GOESSCHE
No. 35.
NATIONALE MILITIE.
4Iste Jaargang.
GEMEENTE-RAAD TE GOES,
BEKENDMAKING.
WAARSCHUWING.
I MAANDAG 27 MAART.
OPENBARE VERGADERING
GEMEENTE-RAAD TE GOES,
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags
avondsuitgezonderd op feestdagen.
De prijt per kwartaal is f 3,75franco per post F 3f90.
De inzt
BIOTiEB «ÜICTMTOl
OPENBARE VERGADERING
van den
TEN RAADHUIZE ALDAAR
op donderdag den 30 jtaarj 3854.
des avonds ten 6 ore.
PUNTEN VAN BEHANDELING.
Voorstel omtrent het Armwezen.
De BURGEMEESTER van GOES, maakl bij
deze aan de Ingezetenen dezei gemeente bekend
Dat de Kohieren No. 7,8 en 9 der PERSO
NELE BELASÏING over hel dienstjaar 1853 op
den 17 Maart 1854, door den heer Commissaris des
Konings in deze Provincie executoir verklaard op
heden ter invordering aan den Ontvanger van 's Rijks
Belastingen gezonden zijn, zullende dus een iegelijk
na bekornene kennisgeving van zijnen aanslag ver
pligl zijn dien overeenkomstig de bepalingen der
wel te voldoen op slraffe van anderzints daartoe te
worden gedwongen; terwijl diegenen welke hun Aan
slag-Biljet niet zullen ontvangen hebben zich van
een dubbeld van hetzelve ten kantore des Ontvangers
zullen kunnen voorzien en zij die zouden vermee-
nen dat de aanslag niet overeenkomstig is met hun
ne opgave of met de plaats gehad hebbende tauxatie,
opneming en lelling zich deswegens schriftelijk met
inachtneming der voorschrift) n ten dien aanzien
wegens' de Directe Belastingen in het algemeen be
staande, door tusschenkomst van den Controleur der
divisie kunnen beklagen.
En opdat niemand hier omtrent onwelenheid voor
wende zal deze Horden afgekondigd op de gebruike
lijke wijze.
Gedaan te Goes, den 25 Maart 1854.
De Burgemeester voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen bij deze ter kennisse van aller, die het aan
gaat dat de Militie-Raad krachtens art. 125 der
wet op de Nationale Militie, van 8 Januarij 1817,
(Staatsblad No. J) over dezen jare zijne 3de
Zittingtot aanneming van Plaatsvervangers of die
van Nummer willen verwisselen, overeenkomstig art.
37 der wel van 27 April 1820, (Staatsblad No.
JJ) zal houden te Middelburg hoofdplaats dezer
provincie op Donderdag den 13 April 1854 des
morgens ten half tien ure, in de Abtdij aldaar, en
dat op den 20 derzelfde maand, ure en plaatse alle
zoodanige zaken zullen worden onderzocht waar
omtrent de raad in den loop der 1ste, 2de en 3de
zitting geene definitieve uitspraak zal hebben gedaan.
Zullende de Commissie uit den Gemeente-Raad
tot de afgifte der Attesten, benoodigd voor Plaats
vervangers of Nummerverwisselaars vaceren op Za-
turdag den 8 te voren des voormiddags ten half
elf ure.
En opdat niemand hiervan onkundig bhjve zal
deze worden gepubliceerd en geaffigeerd mitsgaders
geplaatst in de Goesscbe Courant.
Gedaan ten Raadhuize van Goes den 25 Maart 1854.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
s M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PILAAR.
i
tiding van advertentien moet geschieden vóór drie uren des nan
DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABIUJ-
KEN TE GOES maakt door deze bekend, üal bij haar
van regeringswege zijn ingekomen eenige stukken
betreffende den handel, de scheepvaart, en de nijver
heid, welke van heden af gedurende 8 dagen bij den
secretaris der kamer zullen ter inzage liggen.
Onder deze komen voor:
No. 3 der Geselz-Satnmlung voor het koning
rijk Hannover, jaargang 1854
Een exemplaar (van den 2 Januarij 1854) van de
Börsen-Halle Hamburgsch avondblad voor handel
scheepvaart en politiek.
c Overzigl der schepen van alle nation welke in
1853 te Pillau binnengekomen en uitgezeild zijn.
dOverzigl van de invoeren van verschillende waren
in de jaren 18471853 uitgegeven le Dreinenden
31 December 1853.
Op last der kamer voornoemd
II. K. DOMINICUS VAN DEN RUSSCHE.
Secretaris.
VAN DEN
DEN 23 maart 1854.
Tegenwoordig al de leden.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen en ge
arresteerd.
Ingevolge de toezegging ter vorige vergadering door den
voorzitter gedaan, wordt door ZEd, (als een vervolg op zijn
vroeger gedaan verslag van hetgeen beeft plaats gehad ten
aanzien van de bijzondere school der lstc klasse) medege
deeld:
Dat door liet bestuur dier school hij missive van den 19
September 1853 ter goedkeuring is ingezonden eene bijzon
dere schoolorde, waarop door burgemeester en wethouders bij
brief van den 8 October, eenige wijzigingen zijn voorgesteld,
die door bet bestuur ingewilligd zijnde, de goedkeuring heelt
ten gevolge gehad, onder speciale voorwaarde: «dat geene
kinderen op de school zullen worden toegelaten dan die
de kinderziekte uit de natuur of door inenting gehad heb-
ben en de onderwijzer de belofte zal hebben af te leggen,
op de school geene kinderen te zullen toelaten dan die
«voorzien zijn van het bewijs, dat zij de koepok-inenting
ondergaan of de natuurlijke kinderziekte gehad hebben.
Daarna is, hij apostil van 3 December, in handen van bur
gemeester en wethouders om raad en berigt gesteld een re
kwest van het bestuur der bijzondere school aan den minister
van binnenlandsche zaken gerigtwaarbij dat bestuur te
kennen geeft tot onderwijzer der school te hebben gekozen,
den beer G. H. van Lingen te }s Bosch, onder overlegging
van diens akte van algemeene toelating en bewijs van goed
gedrag, verzoekende den voorgedragenen aan te stellen èn
daarvan akte te verleenen.
Hierop is door burgemeester en wethouders den 7 Januarij
1854na de plaatselijke schoolcommie geboord te hebben
berigt: dat de beer van Lingen, bun ten eenenmale onbe
kend was en zij al zoo nopens zijne bekwaamheid of geschikt
heid geene mededeeling konden doen dat het der school
commissie of burgemeester en wethouders niet bekend was
dat door bet bestuur der school dispensatie van bet verge
lijkend examen was gevraagd of verkregen en de aanvanke
lijke keuze van den onderwijzer, was geschied zonder voor
afgaande vertooning der bewijzen van algemeene toelating
en overzulks almede niet is nageleefd de slotbepaling van art.
17 der wet van 3 April 1806, ten slotte de opmerking ma
kende, of de aanstelling van den onderwijzer dezer school
volgens art. 2 van het koninkl. besluit van den 27 Mei 1830
niet door den commissaris des konings zou behöoren te ge
schieden.
Daarop is ontvangen van bet bestuur der school een af
schrift der magtiging van den minister van binnenlandsche
zaken, om tot onderwijzer aan te stellen den heer van Lin
gen, met diens acte van toelating en bewijs van goed gedrag
ter inzage.
Gelijke kennisgeving werd ontvangen van heeren gedepu
teerde statenmet extract uit de missive van welgemelden
heer minister, waarbij o. a. wordt te kennen gegeven, dat
de geopperde bezwaren tegen de aanstelling van den heer
van Lingen niet van dien aard zijndat zij Z.) E. konden
behalve het segelregt.
iddags.
terughouden om de verzochte dispensatie te verleenen da1
bet adres van bel bestuur der school, juist strekte, om ont
heffing te erlangen van de verpligling tot het houden van
vergelijkend examen, en dat art 17 der wet van 1806 geen
grond geeft om de voorafgaande vertooning der bewijzen van
algemeene toelating aan de plaatselijke school-commissie Je.
vorderen.
Wijders geeft Z. E. te kennendat de adressanten den
gebruik el ijken vorin hebben in acht genomen en dit dus geen
.aanleiding kan geven tot gegronde opmerkingen, terwijl het
beweren van burgemeester en wethouders, dat de inzending
der bijzondere school-orde de benoeming van den onderwijzer
en bel in werking brengen der school moet voorafgaan
nergens is voorgeschreven, integendeel, dat zulks,meer ge
schikt kan geschieden, wanneer de onderwijzer aangesteld
is en de school eenigen tijd in werking is. In den regel
geschiedt dit alzoo.
Z. E. eindigt met de verklaring, dat dit alles in Zeeland.
waar nog slechts e'éne bijzondere school bestaatminder
bekend kan zijnmaar iii Zuid-Holland, waar ei* me,er dan
50 zijn in den regel op de door Z. E. aangegevene wijze
wordt gehandeld.
Na voorlezing van al die stukken zegt de voorzitter,, dat
de zaak der bijzondere school nu beëindigd is en alleen vat»
het aanvangen van 't onderwijs nog berigt zal moeten gedaan
worden, tot opgaaf waarvan bet bestuur der school is uit»
genoodigd.
De voorzitter deelt medé dat zijn ingedomen
Missive van de vaste commissie voor het finantie-wezen
dat zij voor alsnog geene veranderingen in het .belasting
stelsel noodzakelijk acht en daarbij inzendende, de ontwer
pen tot heffing eener belasting voor de school van minver
mogenden.
6- Een adres van Jan Olbebtijn verzoekende verminde
ring van erfpacht
te behandelen in eene volgende vergadering.
en wordt nog medegedeeld, dat door den burgemeester,
tot agent van policie der le klasse is aangesteld. Casper
schuerveld.
Aan de orde is bel voorstel tot regeling van het armwe
zen in deze gemeente.
Met rapport te dier zake door de vaste commissie voor het
armwezen opgemaakt en gedagteekend. 2 September 1853,
wordt in zijn geheel voorgelezen.
Ons bestek gedoogt niet dat in zijn geheel over te nemen,
wij teekenden a(s het meest belangrijkedaaruit het vol
gende aan
In de eerste plaats geeft de commissie een overzigl van
de gealiinenteerde personen en huisgezinnen in deze gemeente
en van alles wat in 'twerk gesteld wordt om de armen
verzorgen en toenemende verarming te verhoeden.
Ten tweedenloont zij aan wat naar hare meening in
die pogingen min of meer doelmatig is. en
Ten derden, trekt zij daaruit te zamen wat in het belang
van liet armwezen behoort gedaan te worden.
De middelen tot verbetering door de commissie aangege
ven zijn hoofdzakelijk de volgende: een gewensebt gods
dienstig onderwijs op de armenschool en school voor min
vermogenden het verbinden aan de bewaarschool van eene
brei- en naaischool voor arme en minvermogende meisjes
van 8 jaar en daarboven het tegengaan zoo veel mogelijk
der bedelarij 5 centralisatie van het armbestuur, ter bevor
dering van gelijkmatigheid in de bedeeling en in verband
daarmede, overneming van de administratie der diaconie,
onder voorwaarde: dat de kerkenraad de vaste inkomsten
der diaconie en de opbrengst der gewone collecten in handen
van den rentmeester van het armbestuur oveibrengeen
aan de diaconie verblijft de beschikking over de gewone
collecten boven een zeker bedragde buitengewone giften
en buitengewone collecten; dat door den kerkenraad benoemd
worden 3 diakenen om als leden van het armbestuur stem
en zitting te hebben in dat collegie en de geldelijke ver-
pligtingen der diaconie jegens den boekhouder, doctor, chi
rurgijn enz. door de gemeente worden overgenomen dat
aan het algemeen armbestuur worden toegevoegd 10 adjunc
ten om te dienen van raad en de rol der winter bedee
lingen van de verschillende armen-committés in gemeen
schappelijk overleg worde vastgesteld, en dat een reglement
zal worden vastgesteld regelende den werkkring van zoo
danig gecentraliseerd armbestuur; als maatregel van bezui
niging geeft de commissie ten slotte het denkbeeld aan om
eene armen-apotheek op te rigten.
Dit stuk in handen gesteld zijnde van den breeden ker-