No. 67. siiniLo mmmmwimiïo 42""-' Jaargang. MAANDAG 21 AUGUSTUS. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags avondsuitgezonderd, op feestdagenI De prijs per kwartaal is I' .1.7.5franco per post f óf)0. j De in zei, GOES, 27 Augustus. Op de zaal boven de graanbeurs is dezer dagen eene tentoonstelling van gesponnen kunstvoorwerpen in glas geopend die voorzeker in hooge mate aller aandacht verdient. Zag men de voorwerpen niet vervaardigen zoo zouden velen niet gelooven dat dit alles uit de bedoelde stol gemaakt werdmen weet niet wat meer te bewonderenhet schoone der voorwerpen zelve of de kunst en volhardingdie er toe vereischt worden om ze zamen te stellen. Kortom, wil men iets fraai's zienmen verzuime nietdeze expositie te bezoeken. In den nacht van Donderdag op Vrijdag jl. woedde boven deze stad en omstreken een vreesselijk onweder, schier zonder wederga. Gelukkig hoort men hier van geene ongelukkenalleen schijnt de bliksem eenige schade aan een boom onder Nisse toegebragt te hebben. Uit Hulst schrijft men dat de bliksem te St. Jan steen in een voor het oogenblik onbewoond huis is ge slagen en na eene nagenoeg geheele vernieling van het huisraad een uitweg door den schoorsteen heeft gezocht. Van St. Nicolaas zijn de berigten minder geruststel lend het ouweder was daar vergezeld van zwaren hagel en hevigeu windwaardoor eene menigte vensterruiten verbrijzeld zijn. Ue hagelsteenen ter grootte van knikkers lagen ter hoogte van een voetwaardoor de straten bijna ontoegankelijk werden. In de nieuwe kerk aldaar is een geheel raam in stukken geslagen en heeft door deszelfs val een gedeelte van het orgel ver niel I n de moestuinen ziet het er deerlijk uitook in de omstreken als Kemseke en Stekene hebben de veldgewassenvooral de boekweit, waarvan al de sten gels zijn geknaktveel door den hagelslag geleden. Uit Arnhem DeventerRoosendaal en meer andere plaatsen schrijft men mede over het geweldige onweder, gevolgd van kleinere en grootere ongelukken In de gemeente Opheusden komen dagelijks vele vreemdelingen ten einde torenkerk en predikstoel te zien in den toestand, waarin die gebragt zijn door het verschrikkelijk onweder van 29 Julij, toen de geliefde leeraar op den predikstoel door den bliksem gedood werd terwijl niemand anders eeuig letsel trof. Te Hontenisse woedt op nieuw de zoogenaamde varkensziekte in hevige matevarkens die 's avonds nog geenerlei spoor van ziekte vertoonen, liggen som tijds den volgenden morgen zwart en blaauw en ster ven binnen weinige uren. Men schrijft uit Zevenaardato 24 Augustus Heden nacht- woedde in deze streken een zwaar onwe der vergezeld van hevigen regen en wind. Tusschen deze stad en Babberich sloeg de bliksem in het land huis genaamd hel Valdijk, waardoor brand ontstond en het geheele gebouw eene prooi der vlammen werd. De hooge regering heeft afwijzend beschikt om trent het verzoek van den gemeente-raad te Middelburg, om de herziening van het belasting-stelsel nog een paar jarenwegens bijzondere redenen uit te stellen. In den nacht tusschen den 19 en 20 dezer is er bij de Kspellebrug in de nabijheid van Hulst brand ontstaan in eene herberg en klompenmakerij. Binnen weinige oogenblikken was het huis en stal benevens 800 paar klompen en het aanwezige hout eene prooi der vlammen geworden, terwijl ook een varken in den brand is omgekomen. De oorzaak van den brand wordt aan kwaadwilligheid toegeschreven. Het gebouw en de inboedel washoewel niet tot derzelver volle waarde tegen brandschade verzekerd Te Enkhuizen arriveerde gisteren de vierde der aldaar te huis behoorende haringbuizen met 111 ton haring en 23 ton zoutevisch. Behalve deze niet on gunstige vangst zijn er ruim 20 ton haring aan de jagerij overgezet. In het pruissische dorp Wielderen heeft den 22 dezer een groot ongeluk plaats gehad. De grond, be- noodigd voor den dam, die daar ter plaatse, tot be veiliging der aangrenzende polderslangs het zooge naamde wieldersche meer ligtwerd uit den berg ge graven die aldaar langs den straatweg loopt. Door eene onbedachte wijze van werken was deze berg aan den voet diep uitgegraven toen eensklaps de ver overhel lende top instortte, en een der werklieden onder de vallende aarde bedolven werd. Onmiddelijk werden alle pogingen aangewend om den ongelukkige te redden ding van adverteutien moet, geschieden vóór drie uren. des na/mi doch te vergeefsna 2 uren gravens vond men zijn lijk. Hij laat eene vrouw en vier kinderen na. Wij lezen in de [id het volgende: Vódr drie maanden berigtte ons een onzer lezers uit 'sHage, dat van de zijde der franschen en engelschen krachtige po gingen werden gedaan om naburige staten en onder anderen Spanje, tot het deelnemen aan den oorlog over te halen, 'loenmaals vond dat van alle zijden tegen spraak. Hij merkt ons thans opdat de toetreding van Spanje tot de westersche alliantie het bewijs levert dat zijne berigten juist waren. En hij voegt daaraan toe Hoezeer dit thans insgelijks zal worden ontkend kan ik UEd. echter ten stelligste uit partikuliere brie ven uit Parijs van eene hooggeplaatste en zeer goed onderrigte zijde verzekeren dat ook PortugalZwit serland en Belgie tot de Westersche alliantie zullen toetreden, en te zamen met Spanje 150,000 man liulp- troepeu zullen leveren. Wij laten natuurlijk het berigt voor rekening van den schrijver. Er is daarin intusschen niets onwaar schijnlijks. Als Frankrijk en Engeland met al hunne magt drukken op kleine aangrenzende staten, dan is het voor deze moegelijk om zich te onttrekken aan de rigting, die men hun wil opdringen. Wat Belgie even wel aangaatzoo het gedwongen wordt mede te doen in de westersche alliantie, dan treedt het buiten het regt, waarop de londensche conferentiën het jeugdige rijk gevestigd hebben. Mogt het zich bevestigen, dat Belgieten spijt daarvanin den oorlog wordt mede- gesleept, dan zou men zich te regt niet zonder bezorgd heid mogen afvragenPloe lang nog zal Nederland buiten de kwestie worden gelaten Geil. St. der provincie Zuid-Holland (voorzitter jhr. mr. Ridder van der HEMT van DUIVENDIJKE) hebbenden 7 dezer besloten l». B. en Ws. der gemeenten in deze provincie, al waar opcenten en eene plaats, belasting op het gemaal worden geheven, voor zooveel noodig aandachtig te maken, dat door de afschaffing met den 1 Jan. e. k. van den rijks-accijns op het gemaal, op dat tijdstip ook vervallen de ten behoeve hunner gemeenten gelieven wordende opcenten op de hoofd sommen van dien rijks-accijns en dat het alzoo dringend nood zakelijk is, dat ten spoedigste bij den gemeente raad in over weging worde gebragt, op welke wijze in het daardoor voor de gemeente te ontstaan verlies in hare inkomsten zal kunnen worden voorzien, wordende zij daarbij opmerkzaam gemaakt, dat volgens het verlangen van den min. van binnenl. zaken de daartoe strekkende voorstellen althans niet later dan den 1 October e. k. zullen behooren te worden ingezonden, zoodat die uiterlijk vóór of op den 15 Sept. eerstvolgende bij deze vergadering zullen worden te gemoet gezien. 2». B. en Ws. der gemeenten in deze provincie welke rnogten vermeenen eene belasting op het gemaal, tot welker helling bij de wel van 13 Julij voornoemd de vrijheid is ge laten, te moeten behouden, te doen opmerken dat het eene opzettelijke overweging verdient, o( zoodanige belasting wen- schelijk en de heffing daarvan mogelijk is, waaromtrent in het oog behoort tc worden gehouden, dat al vle kosten van loezigt daaraan verbonden in het vervolg uitsluitend ten laste der gemeenten zullen komen welke kosten hier en daar zeker een groot deel van de opbrengst zullen vorderen, wil men de middelen van toezigt daarstellen die noodzakelijk zijn om de opbrengst van zoodanige belasting eenigermate te verzekeren en welke middelen voor 's hands altijd ontoe reikend schijnen te zullen zijn in zoodanige landelijke ge meenten, die in de nabijheid liggen van, of grenzen aan de gemeenten, alwaar geene plaats, belasting op bet gemaal wordt geheven*, terwijl daarbij voorts vooral niet uit het oog schijnt te mogen worden verloren, dat een aantal de nijverheid be perkende bepalingen, zoo als onder anderen, bet verbod aan ingezetenen om handmolens of gaarns te bezitten of te ge bruiken. dat tegen de vereenigde uitoefening van de bedrijven van korenmolenaar, bakker, meel verkooperenz., en dat tegen bet malen tusschen zonsonder- en opgang enz., bij de bestaande wetten op liet gemaal als onontbeerlijk om de rigtige opbrengst van dit middel te verzekeren, waren vast gesteld doch dat het twijfelachtig schijnt, of het opnemen van zoodanige bepalingen in de plaatselijke verordeningen op de invordering van het middel op het gemaal in ver band met de gemeente wet, bij de goedkeuring der besluiten tot beffing van die belasting, door de Hooge llegering zal be schouwd worden tot de bevoegdheid der gemeen te-besturen te behooren en of bet gemis van zoodanige bepalingen bet op zich zelf, vooral in de landelijke aan alle zijden toegan kelijke gemeenten reeds aan groote moeijelijkheden onder hevig toezigt, voor vele niet schier ondoenlijk zoude maken en zulks le meer, omdat men, zonder den molenaar in zijn Gewone adverteutien worden d W ets. de regel, geplaatst Geboorte-, huwelijks- en doodberigtenvan d—6 regels a f d,20 behalve het zegelregt. Idags. bedrijf te zeer te belemmeren, bij de plaatselijke verordeningen op de invordering van het gemaal niet zal kunnen vorderen, dat het graan uit eene naburige gemeente ter molen gebragt, van een accijnsbiljet door de plaatselijke belasting voorzien zij; terwijl eindelijk, met hel oog op de wet van den 28 Junij 1854 (Staatsblad no. 101,) ook bij de plaatselijke verorde ningen speciale bepalingen zullen vereischt worden, ten einde de eventueel daar te stellen inrigtingen, om tarwe tol meel voor den handel te bereiden, niet te belemmeren. Dat uit het vorenstaande alzoo met grond mag worden af geleid dat, afgescheiden van de vele moeijelijkheden, die het plaatselijk toezigt uit zijn aard, met betrekking tot eene be hoorlijke verzekering der opbrengst van eene plaatselijke be lasting op het gemaal, zal opleveren, de opbrengst, na aftrek der kosten van surveillance, niet aan de verwachting zal be antwoorden, en tol misrekeningen aanleiding zal geven, die voor den verderen geregelden gang van bet bestuur groote bezwaren en verwikkelingen zullen na zich slepen, na over weging van welk een en ander deze vergadering van oordeel is, dat de gemeente raden zich zullen genoopt gevoelen, om tot invoering eener plaatselijke belasting op het bedoeld middel, alleen in geval van volstrekt gebiedende noodzake lijkheid te besluiten. Wordende aan burgemeester en wethouders der betrokken gemeente uit voorschreven hoofde, aanbevolen bij de over* wegingen, welke ten deze bij de gemeente-raden zullen plaats hebben, op het vorenstaande te letten en tevens na te gaan, of, en zoo ja, welke middelen, met terzijdestelling van dat op het gemaal, geschikt zouden kunnen worden geacht, om, in het welbegrepen belang en ten minste koste van de ge meente te voorzien in het gemis der tot dusverre genoten inkomsten wegens opcenten op de hoofdsommen en wegens de eigene plaatselijke belasting op het gemaal. 3o. Burgemeester en Wethouders der gemeenten in deze provincie waar de plaatselijke belastingen tot hiertoe niet of slechts gedeeltelijk zijn herzien, onder verwijzing naar hetgeen ten dien aanzien reeds was opgemerkt bij de be sluiten, opgenomen in de Prov. bladen no. 85 van 1853 ad art. 2 no. 63 van 1854, no. 42 en 78 van dit jaar, bij ver nieuwing en met aandrang uit te noodigen, dien arbeid thans, nu de reden van vertraging die in deze kan hebben bestaan» als een gevolg van de indiening bij de Tweede Kamer der Staten Generaal van voorstellen tot wijziging van 'srijks be lastingen, doch nu de behandeling dier voorstellen is afge- loopen en de rijks accijns op het gemaal met den 1 Januari) aanstaande is afgeschaft, moet geacht worden niet meer aan wezig te zijn, hoe eer hoe beter aan te vangen en te vol- tooijenen de des betreffende voorstellen weldra aan deze vergadering te doen toekomen. [De Gemeente-Stem) Betrekkelijk de in onze couranten van den 2 en 6 dezer, no. 60 en 61 geplaatste artikels van de heeren W. A. db Laat db Kanter en J. Fransen van de Putte schrijft de Zeeuwsche Courant van 15 dezer het volgende, hetwelk wij op verzoek overnemen Be twee voor hunne benoeming tot raadsleden te Goesbedankt hebbende heeren. liet is wel zonderling, indien iemand meent, dat door het gemeentebestuur een verkeerde weg is ingeslagen en hij door zijne benoeming in de gelegenheid gesteld wordt al dat naar zijn inzien verkeerde op wettige wijs te bestrij den bij dan toch die benoeming afwijstzonder beproefd te hebben, of hij de meerderheid niet tot eene andeie over tuiging kan brengen. Zelfs op hun eigen standpunt achten wij daarom, indien wij op niets anders letten, de weigering der heeren W. A. de Laat de Kanter en J. Fransen van de Putte voor ondoelmatig, ja! teleurstellend voor de kiezers, die zonder staatkundige bedoelingen, maar alleen uithoofde hunner erkende bekwaamheid, hen met hunne stem hadden vereerd. Bij beiden schijnt wel afkeerigheid van hoofdelijken omslag en ten uitvoerlegging der gemeentewet, vooral gelijk zulks na de afschaffing van 'srijks accijns op het geniaal zal noo dig werden, eene hoofdreden te zijn. In bet algemeen zijn de meestgegoeden huiverig om mede te werken tot maat regelen in het belang der volksklasse, zoodra zij kunnen berekenen dat er geene verligting in bet belang der min vermogenden kan geschieden, of de meervermogenden zullen iels meer moeten betalen. Doch de lieer W. A. de Laat de Kanter onderscheidt zich hierin van den heer J. Fransen van de Putte dat laatstgemelde steeds een vriend van vooruitgang wil worden gerekend en blijkbaar het euvel zou duiden, indien men hem als een vijand der bestaande orde van zaken wilde aanmerken. Gemelde heer de Kanter daar tegen beroemt zich op zijne afkeerigheid van onze maat schappelijke wedergeboorte, en vindt in liet voorbeeld van dr. Verschoor, welligt geheel verkeerd doorhem beschouwd, een veelbeduidenden wenk tot zijne, vooral in een uit de schatkist en dus uit de gemeenschappelijke beurs des volks

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1855 | | pagina 1