COURANT.
So. 01.
luargaiig-.
Mc
tm te
JSjUGKlExM
JlS®'
.1
t)e uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags
avonds, uitgezonderd op feestdagen.
De /trijs per kwartaal is i' .1,75. franco per /tost f J.90.
De inzending \<m advertenlien ut oef. geschieden vóór drie uren (les namiddags.
MAANDAG 6 AUGUSTUS.
Gewone advertenlien worden d Ï0 ets. de regel geplaatst
Geboortehuwelijks- en doodberigteuvan J6 regels d f' J,t0
behalve het zegelregt.
SWii!
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen bij deze ter kennis van een ieder die het
aangaat
Dat de gemeente-raad in zijne openbare vergadering
van den 31 Julij ji.overeenkomstig het bepaalde bij
art. 265 der gemeente-wet, heeft vastgesteld het kohier
van den HOOFDELIJK EN OMSLAG, voor deze ge
meente, over den jare 1855, hetwelk ter secretarie dezer
gemeenteter lezing gelegen heeft van den 2 tot den
20 derzelfde maand.
Dat genoemd kohier andermaal ter lezing is neder-
gelegd ter secretarie dezer gemeente, van den 6 tot en
met den 15 dezer, van des voormiddags negen tot des
namiddags itwee ure.
En dat ieder aangeslagene binnen dien tijd tegen zijnen
aanslag bij heeren gedeputeerde staten in beroep kan
komen.
En opdat zulks algemeen bekend zij, zal deze worden
afgekondigd aangeplakt en geplaatst in de Goessche
Courant.
Gedaan ten Raadhuize van Goesden 4, Augustus
1855
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
li, G. PILAAR.
mm
mmmrmmsm»
GOES, 6 Augustus.
Mogt het boogschutters-gilde .lacoba van Beijeren
alhier, de eer genieten om van de opgekomene gilden
bij den wedstrijd met den handboogter gelegenheid
van het lüe Landhuishoudkundig Congres te'sHertogeu-
boseh, als het verst, afgelegene, met eene medaille ver
eerd te worden, niet minder vereerend is het voor dit
gilde, dat op eergisteren aan den hoofdman vans het
zelve A. Anemaetvan «ege de Maatschappij ter
bevordering van Nijverheid in Noord-Braband, afd. 'sHer-
togenbosch, ter uitreiking aan den heer Abr. Comelis,
lid van liet gilde .lacoba van Beijerenis toegezonden
eene zilveren medaille, voor de door hem op de ten
toonstelling gebragte tweevan iedere kunne éénin
echt Zuid-Beveland»chen boeren-kleederdragt getooide
beelden.
Deze medaille draagt op de eene zijde het wapen van
's Hertogenbosch; op de keerzijde staat gegraveerd: Ten
toonstelling s Herlogenbosch Zeeuwsche kleederdragt
Abr. CouNBi.issE Goes. J855.
terwijl op den rand gegraveerd is uitgehold door Z.
K 11. Prins llendrïk der Nederlanden.
Gemelde hoofdman heeft deze medaille heden avond,
in eene opzettelijk daartoe belegde vergadering aan hun
lidden heer Abr. Comelismet eene hartelijke toe
spraak overhandigd en tevens, ingevolge de geleidende
missive, de van dit gilde bij den gemelden wedstrijd
aanwezig geweest zijnde gildenbroeders de verzekering
herhaald van de achting en vriendschap der Bossche
naren.
Even als van vele plaatsen, schier nagenoeg uit alle
oorden onzes rijks, berigten over het in meer of min
deren graad aanwezig zijn der aardappelenziekte worden
medegedeeldmoeten wij dit ook van hier bevestigen
gelukkig nog weinig en alleen in liet loof, de knol is
nog gaaf en goed, het schot overvloedig. Het koolzaad dat
gesneden is beantwoord even als het geplukte vlas aan
vroegere opgaven, het overige van den oogst blijft
veel beloven.
Ook uit Hulst schrijft men ons daaromtrent nage
noeg hetzelfde. Dioog weder zal welligt nog gunstige
gevolgen voor het aardappelen gewas hebben.
In de gemeente Waarde, is bij herstemming' tussclien
Pieter Koster en Pi.et.er Joppe, de eerste met meerder
heid van stemmen tot lid van den raad verkozen.
Te Hulst waren ter herkiezing tusschen dhr. C. Fas-
saert en N. F. VeranrmenJ'i stemmen uitgebrngt, waar
onder '2 vati onwaarde, eerstgenoemde werd met 44 stem
men herkozen dhr. Verdutnfjt-' ontving- 27 stemmen.
"Volgens de weêrvoorspellende tafel voor 1855
zou de maand Julij in de eerste helft schoon en warm
weêr opleveren, doch in de laatste helft veranderlijk en
buijig worden, welke weersgesteldheid, op den 8 of 4
Augustus door goed en warm weêr gedurende 14 dagen
afgewisseld, zich in de laatste helft van Augustus en in
de geheele maand September weder als veranderlijk, koel,
ja buijig en winderig, zou kenmerken.
De Groenlandsvaarder Dirkje Adema, kapit. Melden
is 30 Julij te Harlingen teruggekomen. De vangst is
zeer slecht geweest en bestaat uit een dertigtal robben
benevens drie ijsberen waarvan de een levend in een
hok hier aangebragt en reeds onsclieept is. Men gist,
dat die wel ten geschenke zal dienen voor den zoölo-
gischen tuin te Amsterdam.
Te Meenen, bij Kortrijk (West-Vlaanderen,) zal
op den 2 en 3 September aanstaande door de handboog-
schutterij Willem Teileene monsterschieting worden
gegeven, waarvoor de volgende hooge prijzen zijn uit
geloofd, als: voor den oppervogel 1000 fr. in geld; twee
zijvogels ieder 500 fr.; twee kallen ieder 200 fr.; hon
derd kleine vogels ieder 15 fr.vi jftig kleinere vogels
ieder 10 fr.;. voor den laatst afgeschoten vogel 100 fr.;
verder 3 gouden medailles, door de regering aangeboden,
hebbende ieder eene waarde van 100 fr. Het gezamen
lijk bedrag der prijzen is 4800 fr. De inleg voor eiken
schutter is bepaald op 6 Ir.het zal echter vrijstaan
dubbele inleg te betalen, om alzoo in elke ronde twee
malen te mogen schieten.
Te Antwerpen is eene weduwe overledendie al
hare kinderen verloren heeft, zonder dat deze erfgena
men nalieten. Men verzekert dat het vermogen der over
ledene vier millioen bedraagt en naar men zegt heeft
zij een half mihoen aan de stad Antwerpen vermaakt,
om er een gesticht voor oude lieden op te rigten.
RUSLAND TURKIJE.
De toestand van de bezetting der belegerde vesting
Sebastopol moet ellendig zijn. De jonge krachtvolle
soldaten hebben het voorkomen van afgeleefde grijzen; de
overleden keizer heeft reeds begrepen dat, op grond van
die vermoeijenis en inspanning, elke maand dienst ge
durende dat beleg, den soldaten als een jaar diensttijd
moet worden toegerekendwelk voorregt ook tot de
burgerlijke ambtenaren is uitgestrekt.
Bij de verguizingwaaraan de opperbevelhebber
van het engelsche leger heeft bloot gestaanmoge de
hulde hem door den vijand bewezen niet onvermeld
blijven. Ziehier hoe in een brief uit Petersburg over
lord Raglan wordt geoordeeld
Lord Raglan is overleden. GeduTende al den tijd
dat die edele generaal liet bevel voerde, slaagde hij er
in zich de achting enden eerbied te winnen, niet alleen
van hen met welke zijne natie in verbond staat, maar
ook van den vijand tegen welken hij over stond. Hij
was een der laatst overgeblevene helden van dat engelsch
legerhetwelk, onder het bevel des hertogs van Wel
lington den engelschen naam op zoo vele slagvelden
luister bijzetteen waarvan de weinige overgeblevene
veteranentot nu onlangsde eervolle teekenen op de
borst droegen. Lord Raglan werdbij verschillende
gelegenheden, door wijlen keizer Nikolaas en ook door
den thans regerenden keizer onderscheiden. Hij zal in
Rusland persoonlijk door allen betreurd worden die in
de gelegenheid waren den adeldom zijner gevoelens en
de opregtheid van zijn karakter te kennen. Als onder
daan betrachtte hij zijnen pligt, door de bevelen zijner
souvereinen te gehoorzamen en als krijgsman door de
eer zijner vlag kloekmoedig te verdedigen maar zelfs
in de volvoering van dezen pligt handhaafde hijtot
zijnen dood toe, zijne eigene waardigheid en die van
zijn land ongeschonden. Hij is, even als zoo vele an
deren, als slagtoffer van dezen onzaligen oorlog gevallen.
Eere zij zijne nagedachtenisgeëerbiedigd worde zijn
graf, hetwelk op Ruslands bodem even heilig als op
dien van Engeland zijn zal, en waarbij ieder rus, die
daarop wijst, niet weigeren zal te zeggen: //Sta, wan
delaar, beween den held
FRANKRIJK.
Parijs 2 Aug. Het gerucht, dat Oostenrijk weder
pogingen tot eene vredelievende oplossing van de oos-
tersche kwestie doet. houdt stand. Wanneer men goed
onderigt isis de staat van zaken als volgtRusland
heeft sedert de verwerping van de oostenrijksche voor
stellen te Weenen nieuwe stappen gedaan om onder
handelingen aan te knoopen en hoe koeler deze pogin
gen te Parijs en Londen werden beantwoord, des te
grooter werd de toenadering van de zijde der russische
regering. Op dit oogenblik is men dus wordt ge
zegd zoo ver gevorderd, dat Rusland verklaard be
reid te zijn tot het hervatten der onderhandelingen over
de vier punten van waarborg, zoo als die door de wes-
tersche mogendheden uitgelegd worden. De keizer van
Oostenrijk zou dit in een1 eigenhandigen brief aan keizer
Napoleon berigt hebben. Men voegt er bijdat de
generaal Letang, die, zoo als men weet, weder hier is, weldra
naar Weenen terugkeeren zal, als overbrenger van een
eigenhandig antwoord van keizer Napoleon aan keizer
Frans Josephwaarvan de inhoud hierop neerkomen
zoudat de westersche mogendhedenalvorens zich
met onderhandelingen in fe laten, eerst willen afwachten,
of Rusland zich tot de aanneming der 4 punten tegen
over Oostenrijk zal verbinden.
Aan mijne geachte STADGENOOTEN en
inzonderheid aan mijne geöerde MEDE
KIEZERS in DEZE GEMEENTE
Bij de stemming voor twee Raadsleden op den 30
i jl., mede tot die betrekking voor deze gemeente geko
zen, heeft die vereerende onderscheiding mij gedrongen
tot een ernstig en naauwgezet overwegen: //in hoeverre
ik voor mij zelve grondige redenen mogt hebben om
aan die roepstem al dan niet gehoor te gevenenbij
aanneming of afwijzing mij jegens mijne Stadgenooten
eerlijk en rond te kunnen verklaren.//
Tot eene beslissing gekomen zijnde, vergunnen U
mij daaromtrent deze mededeeling
Het mag schier overbodig heeten hierbij te herinne
ren dat mijne beginselen de strekking hebben eener
gematigde vooruitgang ter bevordering eener verstandige
en heilzame ontwikkeling in het algemeenen inzon
derheid van alles wat in dien geest, zonder overdrijving,
zonder partijschap, de welvaart van dit Gewest, van
de Stad mijner inwoningkan bevorderen.
Intusschen acht ik het wenschelijk deze mijne ge
voelens hier bepaaldelijk te doen uitkomen omdat het
eene onloochenbare waarheid isdat men evenmin den
geest noch de teekeneu des tijds miskennenals die
door overdrijving en partijzucht tot een altijd gevaar
lijk uiterste mag helpen opvoerenredenen waarom
ik van beide afkeerig ben en hoop te blijven.
Hoe weinig nu ook, naar mijne bescheidene meening,
de belangen eener Gemeente huishoudingnaar dusge
naamde politieke inzigtenaan den geest des tijds
soms van het oogenblik ontleendbehooren geleid en
bestuurd te worden toch is derzelver invloed daarop
meer dan zigtbaar en het eenvoudig beheer der Ge
meente aangelegenheden wordt er door op een ander
om niet te zeggen hooger standpunt gevoerd, dan
welligt wenschelijk is; terwijl de bloote toepassing
eener gezonde staathuishoudkundegegrond op erva
ring en vroegere uitkomsten en op do morele en
finantiele krachten der ingezetenen, als de degelijkste
en hechtste grondslagen eener gemeente huishouding
te beschouwen is.
Toetsen wij nu aan deze laatste de regeling onzer
gemeente huishouding, wie zal het wagen te bewe
ren dat ze op die eenvoudige leest geschoeid
daarme.de in harmonie der zedelijke en stoffelijke belangen
der gemeente geleid worden,// daar toch de bewijzen
van het tegendeel kunnen geacht worden voorhanden
te zijn, sedert de eerste daad van hare nieuwe rt