GOESSCHIi
COURANT.
BEKENDMAKING.
No. 98.
43*'° Jaargang
|S5C
tis.
SSafJai^'
'>iV
Gewone advertentien worden a 20 ets. de fègek geplaatst
Geboorte-* huwelijks- en doodherigt.cnran j\r& femels o f j.%0
he halve het. segelregt
De uitgave deter Courant geschiedt Maandags en Donderdags
avondsuitgezonderd op feestdagen.
i t j f - DONDERDAG
£/f? /irijpf /»er kwartaal ts f Jj75franco per post .ƒ,90.
De inzending van
DECEMBER.
advertentien moet. geschieden vóór drie uren des namiddags.
BESTUREN EN ADMINISTRATION.
BURG EMEliSTER en WETHOUDERS van GOES,
brengen bij deze ter kennis van de,ingezetenen dezer
gemeente:
Dat de PATENTEN over het dienstjaar 1836, [loo-
pende van 1 Mei 1836 tot ultimo April 1837,) aan
gevraagd gediiteude het tweede kwartaal van dat jaar,
ingevuld gereed liggen en tot derzelver afgifteter
secretarie zal gevaceerd worden van heden af tot den
20 December aanstaandeuitgenomen des Zondags,
dagelijks van des voormiddags negen tot des namiddags
twee ure.
Wordende de belanghebbenden vermaandom die
afhalmg in persoon te verrigten en zich den bepaalden
tijd ten nutte te maken ten einde van alle kosten
bevrijd te blijven, vermits, volgens art 2 van Zijner
Majesteist besluit van den 17 October 1820 de onafge
haalde patenten of de afschriften van dezelvedoor
eenen deurwaarder der directe belastingen onverwijld
aan de pateiiipligtigen moeten worden uitgereikt, tegen
betaling van tien centwaartoe dan ook den 22 De
cember eerstkomende en volgende dagen zal worden
overgegaan.
Gedaan ten raadhuize vail Goes den 4 December
1836.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN,
De Secretaris,
H. C. PILAAR.
BINNEN LAN DSC HE NIEUWSTIJDINGEN.
GOES, 4 December.
Bij het ter perse gaan van dit nummer, 8Va ure,
was de hollandsche post nog niet aangekomen.
De treurmare: Tollens is niet meer! komt dezer
dagen door het vaderland. Algemeen schijnt te gelij
kertijd het denkbeeld opgerezen door een gedenkteeken
de dankbaarheid der natie voor haren geliefden volks
dichter te vereeuwigen.
Hoezeer het in den aard der zaak liggen moge,
dat dit gedenkteeken te Rotterdam de geboorteplaats
van Tollens, de stad, waar hij bijna zijn geheele leven
heeft doorgebragtzal worden opgerigtmoet het
niettemin een nationaal gedenkteeken zijn want voor
de gansche natie heeft hij geleefd en gezongenen de
gansche natie wil hem daarvoor erkentelijk zijn. Daartoe
moet dan ook in het geheele vaderland en overal, waar
neerlandsch bloed door d'adren vloeit, waar neerlands
volkslied gezongen en verstaan wordt, aan alle neder-
landers cn allen, die op nederlandsche poëzij prijs
stellen, de gelegenheid tot medewerking worden ver
schaft, daarom moet het bedrag der inschrijving zoo
gering gesteld worden dat niet alleen de bevoorregte
standen der maatschappij maar ook onze nijvere bur
gerklassen welligt zelfs onze ambachtsmanwien de
poëzij van Tollens, in zijne uren van rust zoo dikwijls
heeft verkwikt en bemoedigd, in staat zijn, het hunne
daartoe bij te dragen.
De heeren C. H. B. BootJ. Bosscha, J. nan
lennepM. des Amorie van der Hoevente Am
sterdam R. C. Bakhuizen van den BrinkD. ff.
Levydsohn NormanD. J. LandryA. J. van den
Berghte 'sGravenhage, J F. Hoffman Aart Veder
A. van Rijckenorsel Hz., A. BogaersEduw. L. Jacob-
son IV. S. van Reesema en C. G. Schntze van
Houten, te Rotterdam, die zich ter bereiking van het
voormelde doel tot eene commissie vereenigd hebben
zullen daarom zoo algemeen mogelijk bij de ingeze
tenen lijsten van deelneming doen rondgaan, op welke
voor etn gulden, tot oprigting van een nationaal ge
denkteeken te Rotterdam ter eëre van Tullenskan
worden ingeschreven.
Het zou ongepast zijn een woord tot aanbevelling
of aandrang der zaak hier meer hij te voegen. De
nationale deelneming zal den geliefden vofksdichter
waardig zijn.
De TT. Cl. zegt, dat het dezer dagen verspreid
gerucht, dat met I Januarij a. s. eene belangrijke uit
breiding ahn het bestuur der posterijen zou worden
gegevenmet eene daarmede in verband staande be
vordering van ambtenaren gebleken is ten eenenmale
van grond ontbloot te zijn.
Volgens de D. Cl. zal de oprigting van eene
kweekschool voor -onderwijzers, 'te Delft, stellig geen
plaats hebben.
Uit Luxemburg is per telegraaf herigt ontvangen,
dat de luxemburgsche kamer ontbonden is en eene
gewijzigde constitutie bij besluit van Z. M. Willem ITT
geoctroijeerd gelijk zij in ontwerp bij de nu ontbon
den kamers was ingediend. Dit laatste besluit van den
koning groot-hertog, draagt de dagteekening van den
27 November. Eene latere depeche meldtdat de rust
in Luxemburg ongestoord is gebleven.
Onlangs heeft een aantal noordhollandsche bot
boeren te Keulen niet weinig opzien gebaard. Zij hadden
zich met hunne volgeladene kruiwagens langs den Rhijn-
spoorweg derwaarts begeven en hebben daar hunne
waar, hoe aanzienlijk in hoeveelheid ook, zeer spoedig
uitverkocht, en wel, naar men veronderstelt, tot zulke
prijzen, dat de boeren hunne reiskosten wel op de keu
lenaars zullen verhaald hebben.
BUITENLANDSCHE NIEUWSTIJDINGEN.
DU1TSCHLAND.
Frankrijk heeft voorgeslagen om een' nieuwen termijn
te stellen voor de ontruiming van de Vorstendommen
en de Zwarte zee en dien te bepalen op den eersten
Februarij. Oostenrijk en Engeland willen zich in dat
opzigt tot niets verbinden, zoolang het vredes-verdrag
niet is uitgevoerd.
Den 12 November had op den spoorweg bij
Venetie het volgende voorval plaats. Eene door de
bestuurders verlatene locomotief snelde in volle vaart
naar het station Mestre heen en had naar allen schijn
een groot ongeluk kunnen te weeg brennen toen een
baanwachter, Rominobij het gezigt der onbestuurde
machine, niet alleen de tegenwoordigheid van geest
en den moed had om zich met gevaar van zijn leven
op de machine te begevenmaar ook de bekwaamheid
om haar te besturen en tot staan te brengen. Het
bestuur van deLomb.-ven. en centraal italiaansche spoor
wegen heeft aan deze daad dadelijk door een geschenk
van 200 liie met voorbehoud van verdere belooningen
ragt doen wedervaren; de schuldigen, een machinist,
twee stokers, en een wagen roeesterzijn dadelijk door
ontslag uit hunne dienst gestraft.
ENGELAND Lonoen.
Berigten van de Kaap, dd. 23 September melden,
dat de vrees voor een kaffer-oorlog aldaar geweken
waszood it de pachters zich weer ongestoord aan
hunnen veld-arbeid begeven hebben. De regering der
engelsche Kolonie heeft het echter niet ondienstig geacht,
om de grenspoorten te versterken ten einde in het
ergste geval niet overrast te worden.
In eene gehoudene zitting van het aardrijkskun
dig genootschapheeft zekere luitenant Prim aange
toond, dat op verre na de hoop om de lotgenooten van
sir John Franklin tefug te vinden niet verloren is
dat men integendeel geregtigd is tot het vermoeden
dat zij zich onder de Eskimoos ophóuden, en dat men
nog eene poging met behulp van drie kleine schepen
en vele sleden en honden wagen moet om het regte
spoor te vinden.
Onder de advertentien in den Times komt de
volgende zeer vreemdluidend voorn Phrenologie.
Glir.tonhall131, NassauMreet. Dit kabinet, Let
wel k dagelijks is te be/igligen, be,at de afgietsels der
vormen van de schedels der uitsteker,dste mannen in
alle vakken, zoo als letterkundigen, geleerden, staats
lieden, zeeschuimersgeneraals, giftmengers, moorde
naars, overspelige vrouwen en krankzinnigen.»
De Punch is te parijs weder 'tl beslag genomen,
omdat hij keizer Napoleon had afgebeeld als een krui
denier met een schort voor, staande in zijn winkel;
op den achtergrond ziet men de Moni'.enrwaarop te
lezen staat, dat de man zich op nieuw hij zijn klan
ten recommandeert', nu hij te Parijs teruggekomen is;
aan beide zijden hangt verschillend jagerstuig.
In de nfgijoopene maand is in het dorp Debden,
iu Engeland, in den ouderdom van 82 jaren overleden
de persoon M. J. Mansfield. Hij was een buitengewoon
menschzegt de Morning-Chroniclewant in weerwil
hij slechts eene middelmatige gestalte had was hij
verwonderlijk dik. Zijn ligchaam had 3 meters (ned. ellen)
in den' omtrek en hij woog 231 kilo's (ned. ponden).
Wanneer hij in zijnen zetel zatdie opzettelijk voor
hem gemaakt en 1,33 ned. el breed is werden zijne
knieën door zijnen buik bedekten deze hing bijna
op den grond.
FRANKRIJK. Parijs.
Voor eenigen tijd deed een prefect van een de
partement in het zuiden van Frankrijk eene inspectie
reis en kwam incognito in een dorp van zijn district.
Het was zondag en de prefect zag met genoegen dat
de inwoners in grooten getale naar de mis in de kerk
toestroomden, waarheen hij zich insgelijks begaf. Het
getal der aanwezigen was buitengewoon groot en hunne
stemming zoo aandachtig, dat de prefect zich inwendig
verheugde over dit verschijnsel. Maar tot zijne niet.
geringe verbazing zag hijdat de eerwaarde pastoor
na het offertorium uit een élui dat hem de koster
bragt, eene fluit te voorschijn haalde en aan de gemeente
eene proef van zijne virtuositeit gaf, waarover zich
Tulou en Böhm niet behoeven te schamen. Toen de
aria en de variatiën geëindigd warenzette de geeste
lijke de dienst voort. De prefect brak zich het hoofd
over de reden van dit zonderling tusschenspel. Had
men hem welligt erkend en werd het fluitspel ter zijner
eere gegeven? Was het een plaatselijk gebruik, om
de fluit in de plaats van de harpe Davids te doen tre
den Hij wist het raadsel niet op te lossen en zag
zich genoodzaakt den pastoor zeiven om omlichting te
vragen. Mijnheer, antwoordde hem de trouwe herder,
toen ik voor eenige maanden op deze plaats beroepen
werdbespeurde ik weldradat de zondag slecht ge
vierd werden ik las meer dan eens de mis alleen
voor den koster. Toen ik echter op een avond in
mijne woning op de fluit blies, bemerkte ikdat de
dorpelingen hoopsgewijze toesnelden en met veel genoe
gen naar mij luisterden den volgenden dag herhaalde
ik mijne proef en wel met hetzelfde gunstige gevolg.
Mijne vriendenzeide ik toen tot de goede lieden
daar mijn spel u behaagt, komt dan alle zondagen in
de kerk en ik beloof u telkens eene aria. Bedert
mijnheerstaat het huis Gods niet meer verlatenja
het is zelfs propvolgelijk gij zelf hebt gezien. De
goede lieden hebben woord gehouden en ik zoude tot
geenen prijs het mijne willen breken.
Dezer dagen voelde de heer R. op de beurs
alhier en te midden van het gedrang eene hand in zijn'
zak tasten en ontwaarde daarop dat hem 1000 fr. in
goud ontvreemd waren hij deed terstond een welge
kleed heer in hechtenis nemen die zich nevens hem
bevonddoch deze betuigde voor den commissasis van
policie ten sterkste zijne onschuld, te meer daar slechts
31 fr. 15 cent. bij hem gevonden werd, toen twee
andere personen voor den policie beambte gebragt
werden, waarvan de een 1000 fr. overlegde welke men
in zijn' zak gestoken had terwijl de ander zich be
klaagde dat men 31 fr. 15 cent. uit zijn' zak ontvreemd
had. Door een en ander werd de schuld van den
gearresteerden genoegzaam bewezen, die daarop bekende.
Het bekende proces van mevr. Pescatore tegen
de erfgenamen van haren man, is in der minne bijge
legd. De erven erkennen de regten der wededuwe op
den naam van haren echtgenoot en staan haar, behalve
het vermaakte legaateen negende deel in de nalaten
schap af. Dit V0 wordt begroot op 1 millicen.
Dingsilag is voor de parijsche regtbank de zaak
behandeld van het dagblad TUriir.crs -tegen den boek
handelaar Beninden uitgever van liet "werk: de
Uitteers door zich seleen veroordeeld Terwijl de voor
zitter bezig was met het doen der gebruikelijke vragen,'
is een geestelijke ter teregtzitting verschenen, die heeft'
verklaard te zijn abt Cr.glial en zich heeft aangemeld
als de schrijver van het bewuste werk. De v.erdeie be
handeling is daarop uitgesteld tot den 16 lltc. en de
gerant van VUnivers heeft zich het regt voorbehouden,
om te onderzoeken, of hij de regtsvordering zal voort
zetten tegen den heer Denlu, of wel tegen dien boek
handelaar en den abt Cognatgewezen bestuurder van
VAmi de la Religion..