No. 33.
1854.
J
41*te Jaargang.
DONDERDAG 27 APRIL.
BlffWII i Mfliiimifflil
PUBLICATIE.
PUBLICATIE
IliOTiTUiliSlIo
BIITIIk IIIiWgTIffilKB-
goessche
J %XK
<vï$
courant.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags
avondsuitgezonderd op feestdagen.
Ds prijs per kwartaal is f ófï5, franco per post f ó,90. j
Gewone advertentien worden d 20 ets. de regel geplaatst.
Geboortehuwelijks- en doodberigtenvan d6 regels d f ^,2(
behalve het zegelregt.
De inzending van advertentien moet geschieden vóór drie uren des namiddags.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van GOES
Gezien het besluit van den heer commissaris des
konings in deze provincie, van den 19 April 1853
A n°. 26601, 3de afd. Provinciaal Blad n°. 54) be
trekkelijk de BESCHRIJVING DER PERSONELE BELASTING
voor het diensljaar 18541855.
Brengen bij deze ter kennis van alle ingezetenen
dat met het primitief beschrijvingswerk voor de be
lasting op het personeel, vastgesteld bij de wetten van
den 29 Maart 1833, {Staatsbladn°. 4.) 29 Decem
ber 1835 {Staatsblad n°. 43) en 24 April 1843,
Staatsblad n°. 15) in deze gemeente een aanvang
zal worden gemaakt op Dingsdag den 9 Mei aanslaande
en dat de alzoo aan de Ingezetenen uit te reikene
Beschrijvings-Biljelten, met den achtsten dag daarna
van wege den Ontvanger opvolgelijk zullen worden
opgehaald.
Wordende de belanghebbenden tevens verwittigd,
dat, om als Tegen-Schalters van de zijde der Belas
tingschuldigen te dienen, ingeval van herziening ach
tervolgens het bepaalde bij art. 29. 2 der wet, van
den 29 Maart 1833, Staatsblad N°. 4.) van het
aangegeven bedrag der huurwaarde of aantal deuren
en vensters of haardsteden door burgemeester en
wethouders zijn benoemd de vier volgende personen,
als: Simon van Zoom,Johannes Goossen, Hendrik
Daniel van EDinger en Johannes Dekker, Lr..
Ën opdat niemand hiervan onkundig zij zal deze
worden afgekondigd aangeplaktmitsgaders in de
Goessche Courant geplaatst.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 22 April 1854.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PILAAR.
BESCHRIJVING der PATENTPLIGTIGEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES.
Gezien hebbende het besluit van den Heere Com
missaris des Konings in deze Provincie de dato 13
dezer maand. A. No. 2511°, 3de Afd. {Provin
ciaal Blad No. 38,) betrekkelijk de BESCHRIJ
VING der PJTENTPLIGT1GEN voor hel
dienstjaar 18541855.
Brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden
1°. Ten aanzien der Patentpligligen in de 15 eer
ste tabellen der wet van den 31 Mei 1819 (Staats
Blad No. 34) omschreven.
Datmet uitzondering van de Patentpligtige Slij
ters Tappers Kroeghouders en Koffijhuishouders
die niet in de gewone beschrijving zullen worden
begrepen maar aan welker huizen zoodra mogelijk
na den ingang van het dienstjaar en zonder de ge
wone beschrijving af te wachten een declaratoir zal
bezorgd worden hetwelk na verloop van drie dagen
zal worden afgehaald en welke verpügt zijn dadelijk
de helft van hunnen aanslag te voldoen waarna hnn
Patent op vertoon dei kwitantie alsmede van het
bewijs dal hun deswegens verschuldigde over het voor
gaande jaar ten vollen aangezuiverd is ter Secreta
rie onmiddèiijk verkrijgbaar zal zijn: de verklarin
gen ter verkrijging van Patent voor deze Patentplig
ligen binnen de provincie worden uitgegeven van
den 9 Mei 1854 tot en met den 17 dier maand.
Dat die verklaringen behoorlijk iogevuld, zullen
moeten zijn ingezameld of bij den Ontvanger der
Directe Belastingen ingediend binnen deze gemeente
op den 24 Mei 1854.
Dat de Registers van gemelde Patentpligligen ge
sloten zullen worden, binnen deze Gemeente op den
12 Junij daaraanvolgende.
2°. Ten aanzien der eigenaars, vaste huurdersof
andere vaste gebruikers van Binnenvaartuigen zal
moeien worden gehandeld overeenkomstig de resolutie
van Z, E. den Minister van Finantien van 20 April
1852, No. 162, (Provinciaal blad No 57 van
dat jaar.) En wordl voor dezen de gelegenheid tot
het doen der aangifte opengesteld lot 1 Mei 1854
bij het Gemeente Bestuur der plaats alwaar de be
lasting verschuldigd is, onder overlegging van een
aangift-biljet daartoe bij die besturen verkrijgbaar.
3°. Ten aanzien van de Kramers.
Dat zij zullen gehouden zijn om bij het doen hun
ner aanvrage om Patent, op te geven de onderschei
dene goederen welke zij voornemens zijn te koop
aan te bieden zoo mede de wijze op welke zij hun
beroep uitoefenen naar aanleiding der onderschei
dingen bij 1 der 7de tabel gevoegd bij de wet
van den 16 Junij 1832 (Staatsblad No. 30.) als
mede de gezamenlijke inkoopswaarde der door hen te
koop aangeboden wordende goederen zullende dien
onverminderd door de Patentpligligen die hunne goe
deren in herbergen of bergplaatsen huizen en andere
gebouwen van derden uitstallen opgave moeten
geschieden van den lijd der during von hun verblijf
in de Gemeente en door hun die dorzelrer vvaren
in openbare veilingen buiten hun winkels bij
koopen van doorgaans beneden de f 25 ieder doen
verkoopen, van)dien der t« houdene verkooping; ter
wijl zoo zij de wijze van verkoop veranderen de
waarde hunner waren vermeerderen of den duur des
verblijfs of der te huudene verkooping verlengen
daarvan op den voet van art 19 der wel van den
21 Mei 1819 en op de boeten bij art. 37 bepaald
aangilts zullen doen in de Gemeente alwaar zij zich
bevinden en zoodanig aanvnllingsregl voldoen als van
hen bij werkelijk toegenomen belastbaarheid zoude
kunnen vsorden gevorderd.
4°. En eindelijk dat de bedoelde Kramers bene
vens de Debitanten van Loterij Briefjes krachtens
Zijner Majesteits besluit van den 17 October 1820
(Staatsblad No 22) op do boete bij 1 en 2
van art. 32 der wel van den 21 Mei 1819 bepaald
verpligl zijn steeds Inrn patent met zich te voeren.
En opdat niemand deswege onwetendheid zouden
kunnen voorwenden zai deze worden gepubliceerd
geaffigeerdmitsgaders geïnsereert) in de Goessche
Courant.
Gedaan ten Raadhuize van Goes den 22 April 1854.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H C. PI L A A R,
GOES, 27 April.
Bij de aigemeene rekenkamer is voor f 1,627,000
aan ingetrokken muntbiljetten van 1849 overgebragt
zoodat thans voor f 21,550,500 aan zoodanige munt
biljetten is ingetrokken.
Door het hooger bestuur is beslistdat de mi
liciens-verlofgangers behoorende toe de ligting van
1849, niet aan de ophanden zijnde inspectie in de
maand Mei aanstaande zullen behoeven deel te nemen.
Dezer dagen zijn te Nieuwe Diep, bij laag water,
door de visschers in de Eijerlandsche gronden, twee
zware ankers en kettingen gevonden alsmede in een
wrak eene aanzienlijke partij ijzeren schroeven voor
spoorstaven.
De veemarkt te Apeldoorn in deze week gehou
den was redelijk goed voorzienhoewel de kwaliteit
niet van 't beste was, werden hooge prijzen besteed.
Ook op die te Zevenbergen vondt men vrij, veel paar
den en runderen, in de laatste ging veel, in de eerste
weinig ombij gemis aan fransche en belgisohe koop
lieden. De prijzen waren mede zeer hoog, te ver
geefs boodt men voor enkele paarden f 400. De
vooijaarsmarkt te Klundert, was onbeduidend. Het
weinig aangevoerde werd tot tamelijk hooge prijzen
verkocht.
De commissie aan welke door de synode der
Ned. Herv. kerk het belangrijke werk eener nieuwe
bijbelvertaling is toevertrouwd, is in de vorige week te
'sGraverrhage bijeengekomen en heeft hare werkzaamhe
den onder presidium van den hoogleeraar kK.T.xan
Hengel aangevangen De werkzaamheden zullen hoofd
zakelijk bestaan in overleggen en onderhandelen over
alles, wat de uilvoering betreft van de vertaling van
hel Nieuwe Testament, den aanleg en omvang van den
arbeid in zijn geheel, de verdeeling onderling, dere
gelen bij de vertaling en de revisie te volgen enz.
Van den uitslag der handelingen wordt schriftelijk rap
port gezonden aan de synodale commissie die hare
voorjaars-rergadering geopend heelt op, den dag waarop
uiterlijk de zarnenkomsl tot de bijbeïrerverlaling moet
gesloten worden.
Met genoegen verneemt men. dat H. M. de
Koningin thans van hare jongste ongesteldheid volko
men hersteld is.
Met leedwezen verneemt men daarentegen dat II.
K. II. prinses Frederik bij vernieuwing ongesteld is
geworden zoodat II. D, hare vertrekken houdt,
Wij gelooven te kunnen mededëelen Jat de
Commissaris des konings in de provincie Noord-
Holland het voornemen koestertom weldra zijn
ontslag te vragen dat als dan de minister tan bin-
nenlandsche zaken, de heer van Heetten aftreedt en
lol commissaris des konings in genoemde provincie
zal norden benoemd en dat aan het hoofd van het
departement van binnenlandsche zaken zou worden
gesteld, Jhr van der Heim van Buivendijk thans
commissaris des konings in Zuid-Holland of den
lieer de Kempenaar lid der tweede kamer. U.C
RUSLAND—TURKIJE
Te Triest zijn berigten uit Konstaulinopel ontvan
gen van den 10 April welke de inname van Kus-
tendje door de russen den moord door de turken
aan dts Christenen aldaar gepleegd enz,, maar al te
zeer bevestigen, hoe ongelooflijk die berigten ook aan
vankelijk mogten toeschijnen.
De Monitcur deelt een rapport mede van Omer-
pacha aan de Porie waarin bevestigd wordt, dat hij,
na een gevecht legen eene aanmerkelijk grooteréstrijd-
magl hij den Donatr. overeenkomstig zijne instruction,
op Karasu éven bezuiden den Trajanus-wal, zijne
troepen heeft moeten concentreren.
De dringende aanvrage om versterking, door het
garnizoen van Varna tot de vloot gerigt. wordt daar
door thans mede opgehelderd. Den S dezer was dan
ook eene versterking van 8000 man egyptische troe
pen naar Varna gezonden.
Uit een en ander blijkt dus dat de russen eene
nieuwe schrede voorwaarts hebben gedaan. De Times
behelst daaromtrent een hevig artikel, waarin het blad
zich in scherpe bewoordingen uitlaat over de werke
loosheid der vloten in de Zwarte zee, en de vertraging
die het expeditie-korps ondervindt, tegenover de aan
vallende houding der russen.
De in Turkije aangekomen engelsche en fransche
troepen zijn verre van te vreden en beklagen zich
over de liglzinnigheid waarmede hunne gouvernemen
ten zoowel als hnnne natiën een' kamp beschou
wen die veel zwaarder is dan zij zich voorstellen, ter
wijl bekwame mannen verpligl zijn geworden, om de
kunde en het beleid der russiscbe taktiek te erkennen.
Men b.erekent dal er drie maanden verloopen zullen
alvorens eene genoegzame krijgsmagt Varna verlaten
kan, en de zomer, die buitendien geenszins zoo gun
stig is voor een verblijf in de vorstendommen als de
lente, moet verschijnen eer een veldtogt zal kunnen
beginnen, dien men gedwongen is in October Ie ein
digen
Men zegt dat het zeker schijnt dat het fransche
expedilie-korps niet slechts lot 100.000. gelijk dezer