tilK.NNt IE COURANT. 1853. No. OS,- urn OPENBARE VERGADERING ^vjaAaüasfe. DONDERDAG II AUGUSTUS. De uitgave dezer Iiirn.nl geschied/ Maandags en Donderdags avonds, uitgezonderd op Feestdagen. De Prijs per Kwartaal is J,~5 Franco per Post t JfifK Gewone Jd.verténtien worden a ZO els. de regel geplaatst. Geboorte-, Huwelijks- en Doodhei igten van J—6 regels a t J,20 behalve hel Zegelregt. P|TIII1I MffllIOTIiffiil» ADVERTENTIE. BUKGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, verwittigen bij deze de belanghebbenden Dat de gewone JAARMARKT binnen deze Ge meente zal worden ingeluid op Zaturdag 20 Augus tus en beginnen op Dingsdag den 23 daaraanvol gende en eindigen op Dingsdag den 6 September daarna. Dat op dezelve geene Kwakzalvers, Horoscoop trekkers en dergelijke toegelaten, en alle Draaibar denDobbelspelen Rijfelaars en Bedelaars ge weerd zullen worden. Dal de aanvragen om plaatsen, vóór den hierboven bepaalden aanvang der Jaarmarkt, vrachtvrij en met opgave der benoodigde breedte in Nedei landsche elle- maal, zullen moeten geschieden aan de Marktmeesters A J. A. P. van Calmthout en J. Visser Az, aan welke een ieder alvorens te kunnen worden toegelaten deszelfs Palent zal moeten vertoonen. Voorts dal geene nadagen zullen worden toege staan. Gedaan ten Raadhuize van Goes, den 23Julij 1853, Burgemeester en Wethouders *oornoeina, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris H. C. PIL A A R. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, doen te weten: Dat de BE KE NI HG en K E BANTPVOOB DING van de IN BOMSTEN en UITGAVEN dezer Ge meente, overliet dienstjaar 1852, heden aan den Ge meente-Raad is overgelegd, en dat dezelve voor een ieder ter lezing is nedergelegd, ter Secretarie der Ge meente, van heden af tot den 14 Augustus eerstko mende; terwijl afschrift van dezelve, tegen betaling der kosten, aldaar verkrijgbaar wordt gesteld. Alles ter voldoening aan hel bepaalde bij art. 219 der ge meenle wel. En opdat zulks algemeen bekend zij, zal deze wor den afgekondigd en aangeplakt, mitsgaders geplaatst in de Goessche Courant. Gedaan ten Raadhuize van Goes den 8 Augustus 1853. Burgemeester en Wethouders voornoemd. M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H. C. PILAAR. BEKENDIS AKEN G BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van GOES, brengen bij deze ter kennis van een ieder die het aan gaat: Datdc Gemeente-Raad in zijne Openbare Vergade ring van heden, overeenkomstig hel bepaalde bij art. 265 der Gemeentewet, heeft vastgesteld, het eerste Suppletoir Kohier van BELASTING of i)E HONDEN voor deze gemeente, over den jare 1853, hetwelk ter Secretarie dezer Gemeente ter lezing gelegen heeft van den 16 Juli) jl Dat genoemd Kohier andermaal ter lezing is neder gelegd, ter Secretarie dezer Gemeente, van heden af tot Zaturdag den 20 Augustus aanslaande, van des voor middags negen lot des namiddags twee ure. En dat ieder aangeslagene, binnen dien tijd tegen zijnen aanslag bij Heereti Gedeputeerde Staten in be roep kan komen. En opdat zulks algemeen bekend zij, zal deze wor- 1 den afgekondigd, aangeplakt en geplaatst in de Goes sche Courant. Gedaan ten Raadhuize van Goes, den 8 Augustus 1853 Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P BLAAUBEEN. De Secretar is H C. PI LA A R. VAN DEN GEMESMTE-RAA® TE GOES, DEN 8 AUGUSTUS 1853. Afwezig de Ileeren Smallegange en de Knokke van der Meutenterwijl de heer Saaijmuus Vader bij de benoeming van een plaatsvervangend lid van het stembureau, binnen komt. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en ge arresteerd. De Voorzitter vraagt of iemand van de leden eenige be denking heeft, dat van de volgorde van behandeling op de oproepingsbriefjes vermeld, worde afgeweken,, en in de eerste plaats overgegaan tot de benoeming van een Stembureau bij de verkiezing voor een lid van de Provinciale Staten op den 18 en zoo noodig op 31 dezer, waaromtrent het Provinciaal blad eerst na de uitzending der briefjes is ingekomen, en om in de tweede plaats over te gaan tot hetonderzoek der geloofsbrieven van de nieuw benoemde raadsleden die he den zijn ingekomen. Niemand zich daartegen verklarende, wordt voorgelezen het betrekkelijk besluit van heeren Gedeputeerde Staten, houdende bepaling van de dagen der verkiezing en worden de beeren Soutendam en Hoe hart uitgenoodigd bij de benoe mingen, als stemopnemers te fungeren. Bij de eerste stemming verkreeg de heer va» den Bosch 7, de heeren Kakeöeeke en Hochart ieder 1 stem. Bij de stemming voor bet tweede lid, werden al de stem men uitgebragt op den beer SmallegangeTerwijl voor een plaatsvervangend lid op den beer Hochart 8op den heer Vader 1 stem werden uitgebragt. Diensvolgens bestaat het stembureau, behalve den Voor zitter, uit de Heeren van den Bosch en Smallegangeterwijl de heer Hochart als plaatsvervanger zal optreden voor die gene hunner, die verhinderd mogt zijn deze functie waar te nemen. De Voorzitter deelt 'mede, dal de beeren van Kerkwijk Smallegange en Soutendambij de jongste verkiezingen be noemd tot leden van dezen raad die benoemingen hebben aangenomen en hunne geloofsbrieven hebben ingezonden. Hij benoemt tot commissie van onderzoek de beeren van den Bosch en Saaijmans Vader met assumtie van zich zeiven, om rapport en voorstel te doen en schorst lot dat einde de vergadering voor een half uur. Na ver'.oop van dat half uur wordt de vergadering voort gezet, (waarbij de heeren van Kerkwijk en Sotitendam niet tegenwoordig waren) en berigt de commissiebij monde van den Voorzitter dat de overgelegde stukken alle in orde zijn bevonden en daaruit gebleken isdat de heeren wettig benoemd zijn in Nederland geboren en meerderjarig, terwijl zij geene be trekkingen bekleeden onvereenigbaar met het lidmaatschap van den raad dat alleen te dien opzigte door den benoemden heer van Kerkwijkbij zijne verklaring is te kennen gegeven: dat hij bekleedt de betrekking van president generale brandmeesterdie volgens bet gevoelen van den minister van binnenlandsche zakente vinden in de Staats-Courant van den 2 Maart 1852, onvereenigbaar is met het lidmaat schap van den raad, waarom bij verzoekt uit die betrekking- ontslagen te worden. De commissie verklaart nogthans, dat gevoelen niet te deelen, als zijnde naar bare zienswijze bet generale brand meesterschap niet te rangschikken onder lilt. van art. 23 der gemeentewet; het is geen ambt en de daarmede belaste persoon geen ambtenaar in den zin der wel arom zoude commissie ook, indien ZEd. die betrekking bleef bekleeden, niet aarzelen tot de onvoorwaardelijke aanneming van dien heer te adviserenen acht zij het, bij de bekende verdien sten van dien heer als generale brandmeester wenschelijk bet gevoelen van den raad op dat pnnt te kennen; de com missie vindt daarin te minder zwarigheid, omdat volgens art. 35 der gemeentewet, Gedeputeeede Staten ambtshalve de beschikkingen van den raad op dit punt kunnen vernie tigen bijaldien zij vermeenen dit in strijd te zijn met de wet. De beer Kakebeeke beaamt volkomen bet gevoelen van de commissiehetwelk ook door den heer Verschoor wordt ge- appuieerdwaarna met eenparigheid van stemmen wordt besloten tot de onvoorwaardelijke toelating der drie benoemde beeren. De griffier, de heeren van Kerkwijk en Soutendamopuit- noodiging des Voorzitters, hebbende medegedeeld, dat de behandeling hunner geloofsbrieven afgeloopen was en die hèeren wederom zitting genomen hebbende, worden door den Voorzitter met de genomene beslissing bekend gemaakt, waarop de beer van Kerkwijk verklaart, alleenlijk om de opgegevene reden zijn ontslag te hebben gevraagd en geen zins omdat bij geen lust of ijver bad om die betrekking lan ger te blijven bekleeden; verklarende ten slotte zich bereid, bijaldien Heeren Gedeputeerde Staten het gevoelen van dezen raad ombelzenbet generale brandmeesterschap te blijven waarnemen. De Voorzitter betuigt zijn genoegen daarover en bepaalt voorloopig den dag der installatie en beëediging op den 2e Dingsdag van September. Aan de orde is de beraadslaging over bet verzoek dei- diaconie om J tiCO,subsidie over 1854 en bet daaromtrent uitgebragt rapport der vaste commissie voor het armwezen, strekkende tot afwijzing van het gedaan verzoek en inhou dende een plan tot reorganisatie van de diaconie administratie, (reeds medegedeeld in het vorig verslag van den raad.) Alvorens daartoe over te gaan leest de Voorzitter eenen brief voor van de vaste commissie voor bet armwezen van 4 Julij 11. waarin zij haar voorstel voor de rondzending aan de leden terug verzoekt, ten einde daarbij eene nota van toelichting te voegen en alzoo den op baar gelegden blaam af te werpenals zoude dat voorstel blijken dragen van onbedach tzaamheid. Na die voorlezing zegt de Voorzitter, dat die laatste periode op hem schijnt te doelen, vermits hij de éénige is geweest, die over dat voorstel beeft gesproken en deze door hem niet stilzwijgend kan worden voorbijgegaan omdat daarin eene zekere gevoeligheid ligt opgeslotenten opzigte eener uit drukking die het nimmer in zijne bedoeling is geweest te bezigen, en die ook, en volgens bet getuigenis van verschei dene raadslieden en volgens de naauwkeurige aanteekenin- gen van den Secretaris en Griflier, door hem niet gebezigd schijnt te zijn. Wel verre toch dat het in zijne bedoeling zou gelegen hebben het werk der commissie in bet openbaar met den blaam van onbedachtzaamheid te bestempelen, beeft hij zich steeds met de meeste zorg onthouden, om in die discussien eenig woord te laten vloeijen wat kwetsend zou kunnen zijn. Hij beeft tot nog toe steeds op prijs gesteld eene Joijale en vrije discussiezoo als tot biertoe steeds is gevoerd en verklaart zich een vijand van de gewoonte, elders en zelfs in hoogere vergaderingentot weinig nut en veler verve ling gebruikelijk om namelijk in schrift gebragte gevoelens voor te lezen. Vooral bier waar de stukken vooraf aan de loden wor den medegedeeld, is eene geïmproviseerde beraadslaging bet best en zeer geschikt, om elkanders denkbeelden te leeren kennen en waarderen maar dan ook moeten de leden zich niet al te gevoelig betoonen en indien soms eens een woord ontsnapt, dat wat bard klinkt, zich daarover niet beleedigd gevoelen en den schijn vermijden, als of men over tegen spraak ontevreden was. [Het vervolg in ons volgend inimmer.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1853 | | pagina 1