fiOESSCHE
ifr%
>'o. 03.
VS" Jaargang.
1855.
MAANDAG 13 AUGUSTUS.
BEKENDMAKING.
mmn vergaming
GEMEENTE-BAAD TE GOES.
Z?e uitgave (lezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags I
avondsuitgezonderd op feestdagen. I
De prijs per kwartaal is f .1,75franco per post f J,90. J
Z)u inzending van adrertenlien moet geschieden vóór drie uren des namiddags.
Gewone advertentien worden a id ets. de regel gep
Geboorte-, hnwelijks' en doodberigtenvan J6 regels
behalve het zes el-rest.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
willende voldoen aan de circulaire van den commissa
ris des konings in de provincie Zeelandvan den 19
Januarij 1852, A. 110. 103, le afdeeling, Provinciaal
blad no. 11), houdende uitnoodiging om jaarlijks vóór
of uiterlijk op den 20 Augustus in te zenden, eeue
opgave van de in deze gemeente zich bevindende offi
cieren, onder-officieren en verdere leden der schutterij,
dieter erlailging vaii het eereteekeuingesteld bij
Zijner Majesteits besluit van den 5 December 1851
voor EERVOLLE, LANGDURIGE WERKELIJKE
DIENST bij dij SCHUTTERIJEN, in de termen
zijn gekomen en verlangen daarmede te worden begif
tigd brengen zulks ter kennis van de belangheb
benden met verzoekom met overlegging van eenen
staat van dienst, waaruit blijkt dat Zij gedurende
vijftien jaren en langer, voor zich zeiven In werkelijke
dienst zijn geweest en zich aanhoudend onberispelijk
Hebben gedragenvan huil verlangen om met het be
doelde eereleeken begiftigd te worden, aan burgemeester
en wethouders te doen blijken, vóór of uiterlijk op den
18 dezer, ten einde door hen ten bepaalde tijde gevolg
aan de bekomene aanschrijving kunne gegeven worden.
Eu opdat dit algemeen bekend zijzal deze worden
afgekondigd aangeplakt en geplaatst in de Goessche
Courant.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 11 Augustus
1855.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PILAAR.
Bij de KAMER van KOOPHANDEL en PA-
BRIEKEN te GOES is, namens Z. E. den Minister
van Binneiilandsche Zaken de onderstaande kennisge
ving ontvangen i
De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Brus
sel brengt ter kennis van fabrikanten en handelaren
dat de (belgische) regering, met het doel om meerdere
openbaarheid te geven aan de handelsberigten die zij
van hare consuls ontvangt, het voornemen heeft opgevat
om die berigten door den druk in het licht te geven
en bij inteekening voor de daarin belangstellenden regt-
streeks verkrijgbaar te stellen; terwijl het jaarlijksch abon
nement vermoedelijk de som van 3 francs niet zal te
boven gaan wanneerzoo als de kamer hooptdit
voornemen door talrijke inteekenaren mogt worden on
dersteund
Zij verzoekt den fabrikanten en handelaren zich
tot de inteekening zoo spoedig mogelijk te wenden ter
barer secretarie no. 29rue de Laeken.
De Kamer van Koophandel te Goes geeft hiervan
langs dezen weg aan belangstellenden kennis.
Goes, 11 Augustus 1855.
De Voorzitter van genoemde kamer,
VERHAGEN.
van den
DUN 10 AUGUSTUS 1855.
Afwezig de heeren mr. de Knokke van der Meuien en van
dên Bosch uitlandijjHochart ongesteld.
De notulen der vorige vergadering zijn gelezen en gear
resteerd-
Alvorens tot de aan de orde zijnde werkzaamheden over
te gaanverzoekt dhr Vader eene interpellatie tot den
Voorzitter temogen rigten. Bij het vaststellen van het kohier
van den hoofde lij ken omslag door den raad ten vorigenjare,
is als beginsel aangenomen en doorS^ii raad beslist, dat
hij met de mérites van iedere» aanslag niets te maken had
en voor zoo ver tegen de aanslagen niet gereclameerd was,
deze geacht moesten worden goed te zijn; met verbazing
heeft hij uil het nu ter visie liggende en ter vorige verga
dering door den raad gearresteerd kohier gezien, dat men
dit jaar eenen anderen weg heeft bewandeld en in strijd
met het toen aangenomen beginsel en evenzeer in strijd met
art. 264 der gemeente*,vet, ook in die aanslagen, waartegen
aanslag althans heeft men met 50,verhoogd, waardoor
hij zeer verrast was. daar men vooraf de leden van den raad
van eene veranderde zienswijze in dat opzigt had behooren
te verwittigen, in welk geval spieker de vergadering tot
het einde zou hebben bijgewoond; zijns inziens is het arres
teren van het kohier door den raad alleen eene ldoote for
maliteit, die zich (behalven de beoordeeling der reclames) be
paalt tot het onderzoek of het volgens de grondslagen is
.opgemaakt.
De Voorzitter zegt, dat het nu ter visie liggend kohier
op de interpellatie van den heer Vader antwoord geeft; niet
alleen zijn aanslag, maar ook die van sommige anderen zijn
verhoogd of verminderd. Wat het systeem aangaat door
den heer Vader vooropgezet, dit werd door hem Vcorzittei*
ten voorleden .jare volkomen gedeeld en hij beaamt dat bei
arresteren van het kohier door den raad in zoo ver alleen
een vorm is; later evenwel is de raad van dat gevoelen
teruggekomeu en heelt in dat werk van burg. en weth. die
veranderingen gebragt, die hem noodzakelijk voorkwamen.
Dhr Vader dringt zijn gevoelen nog nader aan; ten voor
leden jare was spreker van een tegenovergesteld gevoelen
doch hij wijst er op hoe de Voorzitter toen met anderen
heeft betoogd, dat de beoordeeling van iederen aanslag buiten
de bevoegdheid van den raad lag dien tengevolge is toeii
een beginsel aangenomen, zoodat de veranderingen nu in de
aanslagen gemaakt alleen berusten op willekeur; bij herbaalt
nogmaals, dat indien bij geweten had dat zoo iets kon plaats
grijpen betgeen vólgens hem op de oproepings briefjes had
moeten vermeld wezenbij ter Vergadering zou gebleven
zijn en zich zou hebben laten gelden.
De Voorzitter antwoordt, dat de raad niet kan gebonden
zijn aan hetgeen eenmaal is geschied en men niet vooraf op
de oproepingsbriefjes de punten kan vermelden die uit den
loop der discussien voort vloeijen hij acht het integendeel
veel beier van eene dwaling lerug le komen, dan daarin te
volharden; was dhr Vader ter vorige vergadering gebleven,
dan bad hij zijn gevoelen kunnen verdedigen.
Dhr Vaöêr doet voorlezing van en wijst op art. 264 der
gemeentewet.
De Voorzitter repliceert daarop, dat dan art. 265 als over
bodig le beschouwen wezen zou.
Dhr Vader vermeent dat die bepaling alleen ziet op de
reclamanten, wier bezwaren algewezen zijn; hij houdt vol
dat die handeling in strijd is met bet eenmaal door den raad
aangenomen beginsel en met de gemeentewet.
De Voorzitter doetin antwoord daarop voorlezing van
het behandelde bij de deliberalien over de gemeentewet,
toen de regering op eene gedane vraag antwoordde: «de
raad bekrachtigt de voorloopig vastgestelde kohieren on-
veranderd, tenzij bezwaren van buiten ingebragt of in zijn
eigen boezem gerezen verandering schijnen te eischen.
Dhr Vader volhardt bij zijne zienswijze en steil voor dal
de raad op bet genomen besluit terug koine.
Dit voorslel komt in beraadslaging.
Dhr van Kerkwijk is van oordeel dat de laad wel dege
lijk bevoegd was lot zijn genomen besluithij hoort met
verwondering van dhr Vader dat men vaneen eenmaal aan-
genoiften beginsel niet zou kunnen terugkomen en weet dit
niet te rijmen, met de goedkeuring van den heer Vader op
de voorlaatste vergadering, om een der wethouders tot voor
zitter van bet armbestuur te benoemen, terwijl in eene vroe
gere vergadering bet beginsel was aangenomen dat die be
trekkingen onvereenigbaar waren men meende op grond
der armenwet van het besluit te moeten terugkomen, ofschoon
dezelfde gemeentewet, waarop zich het eerste besluit grondde,
nog bestaat.
Dhr. Vader zegt, dat bel'hem onbekend was, dat het door
den beer van Kerkwijk bedoelde besluit, een terugkomen
was van een vroeger aangenomen beginsel, hij houdt staan
de dat men in bet nu bedoelde geval ordeshalve de leden
van eene veranderde zienswijze bad moeten kennis geven
en men gehandeld heelt in strijd met de wet.
Dhr. Verschoor verklaart ten dezen met den beer Vader
van gevoelen te verschillen en is van oordeel, dat men niet
alleen bet regt beeft de reclames maar iederen aanslag van
bet kohier te beoordeelen en le veranderenook wal de
veranderde zienswijze van den raad belreft, is bij het eens
met den voorzitter, dat men in iedere vergadering beslist,
zonder dat die beslissing daarom voor immer geldig blijft.
Met voorslel van de» heer Vacier in omvraag gebragt, wordt
met algemeenê stemmen, uitgezonderd die van den voor
steller, verworpen.
Aan dc orde is bet ter vorige vergadering aangehouden
punt nopens de gemeente-begrooling voor 1855, waaromtrent
de lieer van den Bosch als zijn gevoelen heeft medegedeeld:
dat volgens art. 209 in verband lot de art. 200, 201 en 156
der gemeentewet, de begrooting geacht moest woi den goed
gekeurd te zijn daar in een tegenovergesteld geval de be-
I slissing van Z- M. den Koning binnen twee maanden had
De Voorzitter zegt, dat zonder het gevoelen van den raad
te willen vooruitloopenhet hein voorkomt, dat dhr. van
den Bosch ten dezen gedwaald heeft en de termijn bij art.
201 der gemeentewet beeft beschouwd als een fatale termijn*
die verstreken zijnde zonder beslissing, de goedkeuring van
zelve ten gevolge had hij is integendeel van oordeeldat
die termijn alleen een regulatief vaii orde is en dat het denk
beeld van gedwongen termijn bezwaarlijk te rijmen zou zijn
met de koninklijke magtbovendien, was bet de bedoeling des
wetgevers geweesl dat bij gebreke van beslissing binnen
den bepaalden tijd de begrooting moest gehouden Worden
goedgekeurd le zijn dan zou het in de wet er zijn bijge
voegd zoo als in de speciale gevallen genoemd in art. 156
en anderezoo b. v. leest men ook in art. 157dat gede
puteerde stalen, binnen 14 dagen na de ontvang eener vast
gestelde verordening, daarvan berigt moeten doen, doch uit
het antwoord der regering blijkt duidelijk, dat inen niet
bedoelde, dat bij gebrek van zoodanig berigt, de verorde
ning goedgekeurd zou wezen; de plaatselijke besturen moe
ten ingeval van verzuim daarom vragen en wanneer dus
gedeputeerde staten niet gedwongen zijn aan de terjnijns-
bepalingen hoeveel te minder is dit denkbaar ten opzigte
van de hoogste magt in den staal, Z. M. den Koning.
Hij acht bet beter bij een t weede adres aan Z. M. eerbiedig
te verzoeken, dat H. D. gelieve te beslissen.
Dhr. Vader is bet volkomen eens met den Voorzitter: ook
hij heeft er de gemeentewet op nageslagen en is van oordeel,
dat de bepaling van art. 156 een speciaal geval bedoelt in
dezen niet toepasselijk.
Dhrn. Verschoor en van Kerkwijk zijn mede van dat denk
beeld, welke laatste ook aanvoert art. 170, mede betrekking
hebbende op een bijzonder geval.
Tot de opzending van het adres wordt mitsdien met alge-
meene stemmen beslolen en het bereids ontworpen adres
dadelijk voorgeleden en goedgekeurd. Vervolg hiernat)
GOES, 13 Augustus.
Mogten wij op dit eiland in de laatste jaren ver
schillende fabrieken zien daarstellenwaarvan de eene
meer de andere minder goede resultaten opleverde, zoo
ook mogten wij ons op den 7 Junij jl. verheugen bij
het zien, dat men een begin maakte met het daarstel
len eener steenbakkerij (op dit eiland geheel en al vreemd).
De edel achtbare heer J. M. Vermande cC Cleeuweïs-
herkes burgemeester aldaar, vormde, daartoe uitgenoo-
digdalstoen den eersten steen. Yan af dien tijd
hielden zich daaraan dagelijks 12 h 19 man onledig,
die thans ter plaatse waar de grondspecie uitgegraven
ië, een getal van 324,000 gevormde ongebakken steen,
netjes opeen gestapeld hebben. De specie was reeds
in het najaar van 1854 gegraven, opdat dezelve zoude
bevriezen't geen eene gemakkelijker en betere berei
ding daarstelt
Welligt in deze of de volgende maand zal met het
branden een aanvang worden gemaakt waartoe reeds
450 mud steenkolen zijn aangevoerd. Dit branden
geschiedt in de open lucht; een massa steenkolen wor
den daartoe op een hoop verzameld, daar rondom de
gevormde steenen net en digt ineengestapeld, en daar
na van buiten zoo digt bestreken, dat enkel rook van
den brandenden veldoven zigthaar wordt.
Tot dusverre geschiedt deze steenmakerij slechts voor
eigene consumptie van de heeren Claeyssen fy Comp
uit Belgiedie in den laalsten tijd hier vele vaste goe-
ren met gebouwen hebben aangekocht. Mogt deze voor
't vervolg goede resultaten opleveren, verwacht men eene
verdere uitbreiding.
Bij besluit van den 3 dezer, no. 99, heeft Zijne
Majesteit goedgekeurd, het beroep uitgebragt door den
kerkeraad der hervormde gemeente van Scherpenisse c. a.
onder de klassis van Zierikzee, op Jl. van Strien Cz*
predikant te Schore en Ylake.
Volgens geruchten zullen de miliciens der lig-
tingen van 1851 en 1852, behoorende tot het regiment
grenai ievs en jagers en het 2de bataillon van het 6de
regiment infanterie, worden opgeroepen, om gedurende
de maand September aanstaande in werkelijke dienst te
worden gesteld.
liet berigt wegens het verslinden van een kind
door een varkenwordt door den burgemeester van
Druten (waaronder Aflerden behoort) in het openbaar
onwaar verklaard.
Dezer dagen werd door onderscheidene couranten
gemeld, (ook door deze) dat een haagsche predikant te
Milaan in moeijelijkheden geraakt wasomdat hij ge-