ÖMBAliE li!(iAiiLl!lMf
GEMEENTE-RAAD TE GOES.
VAN DEN
DEN 3 OCTOBER 1855.
Afwezig dhr. ror. de Knokke van der Meuien.
De notulen der voorgaande vergadering worden gelezen en
door dhr mi'. Saaijmans Vader gevraagd of het geen ver-
eischte is, dat voorstellen, zoo als door hem ter vorige is
gedaan in haar geheel in de notulen worden opgenomen
Waarop de Voorzitter ontkennend antwoordt, daar wel de
notulen de hoofdzakelijke inhoud moeten behelzen, doch de
voorstellen zelf in het archief berusten.
Daarna worden de notulen gearresteerd.
Alvorens het ter vorige vergadering aangehouden amen
dement van den heer mr. S. Vader in behandeling te bren
gendeelt de Voorzitter mede, dat zoo even te dezer zake
is ingekomen een adres van de kamer van koophandel en
fabrieken alhier, van den volgenden inhoud: dat zij altijd
met belangstelling gevolgd heelt de door uwe commissie
voor het finantie-wezen ontworpen en door U vastgestelde
wijzigingen in het belastingstelsel dezer gemeente, inzonder
heid voor zoo veel deze meerder of minder mogten ingrijpen
»n de speciale belangen van den handel en de nijverheid te
dezer plaatse.
Dat zij tot hiertoe minder noodzakelijkheid vond, om van
uit haar bijzonder standpunt eenig blijk» van goedkeuring te
geven, aan de opvolgend genomen hesluiten van uwen raad
om het accijnsstelsel met gepaste voorzichtigheid en een wijs
overleg, zoo spoedig mogelijk uit de rei der gemeente-belas
tingen te doen verdwijnen.
Dat zij, kennis genomen hebbende van het verhandelde
in de jongste openbare zitting des raads, heeft gezien, dat
tegenover het voorstel uwer commissie voor het liuantiewe-
zen, om, binnen deze gemeente voor 1856 geene eigen be
lasting te hellen op de tarwe enz. door een lid u.t uw midden
een voorstel is ter tafel gehragt, om niet alleen de belasting
op het gemaal als eigen middel weder in te voeren, maar
het geheele noodlottige stelsel van accijns-helling, zoo als dit
vroeger bestond weder in het leven te roepenen dat ten
aanzien van dit voorstel, na in behandeling te zijn gekomen,
later door de meerderheid in uw midden is besloten, hetzelve
aan te houden om in eene volgende vergadering nader te
worden behandeld, welk besluit de angstvalligheid der kamer
heeft opgewekt, dat welligt hij die leden welke daartoe hebben
geadviseerd, eene minder gevestigde overtuiging op liet punt
van accijns helling bestond dan uit de vroegere hesluiten
door uweu raad genomenkon worden verondersteld.
Dat de kamer voornoemdzich om die reden alsnu ver-
pligt gevoelt om, met het oog op hare bijzondere roeping
voor de belangen van den handel en de nijverheid te dezer
plaatse zoo veel mogelijk te waken, haar vroeger stilzwijgen
te moeten opheffen en zich gedrongen voelt te verklaren
Dat zij het aan de eene zijde wel betreurt, dat men door
de onverwachte afschaffing van den rijks accijns op het ge
maal. verhinderd is geworden, om zonder groote schokken,
dien gewenschteu toestand voor de gemeente daarlestellen,
waardoor het gemeentelijk belastingstelsel, voor zoo veel de
accijns heffing betreft, door meer billijke belastingen zou
vervangen worden, zij echtm in de gegeven omstandigheden
niet aarzelt het voorstel uwer commissie van linancien, af
gescheiden van het te bepalen equivalent, van hare zijde,
langs dezen weg, openlijk te ondersteunen.
Dat zij, hoezeer zich vermeenende te kunnen onthouden,
om in het breede te bestrijden het gedane voorstel vaneen
lid uit uw midden om het accijnsstelsel met geheel zijn nood-
iottigen nasleep van formaliteiten, vex a tien en onvermijdelijke
belemmeringen voor den handel enz. in deze gemeente weder
intevoeren. als wordendede argumenten bijtebrengen, schier
dagelijks in alle \ormen door de drukpers verspreid; echter
met het oog op de belangen van den arbeidenden stand en
van de handel en neringdoende ingezetenen en vooral met het
oog op de fabriekanten en ambachtslieden te dezer plaatse,
verklaart
Dat de kamer van koophandel en fabrieken te Goes het
voor de meer en meer ontwikkelde welvaart dezer gemeente,
voor zooveel de nijverheid betreft, doodelijk zou achten en
dien ten gevolge de armoede vermeerderende, indien een
dusdanig voorstel door den gemeente-raad mogt worden aan
genomen en de herinnering wel overbodig zal zijn, dat daar
algeineene welvaart heerscht, waar de nijverheid zich zonder
kunstmatige bescherming uitbreidt en dal die uitbreiding,
zich bij voorkeur doet bemerken, daar waar geene belemme
ringen bestaan om zich vrij te bewegen.
Waarom de kamer van hare zijde en van uit haar aange
geven standpunt in het algemeen belang eerbiedig verzoekt: het
voorstel uwer commissie voor de financien te willen aan
nemen, met verdere verwerping van alle voorstellen, welke
strekken kunnen om de ontwikkeling der nijverheid in deze
gemeente te heiemmeren eri om met vaste hand op den in
geslagen weg voort te gaan en liet belasting-stelsel dezer ge
meente meer en meer in overeenstemming te brengen, met
de regelen eener gezonde staathuishoudkunde.
Daarna opent de Voorzitter de beraadslagingen over het
amendement van den lieer mr. Saaijmans Vader.
Die heer verzoekt het woord en zegt, dat hij het nood
zakelijk geacht heeft bij zijn voorstel eene memorie van
toelichting te voegen, waartoe hij bij de indiening niet wel
in staat was, om de beginselen te doen kennen waarop dat
voorstel rust.
In die memorie, door ZEd. voorgelezen, zegt hij hoofd
zakelijk
Toen ik in de laatste vergadering dat voorstel deed, was
het mij voornamelijk te doen om aantetoonen dat de be
zwaren door de finantiele commissie geopperd tegen de
mogelijkheid eener goede surveillance en betrekkelijk de
kosten daarvan niet zoo groot waren als in het rapport
dier commissie was voorgesteldom op die wijze voorte-
'komendat de reeds bestaande en voor velen drukkende
hoofdelijke omslag, niet lot zulk eene énorme hoogte opge
voerd werd, wilde men de welvaart dezer stad niet op het
spel zetten.
Wanneer ik zeg, de welvaart dezer stad, dan geloof ik
niet te veel te zeggenimmers is het eene waarheid dat
met eenen hoofdelijken omslag van 13000,de beraming
eene hoogste klasse van 100,aangaf en reeds nu is die
•classificatie tot 3000,(zegge 300,gestegen-, hoe veel
te meer dan, wanneer bij dien reeds zoo drukkenden omslag
nog f 15000, moet gevoegd worden, tot dekking van het
verlies der belasting op het gemaal
Reeds nu is die belasting drukkende; de burgerman klaagt
daarover en zal ik dan te veel zeggen, wanneer ik beweer,
dat in onze stad eenen hoofdelijken omslag van 28000,—
onhoudbaar zal zijn? Een omslag waarvan de le klasse,
naar den tegenwoordigen maatstaf 700.a 800,zal
bedragen; kan zulk eene belasting anders dan verderfelijk zijn?
Geene vreemden zullen zich in Goes vestigen en de in
woners, die door geene handen aan de stad verknocht zijn,
zullen elders hunne (misselijke ceconomie vestigen.
'Ik ben geen voorstander v;fn hoofdelijken omslag, die be
lasting behoort in den tijd waarin wij leven niet meer tehuis;
..zij is van den tijd van bodewijk de XIV, toen men minder
juiste denkbeelden had van eene gezonde staathuishoudkunde.
Toen needs trok liet de aandacht dat in Itouaanwaar
«lesthds bij uitzondering van andere landen accijnsen geheven
werden de welvaart zoo veel grooter was, dan op andere
:plaatsen. Ook toen werden de belastingen door dien geest
beheetscht en de bekwame Thiers zegt daarvan
Indirecte belastingen belmoren eigenaardig aan die lan-
den, waar de beschaving het meest is doorgedrongen zij
worden vrijwillig gedragen door degenen die het genot
hebben van de belaste zaak.
Ook Engeland heeft geene andere belastingen dan accijnsen,
waarbij in de laatste jaren wel eene directe belasting is
gevoegd onderden naam van income-tax. doch dit isslechts
een maatregel van tijdelijk en en voorbijgaande!) aard.
In deuzelf'den geest schreef de lieer Tuourecke. voorziende
de gevaarlijke gevolgen, die eene te groote zucht tot afschaf
fing van accijnsen kon ie weeg brengen, en die, op de
hoogte waarop hij stond, heter kon oordeelen over de groote
bezwaren aan hoofdelijken omslag verhouden
Hoofdelijke helling geeft meermalen aanleiding tot mis
te bruik en willekeur.
Ziedaar de eigene woorden van den man die veelal ten
onregle als de grootste voorstander wordt aangemerkt.
En zou ik dan geen tegenstander zijn eener belasting die
tot misbruik en willekeurige handeling aanleiding geeft?
Ook ten platten lande gevoelt men meer en meer het
drukkende dier belasting en tracht die door anderen le
vervangen.
fllaar, dunkt mij le hooren zeggen, de belasting op het
gemaal is drukkend voor de mindere standen, daarom moet
men den last overbrengen op de gegoede ingezetenen! ik
herken hierin de wijze van voorstellen dezer eeuw; eene
valsche philantropiedie de ware belangen benadeelt, die
de banden van het algemeen belang verbreekt en de ver
schillende standen der maatschappij op een vijandelijk stand
punt tegenover elkander plaatst.
Ieder burger van den staal heeft gelijke regten, maar ook
gelijke verpligting, om naar zijn vermogen in het onderhoud
van den staat bijtedragen en het is verkeerd, de eene stand
ten koste des anderen van die verpligting te ontheffen; ook
de meest geringe is burger, die jegens den staat regten doch
ook verpligtingen le vervullen heeft, schiet hij hierin te
kortbehoeft hij hulpmen reike hem de weldadige hand
toe, zonder evenwel een regt op hulpbetoon te erkennen:
wanneer men evenwel de belastingen oj> den meergegoeden
overbrengt, op dezen de verpligtingen ook voor andere stan
den rusten, dan brengt zoodanige handelwijze verdeeldheid
en geringschatting te weeg en men verbreekt de banden
waarvan het welziju van den staat afhangt.
Welke vruchten men in andere landen heeft geplukt van
de invoering van directe belastingen, bewijst ons weder En
geland, waar, van het oogenhlik der invoering eener anne
tax, onzedelijkheid is toegenomen en een merkbare achter
uitgang hestaai.
En, vraag ik, is de ontheffing der belasting voor den min
deren man een redmiddel
Wij leven in eeue eeuw van illusien, en ook dat zal door
den tijd nader bevestigd worden.
Men berekent het verbruik der tarwe, per persoon in een
geheel jaar op 100 pond; door de accijns belasting dus. draagt
hij die een geheel jaar tarwe brood eet 8,bij. Maar
die gezinnen waar uitsluitend tarwe brood gebruikt wordt,
zullen in den hoofdelijken omslag moeten aangeslagen worden,
dan zullen velen hooger worden aangeslagen en den accijns
terugwenschen, terwijl zij ook nu de accijns-belasting door
het gebruik van rogge brood kunnen ontgaan.
Ik heb hooren aangeven dat werkelijk de prijs van het
brood, door de afschaffing der accijnsen dalen zal, maar waar
zijn de bewijzen daarvan Is het niet integendeeldoor
een van de leden der tweede kamer met onwedersprekelijke
cijfers aangetoond, dat de afschaffing der belasting in 1830
op den prijs van liet brood zonder invloed was
Doch aangenomen dat bel brood voor minder prijs zal
verkocht worden, welk brood zal men verkoopen, van welk
gehalte zal het brood zijn, dat men eet? Wanneer de mo
lenaar en bakker van alle toezigt ontheven zijn, zal men
zich dan niet toeleggen om ook andere graansoortendan
die waaruit het brood bestaan moet, te malen en le ver
bakken Men zal brood bereiden en verkoopendat de
eigenschappen van het brood niet bezit. Wanneer ik vraag,
hoe dit te verhoeden dan is het antwoord gij moet liet
weigeren en bij een' anderen bakker gaan die u heter brood
verkoopt, maar M. H. dit kunnen zij, die met het geld inde
hand zich bij den bakker vervoegen maar dit kan niet de
arbeider die slechts crediet heeft bijeen bakker, die verpligt
is zich tot dien bakker te bepalen en die zich moet laten
welgevallen wat hij hem geven wil*
Ook voor een oogenhlik aangenomen, dat de surveillance
zoo raoeijelijk zij, als de financiële commissie dit doet voor
komen, dan nog houd ik dit niet voor onmogelijk, daar toch
het gouvernement de bevoegdheid aan de besturen toeken
nende om de belasting le heffen vrijheid moet geven die
verordeningen vasttestellendie tot instandhouding van het
stelsel der belasting vereisclit worden.
Nog eene opmerking, waarom vooral in Goes het behoud
van de belasting op het gemaal wenschelijk is.
Goes bestaat grootendeels uit binnenlandsch vertier, en
wordt wekelijksch door een groot aantal buiten gezetenen
bezocht, en ook het aantal vreemdelingen is niet onaan
zienlijk deze allen dragen bij tot verhooging van de op
brengst en sommigen uwer herinneren zich welligt nog hoe
door het meerder vertier bij gelegenheid van het landhuis-
houdkuudig congres te dezer stede de opbrengst der ac
cijnsen tot verre hoven de begrooting gestegen isschaft
men de accijnsen af, dan komt dit alles alleen tot bezwaar
der burgers, waarin geen vreemde meer een cent bijdraagt,
terwijl ook bij de afschaffing van de belasting op het vleesch
gebleken is hoe weinig de accijns op den prijs afdoet.
Ten laatste nog een woord over het voorstel om het te
kort komende aan de f 13000, door eene directe belasting
te vinden, geregeld naar de huurwaarde en het aantal kin
deren der bewoners; men zou die belasting percents-gewijze
kunnen heffen en ik geloof niet dat dit in strijd zou zijn met de
gemeentewet, die zegt, dat niet uitsluitend lot grondslag kan
aangenomen worden een of meer grondslagen van het rijk; dit
is door mij op het oog gehouden en daarom naast de huur
waarde het aantal kinderen der bewoners gesteld vroeger
bestond hier eene dergelijke belasting die geheven werd van
de eigenaren en berekend op 10o/„ van de huurwaarde; dit
was een last die op de meeste panden drukte toen de ei
genaren die verkregen; de afschaffing was dus, zonder het
bezwaar weg te nemen eene bevoordeeling der eigenaars
van panden.
Het hooge gewigt dezer zaak heeft mij genoopt tot de uit
eenzetting dezer denkbeelden, waarbij wij vooral, mijne heeren,
niet vergeten mogen dat wij slechts lasthebbers der ingezetenen
zijn, en niet bevoegd om onze eigene zienswijze tegenover
onze lastgevers te doen gelden, eene zienswijze die men bij
de jongst plaats gehad hebbende verkiezing van raadsleden,
genoegzaam heeft doen kennen.
Dhr van Kerkwijk: ik zal niet trachten de zoo uitgewerkte
memorie van den lieer Vader te wederleggen, maar mij meer
bijzonder bepalen bij het voorstel; een paar punten evenwel
wil ik opvatten.
Dhr Vader heeft gezegd dat de afschaffing der accijnsen
en het heffen van directe belasting, denkbeelden der eeuw
zijn; dit is mogelijk, maar zoo geheel nieuw is Hat denkbeeld
niet, want reeds in de 17e eeuw, hief men ook directe be
lastingen en wel bepaald tot dekking van accijns op het gemaal,
even als nu hoofdelijken omslag genoemd, en waar o. a. op
een kohier van 1672, ter griffie voorhanden aanslagen van
324, worden gevonden.
In de 2e plaats heeft die heer gezegd, dat het onbewezen
is, dat de prijs van het brood door de afschaffing Van den accijns
dalen zal; dit punt is reeds door mij ter vorige vergadering
tegen gesproken, en aangetoond het verschil van den prijs,
i toen in 1829 de belasting afgeschaft en in 1833 weer ingevoerd
werd; dat verschil bedroeg van de rijks-belasting alleen en
2 cent.
Wat verder betreft het voorstel zelf, moet ik beginnen te
verklaren een vijand van accijusen te zijn ik heb dan ook
tei- vorige vergadering alleen voorgesteld om de deliberatiëu
aantehoudenniet omdat mijne zienswijze daardoor zou
scruudereu maar om de ledeu gelegeulieid te geven, het
voorstel nader le overwegen, om den schijn niet te hebben
het voorstel der commissie te hebben willen doordrijven.
De bedenkingen bij mij gerezen tegen het voorstel van den
lieer Vader komen hoofdzakelijk hierop neder:
Dhr Vader stelt voor eeue eigen belasting op de tarwe van
3.- op de rogge van 50 cent. per 100 Ned. pd., waarvan
hij de ophrengst schal op 16000,
Uit de stalen, door de financiële commissie overgelegd,
blijkt intusschen, dat die opbrengst gedurende de laatste 10
jaren, gemiddeld is geweest 14271,zoodat daarop reeds
een te kort ontstaat van f 1700,—.
Nopens de[andere accijnsen door dien heer voorgesteld, heb
ik de berekeningen niet kunnen volgendaar het mij niet
duidelijk was, hoe hoog dhr Vader die zou willen heffen;
vroeger hadden wij 125 opcenten op het geslagt, dhr Vader
stelt voor er nu 150 te heffen, terwijl dit met zijne berekende
belasting op bouwmaterialen en tabak 9789,zoude op
brengen. zoo dat er volgens de rekening van dien lieer eene
directe belasting van 3211,zou benoodigd zijn, om tot
de 13000,- le komen; zullende alzoo, volgens het voorstel
van dhr Vader met de 16000,voorliet gemaal tezamen
uitmaken 29000,
Bij deze som moet, (voor een oogenblik toegegeven dat
de surveillance door dhr Vader voorgesteld voldoende zou
zijn) volgens zijn eigen voorstel gevoegd worden, de kosten
op die inning ïoopendeals: een hoofd commies 500,
3 agenten van policiederle klasse meer a j 350 1050,
4 van de 2e klasse te verhoogeu tot le klasse
om ook op den dag dienst te doen800,
Voor de nachtdienst aan alle poorten 450,
Kosten van kleeding der meerdere agenten 200,
Vuur en licht aan vijf wachthuizen 200,
Een geroutineerd klerk ten kantore van den
ontvanger 300,
Voor registers en biljetten200,
Zamen 3700.
Die gevoegd bij de f 29000,noodig maken 32700,
terwijl door de commissie slechts 26000,is voorgesteld,
zijnde alzo o f 6700,meerder benoodigd volgens het plan
van den heer Vader; de hoofdelijke omslag, door dien beer
bedoeld zal alzoo niet zijn 3211,maar verhoogd door
de 1700,teveel berekende opbrengst op 't gemaal en de
kosten van administratie ad f 3700,zoodat, ook bij aan
neming van het voorstel van dhr Vader, eene hoofdelijke
belasting van 8500,zal noodig zijn, terwijl de agenten
van policie, wanneer zij uitsluitend tot de dienst der belas
tingen gebruikt worden, voor de policie niets meer zullen
zijn.
Dhr Vader noemt hoofdelijke omslag, in zijn voorstel eene
minder aannemelijke belasting, doch eenig bewijs of eenigen
grond daarvoor wordt niet aangetroffen men kan jaalle
belastingen minder aannemelijk vinden, wanneer men alleen
de schaduwzijde daarvan inziet en de lichtzijde niet zien
wil; vroeger reeds hadden wij onJer de benaming van klap
per-, lantaarn- en brandspuitgeld eene directe belasting,
want voor bet bepaalde onderwerp, waarvoor die belasting
geheven werd was niet de helft noodig.
Dhr Vader zegt wijders, dat de coinmisse de surveillance
ondoenlijk heeft trachten voortestellen; het is waar, het is
gemakkelijk te zeggen, dat het minder moeijelijk is. maar
dhr Vader heeft niet aangetoond, hoe men de handmolens,
molenaars of bakkers zal surveillereu.
Wijders zegt die heer, dat in de beide jaren 1830 en 1831,
de belasting op het gemaal in een merkelijk verval verkeerde,
doch door den destijds benoemden ijverigen hoofd commies,
spoedig wéér tot de vroegere hoogte werd teruggebragt. Ik
wil niets afdingen op den ijver van dien ambtenaar, maar
dit compliment zou men evenzeer als eene verguizing kunnen
aanmerken; de ambtenaar door dhr Vader bedoeld trad den
1 Mei 1831 in functie, en juist dat jaar bragt de belasting
10000,minder op, eerst in 1832 is dit iets verbeterd en
was de opbrengst tocli nog slechts middelmatig; de hoofd
commies, indien aan hem die verbetering mag geweten wor
den, schijnt dus nogal langzaam in zijne bewegingen te zijn
geweest, daar de verbetering van de opbrengst eerst een
groot jaar na zijne benoeming plaats had.
Ik zal dus op deze gronden stemmen tegen liet voorstel
van dhr Vader.
Dhr Vader ik zal enkele punten door dhr van Kerkwijk
in 't midden gebragt beantwoorden: wat de surveillance
aangaat in 1830 en daaromtrentik heb die opgaven geput
uit de gegevens der commissie zelf, die opgeeft dat in 1832
de opbrengsL slechts 700,minderwas dan in 1829 toen
de rijks-commiezen surveilleerden.
Wat betreft de approximative opbrengst van 16000,
en dat ik daarmede de werkelijke opbrengst zou zijn te boven
gegaan, ik heb die genomen naar de rekeningen en begroo
tingen, bij mij van vele jaren voorhanden. De rekening is
dat in de stad jaarlijks verbruikt worden 6700 pd. tarwe en
400 pd. roggeen mijne rekening zal dus zulk een groot
verschil niet kunnen opleveren; doch uit den aard der zaak
minder fiuantiëel zijnde, heb ik mij niet bij cijfers of bere
keningen bepaald maar approximatif opgegeven de cijfers
die ik verantwoord vond, ook daarom te meer heb ik geene
som aangegeven voor het bedrag der directe belasting door
mij voorgesteld het sprak van zelf dat de kosten van sur
veillance daarbij moesten gerekend worden; mijn doe! was
alleen aantegeven niet om het cijfer te bepalen dat door
directe belasting moet gevonden worden.
De surveillance kostte in 1832 niet meer dan 3069, ik
heb dus vermeend dat het nu iets minder zoude kunnen zijn,
wij hebben nu toch 4 agenten van policie der 2e klasse, die
eene te karige bezoldiging genieten, hunne toelage zal dus toch
moeten verhoogd worden daarbij zijn er 3 commiezen op
wachtgeld, die men wederom zou kunnen aanstellen en dus
alleen eene suppletie tot het bedrag hunner bezoldiging zou
moeten geven; alleen zou er dus te benoemen zijn een hoofd
commies; terwijl de rijks ontvanger zeker gaarne bereid zal
zijn, tegen genot van 2£ o/0 de opcenten voorde gemeente
te ontvangen.
Ik blijf nog altijd sustineren dat het niet verpliglend is
alle poorten open te houden, maar al ware dit zoo, welke
zwarigheid zou er bestaan orn tot de klapperlieden van vroeger
terug te keeren, dit zou geen bezwaar zijn.
Dhr. van Kerkwijk beeft mij genoegen gedaan; te herinneren
dat in 1670 ook hoofdelijken omslag gelieven werd,
Dit is eene versterking van hetgeen ik in den aanvang
mijner memorie zeide dat die belasting daarom aan dezen
tijd vreemd behoorde te zijn; in Frankrijk zag men dit spoedig
in en van daar het hoogst belangrijk rapport, dat de minister
Vauban bewoog, tegen de directe belastingen aan zijnen ko
ning aan te bieden; men is nu evenwel dien tijd ontgroeid
en zeker is het. dat hoofdelijke omslag in strijd is met de bur
gerlijke vrijheid.
Dhr. van den Bosch: ik acht mij verpligt nog eens terug
te komen op een punt ter vorige vergadering door mij reeds
aangevoerd en waarmede ik evenmin nu als toen iets per
soonlijks meen; ik bedoel te sauveren de wijze van beraad
slagen in onze vergaderingen; ter vorige vergadering is on-