GOESSUHE
COURANT.
Publieke besteding.
;No. 31.
44"" Jaargang,
Het maken en inhangen van een
paar nieuwe Greinen Ebdeuren
in de binnensluis van het Goes-
sche Sasmet inbegrip der
benoodigde materialenarbeids-
loonen enz.
OPEABARE VERGADERING
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags
avondsuitgezonderd op feestdagen
De prijs per kwartaal is J,75, franco per post Óf90.
De inzending
MAANDAG 20 APRIL.
Gewone advertentien worden d 20 ets. de regel geplaatst
6 regels d f 0,20
Geboorte-huwelijks- en doodberigtenvan J
behalve het zc-gelregt,
van advertentien moet. geschieden vóór drie uren des namiddags
BESTUREN EN ADMINISTRATIEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
zullen op Zaturday den ft&fcn Mei eerstkomende, des
namiddags ten een ureten raadhuize aldaarpubliek
en aan den minstaannemende trachten aantebesteden
Waarvan het bestek en voorwaarden van besteding
ter secretarie dezer gemeente ter lezing zullen liggen
van heden af tot den dag der bestedingop iederen
werkdag, van des voormiddags negen tot des namid
dags ten twee ure; terwijl lokale aanwijzing zal geschie
den aan het SasVrijdag den lsten Mei aanstaande
des namiddags teil een ure.
Gedaan te Goes, den 18 April 1857.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De secretaris,
H. C. PILAAR.
van den
GEMEENTE-RAAD TE GOES.
DEN 17 APRIL 1857.
De heeren van Voorts Vader afwezig; en van den Bosch 011
jjestelil.
De secretaris, door afwezigheid verhinderd, wordt met
goedkeuring van den raad vervangen door den griffier tel
secretarie
De notulen der vorige vergadering zijn gelezen en gear
resteerd.
De Voorzitter deelt mede, dat na de vaststelling van het
kohier van den hoofdelijken omslag, de heeren J. de Fouw Wz.
en mr. J. Cohenbij het collegie van gedeputeerde staten
te^en hunnen aanslag hebben gereclameerd en dat burge
meester en wethouders daarop gehoord, de gronden hebben
opgegeven waarop de aanslag van den raad beiustle.
Dat heeren gedeputeerde staten bij hunne resolutien van
3/n April (welke worden voorgelezen), hebben goedgevonden
de aanslagen dier heeren met ééne klasse te verminderen
blijkende daaruitdat ten opzigte van den heer de Fouw
is overwogendat die heer zich bereid verklarende des noods
met eede te bevestigendat hij het inkomen waarnaar hij
is aangeslagen niet bezit, en de vergadering mitsdien moet
aannemen, dat diens inkomen te hoog is berekend terwijl
de heer mr. Cohen door hun geacht wordt, daar van zijne
jaarwedde l/r> voor het pensioenfonds wordt afgehouden, het
inkomen waarop hij is berekend niet te hebben.
Op voorstel van burgemeester en wethouders is besloten
het kohier overeenkomstig die uitspraak te wijzigen.
Worden medegedeeld dat zijn ingekomen
a. van heeren gedeputeerde staten, brief van 3/n April,
daarbij ter kennisneming en uitreiking toezendende eene be
schikking op het ingediend adres van J.Adriaanse, houdende,
dat heeren gedeputeerde staten geene bevoegdheid hebben aan
den gemeenteraad te gelasten zijn adres dat te laat was
ingediend, nog in overweging te nemen.
b. brieven van dezelfde heerenhoudende goedkeuring
van het kohier van belasting op de honden en van af en
overschrijving op posten der begrooting, waartoe ter vorige
vergadering besloten is.
c. van burgemeester en wethouders van Kattendijke c. a.,
brief ten geleide van een raadsbesluit 5 waarbij hoofdzakelijk
is overwogen, dat het nut 't welk door de kamer van koop
handel kan worden verspreid bij de oprigling en toestem
ming tot deelneming geheel afhankelijk werd geacht van
de keuze der personen, die de kamer zouden uitmaken;
dat na een bijna vijfjarig bestaan van het nut dier kamer
tot heden voor die gemeente niets is gebleken en volgens
berigt van het lid voor die gemeente gekozende vergade
ringen zich steeds kenmerken door oneenigheid onder de
ledenen personaliteiten die den gang der zaken en het
nut dat de kamer anders zou kunnen verspreiden, belem
meren, op grond waarvan de raad besluit, met uit. Dec.
dezes jaars niet langer deel te nemen aan de kamer van
koophandel en fabrieken.
Van dat besluit zal afschrift worden gezonden aan de ka
mer en daar de kamerzoo als in het koninklijk besluit
van 13 September 1852 hare zamenstelling is bepaald
met 1 Januarij niet meer zal bestaan, noodigt de voorzitter
de leden uit, hunne gedachten te laten gaan of men het
behoud eener kamer voor deze gemeente wenscheiijk acht,
om daarover in eene volgende vergadering te beraadslagen
en zoo noodig daarvoor maatregelen (e heramen.
d. brief van de kamer vau koophandel alhier van den 2
April, ten geleide der lijst van de bij haar voorhanden boek
werken en tijdschriften en ecuige recu's in blanco, om daar
van gebruik te maken.
Welk een en ander, ten gebruike der leden, wordt ge
deponeerd.
e. worden gelezen twee processen-verbaal den 11 en 12
dezer opgemaakt, waaruit blijkt: dat de commissaris van
policie op het vermoeden dat in de fabriek van de heeren van
Renterghem Comp. garancine werd bereid en het daarvan
afkomende water in de haven afvloeide, zich met 2 agenten op
beide vorengenoemde dagen in de nabijheid der fabriek
hebben hegeven en den eersten dag aldaar uit de haven
hebben geschept eene flesch waterterwijl zij deD tweeden
dag hebben gezien, dat uit de fabriek over een hoop moeras
door eene geul water vloeide, vermoedelijk met zwavel
zuur bezwangerd waarop zij in die geul eene kan hebben
gelegd en met dat water gevuld, welke llesch en kan aan
burgemeester en wethouders zijn ingezonden.
Almede wordt gelezen de bepaling voorkomende in het
contract van erfpacht, waarop de grond van de fabriek door
de gemeente is afgestaan, waaruit blijkt; dat liet garancine
water wanneer het met zwavelzuur of andere bestanddeelen
is bezet die voor de gezondheid schadelijke uitwasemingen
kunnen veroorzakennimmer in de haven of het kanaal
naar den zaagmolen mag essuëren op straffe van vernieti
ging van de erfpacht en vergoeding van kosten, schaden
en intressen.
Burgemeester en wethouders berigten dat zij van het be
doelde water de proef hebben genomen en bevonden dat
het in hooge mate met zwavelzuur bezwangerd was.
Daar het mitsdien volledig bewezen en in regten te bewijzen
is, dat de heer van Renterghem in strijd met de vorenge
noemde bepaling van het erfpacht contract gehandeld heeft,
stellen burgemeester en wethouders voorom tegen dien
heer intestellen de actie tot vernietiging van het contract,
met al de gevolgen van dien, nadat alvorens een regtskun-
dig onderzoek zal zijn ingewonnen en van gedeputeerde
staten de uoodige magtiging verkregen.
De voorzitter opent hierover de beraadslagingen.
Dhr. S. Vader vermeent na het gehoorde, dat het stand
punt van den raad in dezen zeer moeijelijk is; er is geconstateerd
dat er water geschept is, maar om in het voorstel te kunnen
treden moet de raad overtuigd zijndat het met zwavel
zuur bezwangerd was.
De voorzitter antwoordt daarop, dat de overtuiging van
den raad moet berusten in de proef die burgemeester en
wethouders hebben genomen, waaruit van die omstandig
heid blijkt.
Dhr. S. Vader vraagt of de heer van Renterghem hierop
gehooid is, waarop de voorzitter ontkennend antwoordt.
Dhr. S. Vader acht het mogelijk dat het water op eene
andere wijze in de haven gekomen is en daar het hier een
aantevangen geding geldt, zou hij het een ander geval ach
ten als dhr van Renterghem erkend had waarom hij zou
wenschen, alvorens het voorstel wordt aangenomen ilat die
heer gehoord worde.
Hij verklaart van die zaak tot heden niets gehoord of
bespeurd te hebben en vindt zich bezwaard daarop dadelijk
te nesluiten.
De Voorzitter verwondert zich dat dhr Vader van die zaak
niets gehoord of bespeurd zou hebben, daar bijna al de be
woners der kaai, het dagelijksch bestuur klagtig zijn gevalleu
over den ondragelijken stank. Hij wil toegeven dat de be
handeling dezer zaak eenigzins onverwacht komt, daar zij
niet op de punten van beschrijving voorkomtwil dus de
raad de zaak aanhouden dan zal hem dit aangenaam zijn;
burg. en wetli. hoe genegen ook 0111 de fabrieken zooveel
als mogelijk is te favoriseren, mogen dit niet doen ten voor-
deele van een persoon enten nadeeleder geheele gemeente;
vooral met het oog op het sas en de te voorziene onheilen
is het in het oog van burg. én wetli. een dure pligt geweest,
dit voorstel te doen.
Dhr S. Vader stemt toe dat het besluit goed is wanneer
het feit bewezen is; maar zoo lang dhr van Renterghem
niet gehoord is, is het niet zeker, dat hij geen solutien zou
kunnen bijbrengen die de afvloeijing van het garancine-water
vergoelijkten en waaruit bleek dat het niet opzettelijk ge
schied is.
De Voorzitter brengt hierop in het middendat de heer
van Renterghem weet dat de policie gesurveilleerd heeft",
weet dat er water geschept is, weet dat er garancine-water
is afgevloeid uit zijne fabriek en dit zal ook door dieu heer
niet ontkend worden; was het dus bij ongeluk geweest, dan
stond het aan den heer van Renterghem om naar burg. en
wetli. te komen, geenzius aan deze 0111 naar den heer van
Renterghem te gaan.
Dhr S. Vader zegtdat bier de vraag is van procederen
en omdat men niet zoodanige gronden zou kunnen bijbrengen,
die de gemeente in gevaar stellen zouden het geding te
verliezen en welligt aanzienlijke kosten te betalen, acht hij
een voorloopig onderzoek noodzakelijk.
Dhr. van Kerkwijk zegtdat het niet de eerste maal is
dat zoo iels met den heer van Renterghem voorvalt. Het
proces-verbaal zegtdat het water er in is afgevloeidde
genomen proef heeft bewezen dat hel water zwavelzuur
bevatte en in bet erfpacht contract staat niet, dat er bewezen
moet worden dat dit met opzet is geschied; genoeg dat men
wist dat dhr van Renterghem garancine maakte, wist dat
de put in de fabriek voor het water ontoereikend was en
dat het dus in de haven moest uitvloeijen ofschoon geen
regtsgeleerde is hij van oordeeldat de feiten hier genoeg
zaam spreken.
Dhr. S. Vader zegt dat de raad om het voorstel te kunnen
aannemen, eerst moet aannemen het feit; en om dat te kun
nen doen moet de raad overtuigd zijndaarom zou hij
wenschen de zaak aan te houden en den heer v. Renterghem
vooraf te hooren.
De Voorzitter vraagt daarop of er meer leden zijn die de
zaak wenschen aan te houden dhr. van de Putte verklaart
zich daar voor, dhr. Smallegange legen.
In omvraag gebragt of het voorstel dadelijk zal behandeld
wordenis daartoe met zeven tegen twee stemmen (dhr.
van de Putte en S. Vader) beslotenterwijl het voorstel
zelf, nu nader in beraadslaging gebragt, zonder discussie is
aangenomen met acht tegen eene stem, die van dhr. S. Vader.
Brief van den heer O. Verhagen van 15 dezer, daarbij
opgevende, dat het lie'm gelukt is het middel te ontdekken,
om op eene minder kostbare wijze, dan tot nu toe gebrui
kelijk wasgarancine te bereiden zonder dat bet water
schadelijke bestanddeelen behoeft te bevatten en welk middel,
door genomene proeven in het groot en klein hem over
tuigend gebleken is goed te zijn. ZEd. stelt zich voor maat
regelen te nemen, zich de eer dier vinding te doen toekennen,
om daarna de bedoelde wijze van bereiding ten algemeenen
nutte, naar omstandighedenopenbaar te maken, zullende
hij tot het maken van garancine niet overgaan alvorens ten
overstaan van het dagelijksch bestuur proeven te hebben
geleverd.
Hetgeen voor kennisgeving wordt aangenomen.
Eeni^e staatsbladen worden overgelegd en gedeponeerd.
Het jaarveislag over 1856 wordt overgelegd, zal worden
Sedruktaan heeren gedeputeerde staten gezondenaan
e leden rondgedeeld en voor het publiek verkrijgbaar gesteld.
Worden gelezen
1. Het rapport door burg. en weth. in de vergadering van
den 5 Junij 1856 overgelegd, betrekkelijk den oorsprong
der goederen van de godshuizen en de classificatie dier
gestichten.
2. De bedenkingen daarop ingewonnen van heeren regenten
der godshuizenmet het regtskundig advies van den heer
mr. Hamerdien betrekkelijk en
3. Rapport en voorstel te dezer zake van burg. en weth.
Daaruit blijkt hoofdzakelijk
Dat het gast en weeshuis vroeger gerangschikt onder
lett. c, art. 3, der armenwet, nu zijn gebragt onder lett. a
terwijl wordt voorgesteld:
a. de van oudsher bekende gasthuis-goederen te blijven
bestemmen ten bate van 't gasthuis.
bde roomsch-katholieke armen-goederen terug te geven
aan het r. k. parochiaal armbestuuren
c. de overige armen-goederen te doen strekken in de 1ste
plaats ten bate der weezenin de 2de plaats ten behoeve
der algemeene armen.
De Voorzitter zegtdat die rapporten zullen worden ge
drukt en aan de leden rondgedeeld om 4 weken daarna
behandeld te worden.
Waarna de vergadering gesloten wordt.
NB. Van den inhoud dier rapporten zal aan de geabon-
neerden op onze courant bij de behandeling mede-
deeling geschieden.
BINNENLANDSCHEJBERIGTEN.
GOES 7 20 April.
Blijkens het bekend geworden voorloopig verslag
der commissie van rapporteurs uit de tweede kamer der
Staten-Generaalover het wets-ontwerp betrekkelijk de
jagt en visscherij, heeft de groote meerderheid het goed
gekeurd, dat de regering bij het laten bestaan der pu
blieke akte voor jagt-delicten de overige hoofdbeginse
len der wet van 1852, zoo als overbrenginghet toe-
zigt op jagt en visscherij in handen van het openbaar
gezag enz. onaangeroerd heeft gelatenvoorts heeft de
meerderheid groot bezwaar gevonden in de vervanging
van de jagt-opzieners door rijks-veldwachters en zien
ook verklaard tegen de weder-invoering van houtvesters.
Het nader verslag der commissie omtrent het
drukpers-reglement is verschenen. De commissie is een
stemmig omtrent sommige puntendoch omtrent an
dere zijn de leden het onderling niet eens. De slotsom
is, dat de commissie voorstelt, dat de kamer hare over
tuiging uitdrukkedat het reglement herziening moet
ondergaan.
De minister van binnenlandsche zaken heeft be
kend gemaakt, dat er wederom 10 leerlingen voor de
telegrafie kunnen geplaatst worden. Men moet zich daar
toe vóór 15 Augustus aanstaande bij genoemd depar
tement aanmelden met een op zegel geschreven adres,
liet vergelijkend examen zal op 1 September gehouden
worden.
Ter waarschuwing der bakkers, voldoen wij aan
het verzoek om het navolgende op te nemen:
Dezer dagen heeft de regtbank te Antwerpen uit
spraak gedaan in de zaak van den bakker W.y wonende
aldaarovertuigd van de door hem bewerkte brooden
en eetwaren met koperzuur vermengd te hebben, hij is
deswegens veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf