelburg, bij de eene instelling in bet aanleeren van
van ambachten door de Israëlitische jeugd en bij de andere
in het aplaneren der wallen, timmerwerk, pluizen van
touw enz.
te Sluis, bij de beide inriglingen waarvan eene onder
beschermvrouwschap van II. M. de koningin in bet ver
vaardigen van kant
te Stavenisse, in de verbetering van de achterwegen dier
gemeente
te Yzendijke, in bet aplaneren der wallen;
te Vlissingen in bet vervaardigen van koperen spijkers
en bet pluizen van touw
te Zierikzee, in liet bearbeiden der beplantingen rond die
gemeente, en
bij de overigen in bet bewerken van vlas.
Tot de instellingen ter voorkoming van armoede beliooren
en zijn in deze provincie aanwezig banken van leening.
zieken- en begravenisbussen spaarbanken spaarkassen en
hulpbanken.
■j. Banken van leening. Deze worden onderscheiden in
banken van leening, die door gemeenten of door admini
stratie» van liefdadigheid worden gehouden, en in banken
van leening, die verpacht worden, of die, ten gevolge
van eene of andere vergunning, door particulieren voor
eigen ïekening worden gehouden.
Van de eerstbedoelde soort waren, even als in 1855,
aanwezig 4, als in de gemeenten Goes, Middelburg, Vlis
singen en Zierikzee.
liet bedrag der kapitalenwaarmede d e leenbanken
-448le Jaargang.
ling van advertentien moet geschieden voor drie uren des nami
hebben gewerkt, bedraagt106,697,38, van welke som
21,707,21 waarvan geen intrest is betaald en de overige
som van f 84,990,17 is opgenomen tegen den intrest van
*w%oo en 5%.
De interest, tegen welke bij de banken is beleend, was
te Goes 16 en te Zierkzee 12% voor alle panden, te Mid
delburg 8, 9 en 14'"7)0te Vlissingen 12 en 14%, naar
gelang der waarde van de beleende panden. Die rentestan
daard is even als die van 1855.
Kr zijn 112,793 panden beleend of de beleening er van ver
nieuwd. Gelost zijn 105,222 panden en verkocht 1,197 panden.
De bank van leening te Goes gaf eene winst van 49,
die van Zierikzee van 78,47'/. Op de administratie van
die te Middelburg en te Vlissingen werd verlies geleden,
bij de eerste van f 2,253,62%. bij de andere van f 98,67.
In 1856 was slechts ééne verpachte bank van leening in
de provincie in werking, namelijk te Tbolen.
b. Zieken en beg rafen isbussen
liven als in 1855 waren 15 dezer instellingen aanwezig,
als 1 te Goes, te Tbolen en Ouwerkerk, 3 te Middelburg
en te Zierikzee en 6 te Vlissingen.
Door 2,795 personen werd eraan deelgenomen, van welke
428 ondersteuning erlangden.
Jaarlijks winnen deze inrigtingen in deelnemers. In 1856
zijn er ruim 600 toegetreden.
c. Spaarbanken d. Spaarkassen die alle in kwijnenden
toestand verkeerden, en e. Hulpbanken bestonden in slechts
weinige gemeenten- Van c. 6, als te Groede, Middelburg,
Sluis, Tbolen, Vlissingen en Zierikzee, van d. 4, te
Bommenede, Brouwershaven, Kortgene en Zierikzee en van
e., 2. te Middelburg en Zierikzee. (Wordt vervolgd.)
BI MESLAND SC HE BERIGTEJL
Heden werd de vergadering der staten generaal door
Z, M. den koning geopend met de navolgende rede:
Mijne Iteeren
Het is mij eene groote voldoening u te kunnen
verzekeren, dat onze betrekkingen met de andere mogend
heden bij voortduring getuigen van goede verstandhouding
en welwillendheid.
Zee en landmagt blijven mij alle reden van tevreden
heid geven. Zij hebben in nederlandsch Indie nieuwen
krijgsroem verworven. De aanvankelijke uitbreiding-
van het materieel der marine belooft goede gevolgen.
De Oost-Indische bezittingenhet verheugd mij
zulks te kunnen zeggen nemen onder den invloed
van ongestoorde rust schier in al de deelen van ons
gebied, in welvaart toe.
De afschaffing der slavernij in 's rijks West-Indische
koloniën zal andermaal tot een punt van uwe overwe
gingen gesteld worden.
De afgeloopene winter ging, dank zij de Voorzienig
heid, voorbij zonder dat dijkbreuken of overstroomingen
den vaderlandschen bodem teisterden.
In het algemeen is de toestand des lands van dien
aard dat men er zich over mag verheugen.
Handel, scheepvaart, landbouw en vele takken van
nijverheid leveren bevredigende uitkomsten op.
Eene buitengewoon langdurige droogte, voorafgegaan
door een koud voorjaar, bleef wel is waar niet zonder
nadeeligen invloed op onderscheidene gewassenvooral
is hierdoor het veevoeder schaarsch maar des niette
min is er nog overvloedige rede om voor den oogst
van dit jaar dankbaar te zijn.
De veiligheid des lands en de stoffelijke welvaart
der natie te vermeerderen blijft steeds mijn ernstig
streven.
Ik voed het vertrouwen daarin door u te zullen worden
ondersteund onderanderen met betrekking tot het be
vorderen van den aanleg- van spoorwegen.
De moeijelijkheid voor bijzondere personen om onder
de bestaande omstandigheden groote kapitalen voor
groote openbare werken bijeen te brengen maakt het
noodzakelijk krachtige ondersteuning te verleenen.
Door het toenemend gebruik van den rijks-telegraaf
stijgen aanhoudend de inkomsten van dat belangrijk
middel van mededeeling. Er zal voortgang gemaakt
worden met het stellen van nieuwe lijnen en aan het
openen van meerdere kantoren.
Terwijl de opbrengst van de meeste belastingen blijft
aangroeijen en de schatkist, ook door de ruime balen,
welke de overzeesche bezittingen afwerpen in gunsti-
gen toestand verkeert, is mijne aandacht voortdurend
gevestigd op de gemeente financien. Uithoofde van het
groot gewigt voor vele gemeenten daarin gelegenbe
veel ik uwer bijzondere belangstelling aan de tot dat
onderwerp betrekkelijke wets-voorstellen welke nader
zullen ingezonden worden.
De veel omvattende zaak (Jcr invoering van de wet
1857.
Gewone advertentien xvorden d 20 ets. de regel geplaatst
Gbboorte-. huwelijks- en doodberigtenvan J 6 regels d f J,20
behalve, het zegelregt.
dda°s.
op het lager onderwijs zal de voorbereidende werkzaam
heden tot regeling der overige deelen van het onderwijs
niet uit het oog doen verliezen.
Bij de uitbreiding van de stoffelijke welvaart der-
natie is liet eene dubbele behoefte hare zedelijke en
verstandelijke ontwikkeling- niet te doen achterstaan.
Het zoude voor de zekerheid onzer regterlijke instel
lingen en de verbetering harer werking eene weldaad
zijn, indien nadere overwegingen van het ontwerp van
wet op de regterlijke organisatie en het beleid der
justitie deze aangelegenheid door gemeen overleg tot
een gewenscht einde bragt.
Ons gevangenis-wezen wordt met ijver onderzocht
ten einde daaromtrent in verband met de behandeling-
van het wetboek, dat in bewerking is, tot een vast stel
sel te kunnen geraken.
Uit aanmerking van liet aanzienlijk getal van belang
rijke vvets-ontwerpen, welke onafgedaan hebben moeten
blijven en als nu op nieuw aan uwe overweging te on
derwerpen zullen er betrekkelijk weinig nieuwe wets-
voordragten worden aangeboden.
Het gewigt uwer werkzaamhedenMijne Heeren
zal er niet te minder door zijn. Ook deze vergade
ring zal der wetgevende magt ruime gelegenheid aan
bieden om het vaderland aan zich te verpligten.
Moge de tijd van vrede en voorspoed welke wij
genieten door ons worden gebezigd op eene wijze welke
getuigt van onze dankbaarheid voor groote zegeningen
en van onze warme gevoelens voor het dierbare vaderland.
Hiertoe ondersteune ons de Allerhoogste
Ik verklaar deze vergadering der staten generaal te
zijn geopend. Per telegr.)
Het Staatsblad n°. J07 bevat een koninklijk
besluit van 12 dezer, waarbij, met het oog op het
koninklijk besluit van 6 Januarij 1831, Staatsblad
n°. S), zoo mede dat van 27 September 1856 Staats
blad n°. 90) houdende verbod van het verhuren van
heele of gedeelten van loten in de staats-loterij voor
zoo veel de nommers betreft, welke na de trekking
van de eerste week der vijfde klasse nog moeten worden
uitgetrokken het verbod in laatstgemeld besluit ver
vat mede van toepassing wordt verklaard op de
nommerswelke in de eerste week der vijfde klasse
worden uitgetrokken. Dit besluit komt in werking
met de 234ste loterij.
Met het oog op den wenschdat gelijk dit in
andere landen plaats vindtzoo ook bij ons aan de
beambten der postkantoren gelegenheid worde gegeven,
om ten minste voor een gedeelte den christelijken rust
dag te vieren en de openbare godsdienstoefening, waar
van thans velen door hunne ambtsbezigheden verstoken
zijn bij te wonen heeft de minister van financiën
daartoe door den koning gemagtigd besloten tot het
uetneu van eene proeve, iu hoeverre de vervulling van
dien wensch met het algemeen belang overeen te bren
gen is. De minister heeft dus onder dagteekening van
8 dezer de directeuren der postkantoren verzocht door
de invulling en spoedige toezending van eene bijgevoegde
tabel te dienen van hunne consideratien omtrent de
wijziging, waarvoor zij de dienstregeling van bun kan
toor op den zondag, in afwijking van de andere dagen
der week, vatbaar achten, met inachtneming van eenige
punten daarbij opgegeven.
Door de directie der Maatschappij tot indijking
van de op- en aanwassen der Oosler-Schelde is dezer
dagen publiek gemaakt een verslag betreflende haren
finantiëlen toestand. Daaruit blijkt, dat zij na 1854
gunstige resultaten verkregen heeft. Het rapport brengt
in herinnering; dat sedert Aug. 1851 voor den tijd
van 99 jaren verleend is de concessie tot indijking van
35,000 morgen gronds, afgestaan door de nederlandsche
regering en deelt verder mededat de voorwaarden
waaronder deze concessie verleend werd, in 1854 door
de regering gewijzigd werden, ten gevolge waarvan het
onderhoud van het kanaal van wege de maatschappij
te graven op het eiland Zuid-Bevelanddoor de rege
ring van de maatschappij werd overgenomen. Aan het
kanaal de sluizen en den dijk ter afsluiting van da
bestaan hebbende communicatie tusschen den ooste
lijken en westelijken arm der Schelde, wordt volgens
dat verslag met kracht eu ijver gewerkt en de inge-