GOESSCHE COURANT. MAANDAG 13 FËBRUADIJ. No. in. 41"" Jaargang. PUBLICATIE. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags avondsuitgezonderd op feestdagen. De prijs per kwartaal is f .*,75, franco per post f ó,90. Gewone adv er ten tien worden a 20 ets. de regel geplaatst. Geboortehuwelijks- en doodberigten. van J—óregels d f20, behalve het cegelregt. De inzending van advertentien moet geschieden vóór drie uren des namiddag, biiwüii mmimmmim BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES. herinneren bij deze de Ingezetenen dezer Gemeente aan de bepalingen der wet san den 26e Ventose, 4e jaar betrekkelijk de zuivering der Hoornen Struiken en Hagen, san Rupsennesten, Ringen en Netten welke voor deze Provincie serpligtend is gemaakt bij hel Decreet tan den 8 November 1810 en na der gepubliceerd bij Publicatie san Heeren Gedepu teerde Staten dezer Provincie, van den 26 Januarij 1826 en manen dezelve, ter bevordering san hun eigen belang en dat van hunne naburen dringend aan, om binnen den bij de wet bepaalden tijd, hunne in eigendom of gebruik toebehoorende Hoornen, Struiken en Hagen, van de daarin aanwezige Rupsennesten te zuiveren ten einde niet te vallen in de kosten en straffen daarop gesteld1 als zullende aanvankelijk tegen 6 Maart eerstkomende, en voorts tan 14 tot 14 dagen zoo lang bet saisoen liet nemen van maatregelen tot wering van Rupsen zal toelaten daarop naauwkeu- rige Schouwingen gebonden en legen de nalatigen Proces-Verbaal opgemaakt worden, volgens de wet. Gedaan ten Raadhuize van Goes, den 1 1 February 1854. Burgemeesteren Wethouders voornoemd, M P. BLAAUBEEN. De Secretaris II. C. PI L A A li. BEKEHHbXARIMG. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen bij deze ter kennis van een ieder die het aangaat Dat de Gemeente Raad in zijne Openbare Verga dering san heden, overeenkomstig liet bepaalde hij art. 265 der Gemeente-wet heeft vastgesteld het tweede Supietoir Kohier van BEEASTING op de HONDE N, voor deze Gemeente, o»er den jare 1856 hetwelk Ier Secretarie dezer Gemeente ter lezing go- legen heeft van den 7 Januarij ji. Dat genoemd Kohier andermaal ter lezing is neder- gelegd, Ier Secretarie dezer Gemeente, tan lieden af lot Maandag den 20 Februari) aanstaande van des voormiddags negen tot des namiddags twee ure. En dal ieder aangeslagene binnen dien tijd tegen zijnen aanslag bij Heeren Gedeputeerde Staten in be roep kan komen. En opdat zulks algemeen bekend zij, zal deze worden afgekondigd aangeplakt en geplaatst in de Góessche Courant. Gedaan ten Raadhuize van Goes, den 11 February 1854. Burgemeester en Wethouders voornoemd M. P, BLAAUREEN. De Secretaris, I). C. PIL A A R. AftVERTEOTIE- Het PLAATSELIJK BESTUUR van GOES ver wittigt de ingeschrevenen voor de Nationale Militie van dézen jare dat de AIphabetische Naamlijstvan alle de personen die aan de ilgling van dit jaar moeteD deel nemen ter visie van elk en een iegelijk zal liggen op het Raadhuis tan Maandag den J3 tot Maandag den 27 February .f854 des mor gens van negen tot des namiddags twee ure ten einde een ieder in staat zoude zijn om ingeval hem op die lijst eenige personen of omstandigheden moglen voorkomen die op dezelve nog zouden be boeren te worden aangeteekend of daarvan moeten •worden weggelaten daarvan aan den Heer Militie- Commissaris kennis te geven met last zich op den 4 MAART 1854, des morgens ten tien ure te be vinden te Goes, in de g oote Geregtszaai op het Raadhuis, ten einde aldaar voor de dienst der JNA- TIONALE-MILITIE te LOTEN en redenen van vrijstelling hebbende', die sdsdan'op Ie geven; ais- mede om de bewijzen tot staving derzelve en bij de wet gevorderd, uiterlijk binnen vijf dagen na de lo ting over te leggen aan hel Bestuur der Gemeente. Goes, den 11 February 1854' Het Plaatselijk Bestuur voornoemd M. P, BLAAUREEN. De Secretaris II. C. PILAAR. OPENBARE~\ERGADERliG VAN DEN GEiVEIlVTE-KAAI» TE «OE®. ZITTING VAN 11 FEBRUARIJ 1854. Tegenwoordig 10 leden en de secretaris, afwezig de heer Sowtendam wegens uitlandigheid. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en gearresteerd. De voorzitter deelt mede, dat ontvangen is het Pro vinciaal Blad n°. 148, waarbij zijn vastgesteld de jaar wedden van den Burgemeester, de Wethouders en den Secretaris. ZEd. verzoekt den secretaris voor eenige oogenblik- ken de vergadering te verlaten en belast den griffier met liet voeren der pen. Hieraan voldaan zijndezegt ZEd. dat de jaarwed den van den burgemeester en de wethoudersdoor Z. M. zijn bepaald, zoo als door den raad voorgedragen is; dat de jaarwedde van den secretaris daarbij is bepaald op 1.000 niettegenstaande daarvoor door den raad in de begrooting van 1852 reeds 1200 was voorge dragen. Gedeputeerden hebben toen en ook voor 1S53 verlangd, dat, in afwachting van het daaromtrent te ne men besluit, het cijfer van de vroegere jaarwedde van den secretaris ad 900 werd uitgetrokken De secretaris heeft alzoo over die beide jaren slechts 900 'sjaars genoten; het komt burgemeester en wet houders voor, dat, vermits nu de jaarwedde op ƒ1000 bepaald is, zulks moet terugwerken op de jaren 1852 en 1853 en dus over die jaren nog f 200 aan den secretaris behooren uitbetaald te worden. Wanneer de raad dit gevoelen deeltdan verzoeken burgemeester en wethouders autorisatie van den raad om die f 200 te betalen uit den post van onvoorziene uitgaven over 1853; zijnde daarvoor overschrijving op de begrooting voorgedragen en toegestaan. 17e bera dslagingen geopend zijnde, vraagt de heer van der Meulen inlichtingof de raad wel bevoegd heid heeft om het besluit van Z. M. den Koning te doen terugwerken Daar het nieuwe tractement eerst kort geleden bepaald is zou hij het moeijelijk achten dit over vorige jaren te doen terugwerken De voorzitter vermeent, dat de bepaling der jaar wedden tot 1852 moet wordect teruggebragt, omdat de gemeente besturen waren aangeschreven de sommen voor jaarwedden van burgemeester, wethouders en secretaris, als crediet-posten te brengen, en dit alzoo in vol veerde dat de nadere bepaling van Z. M. den Koning daarop toepasselijk zijn zou De heer S. Vader appuijeert het denkbeeld des voor zitters volgens ZEd. was de verhooging van jaarwedde door den raad voorgedragenhet gevolg van vermeer derde werkzaamheden en moet dus dio verhooging terug werken van het tijdstip der erkenning van die daadzaak. Het voorstel van burgemeester en wethouders in om vraag gebragt zijndewordt met algemeene stemmen aangenomen. De Secretaris wederom in de vergadering terugge komen hervat zijne werkzaamheden en stelt de voor zitter het volgende punt aan de orde. ZEd. herinnert, dat de sasmeester over 1853 eene percentsgewijze .belooning heeft genoten dat naar den maatstaf van vorige jaren voor die belooning f 540 op de begrooting stond uitgetrokkendat door de meer - dere scheepvaart die belooning bedraagt f 690,57i en alzoo f 150,57J meer, dan waarover burgemeester en wethouders kunnen beschikken. Ook voor dezen post overschrijving op de begrooting toegestaan zijnde, verzoeken-zij autorisatie om die som te imputeren op den post voor onvoorziene uitgaven Waartoe zonder discussie met algemeene stemmen besloten wordt. De voorzitter zegt -. dat bij resolutie van den raad van 14 Januarij 1852 is bepaald dat de gemeente ontvanger als zoodanig zou genieten. f 800, alsmede tot tijd en wijle de herziening der belasting zou hebben plaats gehad, eene toe lage uit de plaatselijke belastingen voor de inning derzelve - 600,— dus te zanten 1400. Intusschen is daaromtrent ingekomen eene missive van Gedeputeerde Staten van den 31 December 11., die. vermeenen, dat dit met de gemeente-wet strijdt, omdat door eene dergelijke wijze van beloonen, het voorschrift van art. 104 der wet, hetwelk wil, dat de jaarwedde van den ontvanger door Gedeputeerde Statenonder goedkeuring des lconings bepaald wordt, zou verijdelen. Alvorens dus daaromtrent een voorstel aan den ko ning te doenwenschen zij nader te worden ingelicht omtrent de bedoeling van den raad, en is het uit dien hoofdedat burgemeester en wethouders als hun ge- gevoelen mededeelen, dat hun de belooning des ontvan gers te hoog voorkomtvooral met liet oog op liet herzien tinantie-stelselzij vertrouwen dat de diensten en werkzaamheden aan die betrekking verbonden, behoor lijk beloond zouden zijn met eene jaarwedde van 1000, doch dat, door die jaarwedde op f 1000 te bepalen de actuele titularis een verlies in zijne inkomsten zon lijden van 400 's jaars en cle billijkheid medebrengt hem hierin tegemoet te komen. Burgemeester en wethouders stellen mitsdien voor om de jaarwedde van den gemeente-ontvanger voor het vervolg te bepalen op f 1000, doch ten aanzien van den tegenwoordigen titularis vast te stellen op f 1200 zulks zonder consequentie voor zijne opvolgersdie slechts f 1000 zullen genieten. De heer van den Bosch vraagt of er bij de missive van Gedeputeerde Staten eenig voorstel gedaan wordt, betgeen de voorzitter ontkennend' beantwoordt. De heer vanden Bosch ziet zwarigheid om, zoo als wordt voorgesteld., de jaarwedde te bepalen en vast te stellen; daar art. 104 der gemeente-wet, het vaststellen aan Gedeputeerde Staten opdraagt. De voorzitter zegt, dat het alleen is, om het gevoe len van den raad te leeren kennen het hoorenzoo als dat zelfde art. zegt. De heer van den Bosch meentdat Gedeputeerde Staten het gevoelen van den raaduit de begrooting genoegzaam kennen. Waarop de voorzitter wederom antwoordtdat het juist de voordragt der begrooting isdie Heeren Ge deputeerde Staten tot de bedenking heeft gebragt; Ge deputeerde Staten vragen of de raad er wel op bedacht is geweest, dat voor jaarwedde als gemeente ontvanger slechts 800 is uitgetrokken en de f 600 voor het innen der belastingen, qua talis, niet meer mag gegeven worden. Niemand verder iets meer in het midden brengende, wordt het voorste] met algemeene stemmen aangenomen. De voorzitter herinnert de vergaderingdat door Z. M. reeds een gedeelte van het nieuwe belastingstelsel is goedgekeurd en er gegrond uitzigt bestaat, dat wel dra ook het overige zal goedgekeurd worden en burge meester en wethouders van oordeel warendat het ge heel finantieel stelsel in 1854 in .werking zou kunn.tt worden gebragt. "Van daar het gedaan en goedgekeurd voorstel tot ontslag met 1 April van sommige ambtenaren, die door deze organisatie overbodig werden en dat daarmede gepaard moest gaan. Intusschen was de begrooting voor 1854 geschoeid op liet oude tinantie-stelsel en hebben burgemeester en wethoudersom eene eindelooze verwarring in onze finantien voor te komende bereids gearresteerde en ingezondene begrooting terug gevraagd, omdat zij liever

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1854 | | pagina 1