«OESSCIIE
No. OM.
MAANDAG 28 NOVEMBER
t MitiitlTMTiii
OPENBARE VERGADERING
GEMEENTE-RAAD TE GOES.
1853.
De uitgave dezer Court nt geschied/ Maandags
per post Jf)t>. Gewone
doodde
en Donderdags avonds, uitgezonderd op feestdagen. De prijs per kwartaal is J./a,
adrerteutien worden a SO ets. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en
gtenvan J6 regels a i J ,20 behalve, het zegeiregc.
fraste*
De GEMEENTE-RAAD van GOES heeft ten vo-
rigen jare met genoegen opgemerkt de algemeene me
dewerking, wélke de toen genomene proef om het
nieuwejaar-wenschen of bedelen der armen aan de huizen
der burgers tegen te gaan en te doen vervangen door
eene UITDEELING van EETWAREN en BRAND
STOFFEN aan de INGEZETENE ARMEN, heeft
ondervonden.
Hij neemt daaruit aanleiding, om de ingezetenen op
nieuw uit te noodigen, op Nieuwjaars-dag geene hand
reiking van centen aan hunne huizen te doen maar
tot eene soortgelijke nitdeeling als voorleden jaar heeft
plaats gehad, eene gift beschikbaar te stellen voor den
Raad, welks leden zich met het ophalen derzelve, bin
nen veertien dagen na heden zullen belastenwaarna
de te doene uitdeeling zal worden geregeld naar mate
van de beschikbare som.
De buitengewone duurte van die levensmiddelen welke
tot de bedeeling in aanmerking kunnen komen, zal den
aandrang verschoonen met welken de Raad tot ruiipe
deelneming vermeent te moeteu opwekken.
Gedaan in de openbare vergadering van den gemeente
raad te Goes, den 24 November 1853.
M. P. BLAAUBEEN,
Voorzitter.
H- C. PILAAR,
Secretaris
a©¥SRTENTIBN.
BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van GOES, noodigen een ieder
uitdie genegen is te solliciteren naar de betrekking
van OPZ1GTER der wegen en werken dezer gemeente,
zich daartoe aan te melden voor of uiterlijk op zaturdag
den 10 December eerstkomende, bij eigenhandig ge
schrevene briefjes, in eene op de secretarie geplaatste bus.
De jaarwedde aan die betrekking verbonden is door
den gemeente-raad bepaald op f 400,00 en de te be
noemen persoonzal met den eersten Januarij 1854
moeten in funetie treden.
Gedaan ten Raadhuize van Goes, den 26 November
1853.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
H. C. PILAAR.
DI4CENEN BIJ DE HERVORMDE GEMEENTE
TE GOES Terblijden zich. wederom dank le kunnen
zeggen, voor twee ertra giften in de kei k colleelen op
gisteren onltangen en wel eene van f 10 en eene
ran f 2,50. De milde gevers ontvangen daarvoor de
erkentelijkheid der armen terwijl het Diacenen een,
streelend genoegen is, le zien, dat htfnne voortdurende
zorg roor de armen medewerking en goedkeuring
mag ondervinden.
Goes, 28 November (852.
M. de JONGII, President.
J. C. DOM1MCUS VAM PEA BOSSCHE. Secrel.
Goes. 24 November 1853.
De directie der Zuidberelandse.he Dorc.is, genoot
bet voorregt bare jaarlijksche bedeeling thans eene
maand vroeger dan gewoonlijk le kunnen doen.
Zoowel de ijver der leJen als de dankbaar onder
vonden werkdadige hulp van sommige onzer stadge
nonten stélde ons daar toe in slaat.
Een aangeiiaain gevoel gaf liet óns, in eenen tijd
als dezen bij de veelvuldige behoeften v ozer armen
nu reeds deze uitreiking le doen; zij bestond uit de
navolgende kleedingslnkken als: 135 HHMBDEN
21 ROKKEN, 14 DEKENS. 18 LAKENS, 36
SCHORTEN. 14 PAAR KOUSEN. 2 SCHOU
DERMANTELS en 26 LUIJERMANDEN.
Onder dankbetuiging aan de inleekenaren welke
onze iniigting door nnbekiompene liefdadigheid hel
pen in stand houden en bevorderen nemen wij de
vrijheid dezelve üij voortduring liefderijk aan te
bevelen.
ZITTING VAN DEN 24 NOVEMBER 1853.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen en
gearresteerd.
De voorzitter berigt, dat de stukken welker behandeling ter
vorige vergadering is aangehouden, nog niet bij al de leden
des raads ter kennisueming zijn geweest, zoodat zij ook nu
niet kunnen behandeld worden.
Uit de vorige notulen vloeit dus alleen voort, het rapport
door burgemeester en wethouders te doennopens het af
breken van den kaaikloktoren, annexe poort en nevenstaan
de gebouwen. Hij noodigt den heer van Kerkwijk uit, als
het best met die zaak bekend, daaiomtrent verslag te doen.
Deze daaraan voldoende, berigt, dat zoo als de leden zul
len opgemerkt hebbende toren van de ganzepoort reeds
gesloopt is.
Nopens de tegen de poort en kaaikloktoren staande ge
bouwen, heeft ZKd. de eigenaren, N. Vektregt en G. van
de Velde gesproken en met de zienswijze van den raad be
kend gemaakt. Beiden erkenden volmondigdat het afbre
ken veel tot sieraad van de stad zou bijbrengen en bel ge
vaar voor rijtuigen grootendeels zou wegnemen indien de
poort c. a. afgebroken werd.
De lieer van de Velde beeft daarbij opgegeven van zijn
eigendom te trekken 1.huur per week, terwijl de las
ten en het onderhoud zeer gering zijn. Vertregt geeft op
eene huur te genieten van 2, - *s weeks terwijl de las
ten slechts 7,bedragen en de reparatien mede zeer ge
ring zijn.
Beiden hebben verklaard gaarne te willen medewerken
tot het beoogde doel en bieden zeer belangloos hunne eigen*
(lommen., de eerste voor f 1000, de tweede voor 2000,
aan, terwijl burgemeester en wethouders vermeenen dat
300 en 600 ruim voldoende zouden zijn, om de eigenaars
voor hun verlies schadeloos te stellen.
De voorzitter zegt, dat na het gehoorde de leden van den
raad overtuigd zullen zijn dat thans slechts twee wegen
openstaan 1<>. om eene som te fixerenwaarvoor burge
meester en wethouders gemagtigd worden, met de bedoelde
eigenaren eene overeenkomst aan te gaan en 2o. of wel om
met het afbreken voort te gaan en de huizen te laten staan,
als zij niet omvallen.
De heeren S. Vader zegt dat poorten, torens en dergelijke
geen aliënabel goed zijn, waarop dus derden geen regtheb
ben kunnen verkrijgenook niet door prescriptiede poort
kan dus afgebroken wordenzonder dat men verantwoor
ding schuldig is, aan degenen, die tegen die poort eenig ge
bouw hebben gesteld en willen de belanghebbenden, zoo
als uit.de opgaaf van den wethouder van Kerkwijk schijnt
te blijken, in geene billijke schikking treden, dan zou hij
adviseren oin met de zaak voort te gaan, zij moeten dan
maar hebben wat er toe staat.
De voorzitter verklaart nopens bet regt der gemeente tol
afbraak, volkomen eens te zijn niet den lieer S. Vader; dit
is onbetwistbaar,
De beer van der Meülen vraagt, als de pooit afgebroken
wordt of dan de toren en klok kunnen blijven, daar zulks
nog al Van belang is voor de bewoners aan dien kant.
Waarop de voorzitter antwoordt, dat zulks daar ter plaatse
niet kan, maar in de nabijheid daartoe wel eene goede ge
legenheid te vinden zou wezen.
De heer Vekvenne geeft in bedenking, om met de eige
naars der gehouwen nog eens te spreken en te zien of zij
niet vóór overtuiging vatbaar zijn, en hunne eigendommen
voor de sommen door denbeer van Kerkwijk aangegeven,
zouden willen verkoopen.
De voorzitter vraagt of al de leden zich daarmede kunnen
vereenigen waarop de heer Verschoor aanmerkt, dat de
voorgestelde sommen nog ruim moeten geacht worden, doch
welk voorstel niet algemeene stemmen aangenomen wordt
Aan de orde is het rapport der vaste commissie voor het
armwezen, hetwelk met aide bijlagen bij de leden van den
raad i's rondgezonden.
De voorzitter zegt, dat het burgemeester en wethouders is
voorgekomen, alvorens dit hoogst belangrijk stuk bij den
Raad in overweging te brengen, dat het voegzaam en nood
zakelijk is, die stukken te stellen in banden van de betrok
kene armbesturenom daarop te dienen van raad en berigt
en hunne bedenkingen daarop welligt rijzende mede te
deelen, hij stelt alzoo voor de stukken in de eerste plaats
te zenden aan den breeden kerkenraad, om met de belangen
der diaconie te overwegen en dan aan het algemeen arm
bestuur Over té brengen.
Waartoe wordt helsloten.
Wordt gelezen missive van den breeden kerkenraad der
hervormde gemeente van den 17 dezer; waarin hij te kennen
geeft, met blijdschap vernomen te hebben, dat bij raadsbesluit'
van 8 Augustus II. is besloten, op de begrooting der gemeente
600,uit te trekken, voor de diaconie voor de dienst van
1854, ter nadere beschikking en beoordeeling van den raad.
De kerkenraad ziet zich genoodzaakt op eene bepaalde
toezegging van die 600,aan te dringen, en heeftten.
einde de behoefte dgaraan te staven bij zijiie missive een
afschrift der diaconie begrooting voor 1854 gevoegd; waaruit
van de noodzakelijkheid en behoefte aan de f 600,blijkt;
zich overigens bereid verklarende om door eene commissie
uit ziju midden al die inlichtingen te geven, welke de raad
mogt verlangen.
Na die voorlezing zegt de voorzitter dat het z. i. prema
tuurzijn zou daarop nu reeds te beslissen, in de eerste plaats
omdat de gemeente begrooting nog niet goedgekeurd is en
het zeer gewaagd zijn zou definitief over eenen daarop ge-
bragten post te beschikken; in de tweede plaats, omdat het
aanhapging punt, zoo even behandeld, tot reorganisatie van
het armwezen, daarop van invloed kon zijn en ten derden
dat eene begrooting uit den aard der zaak altijd eenigszinft
hijpolhetisch is en daaruit niet van eene bepaalde noodza
kelijkheid blijken kan, maar alleen uit de zaak zelve.
Hij stelt op dien grond voor deze zaak aan te houden tot
nadere gelegenheid.
De heer van den Boscn zegt het voornemen gehad te
hebben om voor te stellen om althans in deze vergadering
niet op dit verzoek te beslissen; hij heeft inzage genomen
van de diacönie-begrooting, maar deze bewijst volstrekt de
behoefte niet; hij zou I), v.. wel gewenscht hebben die be-
gpooling in handen eenei' commissie gesteld te zien zoo als
in die van de vaste commissie voor het finantiewezen ten
einde nadele inlichtingen te vragen; hij beeft althans uit dp
begrooting geen licht ontvangen en appuijeert daarom bet
voorstel des voorzitters.
Alzoo besloten en mitsdien aangehouden.
De voorzitter herinnert, dat bij besluit van den 24 Maart 11.
door den raad is besloten de betrekkingen van architect en
onder-architect dezer gemeente af te schaffen en eenen op-
zigter voor de gemeente-wegén en werken aan te stellen
Burgemeester en wethouders stellen voor daaraan een
begin van uitvoering te geven, door met 1« Januarije. k.
aan den heer L. P. de Lannee de Betrangourt een eervol
ontslag te verleenen als architect en aan a. tan Leent als
onder-archilect dezer gemeentenen om ter volgende verga
dering over te gaan tot de benoeming van eenen opzigter dér
gemeente wegen en werken en diens helooning vast te stellen
op 400,'sjaars, zoo als bij de begrooting is uitgetrokken.
De heer S. Vader geeft als zijne meening te kennen, dat
die jaarwedde reeds bepaald is uitgetrokken.
De voorzitter zegtdat voor iedere nieuw te doeue be
noeming volgens de wet de jaarwedde bepaald moet worden-
In dat geval vermeent de heer s. Vader dat do voorge
stelde belooning te gering is; z. i. behoeft men iemand van
veel zijdige bekwaamheden, omdat de eigendommen der ge
meente nogal aanzieulijlc zijp, en zoodanig iemand zal men
voor 400,niet verkrijgen.
De voorzitter merkt op, dat de bedoeling niet is geweest,
om iemand van die veelzijdige capaciteiten le benoemen, die
in staat is groote gebouwen of plans van werken, daar te
stéllen. Mogt dit benoodigd wezen, dan zal men van zelfs,
tegen gewone betaling de toeylugt moeten nemen tot den
beer de Lannee of eenig ander bekwaam persoon. Maar het
doel dezer benoeming is bet opdragen van een toezigt over
die gewone en dagelijksche kleine werken waaiwor eene
belooning van 400,voldoende moet.geacht wordeü.
De heer S. Vader kan dit niet toegeven; de nabijheid van
het sas maakt het z i. noodzakelijk altijd iemand in deua-
bijheid te hebben, die tot- toelichting eu rhnJp gereed is;,
hij brengt hulde aan de bekwaamheden van den. wei houder
met de fabricage, belast.maar dit: kon^veranderen en voor
de loe.komst acht hij- het mitsdien volstrekt no'od.ig iemand
te hebben die knap is en meer bekwaam, dan intin voor
eene bezoldiging van f 400.kan of mag verwachten.
De voorzitter deelt het bezwaar van den heer S. Vader
niet nopens het sasomdat, wij in ons midden eenen ingér
nieur van den waterstaat hebben; die met: toestemming des.
ministers reeds een paar malen zijne diénsten heeft verleend;
het vóovuitzigfc bestaat, dat wij wel in het hezil van een'
ingenieur z.ulien blijven en voor de gehouwen kan men tegen
betaling gebruik maken van den heer de Lannee.
De heer S. Vader betwijfelt of die heer met zoo veel zèle
en ijver de gemeente zaken zal behartigen, als wanneer hij
gemeente-ambtenaar is; terwijl voor het sas oogenlnikkelijke
hulp en veel capaciteiten vereisebt worden.
De heer van den bosch merkt op, dat die zaak is uitge
maakt dat in der tijd de heirekkingen waar van sprake is
zijn afgeschaft en dat hier dus alleen tot de uitvoering, van
dat besluit moei overgegaan worden.
De heer S. Vader voert daartegen aan, dat het hem on
verschillig is welke benaming menden te benoemen persoon
zal geven maar van de som alles afhangt.
De heer van den bosch betwijfelt of het wel noodig is
dit nu te bepalen, hetgeen door den voorzitter wordt staande