(ÏOESSCHE COURAI1 1853. MAANDAG IS SEPTEMBER. mmmm abushistmtzsil BEKENDMAKING. m id. I)e viigave dozer Gov rem l geschiedt Maandags en Donderdags avonds, uitgezonderd op Feestdagen. J)e Prijs per Kwartaal is f J,75, Franco per Post f .f,90. Gewone Adverlenfien worden a °20 ets. de regel geplaatstGeboorteHuwelijk Doodhei igtenvan J-^-6 regels a f J,20 behalve het Zege.lregt. hs- en De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van •GOESdoen te wetendat door den Raad dier Ge meente, in zijne vergadering van den 1 Julij ji. is vastgesteld de volgende verordening VERORDENING 01» het bouwen, -ifruf,ken EN herstellen VAN bijzondere eigendommen- IN de gemeente goes. Art. 1. Het is verboden binnen deze Gemeente of haar grondgebied, aan de straat of den openbaren weg te .bouwenzonder toestemming van Burgemeester en Wethouders. Art. 2 Bij het daartoe aan Burgemeester en Wet- .houders in te dienen verzoekschriftmoet eene teeke- ning gevoegd zijn van den grondslag, waarop en den .stand waarnaar men den gevel of de muren zal willen optrekken. A r.t. 3. Geene nieuwe stoepen zullen gelegdnoch de bestaande verbreed of vergroot wordenzonder voor afgaand verlof van Burgemeester en Wethouders. Art. 4. liet is verboden aan de gehouwen of op de stoepen buiten den gevel uit stekende of vooruitstaande getimmerten, als: port.iquesbalkons, winkelkasten, luifels, pothuizen en dergelijke daar te stellen, zonder toestemming van Burgemeester en Wethouders. Ten aanzien van deze is de bepaling van art. 2. van toepassing. Art. 5. Geene deuren, vensters of luiken, mogen aait eenigerlci gebouw worden aangebragtwelke ver der openslaan dan liet erf van den eigenaar van het gebouw, waartoe zij behooren. Art. 6. liet is verboden kelderluiken en dergelijke met uitstekende scherpe punten te voorzien; regenbak ken en welputten zullen steeds behoorlijk geslotenof van een voldoend rasterwerk omgeven of gedekt moe ten zijn. Art. 7. Wanneer eenig gebouw muur, schoorsteen .of ander metsel of timmerwerk zoodanige kenteeke- uen van bouwvalligheid vertoont, dat Burgemeester en Wethouders, na onderzoek van een of meer deskundi gen het voor de belendende gehouwende voorbij gangers of andcrzints gevaarlijk oordeelen, zal de ei genaar of diens lasthebber verplig.t zijn, op schriftelijk bevel van Burgemeester en Wethouders het bouwvallige te herstellen of af te breken binnen den door hun ■daartoe gestelden termijn. Art. 8. Niemand zal een gebouwloods of eenigen anderen opstal geheel of gedeeltelijk mogen slopen, af- of uitbreken, zonder voorafgaand schriftelijk verlof van Burgemeester en Wethouders. Art. 9. Behalven de eigenaar van liet gesloopte, af- of uitgebroken perceelzullen ook de Ambachtslieden of werklieden, die zonder zoodanig verlof de slooping af- of uitbreking hebben aangevangen of volbragtals overtreders strafschuldig zijn. Art. 10. Binnen den tijddoor Burgemeester en Wethouders bij hun schriftelijk veriof te bepalen moet de .slooping, af- of' uitbreking zijn afgeloopen, de grond waarop het gebouw gestaan heeftgelijk ge maakt, de gaten door het uithalen dor grondslagen ont staan, de keldeis regenbakken en dergelijke, behoor lijk gedempt en de gelieele oppervlakte met den beganen grond zijn aangehoogd en met een muur of heining van de str.aa't afgesloten. Art. 11. Muren en heiningen tot scheiding van hui zen opene plaatsen en tuinen daar te stellen, moeten .eene hoogte hebben van twee el twee palm, boven de ■oppervlakte van het hoogste erf. {art. 690 Burg. Welb.) Art. 12. Hij die in de nabijheid vangemeene of niet o-erneene muren een putriooi of secreet laat graven eene stookplaatsoven of fournuis wil metseleneen stal of mestbak wil bouweneen magazijn of pakhuis van zout of eene verzamelplaats van bijtende stollen wil Aanleggen of andere schadelijke of gevaarlijke werken wil daarstellenis verpligt eene tusschenruimte te la ten of te maken van ten minsten 7 palmengemeten uit den buitenkant der voorschreven muren. {art. 703 Art. 13. Binnen de bebouwde kom der gemeente en in de voorstadmogen de daken der gebouwen niet anders dan met leijen pannen tegels of andere on brandbare zelfstandigheden gedekt worden. Art. 14. Alle schoorsteenpijpen moeten buitendaks worden opgemetseldminstens ter hoogte van een ne der!. el boven de nok en van twee nederlandsche ellen buiten het dakwanneer zij aan de zijden der gebou wen uitkomen. Art. 15. De schoorsteenen en stookplaatsen, ovens of- fournuizen moeten zoodanig worden ingerigt en za- mengesteld, als door Burgemeester en Wethouders na bekomene aanwijzing door of van wege de belangheb benden zal worden voorgeschreven. Art. 16 Geene gebouwen binnen de bebouwde kom der G'.meente mogen gemaakt of ingerigt worden tot berging van hooi of stroo, zonder vergunning van Bur gemeester en Wethouders. Art. 17. Zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders, mogen geene straten of wegen worden af gesloten noch steigers of palen gesteld op of tegen den grond of andere eigendommen der gemeente. Art. 18. Een ieder is verpligt het van de daken en dakgoten afvallende of uit de gebouwen uitvloeijende water, door middel van pijpen tot op den grond te geleiden. Art. 19. Niemand mag op de havenwaterleidin gen of hoofdriolen dezer Gemeenteeenige particuliere riolen afleiden of uitloozings middelen daarstellen noch de bestaande verbroeden of verruimen, zonder schrifte lijke vergunning van Burgemeester en Wethouders. Art. 20. De eigenaren van koe- of paardenstallen zijn verpligt voor eene behoorlijke afwatering te zorgen die waterleiding moet voorzien zijn van eenen ijzeren Tooster met opstaande pijlen met tussohenruimte van één nederlandschen duimbij vorst moeten alle roosters zoodanig worden digt gemaakt, dat de afloop van do aalt wordt voorgekomen. Art. 21. Al hetgeen iu strijd met de vorenstaande bepalingen mogt worden daargesteldondernomen of nagelaten, zullen Burgemeester en Wethouders desnoods ten koste der overtreders, kunnen doen wegnemen, be letten of vevrigteu. Art. 22. De overtreding van de bepaling dezer ver ordening, voor zoo verre daartegen bij de wet, bij al- gemeenen maatregel van bestuur of bij provinciale ver ordening niet is voorzien, wordt gestraft met geldboete van f 1,tot f 25,en gevangenisstraf van 1 tot 3 dagen, te zamen of afzonderlijk. Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Zeeland volgens hun berigt van den 16 Julij 1853 N°. B 60in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschiedwaar het be hoort den 10 September 1853. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. F. BLAAUBEEN, De Secretaris, H. C. PILAAR. SCHOUWING DER WEGEN. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER es WETHOUDERS van GOES. Ter voldoening aan de bepalingen van hel Regle ment op het beheer en onderhoud, en de policie der Buurtwegen en Voetpaden, in deze provincie, .dato den 6 Julij 1838 in deze Gemeente voor zoo veel de Buurtwegen aangaat, ingevoerd hij Publicatie van den 4 Mei 1844. Zullen op Woensdag den 2SSeptember 1853, Schouw houden, over alle de Buurtwegen in deze Gemeente; en worden mitsdien de wegpligtigen en verdere be langhebbenden aangemaand en gewaarschuwd om te zorgen, dat de voorschreve wegen in behoorlijken staat en geëffend zijn dal alle Laagten, Slagsporen. Gaten en Putten behoorlijk aangevuld, en de kanten, der wegen van distels brandnetels eri verdere ruigten, gezuiverd zijn mitsgaders de Waterleidingen Sprin- ken, Slooten en Gruppen langs de Wegen, volkomen zijn schoongemaaktAlles op de boelen en straffen bij liet meergedaciit Reglement op de overtredingen gesta tueerd. Aldus vastgesteld door Burgemeester en Wethouders voornoemd, den 10 September 1853, om door aanplak king ter gewone plaatsen eri insertie in de Goessc/ie Courant Ier kennis der belanghebbenden te worden gehragt. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris H. C. PILAAR. ¥ïïBÖËKË-BE¥TiMNG. JKMS58® BURGEMEESTER en WETHOU- DEBS van GOES, zullen op zaturdag den 24 September 1853, des namiddags ten 1 ure. ten raadhuize aldaar, publiek en aan de minstaanne- mende trachten aan te besleden. De leverantie van de benoodigde STEEN KOLEN. ten dienste der gemeente, ge. durende den aanstaanden winter. Waarvan de conditiën ter secretarie ter lezing zullen leggen, van heden af tot den dag der besteding van des vooriniddags negen tot des namiddags twee ure; volgens welke afzonderlijk moet worden ingeschreven, voor de levering van New-Castefsche- en van Braband- sche- kolen, heide per mud. Gedaan te Goes den 10 September 1853. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M, P. BLAAUBEEN. De Secretaris. H. C. PILAAR. GOES, den 32 September. Men verneemt met genoegen dat op aanstaanden vrijdag den 16den dezer door Directeuren der boe kerij van het Departement Goes der Maatschappij tot nut van 't Algemeen wederom een aanvang zal wor» den gemaakt met de afgifte der boeken tot die boekerij behoorende, waar door aan velen gedurende de win teravonden eene aangename verpozing zal worden ver schaft. Wij hopen dat van deze nuttige inrigting bij voort during ruimschoots zal worden gebruik gemaakt en bevelen dezelve aan de mingegoeden bijzonder aan als een middel tot verdrijving der verveling waarin men bij gemis van bezigheid gedurende lange winteravon den zoo ligtelijk vervalt en die veeltijds aanleiding geeft tot uithuizigheid en hare heilooze gevolgen. Opnieuw met een aantal boekwerken vermeerderd wenschen wij üestuurderen dezer inrigting de meest mo gelijke deelneming toe, op dat hunne belanglooze be- inoeijingen vruchten mogen dragen en zij niet zelfs— voldoening op hunnen arbeid mogen terug zien. Te Wemeldinge is beroepen Ds. S. fiogerzeil te Scherpenisse. Op jl. vrijdag hield de commissie uit de Pro vinciale staten van Zeeland met magtiging des Konings lot het onderzoek der ingekomen aanvragen of voorstellen van de onderscheidene water schappen in dit gewest en tot het ontwerpen van een re glement van administratie der polders in Zeeland benoemd, hare eerste bijeenkomst in de Raadzaal van het stadhuis alhier, daartoe door het gemeente bestuur welwillend afgestaan. Zjj benoemde lol haren voor zitter den heer J. Fransen van de Putteen tot haren secretaris den heer Benmer Hardenbergen zette haren voor dit gewest zoo helangwekkenden ai« beid, den geheelen daaraanvolgenden dag voort.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1853 | | pagina 1