OPENBARE VERGADERING
GEMEENTE-RAAD TE GOES,
vergadering van den 16 dezer maand is genomen het
navolgend
BESLUIT houdende vaststelling van het per
soneel en de belooning der Agenten van Po-
licie in de gemeente Goes.
Art. 1. Het personeel der polieie in de gemeente
Goes bestaatbehalvé den Commissarisuit zeven
agentente wetendrie agenten van de eerste en vier
agenten van de tweede klasse.
Art. 2. De vereischten om tot agent aangesteld te
worden, zijn:
a. de leeftijd van 2'J jaar.
b. een gezond en sterk ligchaamsgestel.
c. een erkend goed en zedelijk gedrag.
d. behoorlijke kennis in het lezen en schrijven.
Art. 3. De agenten der eerste klasse mogennoeh
op eigen naam noch op naam hunner vrouwen of huis-
genooten, eenig ander beroep of nering uitoefenen.
De agenten der tweede klasse mogen niet uitoefenen
hét beroep van molenaarbakkerbrood- of meelver-
kóoper, vlceseh verkooper, logement- of slaapsteehouder,
herbergiertapper of. slijter in sterke dranken.
Dë agenten der eerste en tweede klasse mogen niet
wonen in huizen, waarin de voornoemde beroepen wor
den uitgeoefend.
Art.' '4. De agenten der eerste klasse genieten eene
jaartvedde van f 350,die der tweede klasse eene
jaarwedde van f 150,—.
Aft. sT De kleeding en wapening der agenten wor
den van wege de gemeente verstrektonderhouden en
vernieuwd; bij ontslag of overlijden worden die aan de
gemeente teruggegeven of vergoed.
Art. 6. Een geschikt lokaal zal van wege de gemeente
worden aangewèzen en ingerigt tot wachtkamer van
polieie, die zoowel bij dag als bij nacht geopend en
toegankelijk zal zijn.
ËU'zalaan deze door plaatsing in de Goessche Courant
en bij aanplakking en afkondiging openbare bekend
heid gegeven worden.
Gedaan ten' raadliuize van Goes, den 18 Maart 1854.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PILAAJk
Da KAMER vak KOOPHANDEL en FABRIJ-
KEN 'i GOES maakt door deze bekenddat bij haar
van regeringswege weder zijn ingekomen eenige stuk'
ken betreffende dén handel, de scheepvaart en de nij
verheid welke van h'edëii gedurende 8 dagen bij den
secretaris der kamer ter inzage zullen liggen, als:
a. de nummers 52, 53. 55. 56, 65. 68, 73, 74,
75 en 83 jaargang 1853 der Geseti - Sammlung
voor hel koningrijk Hannover.
'b Opgaven betrekkelijk handel eri scheepvaart in
het vereenigd koningrijk Groot Britiannie over de
maanden geëindigd 5 November en 5 December 185:3
en over de 10 en 11 maanden met die tijdstippen
eindigende.
c. Staat van de katoenen goederen gedurende de
maanden November en December 1853 door de ne-
derlandsehe handelmaatschappij en bijzondere perso
nen ter verzending naar Ned.-Indie aangegeven.
Goes den 20 Maart 1854.
°P last der kamer voornoemd.
H. K. DOMINICUS van dén BÜSSCHK,
Secretaris.
van den
DEN 16 MAART 1854.
Allen tegenwoordig.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen
■tea gearresteerd.
Door den voorzitter wordt mededeeling gedaandat
van den breeden kerkenraad met geleidende missive is
ontvangen de begrooting der diaconie van de hervormde
gemeente voor 1854.
Deze zaak in een naauw verband staande met de aan
hangige reorganisatie van het armwezen in deze gemeente,
zal worden aangehouden tot na dé behandeling van dat
punt.
Door burgemeester en wethouders wordt voorgesteld,
om als beschikking op de deswegens ingediende adres
sen, aan den hoofdcommies der plaatselijke belastingen
een wachtgeld van f 200, aan ieder der commiezen
een wachtgeld van f 100 'sjaars toe te kennen.
Waartoe zonder eenige discussie met algemeene stem
men besloten wordt
Op het verzoek der klapperlieden wier betrekking
mede is opgeheven, om met peijsioen of wachtgeld be
gunstigd te wordenstellen burgemeester en wethon-
houders voor, dit te wijzen van de hand, doch bij wijze
van tegemoetkoming aan hen te verstrekken eene gra
tificatie van 50te .vinden uit de begrooting van
1853 en 1854 en gezamelijk onder hen te verdeelen
de voorzitter zegt daarbij, dit voorstel in twee deelen
te zullen splitsenhet le gedeelte tot afwijzing van
het verzoekvooral op grond dat het verschil van be
trekking tusschen de commiezen en klapperlieden nog
al van belang isdaar de eerste een middel van be
staan de tweede slechts eene verbetering van bestaan
wasen het 2e gedeelte de toekenning der gratificatie.
De heer Vader is van oordeel, dat hoezeer zeker de
dienst der nachtwakers zeer verschillend is van die der
commiezener op grond van de billijkheid toch ook
aan hen eenig wachtgeld behoort te worden toegekend,
te meer daar verscheidene hunner in behoeftige omstan
digheden verkeeren
Ook de heer van der Meulen is van die meening.
De heer van den Bosch daarentegen vermeent, dat
men hier een ander standpunt moet aannemen tot be
oordeeling van het gedaan verzoek en zou het lioogst
gevaarlijk achten het beginsel van den heer Vader in
praktijk te brengen. De commiezen waren ambtenaren
die geen ander beroep konden uitoefenen die daaraan
al hunnen tijd moesten wjjden en daarin hun eenig
middel van bestaan vonden. Doch de klapperlieden staan
volkomen gelijk met die vele ambtenaren als nu onlangs
ontslagen zijn. Wanneer die allen, zoo als turftonders,
houttellerskorenmeters en dergelijke met wachtgeld
moeten begunstigd worden dan gaat de vrucht van
den maatregel, om tot vermindering van gemeente uit
gaven te geraken, voor een groot deel verloren; zelfs
het verkenen eener gratificatie kan hij zoo aanstonds
niet gaaf toegeven.
De heer S.J Vader vindt de redenen die tot het ver-
leenen van wachtgeld aan de commiezen geleid hebben
voor de klapperlieden even geldend men mag toch
omdat de gemeente daardoor misschien eenigzins be
zwaard zou worden, het regt en de billijkheid niet op
zij, zetten; heeft de een' regt-idan heeft de ander dit ook;
de opheffing der betrekking is buiten hunne schuld
bniten hun toedoenin het belang van de finantien
der gemeentemogen zij toch niet de sonffre-douleur
zijn van den maatregel om hunne betrekking op te
heffen; zoodanige daad kan hun niet worden geimpu-
teerd, de gemeente niet van hare verpligtingen ontslaan.
De voorzitter wil alleen de bedenking van den heer
van den Bosch nopens het verleenen der gratificatie
beantwoordenjaarlijks werd vroeger aan de nachtwa
kers./25 giatificatie toegekend; deze zijn ook uitge
trokken op de begrooting voor 1853 en 1854; dit zou
met de voorgenomene nieuwe omwerking der begrooting
van zelve hebben opgehouden; doch om eenige tege
moetkoming te geven stéllen burgemeester en Wethouders
voorze nog ditmaal toe te kennen.
De heer van den Bosch verklaart, na de gegevene
inlichtingen van den voorzittergenoegen te nemen
met het voorstel.
Het le gedeelte van het verzoek, tot afwijzing van
het verleenen van wachtgeld in omvraag gebragt, wordt
aangenomen met 9 tegen 2 stemmen die van de heeren
Vader en van der Meulen.
Het 2e de gedeelte, de uitkeering der gratificatie
van./50 over 1853 en 1854 met algemeene stemmen
toegestaan.
Door den voorzitter wordt medegedeelddat van de
daartoe ter vorige vergadering benoemde commissie is
ingekomen, het ontwerp-adres houdende bezwaren tegen
de bepaling van art, 66 al. 1 der voorgedragen Wet op
het armbestuur.
Hij noodigt den heer van den Bosch als eerst benoemd
lid der commissie uitdaarvan voorlezing te doen.
Daaraan door ZEd. voldaan zijnde, bedankt de voor
zitter de commissie voor de volbrenging harer taak en
brengt het adres in behandeling.
Niemand tegen de algemeene strekking óf eenig bij
zonder punt bedenking opperende, wordt hetzelve goed
gekeurd en tot de verzending besloten met 8 tegen 3
stemmen, die van de heeren Verschoorvan der Meiden
en Vader.
De voorzitter brengt in behandeling, zijn ter vórige
vergadering ingediend voorstel nopens de regeling der
polieie en vraagt of de leden des raads het met hem
eens zijn, dat de in het voorstel vervatte punten be-
hooren tot de bevoegdheid van den raad en niet van
hem burgemeester alleen.
Dit toestemmend beantwoord zijnde en niemand te-,
gen de algemeene strekking van het voorstel eenige
bedenking hebbende, wordt in beraadslaging gebragt
art. 1. bepalende dat het personeel der polieie, behal
ve den Commissaris zal bestaan uit 3 agenten der le.
en 4 agenten der 2e. kiasse.
De heer S. Vader wenschf ingevolge art. 14. van het
reglement van orde, daarop een amendement voor te
stellen, van dezen inhoud; dat de klapperlieden als
van ouds zullen worden belast met de nacht sur-
veillance, terwijl twee hunner onder genot eener
n toelage van f 50, en bekleed met het karakter van
Het gelieele adres zal in ons volgend nommer worden
medegedeeld. Rsd.
c van stedelijk commies, geplaatst znMjj,'\tfórtIèfi 'atfn
t'e 's Heer Hendrikskindereri enGanzehpèlxt, ten ein-
de aldaargedurende den nacht als pörtïers levert»
dienst te presteren tot het sluiten en ontsh3jf$n:.drei'
poortenwelke even als de overige poorten dés
nachts gesloten zullen blijven. r. j
ZEd, ligt dit toe met te zeggen, dit bij hem tegeti'i;
de 3 agenten der le. kla&e geen bezwaar bestaat,
in de overtuiging dat de nacht surveillance van
agenten der 2e klasse onvoldoende is en bij dé
ste ziekte van een hunner een groot ongerief zal
boren worden, hij dit voorstel aan des raads oötdefeDv®
onderwerpt, te meer, omdat dan ook in het hezWaaiT""
voorzien is nopens het sluiten der poorten, het geeti
voor de algemeene rust en veiligheid en de surveillan
ce der belastingen een onmisbaar vereischte is.
De voorzitter inerkt op, dat dit voorstel gehe'el in
strijd is met het beginsel van het voorgedragen arti
kel; reeds vroeger heeft de raad getalmd het personeel
der klapperlieden niet te behoeven en op die Wijze
zouden zij onder eenen anderen naam weder hersteld wor
den; indien de raad hef gevoelen van den heer Cadet
deelt, dan moet men al de vroegere daarmede strijdige
raadsbesluiten intrekken; de poorten des nachts geslo
ten te laten zou bovendien in strijd zijn met de begin
selen dqr gemeente wet en wat de surveillance voor de
belastigingen aangaat, in deze zal door het bedoelde
personeelgeadsisteerd door de rijks commiesën vol
doende voorzien zijn. Hij verklaart zich nogtans 'Be
reidmogt de heer Vader dit verlangen, zijn amende
ment in beraadslaging te brengen.
De heer Vader zegt het besluit tot afschaffing der
klapperlieden niet gedeeld te liebbèn dóch al had hij
zulks gedaan, dan noch zou het aan hem gebleken al
gemeen verlangen der burgerij genoegzaam geweest zijn
om hem daarvan te doen terug komenhij verklaart
geene bepaling te. kennen die gebiedt dat de póórten
geopend moeten zijnwel dat het vorderen van poort
geld niet wordt toegelaten hij kan zich niet voor
stellen, dat de surveillance der belastingen wat de ae-
cijnsen betreft genoegzaam gewaarborgd is en acht het
sluiten der poorten zeer noodig; tot verdere aanbeve
ling van zijn amendement aanvoerende, dat liet perso
neel dan nog minder kosten zal.
De voorzitter wil den heer Vader slechts op een
punt beantwoordenhij gelooft gaarne dat er ingeze-
tenen zijn, die tiun verlangen tot behoud der klapper
lieden aan den heer arler hebben te kennen gegeven,
doch dat dit verlangen zoo algemeen'.is, als. ZEd. doet
voorkomen kan hij niet toegeven ook hijverklaart
veel en dikwerf met de burgerij in aanraking te komen,
en ofschoon het voornemen tot afschaffing .der klapper
lieden nu ruim 1£ jaar geleden openbaar is gemaakt
heeft hij tot nog toe niemand ontmoet, die het behoud
verlangde; waren er bedenkingen van de zijde der bur
gerij, waarom dan zijn deze niet in tijds medegedeeld?
Hij brengt dit alleen bijom het denkbeeld van die
groote en aigemeene afkeuring bij het geheele publiek
te enerveren.
De heer Vader verzekertdat hij door menigeen
daarover is gesproken en men de diensten der klapper-
lui nog al op prijs schijnt te stellen bij sommigen
worden zij besteld om des nachts te kloppen en die
er hem over gesproken hebben, keurden het niet goed.
De heer van Kerkwijkals voorzitter der commnsie
van financien, van wie het voorstel tot afschaffing is
uitgegaan, verklaart, dat noch bij hem, noch bij de
andere medeleden der commissie eenig bezwaar is te
kennen gegeven. Wat het denkbeeld van den heer Vader
betreft om des nachts slechts twee poorten toegankelijk
te stellen dit is in strijd met de gemeentewetwil
men ze slnren goed, maar allen moeten'toegankelijk
zijn en men zal dus bij iedere poort een portier moeten
stellen; ook het bezwaar nopens het smokkelen deelt
hij niet, daar het hem niet bekend is, dat bijstrenge
vorst, wanneer de stad van alle zijden toegankelijk is,
daarvan tot smokkelen gebruik is gemaakt.
De lieer Vader heroept zich op den heer van Kerk
wijk dat de belastingen somwijlen in het oogloopend
weinig hebben opgebragt.
Waarop de heer van Kerkwijk antwoordtdat hij
dit moet toegeven, maar zulks niet moet toegeschreven
worden aan smokkelarijmaar aan bijzondere omstan
digheden; hij heeft zich toen bij een der hoofd-ambte-
naren van de administratie der belastingen vervoegd en
deze heeft hem overtuigddat overal de accijnsen zoo
veel minder opbragten doch dat Goes de andere ge
meenten nog ver te boven ging.
De heer van .den Bosch gelooft dat er meer dan een
bezwaar bestaat tegen het voorstel van den heer P ader,
vooral wat het sluiten der poorten betreft; voorbeelden
zijn daarvan zijn in menigte aanwezig; zoo onderhan-
deren te Groningenwaar men op grond van eene lo
cale .specialiteitheeft verzocht céne poort des nachts
te mogen gesloten houdendoch de regering heeft ge
antwoord dat geene afwijking van de wet kan gedoogd
worden.
ft