PUBLICATIE.
PUBLICATIE.
.Oat dit besluit, door Z. M. den koning bij hoogst-
deszelfs besluit van den 25 February 1854, no. 81 is
goedgekeurd en de invoering mitsdien met den 1 April
eerstkomende zal plaats hebben.
Dat op den 8 Augustus, 22 September en 22 De
cember 1853 door den genoemden gemeente-raad is
f vastgesteld de volgende
VERORDENING tot invordering der plaat-
t selijke belasting op den wijn in de gemeente
Y- Goes.
Art. 1. De aangifte tot invoer, doorvoer en uitvoer,
wordt gedaan, en de plaatselijke belasting op den wijn
voldaan, ten kantore van den gemeente-ontvanger, tegen
afgifte, van een bewijs uit een register, met strooken,
ingerigt overeenkomstig een nader vast te stellen model.
Art.. 2. Tot dekking van den invoer, doorvoer en
vervoer binnen de gemeente, wordt het bewijs in art.
1 bedoeld gevorderdmet uitzondering van den ver
voer binnen den bebouwden kring der gemeentedie
voor eene hoeveelheid van drie kan en daar'benedén,
zonder zoodanig bewijs mag geschieden.
Art. 3. De invoer van vvijn vvennag niet anders 'te
geschieden dan in gewone vaten, kruiken of flesschen,
en mag zonder schriftelijke toestemming van den ont
vanger geen plaats hebben voor zons- op of na zons
ondergang en niet anders dan langs de openbare wegen
of vaartzullende altijd moeten vergezeld zijn van het
bewijs in art. 1 bedoeld.
Art. 4. Schippers of andere aanvoerders die met
vaartuigen wijn hebben aangebragt, zullen onverwijld,
immers binnen 24 uren na derzelver aankomst en voor
dat eenige oplossing mag geschieden ten kantore van
den gemeente-ontvanger de vereischte aangifte doen
zullende daarvoor een consent tot oplossing zonder ver
voer ontvangen.
Art. 5. Bij uitvoer van wijn in eene hoeveelheid van
minstens tien kannen, wordt teruggaaf of afschrijving
van belasting verleend.
Aan hem die teruggaaf of afschrijving van belasting
verlangtwordt op zijne schriftelijke aanvraagdoor
den ontvanger een consent-biljet tot uitvoer afgegeven
uit een registeringerigt overeenkomstig een nader
vast te stellen model.
Die afgifte geschiedt niet dan nadat de ontvanger
zich heeft overtuigd dat de belasting betaald of de
uitvoerder voor minstens een gelijk bedrag, als waarvan
afschrijving wordt verlangd, is gedebiteerd.
Het oonseht-biljet moet worden voorzien van de ver
klaring van eenen gemeente tmblenaar, dat de uitvoer
werkelijk heeft plaats gehad.
Art. 6. Geene teruggaaf of afschrijving Van belas
ting heeft plaats, indien het consent-biljet niet binnen
acht dagen na de verschijning van den daarin uitge-
druktcn tijd van uitvoer, aan den ontvanger is aan
geboden of de in het voorgaand artikel bedoelde ver
klaring miBt.
Art. 7. Het aan den ontvanger behoorlijk afgetee-
kend en ter bekwamer tijd aangeboden consent-biljet,
wordt in het betrekkelijk register ingeplakt en onmid-
deïijk daarna de teruggaaf of afschrijving gedaan.
"Van de teruggaaf moet blijken door de naamteekening
iti het register van den uitvoerder of zijnen gemagtigden.
Door den ontvanger wordt de teruggaaf aangeteekend
op den rug van het document, dat ten bewijze van de
voldoening der belasting heeft gestrekt.
Art. 8. Aan hun die genot hebben van doorloopend
crediet, erediet op termijnen, entrepot of vrijdom voor
den rijks-aceijns, wordt hetzelfde genot, onder dezelfde
voorwaarden als door het rijk zijn vastgesteld, voor de
plaatselijke belasting toegekend.
Art. 9. Alle fabrieken, kelders, winkels, magazij
nen en andere bergplaatsen, toebehoorende aan of in ge
bruik bij wijnkoopers, slijters, logement en kroeghou
ders, zijn aan het toezigt van de ambtenaren der plaat
selijke belasting onderworpen.
Art. 10. Indien de ontdekking eener overtreding
aanhaling van goederen tengevolge heeft, kan, wanneer
de eigenaars of belanghebbenden tegenwoordig zijn, in
het daaromtrent op te maken proces-verbaal de inven
taris der goederen worden opgenomen in welk geval
de mede-onderteekening van den gemeente-ontvanger
wordt vereischt.
Art. li. Van ieder proces-verbaal wordt binnen drie
dagen na de opmaking, afschrift gezonden aan burge
meester en wethouders.
Art. 12. De in art. 1 en 5 bedoelde registers worden
aan den ontvanger niet uitgereikt, dan na alvorens door
den burgemeester te zijn genummerd en gewaarmeikt.
De in die registers voorkomende akten, ontvangen
een voor ieder jaar doorloopend nummer.
Bij het einde van. ieder jaar worden de registers
opgesloten en deze opsluiting door burgemeester en
wethouders, voor gezien geteekend.
Art. 13- Wanneer het in art. l bedoelde bewijs aan
het ieftvan zegel onderworpen is, wordt het afgegeven
op een gewoon formaat zegel en geheel ingerigt over
eenkomstig de strook in het register; zullende alsdan
de expeditie noch ingevuld noch afgesneden worden
doch mét een kruis worden doorgehaald en aan den
voet daarvan, van de afgegeven kwitantie op zegel wor
den melding gemaakt.
Art. 14. Alle inwoners der gemeente, bij welke zich,
bij het inwerking treden eene hoeveelheid van meer dan
twintig kannen Wijn bevindt, zijn daarvan de belas
ting verschuldigd en veTpligt, binnen acht dagen daarna,
schriftelijk de juiste hoeveelheid aan te geven bij den
gemeente-ontvanger, die van de gedane aangifte een
schriftelijk bewijs uitreikt.
Art. 15. De belasting op den aldus aangegeven Wijn,
wordt dadelijk ingevorderd, onder aftrek van het bedrag
der bereids betaalde gemeente belastingvolgens het
vroeger bestaan hebbend reglement.
De rekening van hen die crediet genieten wordt daar
mede bezwaard.
Art. 16. De bepaling van dé artt. 270273 en
277—282 der wet van 29 Junij 1851Staatsblad
No. 85worden gehouden alhier geinsereerd te zijn
en op de invordering dezer belasting toepasselijk ver
klaard.
Art. i7: Deze verordening trëedt in werking op 1
Jariuarij 1854 of zoo veel latér als de op heden vast
gestelde belasting op den Wijn in werking treedt.
Welke verordening bij afschrift zal worden mede
gedeeld aan Heeren Gedeputeerde Staten dezer provincie.
En zal deze worden geplaatst in de Goessche Courant
en daarvan op de gebruikelijke wijze afkondiging en
aanplakking geschieden waar het behoort.
Gedaan ten Raadhuize van Goes, den 15 Maart 1854.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PILAA.R.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
doen te weten
Datdoor den Raad dier gemeente in zijne verga
deringen van den 8 Augustus en 22 September 1853,
is genomen het navolgend besluit
Er zullen te beginnen mét den eersten Januarij 1854
op de hoofdsom van den rijks-accijns op het Gediste-
leerd ten behoeve der Gemeente geheven worden
a. 150 opcenten op het binnenlandsch Gedisteleerd
en de binnenlandsche Likeuren.
b. 90 opcenten op het buitenlandsch Gedisteleerd,
met uitzondering van de Likeuren, en
c. 60 opcenten op de buitcnlandsche Likeuren.
Almede zal er op het ingevoerde Gedisteleerd waar
van de rijks-accijns elders voldaan iseene belasting
geheven worden ten bedrage van f 18,per vat bin
nen of buitenlandsch Gedisteleerd van tien graden sterkte,
meerdere of mindere hoeveelheid naar evenredigheid, of
binnen- of buitenlandsche Likeuren.
Dat dit besluit door Z. M. den Koning bij Iloogst-
deszelfs besluit van den 25 Februarij 1854, No. 81,
goedgekeurd is, en de invoering mitsdien met den 1 April
eerstkomende zal plaats hebben.
Dat op den 8 Augustus en 22 December 1853, door
den genoemden gemeente-raad is vastgesteld de volgende
VERORDENING regelende de invordering der
plaatselijke belasting op het Gedisteleerd en
de Likeuren in de gemeente Goes.
Art. 1. De invordering der plaatselijke belasting op
het gedisteleerd en de likeuren zal geschieden:
a. Wat de opcenten op de hoofdsom van den rijks
accijns betreft, door den rijks-ontvanger tegelijk met
den accijnsovereenkomstig art. 2672e zinsnede der
wet van 29 Junij 1851, Staatsblad N°. 85.)
b Door den gemeente-ontvanger voor zooveel de
accijns elders betaald is.
Art. 2. Van de voldoening der belasting bedoeld bij
litt, a. van het voorgaand artikel, wordt geen afzonder
lijk bewijs afgegevenmaar daarvan naauwkeurig aan-
teekening gesteld aan den voet van 's rijks-kwitantie.
Van die bedoeld bij litt b. wordt een bewijs afgege
ven uit een register met strooken ingerigt overeen
komstig een nader vasttestellen model.
Art. 3. Tot dekking van den invoer, doorvoer en
vervoer binnen deze gemeente, van de in deze yeror-
deniug bedoelde dranken wordtmet betrekking tot
de plaatselijke belasting, vereischt en voldoet hetzelfde
document, dat ten aanzien van den rijks-accijns wordt
gevorderd.
Art. 4. De bepaling vau het voorgaand art. is niet
toepasselijk op den invoer van drankenwaarvan de
rijks-accijns elders voldaan is.
Bij dezen invoer, die niet anders dan met gewone
vaten, kruiken of flesschen mag geschieden en zonder
schriftelijke toestemming van den gemeente-ontvanger
geen plaats zal mogen hebben voor zons op- of na
zonsondergangen anders dan langs de openbare wegen
of vaart, moeten de dranken vergezeld zijn van het
bewijs, bedoeld bij het 2°.lid, van art. 2.
Tot dat einde geschiedt bij dien ontvanger van den
voorgenomen invoer vooraf sohriftrlijke aangifte, behel
zende al hetgeen ter invulling van het bewijs noodza
kelijk is.
Art. 5. Schippers of andere aanvoerders die met vaar
tuigen eenige belaste goederen aangebragt hebben, zullen
voor dat eenige oplossing vermag te geschieden zoodra
mogelijk en uiterlijk binnen 24 uren na de aankomst,
de vereischte aangifte doen; zullende daarvoor een con
sent tot oplossingzonder vervoer ontvangen.
Art. 6. Bij uitvoer van dranken in eene hoeveelheid
van minstens tien kannen, wordt teruggaaf of afschrij
ving der belasting verleend. Aan hem die teruggaaf
of afschrijving van belasting verlangt, wordt op zijne
schriftelijke aanvraag, door den ontvanger een consent
biljet tot uitvoer afgegeven uit een register, ingerigt
overeenkomstig een nader vast te stellen model.
Die afgifte geschiedt nietdan nadat de ontvanger
zich heeft overtuigd, dat de belasting betaald of de
uitvoerder voor minstens een gelijk bedrag als waarvan
afschrijving wordt verlangd, is gedebiteerd.
Het consent-biljet moet worden voorzien van de ver
klaring van een' gemeente-ambtenaar, dat de uitvoer
werkelijk heeft plaats gehad.
Art. 7. Geene teruggaaf of afschrijving van belasting
heeft plaats, indien het consent-biljet niet binnen acht
dagen na de verschijning van den daarin uitgedrukten
tijd van uitvoer aan den ontvanger is aangebodenof
de in het voorgaand artikel bedoelde verklaring mist.
Art. 8. Het aan den ontvangerbehoorlijk afgetee-
kend en ter bekwamer tijd aangeboden consent-biljet
wordt in het betrekkelijk register ingeplakt en onmid-
delijk daarna de teruggaaf of afschrijving gedaan.
Van de teruggaafmoet blijken door de naamteekening
in het register, van den uitvoerder of zijnen gemagtigden.
Door den ontvanger wordt de teruggaaf aangeteekend
op den rug van het document, dat ten bewijze van. de
voldoening der belasting heeft gestrekt.
Art. 9. Aan hen die genot hebben van doorloopend
crediet, crediet op termijnen, entrepot of vrijdom voor
den rijks-accijns, wordt hetzelfde geuot, onder dezelf
de voorwaarden, als door het. rijk zijn vastgesteld, voor
de plaatselijke belasting toegekend,
Art. 10. Alle fabrieken, kelders, winkels, magazijnen
en andere bergplaatsen, toebehoorende aan of in ge
bruik bij slijter»tapperslogement- en kroeghouders,
en andere handelaren in gedisteleerd en likeurenzijn
aan het toezigt van de arnbtenaren der plaatselijke be
lasting onderworpen.
Art, 11. Indien de ontdekking eener overtreding,
aanhaling van goederen ten gevolge heeft, kan, wanneer
de eigenaars of belanghebbenden tegenwoordig zijn, in
het daaromtrent op te maken proces-verhaal de inven
taris dier goederen worden opgenomen, in welk geval
de mede onderteekening van den gemeente-ontvanger
wordt vereischt.
Art. 12. Van ieder proces-verbaal wordt binnen drie
dagen na de opmaking afschrift gezonden aan burge
meester en wethouders.
Art. 13. Wanneer het in -art 2 bedoelde bewijs aan
het regt van zegel onderworpen is, wordt het afgegeven
op een gewoon formaatzegel en geheel ingerigt over
eenkomstig de strook van het register, zullende alsdan
de expeditie niet worden ingevuld noch afgesneden
doch met een kruis worden doorgehaald en aan den
voet daarvan van de afgegeven kwitantie op zegel wor
den melding gemaakt.
Art. 14. Alle inwoners der gemeente, bij welke zich
bij het in werking treden dezer verordening, eene hoe
veelheid van meer dan vijf kannen gedisteleerd of likeur
bevindt, zijn daarvan de belasting verschuldigd en ver-
pligt. binnen tweemaal 24 urén daarna, schriftelijk de
juiste hoeveelheid en soort dier dranken aan te geven
bij den ontvangervolgens een kosteloos bij hem te
verkrijgen aangift-biljet.
Art. 15. De plaatselijke belasting op de aldus aan
gegeven dranken, wordt binnen acht dagen ingevorderd
en daarvan bewijs uitgereiktbehoudens de jbepaling
van art. 8.
Bij de berekening dier belasting wórdt afgetrokken
het bedrag van het bereids volgens het vroeger bestaan
hebbende reglement betaalde.
Art. 16. De art. 270. tot en met 273 en 277 toten
met 282 der wet van den 29 Junij 1851 Staatsblad
no. 85.) zijn op deze verordening van toepassing.
Welke verordening bij afschrift zal worden medege
deeld aan heeren Gedeputeerde Staten dezer provincie.
En zal deze worden geplaatst in de Goessche Cou
rant en daarvan op de gebruikelijke wijze afkondiging
en aanplakking geschieden waar het behoort.
Gedaan ten raadhuize van Goes den 15 Maart 1854.
Burgemeester en Wethouders,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PILAAR,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
doen te weten
Dat door den raad dier gemeente, in zijne openbare