«OESSCHE
('011RANT.
H&êw
SCHUTTERIJ.
MAANDAG 4 MKI. Geboorte-, huwelijksen doodherigtenvan 6 regels d f J.20
PUBLICATIE
BEKENDMAKING.
BEKENDMAKING-
-No. 35.
444®f Jaargang
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags
avonds uitgezonderd op feestdagen.
De prijs per wartaal is ófI5 franco per post óf)0. j
De inzending
y c Gewone advertenli.cn worden a 20 ets. de regel geplaatst
behalve het zegelregt.
van advertentien moet. geschieden voor drie aren des namiddags.
PLAATSELIJK BESTUUR.
IlURGE.llliliSTUR EN WETHOUDERS VAN GOES,
Gezien de wet van den 11 April 1827 (Staatsblad rio. 17)
betrekkelijk, de OPRIGTING van SCHUTTERIJEN en speci
aal de artikels 1, 2, 7, 8 en 9, luidende als volgt:
Art. 1. Ieder ingezeten van bel rijk, die op den 1 Januarij
van elk jaar zijn 25ste jaar zal zijn ingetreden en zijn 34sle
niet voleindigd, zal bebbeti, zal ingevolge de «bepalingen dezer
wet, daartoe opgeroepen zijnde, verpligt wezen de schui
terlijke dienst uit te oefenen.
«Art. 2. Als ingezetenen worden met betrekking tol de
toepassing dezer wet, beschouwd
a. Alle Nederlanders, binnen bet rijk bun gewoon ver
blijf houdende.
b Alle vreemdelingen, binnen bet rijk woonachtig, welke
bun voornemen, om zich aldaar te vestigen .zullen
hebben aan den dag gelegd betzij door eene uitdruk
kelijke verklaring, betzij door bet werkelijk overbrengen
van den zetel van hun vermogen en de hoofdmiddelen
van bun beslaan.
De lijdelijke uitoefening van hun bedrijf ol handwerk in
eenige ondergeschikte betrekking gelijk die van leerling,
knecht enz., kan op zicbzelven niet beschouwd worden als
een bewijs van bet voornemen om zicli in dit rijk te vestigen.
«Art. 7. Zij die in meer dan eene gemeente hun gewoon
verblijf houdenof den zetel van hun vermogen hebben
gevestigd, zullen tot de inschrijving verpligt zijnbinnen
die gemeente alwaar eene dienstdoende schutterij aanwezig is.
Bij aldien in die verschillende gemeenten alleen dienst
doende of alleen ruslende schutterijen bestaan, zullen zij
zich doen inschrijven in die gemeente, alwaar zij voor de
personele belasting zijn aangeslagen en de ambtenaren in die
gemeente, alwaar zij ambtshalve verpligt zijn bun verblijf
bonden.
«Art. 8. Die van bunnen ouderdom geen voldoend bewijs
geven zullen door bet plaatselijk bestuur worden ingeschre
ven naar deszelfs oordeelonverminderd de bevoegdheid
van ingeschrevenen, om van zijnen juislen ouderdom nader
te doen blijken.
«Art. 9. Die bevonden zullen worden zich niet voor den
1 Jnnij te hebben doen inschrijven, zullen door het plaat
selijk bestuur ambtshalve ingeschreven worden en door den
na te melden schuttersraad worden verwezen tot eene geld
boete terwijl zij daarenboven zonder loting bij de schut
terij zullen worden ingelijfd, indien liet zal blijken, dat er,
tijdens de verzuimde inschrijving, geene redenen tot uit
sluiting of vrijstelling ten bunnen aanzien bestonden.
Gezien Zijner Majesteits besluit van den 21 Maart 1828
(Staatsblad no. 6) speciaal de artikels 3 en 4 van den vol
genden inhoud
«Art. 3. In het jaar na de eerste oprigting der schutterij
en in ieder der volgende jaren, zal, voor den 1 Junij, de
inschrijving zich tot zoodanige ingezetenen bepalen die op den
1 Januarij van dat jaar huu 25ste jaar zijn ingetreden; het
register waarop dezelve worden ingeschrevenzal altijd
bet eerste register uitmaken, en zal voorts van de registers
der vorige jaren bet laatste of tiende komen te vervallen.
«Art. 4. Tot deze inschrijving zullen zich ook moeten
aangeven, diegenen, welke, schoon in andere gemeenten
ingeschreven, sedert de laatste inschrijving in de gemeente
zijn komen wonen; alsmede vreemdelingen die sedert de
laatste inschrijving in de termen gevallen zijn, om volgens
art. 2 der wet, als ingezetenen te worden beschouwd. De
inschrijving van deze personen zal geschieden in dat register,
waartoe zij volgens bunnen ouderdom behooren.
Gezien Zijner Majesteits besluit van den 4 September 1828
(Staatsblad no. 55) voornamelijk do bepalingen van art. 7
.^_en 8, aldus luidende:
«Art, 7. De gehuwden en weduwnaars een of ineer kin
deren hebbende, door sterfgeval of anderzins in de termen
vallende om in de eerste klasse te worden overgebragt
zullen voor de eerstvolgende jaarlijksche inschrijving, bij
publicatie worden opgeroepen, om daarvan kennis te geven
aan bet plaatselijk bestuur: wanneer deze kennisgeving mogt
worden verzuimd en de nalatige, tengevolge van dit ver
zuim, niet bij de schutterij is ingelijfd geworden, zal des
wege door bet plaatselijk bestuur proces-vei baal worden
opgemaakt en aan de bevoegde regtbank toegezonden, ten
einde de strafbepaling van art. 1 der wet van den 6 Maart
1818 (Staatsblad no. 12) op de nalatigen toe te passen.
«Art. 8. De nalatige in bet vorige art. vermeld, zal dadelijk
bij de schutterij worden ingelijfd, tegen ontslag van hem,
die in zijne plaats wordt opgeroepen de diensttijd door
hein te volbrengen zal ingaan met bet jaar waarin bij is
1 n ge 1 ij I'd ge w ord e u
Koepen bij deze op alle mannelijke ingezetenen der ge
meente, welke op den 1 Januarij dezes jaars bun 25ste jaar
zijn ingetredenhoedanige zijn, die geboren in den jare
1832om zich van den 15 lot en met den 31 der maand
Mei, voor de schutterlijke dienst dezer gemeente, ter griffie,
alwaar daartoe dagelijks zal worden gevaceerd (uilgeno
men des zondags) des morgens van 9 tot des namiddags
2 ure, te doen inschrijven en zich vooraf te voorzien van
een geboorte- of doop extract, ten einde zich van bunnen
^juisten ouderdom ter behoorlijke inschrijving te verzekeren
en zich door eene verzuimde of onbehoorlijke inschrijving
niet bloot te stellen aan de straf bij boven geinsereerd
2de artikel der wet van den 11 April 1827 vastgesteld.
Terwijl tevens worden opgeroepen om zich ter bovenge
noemde lijd en plaatse te doen inschrijven, alle manspersonen,
geboren in de jaren 1823 tot en met 1831, welke in vorige
jaren elders ingeschreven zijn, doch sedert dien tijd binnen
deze gemeente zijn komen wonen, met overlegging van bet
bewijs der vroeger gedane inschrijving in eene andere ge
meente, alsmede zoodanige ontslagene militairen en vreem
delingen als sedert de laatste inschrijving in de termen
der schutterij gevallen en binnen deze gemeente woonach
tig zijn.
Wordende de personenwelke reeds ingeschreven zijn
en deel aan de loting genomen hebben hehoorende tot de
tweede klasse, zijnde gehuwden en weduwnaars met een
ot meer kinderen, welke door sterfgeval of anderzinls als
nu in de termen der eerste klasse vallen, aangemaand om
daarvan almede ten boven bepaalde tijde en plaatse, kennis
te geven.
Zullende de onderscheidene daarvan te houdene registers
op den 1 Junij eerstkomende worden gesloten en degenen
welke bevonden zullen worden ten deze nalatig te zijn
geweest en zich na dien tijd komen aangeven of ontdekt
wordenaan bet einde der registers ambtshalve worden
ingeschreven onverminderd de daarop vastgestelde boeten
en s rallen.
Eu opdat niemand hiervan oukundig zij, zal deze worden
gepubliceerd geaffigeerd en geinsereerd in de Goessche
Courant.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 2 Mei 1857.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. I'ILAA R.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden
in deze gemeente, dat de blanco verzoek-biljettenom
acten en vergunning voor de JAGT en VISSCHERIJ,
vermeld in art. 5 der wet van den 6 Maart 1852,
(Staatsblad no. 47,) van heden af, op de gemeente
secretarie, kosteloos verkrijgbaar zullen zijn en dat die
verzoekschriften behoorlijk ingevuld en onderteekend,
in den loop dezer maand moeten worden ingediend bij
den burgemeester, ter opzending aan den heer commis
saris des kouings in deze provincie.
En opdat zulks algemeen bekend zij zal deze wor
den afgekondigd, aangeplakt en geplaatst in de Goessche
Courant.
Gedaan ten raadhuize van Goesden 2 Mei 1857.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. 1'. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C PILAAR.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
brengen bij deze ter kennis van een ieder die het
aangaat; dat het KOHIER van den HOOFDELIJKEN
OMSLAG, over het loopende dienstjaar, gearresteerd
door den gemeenteraad den 17 Februarij dezes jaars; en
door heeren gedeputeerde staten van Zeeland goedge
keurd den 24 April daaraanvolgende, aan den ontvanger
der plaatselijke belastingen ter invordering toegezonden
ismitsdien ieder belastingschuldige vermanendeom
het deswege verschuldigde, ten kantore van voornoem
den ontvanger te voldoen.
En zal aan deze op de gebruikelijke wijze publiciteit
gegeven worden.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 2 Mei 1857.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. 0. PI I, A A R.
BINIfEJi LAPTDSCHE BERIGTEM.
GOES 4 Mei.
Het maken der gewone aarde-, kram-, rijs- en
steenglooijingswerken aan de zeedijken der calamiteuse
polders in Zeeland, gedurende dit jaar, met het onder
houd tot 1 Mei 1858, is bij publieke besteding verl.
zaturdag aangenomen door M. de Friend c. s. voor
442,875,en het beplanten der domaniale duinen
op Schouwen door J. van Sluijs c. s. voor ƒ2500,
De Nieuioe Noord-bralanler meldtdat de con
cessie voor den aanleg van den Zeeuwseh-Litnburgschen-
spoorweg is ingetrokken.
Intusschen deelt men mede dat de door de Ooster-
Schelde-maatschappij uit te voeren kanaal-werken in
dit eiland met kracht doorgezet worden. Dat 1400
arbeiders op verschillende punten in den lijn aan het
knnaal werkzaam zijn, terwijl men dagelijks een aantal
schepen met verschillende materialen voor den sluizen
bouw benoodigdzoowel te Hansweert als te Wemel-
dingeu ziet aankomen. Overigens is men met een
hoogst aanzienlijk getal arbeiders werkzaam aan de
bedijkingvoor rekening van genoemde maatschappij
van eenen tweeden polder en wel in de gemeente Krab-
bendijke, terwij! men verzekert, dat deze bedijking nog
in tijds voltooid zal zijn om even als dit verleden
jaar het geval was met den eersten polder bij Bath
ook nog dit jaar in cultuur gebragt te kunnen worden.
Ook is het zeker, zegt de St. P. dat door de aan
nemers van den zeeuwschen spoorweg al de masthoo
rnen die de behoorlijke lengte en dikte hebbenzijn
opgekochtzoodat de ontgronding welligt spoedig zal
plaats hebben en de werkzaamheden binnen zeer korten
tijd van Breda over Tilburg, naar 's Bosch een aanvang
zullen nemen.
Naar men verneemt, hebben eenige achtingswaar
dige mannen uit Amsterdam en Rotterdam, vereenigd,
ter kennis van den minister van koloniën gebragt, dat
zij, voor het geval, dat geene aanbiedingen op de voor
waarden, omschreven in de Staats Courant van den 24
Maart 11., binnen den daarbij bepaalden termijn mogten
zijn gedaan, bereid zijn, om met Z. Exc. te onderhan
delen over bet tot stand brengen van eene maandelijk-
sche stoompakketvaart tusschen Nederland en Java.
De volgende aangiften aan het bureau van den
burgerlijken stand te Groningen gedaanverdienen om
de zeldzaamheid eene bijzondere vermelding. Den 27
April werd daar aangegeven de geboorte van het 23sta
kind van één vader oud 50 jaren, hem in twee huwe
lijken geboren waarvan nog slechts 6 in leven zijn.
Eenige weken vroeger werd aan dat bureau opgege
ven de geboorte van tweelingen waarvan de moeder
slechts 25 jaren oud zijnde, nu met deze tweelingen
9 kinderen had ter wereld gebragt.
Door een koopman in eijeren te Leeuwarden is
dezer dagen toevallig een bedrog ontdektbelangrijk
genoeg om ter waarschuwing algemeen bekend te wor
den gemaakt. Hij heeft namelijk opgemerkt, dat onder
de door hem ingekochte kievits-eijeren sommige gedeel
telijk met zand waren gevuld, kennelijk met de bedoe
ling om deze eijeren die vuil waren bij het zooge
naamde iotteren (louteren) voor schoon tv doen doorgaan,
daar zij, in water gelegd zijnde, gelijk bij het Iotteren
geschiedtnatuurlijk door de zwaarte van het zand
zonken. De schaal der eijeren was, na deze oueerlijke
bewerking, zoo netjes weder toegemaakt, dat het bedrog
naauwelijks zigtbaar was.
BUITENLAHDSCHE BERIGTEN.
RUSLAND.
In Rusland zoowel als in Polen wordt tegenwoordig
een panische schrik verspreid onder diegenen die
gedurende den Krim oorlog met de leverantiën aan
het leger gedaan in eenige betrekking hebben gestaan.
De bedriegerijen en opligterijen moeten in der daad
aan het ongelooflijke grenzen en reeds is gebleken,
dat ze meerdere millioener. roebels bedragen. Nu echter
heeft ingevolge den bepaalden wil van keizer Alexander.
de vroegere straffeloosheid voor dergelijke "kleine na
latigheden" opgehouden en de militaire zoowel als de
civiele regtbanken zijn belast met liet opsporen der
schuldigen tot in de hoogste dienstkringen, Vandaar
verbeurdverklaringen van goederen bij menigte; de
meest schuldigen zullen wel hunne toekomstige woon
plaats naar Siberië moeten verleggen en de schuldige
militairen zullen zekerbehalve degradatieaan liet
leger in den Kaukasus als "kanonnenvoedsel!" worden
toegevoegd. Het uitzigt is dus niet zeer verkwikkelijk
voor iederdie zich niet zuiver gevoelt.
Ook in Oostenrijk is mennaar uit Weenen
geschreven wordt, zeer ter neergeslagen over de gretige
deelneming in de russische spoorweg-actiën. Men ziet
het met groot leedwezen aan, dat Rusland nu spoedig
in het bezit zal geraken van een volledig spoorwegnet,
terwijl in Oostenrijk nog zoo groote behoefte bestaat
aan sommige lijnen die uit geldgebrek niet tot stand
kunnen komen.
Wat dit laatste betreft., staat Oostenrijk niet alleen.
Th Nederland waar ook de zakken der geldmannen