en welig te doen ontkiemen,'/ en er dezerzijds is be wezen gelijk nog door anderen, dat de door adres santen gebezigde tijd de eenige is geweest daarvoor met vrucht aan te wenden zoo volgt hieruit ontegenzeg gelijk dat n Deze aantijging des Burgemeesters geheel ongegrond is en met zijne stelling, zijne beschuldiging vervalt.'/ Als middel ter voorkoming van liet gebeurde zegt de Burgemeester nog, dat het wenschelijker geweest ware, dat de steller (van het adres) individueel of ver- eenigd de behulpzame hand had geboden of met wel willendheid het gebrekkige van hunnen arbeid had onder het oog gebragt. De stellereen der ondergeteekenden verklaart een en andermaal beproefd te hebben de zaak met hem Bur gemeester ter sprake te brengen, en hem op de onze kere onredelijke uitkomst te hebben gewezen en laatstelijk ophelderingen te hebben gevraagdover het legt verstand, van den 3™ grondslag; doch dat de Bur gemeester bij geene dier'gelegenheden densteller bevre digend heeft beantwoord, en veel eer afgeschrikt dan bemoedigd, om te doen wat hij nu voorgeeft verlangd te hebben en dan nu ook eerst is verrigt op uitnoo- diging en aandrang zijner medeburgersbij een dezer gesprekken is mede nog een ander der ondertee kenaren van dit adres tegenwoordig geweestzoodat hieruit blijkt Des Burgemeesters geheugen zwak en zijn gevoe len om zich door leeken voorgelicht te zien veran derlijk maar daardoor ook dit zijn beroep of beklag ongefundeerd is Opmerking verdient des Burgemeesters onderscheiding tussclien openbare dadenof het gebruik maken van staats-burgerlijke regten hij zegttot ondersteuning van een algemeen belang van staatkundige beginselen of dergelijke meerkomt hel er niet op aanof de onderleekenareu van een adres den inhoud juist ver slaan, en het onderteekenen door velen kan een doel matig middel zijn, maar niet alzoo met de beoordeeling der grondslagen eener hoofdelijke belasting daartoe moeten adressanten de vroegere en latere finantiëele.en andere toestanden en wat niet. al, der gemeente kennen 1 In waarheid, wij weten niet wat wij hier te bewon deren of te betreuren hebben: te bewonderen, de stout heid des redenaars om door drogredenenwaarlijk wij zeggen het hem na, door holle en schelklinkende toonen (volzinnen) geloof af te perssen en zijne der burgerij honende rede te vergoelijkenof te betreurendat 's Konings eerste ambtenaar in de gemeente, zulk eene onhoudbare stelling waagt ingang te doen vinden en op eigen gezag eene leer te verkondigen, dat men, zelf zonder juiste kennis, en met velen adressen mag iee- kenen eu wel van staatkundigen, maar niet van gemeentelijken aardde natie mag dat doen het kan zijn nut hebbenmaar de gemeenteleden niet P Naar zijne opvatting dus, wel den staat maar niet eene ge meente in beroering (onrust) brengen 1 Eerbiedig maar overtuigend vertrouwen adressanten dat dusdanige rede des Burgemeesters wel nimmer de Koninklijke adhaesie kan erlangen noch het ge zond verstandnoch het eerlijkrustig gemoed der Goesschenaren overrompelen. Integendeel, de grondwet door Uwe Majesteit voor gestaan huldigt het regt van petitiezonder be perking, zonder die onderscheiding vooral, welke de Burgemeester van Goes aan zijne ingezetenen verkon digt en dit zou tot de vraag kunnen leiden of dusdanige handeling vrij is van wetschennis? van ver krachting der grondwet?.... want uit zijne hoogst vreemde stelling wraakt hij al verder de handeling van adres santen wraakt de bevoegdheid van 56 der 68 onder- teekenareri, uit gebrek aan genoegzaam onderscheid des oordeelsaan wetenschappelijke opleiding, wegens hun vreemd zijn aan do burgerlijke administratie, enz.... Met weemoed vernamen wij dit allesen voorzeker dieper indruk maakte deze kritiek op hen die ter raad zaal tegenwoordig zich met al de klem van het redenaars talent des sprekers, deze. uitmonstering hoor den toevoegen, en die moesten aanhooren;, misschien gold het -wel hun allen; immerszoo er niet één dei- twaalf onder hen was, als waaraan de redenaar alléén de bevoegdheid toekendom als ingezetenen hunne bezwaren te doe;i kennen. Aan dat alles voegt evenwel de, anders zoo uitne mende en innemende spreker aan sommigen der 63 ondèrteekenaren nog eene directe beschuldiging toe, te weten dat zij bij wijze van colporteren nagenoeg van hnis tot huis bij.de ingezetenen door een loontrekkend bediende rondgedragen en vervolgens persoonlijk het onderwerpelijke adres ter teekening hebben aangeboden; dat de meeste teekenden zonder dat liet hun gegund was er een blik in te slaan, zonder te weten waar over geklaagd werd; ten bewijze zegt hijdat velen hunner in dezen hoofdelijken omslag minder betalen dan anders in de gemeente-lasten Mijne Heeren die uaam- teekeningeu ze zijn afgebedeldafgeperst Sire wanneer slechts deze aantijging waarheid be vatte, schaamte zoude adressanten dekken, de vrij moedigheid zou hun ontvallen om hier tot Uwe Ma jesteit te sprekenmaar eerlijk en rond gesproken des burgemeesters woordenzij zijn der waarheid onttrouw. Het adres is door den eerstondergeteekenden per soonlijk aan eenige zijner medeburgers aangeboden, vrij en zonder dwangdesgelijks van wege den tweede- ondergeteekenden, door ongesteldheid en werkzaamheden daarin verhinderd en zij verklaren hunnerzijds ook in dezen zich op de onderteekfciiaars te beroepenvoor zooveel niet voldoende mogt voorkomen de hierbij af gelegd wordende verklaring, dat er onder de onder- teekenaars zijn a. die verklaard hebben ofschoon minder te betalen als zij vermoed hadden, echter uit aanmerking van het gegronde der doleantie in het-' belang hunner mede ingezetenen gaarne het adres mede onderschreven b. dat aan de meesten het adres welgevallig waj;? c. dat sommigen evénwel de conclusie te zwak von den en het verzoek (om in hunne taal te spreken) te flaauw vonden terwijl d. zeer enkelen hebben geweigerd om redenen van verschillenden aard, waaronder dezulken die verklaarden niet te durven, het mogt hun soms vergolden {te huis gezochtworden. Aan den steller rigt de Burgemeester nog de vraag als dat colporteren buiten zijnen wil en voorkennis is geschied, waarom het adres dan aan zulke handen toevertrouwd Het zij vergund daarop te antwoordendat de steller is uitgenoodigd geworden tot het ontwerpen van het adres en eerst na herhaalde afwijzing, uit tijdgebrek, hij ten laatste heeft gemeend in het waarachtig belang der gemeente dat werk zich te mogen eu te moeten laten welgevallen. Dat hij gaarne alleen de verantwoording van het adres op zich neemt, vermits, toen ook hem later is te kennen gegeven, dat het adres te fiaanw was, door hem in zijn beginsel is geantwoord "Wanneer ik stel wat door alle standen mijner ge- eerde medeburgers wordt onderteekend, schrijf of spreek //ik met kalmte en waardigheid tegen de overheid, wier personen dan als uit mijn gezigt op den achtergrond tredenmaar wier titel en waardigheid moet geëer- biedigd worden en waarvan men het onmogelijke niet vragen, veel min vergen mag Doordrongen van de nuttigheid van dezen grond regel, verrneeqt de steller daaraan ook ditmaal te zijn getrouw gebleveii en heeft hij het concept aan de ver zoekers ter hand gesteld, omdat zijne uitlandigheid ver- eisclit werdvol vertrouwen deed hij dit laatste, en is hem niets bekend geworden, dan wat meiden gewonen loop van het teekenen van adressen plaats heeft. Zij die er zich mede belast hebbenzij stellen zich des wegens evenzeer hoofdelijk verantwoordelijk jegens Uwe Majesteit, als voor hunne mede-onderteekenaren. Alleen voegen adressanten opzigtelijk dit gedeelte van het petitionnement hier nog bij, dat des Burgemeesters onverdiende beschuldiging in dezen, hun niet volkomen bevattelijk toeschijnt, vermits, zoo hun geheugen zich niet bedriegt, in der tijd een adres ten zijnen behoeve door de (stad) gemeente Goes is rondgedragen, met uitnoo- diging tot onderteekening en welk adres niets meer of minder inhield dan het verzoek aan Uwe Majesteit om mr, M. P. lilaauheen tot Burgemeester der gemeente Goes te benoemen; dat adres met eene zeer kennelijke hand geschreven, verkreeg daardoor deti schijn eener be paalde herkomst; daarop hebben ongetwijfeld onder meer dere geteekend a. zij die het niet weigeren durfden Daarop hebben niet geteekend b. zij dieomdat er als met zoo vele woorden in werd te kennen gegevjndat de aanhevolene zoo niet de eenige dan toch de meest geschikte voor die betrek king wasdaarin eene miskenning zagen van genoeg zaam het géheele overige personeel dezer gemeente van vijfduizend zielen, die voor velen voor het. minst ge nomen niet vleijend was, anderen kwetste en nu te le vendiger in het geheugen terugkeert bij de gelijkelijk vreemde onbevoegd verklaring van 56 der 68 onder teekenaars van liet onderwerpelijke adres aan den raad, hoewel als reilen tot reden, de burgerij van Goes in eene meerdere ongunstige verhouding van oordeel des onderscheids voorstellende. Trouwens het is te verwachten dat de Burgemeester van Goes, laatstgenoemde petitie zal rangschikken onder die van staatkundige beginselen en het er dus zoo naauw niet op aan kwam al waven de onderteekenaars niet met den oolledigen inhoud bekend, het gold toch maar 't be ginsel'. mr. Bi.aaubeen Burgemeester te zien. Eu de uitkomst schijnt eene populariteit bevorderd te hebben die hij alleen in die mate kan betreuren, schade te lijden, die er zich zoo grootelijks door vereerd en omgeven acht; maar adressanten onderwerpen met eerbiedig ver trouwen aau Uwe Majesteit ook dit beroep des Bur gemeesters op de ingezetenen dezer gemeente. Eindelijk want adressanten schromen misbruik van Uwer Majesteits geduld en goedwilligheid te zullen maken de slotrede van den geëerden spreker Zij behelst nevens de toerekening aan adressanten van rkU- kenning, misjegening en machinatien, eene formele aan- klagt tegen hen als hij zegt Wij zeggen het opentlijk om de burgerij te waar- schuwen tegen zui.ke onrust en wrevel verwekkende r pogingen voor het vervolg op hare hoede te zijn en niet ligtvaardig mede te werkenenz. Hier wordt dus de daad van het adres d. i. het regt van petitionnement gewraakt, openlijk der burgerij aan gemaand, om voortaan in de gemeentebelangen niet meer te doen wat bij art. 9 der grondwet den ingeze tenen als een heilig regtzonder onderscheid ook van rang of stand wordt toegekend- Adressanten vermeenen, dat de Burgemeester hierdoor de grenzen zijner bevoegdheid is te buiten gegaan, in breuk heeft gemaakt, of getracht te maken, op de vrije uitoefening- hunner staats-burgerlijke regten, jSij; laten in het midden in hoeverre de Wethouders, in wier paam de Burgemeester tevens zeide te spreken die ontboe zeming, die geheels redevoering als de uitdrukking ook van hunne gevoelens door hun stilzwijgen erkennen te zijn. Zij hebben met genoegen eene stem uit den raad te gen dat gevoelen uiten door den Burgemeester ver nomen eene contra protestatie van het geachte raads lid mr. Saaijmans Vader (Griffier bij de arrondisse- ments-iegtbauk te Goes) die de geheele raad scheen te beamen ook door zijn stilzwijgen en alzoo opkwam" le gen de aanvallen van den Burgemeester, mede namens de Wethouders, gerigt tegen de 68 adressanten ir. het algemeen en tegen den steller en de beide eerste on- derteekenaren in het bijzonder en, ten gevolge waarvan de ondergeteekenden hoe ongaarne ook en eeniglijk als door des Burgemeesters rede daartoe geprovoceerd zich met het tegenwoordige adres tot Uwe Majesteit keeren. Eerlijk en rond verklarende niets persoonlijks tégen wie ook te hebben bedoeldveel minder iets kwaads beoogd, integendeel, bedoeld te hebben wrevel en On rust voor te komen en Eerbiedig verzoekende, dat liet Uwe Majesteit moge behagen om deze aangelegenheid in ernstige overweging te willen nemen en door in Hoogstdeszelfs wijsheid zoo danige maatregelen te willen nemen of verordenen, als waardoor: -■ 1° Adressanten op gelijke wijze Wórden gezuiverd van den blaam als waarop die, d. i. in het openbaar, hun door den Burgemeester of Burgemeester en Wethou ders van Goesin de openbare raadsvergadering van den 7 Augustus 1854, is aangedaan en zij daar tegen van nu voortaan worden gevrijwaard; 2° dat zij (en gevolgelijk de burgerij van Goes) be- waard mogen blijven bij het zuiver, onverdeeld en on verkort regt van petitionnement, hun bij art. 9 dei grondwetgelijk met alle ingezetenen van Nederland gewaarborgd Opdat de zegeningen, welke het Nederlandsche volL zijn geschonken, onder Uwer Majesteits wijs bestuur den landzaad mogen bewaard en bestendigd blijven. 'tWelk doende, (geteekend) P. J. A. van DAM,. Griffier .bij het kantongeregl ie Goes J. de EOU W, Wz, Rentmeester en ontvanger-grif- fier van onderscheidene polders. J. FRANSEN van de PUTTE, lid der provinciale staten van Zeeland, President der kamer vamkoophqn— del en fabrieken te Goes. G T. CAULENFELS, medecinae el chirurgjae doe torpresident der plaatselijke geneeskundige commissie. S. de JONGE MULOCK HOUWER, Wijnkoop*. II. K. J. van den BUSSCHE, Notaris. P. van DALENSubstitut griffier bij de reglbonk le Goes. P. F. de JONGE, koopman in goud- en zilver-werk, B. H. JANSSEN, regter in de arrondissemenls-regl- bank te Goes. GOES 11 September, Mei genoegen verneemt men dat op aanstaanden vrijdag den 15den dezer, de9 avonds ten half acht uren door heeren directeuren der boekerij toebe- hoorende aan het alhier bestaande departement lot nvt van Valgemeen, wederom een aanvang zal worden gemaakt, inel de uitgifte der boeken bestemd om aan minder gegoeden gedurende de winteravonden eene aangename en nuttige uitspanning te verschaffen. De uitbreiding welke de bibliotheek zoo door aankoop ais geschenken van vele der nieuwste werken

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1854 | | pagina 2