m |Éft
IN o. 53.
43"° Jaargang,
Schil tie rij.
ftjblsgatibi
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags
avondsuitgezonderd op eest dagen. j
De prijs per kwartaal is 1' .1.75franco per post f .1,90. j
PON PERI) AG
Jl!LIJ.
Gewone advertent ien worden a 20 ets. de regel geplaatst.
Geboortehuwelijks- en doodberigtcnvan .16 regels d 1' J,%0
behalve het zegel regt.
Z>t.' inzending van, advertentien moet geschieden vóór drie uren des namiddags.
[Vervolg en slot van ons vorig iiommer.)
Art. 12. Als geestelijken bij de onderscheidene gezindhe
den en als studenten in de godgeleerdheid zullen alleeu
worden vrijgesteld diegenen, welke als zoodanig volgens de
verordeningen op het stuk (Ier Nationale Militie regt op vrij
stelling van dienst hebben. Ter bekorning van deze vrijstel
ling zullen dezelfde bewijzen moeten worden overgelegd
welke voor de dienst der Nationale Militie worden gevorderd-
Art. 13. De onvoorwaardelijke vrijstellingen, vermeld in
art. 3; der wet sub. lilt. e; gh, A, en zullen alleenlijk
mogen worden verleend ingeval de belanghebbenden de vol
gende bewijsstukken overleggen, als:
e. De hoogleeraren en lectoren aan de hoogescholen, athe-
nifia en seminai'ia het besluit of de akte van aanstel
ling, of benoeming als zoodanig.
g. De uit de dienst van den staat te lande of ter zee
eervol ontslagene of gepensioneerde officieren: het eervol
ontslag of de akte van pensioen.
h. De officieren, eervol uit de schutterij ontslagen wegens
verandering van woonplaats; het besluit van ontslag.
k. Dè broeder van hem, die reeds in persoon en voor zich
zeiven bij de schutterij dient behalve eeu schriftelijk
bewijs van deze dienst, door den kommandant der, schut
terij afgegeven een schriftelijk bewijs van het plaat
se 1 ijk bestuurdat de dienende broeder met hem bij
zijne ouders inwoont.
Die aangesteld zijn voor de dienst der nacht- of brand
wachten en dei* brandspuiten; eèn schriftelijk bewijs
deswege van het plaatselijk bestuur.
vi. De lijf en huisbedienden; een certificaat van den per
soon, bij welken zij als zoodanig dienstbaar zijn, gecer
tificeerd door het plaatselijk bestuur.
Zij die voortdurend uit armen-kassen bedeeld of in
armen gestichten opgevoed en onderhouden worden
eene schriftelijke en door het plaatselijk bestuur gecer
tificeerde verklaring van bestuurders der gestichten,
houdende waarin de bedeeling bestaat, en sedert wan
neer en. op welke tijdstippen dezelve genoten is.
Art. 16. Diegeneu, weike voor de commissie van onderzoek
niet opkomen, zullen gehouden worden geene redenen tot
vrijstelling te hebben en voor zoo verre zij dienstpligtige
nommers getrokken hebben niet vallen in de termen van
art. 3 der wel sub a, 6, c, en m en van art. 4, zullen zij
bij de schutterij worden ingelijfd; blijvende het hun evenwel
vrij. om hunne redenen tol vrijstelling in een volgend jaar
te doen gelden.
Terwijl diegenen, welke vermeenen op grond van art.
86 der wetaanspraak te kunnen maken op overplaatsing
bij de reserve of finaal ontslagmede verpligt zijn deze
reclames bij voorschreve commissie te doen geldenmet
overlegging van een extract uit het stamboek dér schutterij,
hij welke zij gediend hebben of nog dienen.
En aangezien die commissie mede bestemd is tot het on
derzoeken der redenen van vrijstelling of uitsluiting, die de
belanghebbenden ook na hunne inlijving hebben voor te
dragen, (volgens art. 19 van het koninklijk besluit, van den
28 Junij 1828, Staatsblad no. 42), zoo worden degenen welke
bij de schutterij zijn ingelijfd, en bij derzelver afwezigheid,
hunne betrekkingen, op die bepaling gewezen en aangemaand,
om, indien zij aanspraak op vrijstelling hebben verkregen,
met overlegging van de gevorderde bewijzen voor de com
missie te verschijnen, ten tijde en plaatse boven omschreven.
En opdat niemand onwetendheid voorwende, zal deze
worden gepubliceerd, gealïigeerd en geplaatst in de Goessche
Courant.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 30 Junij 1855.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
M. P. BLAAGBEEN
De Secretaris
H. C. PILAAR.
GOES, 5 Jul ij.
Omtrent de wolmarkt die dezer dagen hier gehou
den wordt is. nog niets bepaald op te geven, de be
stede prijzen zijn tot heden 2.50 per steen.
- Door den gouverneur-generaal van nederl-Indie
(militair departement) is op zijn verzoek eervol ontslagen,
met behoud van regt op pensioen. L. J. Magnin, luit.—
kolonel benoemd plaatselijk kommandant te Sourabaija.
Door de Eerste Kamer der Staten Generaal is
met algemeene stemmen aangenomen het wets ontwerp
op de brieven posterijen het ontwerp regelende de
begrooting voor de marine met 31 tegen 2 stemmen.
Volgens de depêches van Generaal Pélissier is
is de geestdrift der troepen, ondanks de mislukking:
van den laatsten aanval op den Malakofl'-toren en het
groot aantal gesneuvelden, niet verminderd; belegerings
werken worden aan die zijde .voortgezet en de inslui
ting van de haven is door de vooruitgebragte batterij
voltooid. Intusschen meent men uit gewijzigde plannen
van Pélissier op te merken dat hij meer en meer tot
het voorzjgtige belegerings-stelsel van zijn voorganger,
Canrolert, terugkeert.
In een paar vorige nummers namen wij in zijn ge
heel de redevoering van onzen afgevaardigde op, door
ZEd. uitgesproken bii de behandeling van het ontwerp
der wet tol afschaffing van den accijns op het gemaal.
No. 650 van het dagblad der Grondwet deelt omtrent
dit gesprokene de navolgende beschouwing mede, waarvan
het de wederlegging vraagt.
De heer «ara Deinse heeft zich, (zegt genoemd blad) bij
de beraadslaging over de afschaffing van den accijns op het
gemaal, in het geheel niet met V alkenaer ingelaten, of
schoon hij daartoe meer dan iemand anders bevoegd was.
Trouwens bi j het doel, dat hij zich voorstelde, de beant
woording der vraag- zal er door afschaffing van dezen
//accijns eene zoodanige daling in den broodprijs plaats
hebben, dat de mindere volksklassen er ook met der
daad het voordeel van zullen genieten kon moei-
jelijk de door den heer Schimmelpenninck van der Oije
ontwikkelde er. toegepaste stelling van Valkenaer door
zijn aanverwant worden te pas gebragt.
De heer van Deinse heeft getracht te bewijzen, dat
met de afschaffing van den acci jns de prijs van het brood
nietsveelmin beduidènd cUlen zal, door zich tc beroepen
op hetgeen in Frankrijk en Spanje in onze dagen, en
in ons Vaderland in de jaren 174.8, 1749 en 1750
is gebeurd.
Zelfs overtuigd van de onvoldoende bewijskracht der
aangehaalde voorbeelden heeft hij zich vervolgens on
bezonnen gewaagdom te voldoen aan de uitdaging
van den geachten spreker uit Bredahet leveren van
een bewijs, dat de geringe rijks-accijns van het gemaal
den prijs van het brood niet (althans niet altijd en
overal verhoogt. Hij voegt er hij dat geloof ik
zal dan toch wel op hetzelfde neerkomen.
Wij willen gaarne de juistheid van de aangebragte
bewijzen ter toetse brengen.
De beer van Deinse heeft in het bijblad doen opnemen
eenige opgaven van do brood- en graanprijzen in de
maanden April en Mei 1833, en reeds eene oppervlak
kige inzage van de medegedeelde bijzonderheden gaf ons
liét meest in het oogloopend bewijs, dat de vraag niet
j uist gesteld of niet behoorlijk en afdoende beantwoord
werd.
Wat verstaat men door broodprijs? Wij, -mi de ver
bruiker. bij den bakker moet betalen, met inbegrip van
rijks- en plaatselijken accijns. De opgaven nu van den
heer van Deinse betreffen alleen den prijs van het brood,
zonder inbegrip van den accijns; en wat ook die opgaven
betreftwij verklarendat zij onjuist zijn.
De minister van finantiën heeft, teregt, in de zitting
van 9 Junij zijn twijfel reeds geopenbaard. Voor zooveel
het belangrijk verschil aangaat, dat te I.eijden bij ver
gelijking met 'sïlage, o a., zou hebben bestaan, is toe
lichting noodig.
Vóór de invoering van den accijns te 'sHage inde
maand. April 1833 en na die invoering in de maand
Mei was de prijs:
Witbrood 26, te Leijden 19 cents.
Tarwebrood 21 12
Roggebrood 12,// 9
Dat spreken wij lijnregt tegen, daar onze informa-
tïeri zóó juist zijn, dat zij geen de minste tegenspraak
duldenals wij den loop der broodprijzen te Leijden
vermelden als volgt
Februarij 1833 tarwebrood 26 cents.
roggebrood 11
April tarwebrood 25
roggebrood 10%
Mei tarwebrood 27
roggebrood 11
Maar nog meer springt ons de onjuistheid der stelling
van den heer van Deinse in het oogals wij op de
volgende onomstootelijke feiten wijzen
Tijdens de rijks-accijns op het gemaal geheven werd,
was bijv. de prijs der tarwe in Januarij 1829 f 14,50,
en der rogge t 7 per mud, zoodat het tarwebrood werd
verkocht voor 34. cents en het roggebrood voor 12 cents
per ned. pond.
De graanprijzen daalden in den loop van dat jaar
zóódattoen met 1 Januarij 1830 de rijks-accijns
werd afgeschaft, de tarwe kostte 11,30 en de rogge
f 5,7 5 per mudhet tarwebrood 28 cents en het rog
gebrood 105 cents per pond.
Na die afschaffing wisselden de graanprijzen af, zoodat
op 1 Januarij 1831 het tarwebrood was gestegen tot
293 cents en het roggebrood tot 12 cents.
Maar van dien tijd af, en dus na het tijdstip der
afschaffing, daalden de graanprijzen weder zóó, dat in
November 1832 het tarwebrood kostte 27 cents en het
roggebrood 11 cents per pond.
En alzoo genaderd zijnde tot het tijdstip, waarop de
rijks-accijns op nieuw werd geheven zijn de uitkom
sten nog merkwaardiger. Wij Stellen de cijfers in on
derling verband.
prijs tarwe, prijs, rogge, tarwebr. roggebr.
15 Febr 1833 ƒ8,25 ƒ6,25 0,26 0,11
1 April -7,50 -5,75 0,25 0,10%
Mei - 7,50 - 5,75 0,27 0,11
Maart 1834 -5,80 -5,00 0,25 0,10%
Wat blijkt nu uit deze opgave?
lo. clat cl© vstl fiet brood door don aeoijn» wol
degelijk werd verzwaard;
2°- dat de daling der graanprijzen binnen het jaar na
de invoering van den accijns te weeg bragtdat de
broodprijs gelijk stond met dién vóór de invoering van
den accijns
3°- dat rijzing en daling der graanprijzen niet afhangen
van het al of niet heffen van den accijns op het gemaal
Maar nu moest de heer van Deinse nog zijn onder
zoek hebben voortgezet, al ware het slechts tot beant
woording der vraag: hoe staat het nu met de brood
prijzen
Wij geven de verzekering, dat op dit oogenblik de
broodprijzen zijn als volgt
Tarwebrood 40 cents. Roggebrood 16 cents,
en dus ongeveer vijftig pet. hooger dan op 1 Mei 1833,
tijdstip van de invoering van den rijks-accijns op het
gemaal, dewijl de graanprijzen bijna verdubbeld zijn;
welke prijs, bij afschaffing van den accijns zal vermin
deren met 3 cents voor het tarwebrood en cents
voor het roggebrood.
Wat nu te Utrecht plaats vonddat de broodprijs
na de invoering van den accijns lager was dan vóór
de invoering, laat zich gemakkelijk verklaren, daar de
graanprijzen aanzienlijker daalden dan het bedrag was
van de verhooging door den rijks-accijns. Zoo zou ook
nu met Januarij 1856 bij daling der graanprijzen op
hetzelfde tijdstip de vermindering van de broodprijzen
grooter kunnen zijn dan het bedrag van den accijns,
die niet meer geheven wordt.
Wij hebben de heer van Deinse met eerlijke wapenen
bestredenhet ligt niet in onzen aard ons van fijn
gesponnen bespiegelingen of hoogdravende woorden
te bedienen.
Al spraken wij niet de taal van Demosthenes de
onwederlegbare cijfersdie wij opgaven, zijn meer
dan woorden welsprekend.
't Is geen theoriemaar praktijk.
Op ons kan niet toepasselijk zijn wat de heer van
Deinse zoo los heen werpt.
Vele zaken schijnen wel overheerlijk fraai in de
//theorie en op het papier; zij klinken aangenaam in
de ooren maar falen in de praktijk, 't Zijn schit-
u terende dwaallichten op eene grondelooze diepte.
Het zou al ligt mogelijk zijn, dat een overvloedige
oogst en eene gelukkige beëindiging van deoostersche
quaestie tengevolge hadden eene daling in de brood
prijzen meer dan het bedrag van den accijns: wij zullen