GOESSCHE COURANT. IMo. 36. 44"" Jaargang. DONDERDAG 7 MEI. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdag» avondsuitgezonderd op feestdagen. De prijs per kwartaal is J,7ö franco per post J,90. De inzending van advertent ien moet, esc/lieden vóór drie uren des namiddags. Gewone advertentien worden d W ets. de regel geplaatst Geboorte-, huwelijks- en doodberigtcnvan .16 regels d f J.20 behalve het zegelregt. BINKENLANDSCHE BERIGTEN. GOES, 7 Mei. De Staats-Cuuranl van lieden bevat verschillende benoemingen bij het vak der registratie en bevorderin gen bij de landmagt, alsmede toekenningen van me dailles en loffelijke vermeldingen voor het redden van schipbreukelingen. Naar men verneemt houdt de regering zich bezig met het in gereedheid brengen van hare antwoorden op de voorloopige verslager, van de tweede kamer der staten-generaalnopens de wets-ontwerpen betrekkelijk de jagt en visscherij, de regterlijke organisatie en het lager onderwijs. Die antwoorden kunnen derhalve eerlang worden te gemoet gezien terwijl de beraad slagingen dan spoedig daarna kunnen worden gehouden. Men vermoedt echterdat de beide laatste ontwerpen (regterlijke organisatie en lager onderwijs) eerst na Pinksteren bij de kamer zullen worden behandeld. De regering heeft aan de tweede-kamer der staten- generaal aangeboden een ontwerp van wet op de nationale militie. Gelijk reeds is medegedeeld blijkt thans uit de voordragt dat zij over het algemeen met het vorig ontwerp overeenkomstbehalve enkele wijzigingen in de redaktie en van punten van ondergeschikt belang. Het 12e hoofdstuk, de zeemilitie betreffende, maakt daarop alleen eene uitzondering. De hoofd bepalingen omtrent dit punt komen hierop neder: van iederejaar- lijksche Ifgting kan een gedeelte voor de dienst ter zee, waartoe de mariniers behoorenworden bestemd. Het getal der daartoe aan te wijzen miliciens wordt jaarlijks door den koning bepaald. In tijd van vrede gaat dit aantal dat van vijfhonderd niet te boven. De gewone dienst-tijd bij de militie te land is vijf en bij die ter zee drie jaren. Het getal manschappen, voor de dienst ter zee te bestemmen wordt gevonden uit de miliciens a. die zich daartoe vrijwillig aanmelden h. die hun beroep van de zeevaart maken; c. die schippers en schippers knechten zijn; d. die van visschea hun gewoon bedrijf maken e. die loodsen hulp-loodsen en loods-kweeke- lingen zijndie varenslieden zijn, niet tot eene der opgemelde klassen behoorende; en g. die scheepstimmer lieden en zeilmakers of leerlingen in die vakken zijn. Aan de miliciensdie zich als vrijwilligers voor de zeedienst bij den militie-raad aanmeldenwordt een handgeld of premie toegekend. Wanneer het aantal manschappen waarover voor de zeedienst kan worden beschikt, ontoereikend is, worden de ontbrekenden aan gevuld door miliciens, die bij de inlijving geoordeeld worden de meeste ligchaams geschiktheid voor de zee dienst te bezitten. Tot zoodanige aanwijzing van mi liciens voor de zeedienst wordt aan den provincialen kommandant een hqofd-officier der marine toegevoegd. Aan de zeemilitie worden geene plaatsvervangers toege wezen. Wanneer aan een reeds bij de zeemagt inge- lijfden milicien door den koning vergunning wordt verleend om als nog een plaatsvervanger te stellen wordt deze bij de landmagt in dienst gesteld voor den tijd, welke de loteling nog bij de zeemilitie zou hebben moeten dienen. De voor de zeedienst bestemde mili ciens worden door den provincialen kommandant dade lijk ter beschikking van den minister van marine gesteld. De aan de zeemilitie toegewezen miliciens worden in geen minderen graad dan dien van matroos of marinier van de 3e klasse geplaatst. De miliciens, die den door de wet gevorderden tijd bij de zeemilitie hebben ge diend en een behoorlijk paspoort hebben bekomen; worden in lijd van vrede van de dienst der schutterijen vrijgesteld. In de memorie van toelichting tot dit ontwerp, maakt de regering hare zienswijze bekend omtrent de voorgenomen nadere wettelijke regeling van de dienst der schutterijen. Eerstens oordeelt zij, dat er een beter verband moet bestaan tusschen de nationale militie en de schutterijen, door het dadelijk doen aansluiten van de eene dienst aan de andere, waardoor als het ware eene voortzetting van dienst ontstaan zal en de schutterijen op die wijze jaarlijks een aanzienlijken toevoer van welgeoefende en aan orde en tucht gewone manschappen bekomen die daarvan eene belangrijke kern zullen uitmaken Ten tweede moet de tegenwoordige getalsterkte worden ver meerderd, en de zamenstelling en inrigting der schut terijen op eene betere wijze worden geregeld. De dienst- pligtige leeftijd, thans on, ,'iö jaren gesteld, zal worden verhoogd. Dienstpligtig zullen zijn in den regel al de ingezetenen vallende in den leeftijd door de wet te stellen de loting, thans bestaande, zal niet worden behouden. De dienstpligtigen zullen worden verdeeld in klassen va/1 oproeping, naar gelang van leeftijd en van maatschappelijke of huisselijke omstandigheden. De oefeningen bij de schutterijen zoowel praktisch ais theoretisch, zuilen uitgebreid en bepalingen gemaakt wordenwaardoor de handhaving van orde en krijgs tucht zal worden verzekerd. De minister van koloniën heeft opgeroepen be kwame timmerlieden, metselaars, steenhouwers en grof smeders, tevens bekend met de aanverwante ambachten, alsmede het schrijven, rekenen en bouwkundig teekeneu eenigzins magtig, die genegen mogten zijn zich naar nederl. Indie te begeven, met het vooruitzigt van, bij aankomst daar te landete worden werkzaam gesteld bij een der lands burgerlijke openbare werken onder genot van daggeld van ƒ2 tot 4 naar gelang van bekwaamheid en de plaats van vestiging, en overigens met het uitzigt op eene plaatsing bij het vaste kader der opzigters van den waterstaat. Het berigt dat de concessie voor den Zeeuwsch- limburgschfin spoorweg zou ingetrokken zijn schijnt van allen grond ontbloot. Uit de Nieuwe Noord-Bra bander door verschillende andere bladen, ook door ons overgenomen, maakte dit op de bewoners in ons eiland een diepen indrukvoornamelijk bij het zien op de reeds voorafgegane werken en enorme sommen daaraan besteed. Wij haasten ons dus mede te deelen dat naauwkeurig ingewonnen informatien tot het vooruit zigt leiden van eene spoedige Verwezenlijking dezer belangrijke onderneming, die zich nimmer gunstiger liet aanzien. De redenen waarom dus gewacht wordt, schrijft men toe aan de onzekerheid waar heen de haan te leg gen, uithoofde de rigtingen verschillende grondsoorten zullen bevatten en eerst de best geschiktste zullen moeten worden opgespoord alvorens effectief te kunnen afbakenen. Wat het kanaal betreft is te Wemeldinge reeds eene water-machine in volle werking, en men hoort er bij al de drukte en beweging van het werkvolk ook thans die van eene smederij, timmermanswinkels enz., die daar opge- rigt zijn. Hel vroegere veer van Hansweerd schijnt als in eene kolonie herschapen. Dagelijks verrijzen er gebouwen van allerlei aard zoo tot woon als han delsgebruik geschiktook vernemen wij dat het hoot'd-bureau der aannemerstot dusverre te Yerseke gehouden naar Hansweerd zal worden overgebragt zoodra aldaar de gebouwen voor hunnen agent Th. Withe in orde zullen zijn. Het werk gaat dus geregeld voort, ofschoon het volk niet zeer te vreden is met het loon 't geen soms tot onaangenaamheden leidt, die aan dus danige werken eigen zijn. De bewoners der beide plaatsen Wemeldingen en Hansweerd hoewel een groot voordeel van dit werkvolk genietende, uiten toch dik wijls den wensch dat eene betere policie in den over last tnogt voorzien die vooral de neringdoenden en herbergen te lijden hebben dikwijls moeten deze zoo door geldverlies als zelfs door dadelijkheden voor de onderlinge twisten boeten. Even voor het afdrukken beiigt men ons uit Yerseke dat heden en naar het schijnt reeds gisteren eene groote span ning onder het werkvolk aan de kanaal-werken bestaat. Te Wemeldinge zou geen enkel dijkwerker heden morgen aan den gang zijn gegaan en alleen de daggelders zouden hun pligt doen, zoodat men eene korte staking vreest. De putbazenten getale van 60 hadden zich gisteren aan het hoofdkantoor te Yerseke vervoegd, men meent dat zulks met genoemde staking in verband zou staan. Te Breda vindt bet gerucht meer en meer geloof dat de spoorweg-verbinding met 's Hertogenbosch voor eerst niet tot Stand zal komen. Meer geloof hecht men daardoor thans aan het graven van een kanaal, datgelijk voor eenige jaren reeds besproken werd, van Moerdijk naar Breda zal loopen en bevaarbaar zijn voor schepen van allerlei diepgangalsmede dat eene stoomboot de geregelde correspondentie tusschen die twee plaatsen zal onderhouden. Men gaat zelfs zoover, te Breda de vestingwerken aan te wijzen, die als dan zullen gesloopt of veranderd wordenen waartoe voor namelijk zou behooren de poort aan het zoogenaamde vSpaansche gat", bekend door het innemen van de stad door den turfschipper van Bergen, De Prov. Zeeuwsche Cl. meldt uit 's Hagel Mei: Bij het departement van marine is thans eene zaak aanhangig, die misschien niet van belang ontbloot is. Bij de herstelling van den zeemuur aan de zuidweste lijke zijde van Vlissingen zijn erin een klein vertvulf, waarschijnlijk eene loopgraaf, een achttal potjes gevonden met een onbekenden inhoud. Die inhond is chemisch onderzocht door een bekwaam vlissingsch scheikundige, den heer F.waardoor onder anderen gebleken is, dat de potjes gevuld waren met allerlei brandbare stoffen, die bij ontbranding eenen verstikten damp om zich verspreiden. Waarschijnlijk hebben zij gediendom in den strijd, aan boord van de schepen geworpen te worden, zoo als granaten, en daardoor niet enkel brand maar ook bedwelming en verwarring op het schip te brengen. De potjes zijn van kleinen omvang; zij zijn van een hals voorziendie goed gesloten was en heb ben drie ooren. Omtrent den tijd, waarin zij gebruikt werden, valt niets te zeggen, waarschijnlijk zijn zij uit het begin dezer eeuw, toen Vlissingen achtereenvolgens door franschen en engelschen werd bezet. Het gat aan de buitenzijde is terstond van wege den waterstaat digt gemetseld maar welligt zal langs de binnenzijde de marine verdere nasporingen instellen daar het zich verwachten laatdat er nog meer van die voorwerpen zullen gevonden worden. Uit Utrecht schrijft men, dat het publiek aldaar voortdurend onaangenaamheden bij het verzenden van brieven met waarde ondervindt; alweer wordt een brief met 3 muntbiljetten vermist, die op den 28 April jl. door een zeer geloofbaar ingezeten in persoon in de bus van het hoofdkantoor is gestoken. Uit Leeuwarden schrijft men van den 3 Mei In den vroegen morgen van heden is alhier uit de stadsgracht opgehaald het lijk eener nog jonge vrouwwier man gisteren avond door de policie was gearresteerd op het vermoedendat hij valschè munt zou hebben uitgegeven en ten gevolge waarvan later eene huiszoeking bij hem plaats vonddie echter slechts een papiertje met zoogenaamde kwik- zalf deed vinden. De buren gissen dat de vrouw te middernacht hare woning heeft verlaten en in wilde overdreven vrees voor mogelijke schande, zich van het leven heeft beroofd. Toen men het huis binnenkwam, vond men alleen een kind van twee jaren schreijende te bed liggen Wat intusschen het akelige van dit voorval nog verhoogt, is, dat de man geheel onschuldig werd bevonden, daar bij een heden ingesteld onderzoek dadelijk aan het licht kwam dat de munt echt was en hare valsche kleur waarschijnlijk had ontleend aan de kwikzalf, die de man bij zich had gedragen en waarvan welligt iets in zijn zak was overgebleven. Uit Winsum wordt het volgende berigt: De komst van eenen kleinen wereldburger had eene algemeene verstoring in de verhuisboedels te Winsum en Obergum ten gevolge. De geëxamineerdegeautoriseerde en voormaals ge- priviligeerde vroedvrouw der gemeente, had de aardig heid juist op den morgen van den eersten Mei van een zoon te bevallen en hierdoor haar vertrek van de oude in eene nieuwe woning onmogelijk te maken. Dit had ten gevolgedat de huurder harer oude woning nu in de zijne moest blijven en deszelfs opvolger even zooterwijl zijdie dagen bevorens hunne mobilaire have schoongemaaktingepakt en tot verhuizing in gereedheid gebragt hadden, nu met onvergenoegde ge- zigten dien warboede! aanstaren, hoogst ontevreden met die ongeschikte onverlangde komst van dezen Uit sommige streken luwen wat door

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1857 | | pagina 1