v».
44" Jaargang.
MAANDAG 23 APRIL.
BEKENDMAKING.
GEMEENTE-RAAD TE GOES.
!V- 1°
i.
TE
i^ZRGEIENr
^V -
fie uitgave dezer Courant geschiedt Maandags .en Donderdags
aramis, uitgezonderd op feestdagen.
De prijs per hear taal is f J,7$. frUnco per post f J\90.
De inzending van advertentien moet geschieden vóór drie
Gewone advertentien worden a 2D éts* de regel geplaatst.
Geboorte-huwelijks- en doodberigtcn* van ^—6 regels a
behalve het tegelrfigt,
uren des namiddags.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
brengén; bij deze ter kennis van een ieder die het aan-,
gaaf.
Dat volgens art. 1 van net re
glement op het houden van open-
bare veemarktentot handel in
Paaudkn, Runderen-, Schapen en Varkens, binnen
dezelfde stad, gearresteerd den 7 April 1845 en ge
publiceerd den 26 daaraanvolgende, op den eersten dings-
dag in de maand Meizijnde dit jaar den le dier
maand, aldaar zoodanige veemarkt zal gehouden. Worden
en dat dezelve zal onderworpen zijn, aan de bepalingen
in dat reglement vervat.
En zal zulks door afkondigingaanplakking en in
sertie in de Uuesuc/te Courant worden bekend gemaakt.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 21 April 185,5.
Burgémeester en Wethouders voornoemd
M. P BLAAUBËEN.
De Secretaris
11. c pilaar.
DKi\ 19 APRIL 185S. 1
Teften woord ijj al de leden.
De notulen '''dér .'.vorige yergdderinj; zijn gelezen en gear
resteerd.
De Voorzitter zegt: aan de orde is de voortzetting der
tieraadslnjjitijjeri over de bezwaren tegen fret verleenen van
subsidie aan bet algemeen armbestuur; reeds ter vorige ver
gadering hébben burgemeester en wethouders gezegddat
hel door hu» toen gedaan Voorstel, geenzins hun gevoelen
uitdrukte, .doch zij zich daartoe, gedrongen achtten en dé be
zwaren en imödlóttïge gevolgen,- die vóór de armen moesten
voörtV.loeijeu .uil de aanneming vandat voorstel, hebben aan
getoond.
Die bezwaren zijn toen nader ontwikkeld door den heer
van den Bok-h on op nieuw door burgemeester en wethou
ders overwogen-
Iturgeiiieeslei' eu wethouders stellen naar aanleiding van
die nadere overwegingen voor, dit punt alsnog onbeslist te
latén. Zij hebben inlusschen heeren Gedeputeerde Staten
met de gebeele loedragt dezer zaak bekend gemaakt en hij
voorzitter zal welligt, binnen kort in de gelegenheid zijn,
daarover met den heer Commissaris des Konings te ahou-
chéren misschien dat dit ten gevolge kan hebben, eene
wijziging in de aanschrijving van heeren Gedeputeerde Staten
en het aanhouden van deze zaak zou ook geen beletsel zijn
o:n de gemeente begrooting op nieuw in overweging te nemen,
daar burgemeester en wethouders eene nadere wijziging in
dien geest zullen voorstellen.
Hij brengt dit voorstel in beraadslaging.
Dhr van den Bosch zegtdat hij en zeker al de overige
ledeu des raads, met hem van oordeel geweest zijn. dat
de regeling dier aangelegenheid in deze vergadering bepaal
delijk zou ter sprake komen; hij heeft dan ook nader over
die zaak gedacht en het voorstel van burgemeester en wet
houders komt hein voor alleen een palliatief te zijn, dat
voor dit oogenblik uit de verlegenheid helptdoch dat tot
geenevlei resultaat leidt.
Ter vorige vergadering is erkend en door niemand tegen
gesproken, dat de eisch van heeren Gedeputeerde Staten
overeen komt met de armenwet; men heeft tévens erkend,
dal de armen het slagtoffer zouden zijn van den voorgestelde»
maatregel, hetgeen te betreuren zou zijn, doch niet van
dezen raad afhangt; nu is het wel niet te verwachten dat
heeren Gedeputeerde Staten van hunnen eisch zullen terug
komen; zij zullen misschien een tijdelijke maatregel goed
keuren maar niet voor het veVyolg.-
Volgens de aanschrijving bestaan er twee bezwareu
io. Dat het algemeen armbestuur, zoo als het hier bestaat,
geene eigen inkomsten bezit en uitsluitend uit gemeente
fondsen woytft onderhouden, hoedanige instelling de armen
wet niet kent.
2«. Dat dus aan zoodanige instelling géène subsidie kan
worden verleend volgens de art. 60 en 61 der armenwet.
Uien heeft erkend dat het niet le verwachten is, dat de
kerkelijke besturen op hun gevoelen zouden terug kpmen
«11 dat hier alzoo in waarheid staatsarmenzorg geboren is;
én dat hel wenschelijk is, dat die armenzorg zoo doelmatig
mogelijk worde iogerigt en geregeld, opdat de armen door
dien maatregel niet zouden lijden.
Hij erkent, dat het ook hem bij nader inzien is voorgekomen,
dat de liezwaren van den voorzitter, tegen het denkbeeld
ter vorige vergadering geopperd gegrond zijn intussclien
heeft hij een ander denkbeeld opgeval, dat hij als voorstel
aan deze vergadering wenscht mede te deelen.
Dat denkbeeld is. om onderzoek te doen naar den oorsprong
<v*. goederen eu fondsen vroeger behoord hebbende aan de
gMOmkineerdje administratie der godshuizen en algemeene
armenteu dat door dezen raad gelast worde een onderzoek
ter dézer zake dit Wévde Omgedragen ««n burgemeester
en wethouders, of bijaldien daartegen bezwaren bestaan,
aan eene speciale commissie uit dézen raad.
Uit dat onderzoek zou dan misschien blijken, dat er eigen
fondsen voor de algemeene of Heilige Geest aimen hebben
bestaan dal die zijn geamalgameerd met de fondsen van
andere gestichten"van weldadigheidin deze gemeente die
altijd toen zijn geschied in liet welbegrepen belang dier
gestichten en naar de toenmalige zienswijze; terwijl misschien
dan zou blijken, dat dit op zoodanige wijze heeft plaats
gehad dat men zou kunnen terugkomen van de toen ge
maakte schikkingen, waardoor, indien dit bewaarheid mogt
worden er een armbestuur zou ontslaan dat bezittingen
heeft en in overeenstemming met de wet, voor bel te kort
subsidie zou kunnen vragen.
Dit zou, naar sprekers oordeel misschien een afdoend
middel zijn en geen maatregel tot temporiseren: in afwach
ting van de resultaten die door die commissie van onderzoek
zullen verkregen worden zou dan welligt van heeren Ge
deputeerde, Staten, met goed gevolg eene prolongatie van
den beslaande» staat van zaken, gedurende dit jaar, kunnen
gevraagd worden.
De Voorzitter deelt geenzins het gevoelen dat de aan
schrijving van heereiv Gedeputeerde Staten juist en in over
eenstemming met de wet is; dit is ter Vorige vergadering
door een der leden aangevoerd en als een punt. dal minder
tot de deliberatien behoorde, heeft hij er niet op geantwoord:
doch hij kan dit niet toegeven zijns oordeels beslaat liet
burgerlijk armbestuur wettig en-is liet onbestaanbaar met,de
wet, aan liet collegie van burgemeester eii wethouders de
armenzorg op te dragen, die met zoovéél zorg en moeite
door een ander collegie behartigd wordt; dit zou de positie
van burgemeester en wethouders onhoudbaar maken en hij
althans, zou zwarigheid zien zich daarmede te belasten.
-Wauneer spreker in art. 1 en 2 der wet leest wat een
armbestuur is, dan ziet bij wiet, dat om wettig te bestaan,
zoodanig collegie inkomsten of bezittingen moet hebben
liiaar bovendien, al was dit zoo, bet armbestuur heeft in
komsten, zoo als li. v. de renten der voormalige gilden
fondsen die hij koninklijk besluit aan hetzelve, zijn toegë*
kend, een huisje, een drietal cijnseu, enz.; liet is dus niet
ontdaan van bezittingen en alzoo de art. 59 en 60 der
armenwet hier niet toepasselijk.
De kerkelijke instellingen maar niet.de burgerlijke besturen
kunnen op de liefdadigheid werkenvoor de burgerlijke
armenzorg, dat is de zorg voor die aruien, die door de kerk
.niet worden aangetrokken, betalen de ingezetenen bij wijze
van belastiug art. 60 én 61' kau dus daarop niet van toe
passing zijn.
Burgerlijke armbesturen moeten in plaatsen zoo als hier
zijn om het burgerlijk bestuur ter zijde te staan op die
gronden kan hij zich niet veréenige» .met het vooropgezette
door dhr van den Bosch dat^e aanschrijving met de wet
strookt; bet zou eene administratie zijn waarvan b. v. het
onmogelijk zou zijneene geregelde rekening te doen
spieker gelooft wel dat hij dwalen kan en is er niet tegen
dat onderzoek gedaan worde naar de vroegere bezittingen
van het armbestuur, maar om te erkennen dat de aanschrij
ving juist is, dit kan hij niet.
Dhr. Vader is het geheel eens met den voorzitter, ofschoon
hij ter vorige vergadering niet is tegenwoordig geweest en
voor den aauvang dezer vergadering sléchts een oogenblik aan
die zaak wijden kon; hij acht de aanschrijving van Gede
paleerde Staten mel de wet niet overeen té brengen en ver
meent dat bet onmogelijk is het gemeente-bestuur met de
veelomvatende zorg der armen fte belasten ook bij is van
oordeel dat het armbestuur wettig bestaat, als het ware als
commissie benoemd door en onder toezigt van het gemeente
bestuur; de raad heeft de bedoeling volgens art. 25 der
armenwet geregeld omdat die bedeeling geschiedt uit ge
meente gelden; het armbestuur'is als het ware de hand,
door wie het gemeente bestuur (je armenzorg uitoefent.
Dhr. yap»" den Bosch zégt; «lat hij misschien te ver getrokken
heeft de spreuk, die zwijgt stemt' tóë; hij kan evenwel niet
eri.ennen dat instellingen Van liefdadigheid of weldadigheid
zoo als hier, die uitsluitend door gemeente fondsen heslaan,
in de bepalingen der armenwet zouden vallen-
•luist de bewoordingen van den-heer Vader, dat het arm
bestuur eene commissie is, versterkt hem in die ineeniug:
dergelijke instellingen kent de armenwet niet; deze kent
slechts 2 soorten, instellingen vaïi liefdadigheid en waar die
ontbreken treedt de staatsarmenzorg op; waar, zoo als hier,
het armbestuur alleen werkzaam is, als policie-orgaan tot
bewaring van orde en rust daar is geene instelling, zooals
de aimenwet die Voorstelt en indien dit waar is, dau kan
het als zoodanig niet blijven bestaan.
De Voorzitter merkt op dat het karakteriseren van in
stellingen: zoo als dhr. van den i osch doet, hem verkeerd
voorkomt; de naam instelling drukt niet uit, hare wijze van
ontstaan, hare wording, maar meer de wijs waarop zij werkt;
eene instelling, zoo als hier, is als het ware èen bureau
des hospices et de biënfaisance van vroeger. En hoe zou
men zich eene instelling kunnen denken, vallende in de be
palingen van letf. a van art. 2 der armenwet, wanneer men
.het met dhn van den I osch eens is? eene gemeente.instel
ling, die uit eigen fondsen be&taat en toch de armenzorg
voor bare rekening heeft dit zou niet overeen te brengen
zijn met art. 1 dei* wet.
Iu een omgekeerd geval zou lelt. a van art. 2 uiet bestaan.
Dhr. Vader dringt dit nog uader aan, ook fn Limburg be
stonden die bureaux de biènfaisance en op de vraag van een
der leden hij de deliberation in de 2e kamer over de ar
menwetof deze konden blijven bestaanantwoordde de
regering, zij blijven bestaan en bebooren tot de geitteente-
44 instellingen vermeld bij iett, <u
Hij vermeent ook, dat Heeren Gedeputeerden iu dwaling
verkeerden, bij het doen der bedoelde aanschrijvinghet
armbestuur bestond bij het iu werking treden der armen
wet als instelling en het doel der regering was niefhélbë-
staaöde te vernietigen; het armbestuur is z. i. eene gemeente-
instelling die moet blijven bestaan en handelt als een «it-
vioeise! van bet gemeen te bestuur.
Óhr. van den Bosch blijft in gevoelen verschillen en ziet
in de bestemming van het armbestuur geene instelling van
weldadigheid; het heeft alleen in last de burgerlijke armen
te verzorgen zooveel de bewaring van orde vereischt. óm
het gevaar voor verstoring der rust voor te komen en de
gelijke instellingen erkent de wet niet, deze wil het beginsel
van liefdadigheid opgewekt hebben, en levendig hóuden én
opdat die instelling aan dat doel zou kunnen beantwoorden,
moet hij verwijzen naar het algemeen armbestuur .zoo als
dit bestond voor 1809, toen het bepaalde inkomsten hez^t,
inkomsten bestemd voor de armen, terwijl voorliet te kurt
komende subsidie verleend werd; het plègeti van weldadig
heid was liet denkbeeld der testateurs van wie de bezit»
tingen afkomstig zijn, het armbestuur oefende die namens
en op hunnen last uit; was het dus nog zoo, dan zou hét
algemeen armbestuur eene instelling zijn voldoende aan art.
2 lilt. a, want de intentie dei: erflaters was om weldadig té zijn.
Dhr van Kerkwijk ka» ziclv wel vereenigen met hel denk
beeld om een onderzoek in te stellen en dit aan eene com
missie op te dragen waardoor welligt het burgerlijk arm
bestuur zou beantwoorden aan de eischen der wet.
Dhr Vader acht hel hervoor roepen van het vroegere
minder noodzakelijk eu ziet niet in welk voordeel het zóu
afwerpen voor de gemeenteeen armbestuur niet eigen
fondsen te hebben wanneer men dus. zonder Hat, door
heeren Gedeputeerde Stalen in té lichtenhet algemeen
armbestuur op den bestaand en voet kon behoudenzou hij
dit verkieslijk, achten.
De Voorzitter acht het in ieder geval goed het vöorge
sleld onderzoek te doen, want mogt het algemeen armbestuur
meer fondsen bezitten, die van hunne bestemming vervreemd
zijn, dan zou jrue» die in ieder ge va It eregl móeten- brengén
en daarvan kennis doen dragen door den raad.
ZEd. stelt alzoo voor, de beslissing aan te houden en aan
burgemeester en wethouders bet bedoelde onderzoek óp ie
dragen. Waartoe met één'parigé steininen besloten wordt.
fVeciolg en slot hierna.)-
GOES, 23 April.
In de zitting van den raad van donderdag jl.y is in de
plaats van den overledenen heer Veryenno. -
1°. Benoemd tot lid vari de commissie over de scho
len van minvermogenden, de heer Mr.' Saaijmans Vader.
2°, Benoemd in de commissie over de weeffabriek
de heer Smallegavge.
3°. Eene voordragt gedaan tot regent der godshui
zen, waarop voo'komen de heeren J de Foute We. en
S. de Jonge Mtt'ock Houwer.
Waaruit ter volgende vergadering tot benoeming
zai worden overgegaan.
Gisteren traden heeren predikanten alhiervoor
het eerst in het door de algemeene Synode aanbevolene
amtsgewaad voor de gemeente op.
Door ingelanden van den nieuw ingedijkten pol
der (gemeente Hulst) is besloten aan denzelven den
naam te geven van van Alslijns-polrler.
De op zaturdag jl. te Middelhurg aanbestede
werken aan de calamiteuse poldersdienst 1855 zijn
door verschillende aannemers iu 35 perceelen aangeno
men te zatnen voor 410125.
Door de Eerste Kamer der Staten-Generaal is
vrijdag 20 dezer het wets-ontwerp op het regt van
vereeniging met 23 tegen 7 stemmen en dat op do
ministerieële verantwoordelijkheid met 29 tegen 1 stem
aangenomen.
Te Antwerpen zal eene maatschappij opgerigt
worden, om de schorren tussehen Santviiet en de Schelde
in te dijken.
Men verzekert dat er eene bevordering bij het
wapen der artillerie op handen is.
RUSLAND TURKIJE.
Van der. 14 wordt door generaal Canrobert be-
rigt, dat de meerdere voortreflelijkheid dvan het geschut
der verbonden legers, zich meer en meer hespeuren laat.
De troepen hadde» den vijand hit verscheidene stellin
gen verdreven en die bezet, zij naderen aanmerkelijk
de vesting. Volgens de Consiüulionnel was er te Parijs
■de tijding ontvangen van het innemen van den Mala-
kofstoren, welke positie-als de sleutel der vesting wordt
aangemerkt.