S0E88CIE
COURAi
-m* vË-
i£53.
maandag i augustus.
bict1ms' <1 mliiitmtiii;.
publicatie.
verordening voor de heffing van een Sag
en Havengeld van de scheggen welke in de
Buiten- of Binnenhaven van Goes, aanleggen,
lossen of laden.
publicatie.-----
verordening voor de heffing van een leg-
geld aan de Boomkade der Gemeente Goes.
'publicatie.
verordening voor de heffing van een Waag
geld in de Gemeente Goes.
advertentie.
v.. V
l)t' uitgave, deze?' Courant geschiedt Maandags en Donderdags avondsuitgezonderd op Feestdagenl)t Prijs per fCwartaal is f J ,75 Franco
per Post .1,90. Gewone 4 d ver ten/ten worden a 20 etsde regel geplaatstGeboorteHuwelijks- en
Doodberigtenvan J6 regels d f J ,20 behalve het Zegelregt.
BUEGEMEBSTEE en WETHOUDEES van GOES,
doen te weten
Dat door den Eaad dier Gemeente in zijne verga
dering van 11 April 1853, is genomen het navolgend
besluit
Er zal te beginnen met den 1 Januarij 1854 in deze
Gemeente geheven worden, een Sas- en Havengeld van
de schippers welke hetzij met geladene, hetzij met
ledige schepen of vlotten (met uitzondering van de vaar
tuigen hieronder vermeld) in de buiten- en binnenhaven
zullen komen ten bedrage als volgt
Van vaartuigen welke alleen inde buitenhaven komen
zonder de schutsluis te passeren en die aldaar zullen
worden aangelegd en vastgemaakt om te laden of te
lossen vijf cent per ton
Het maximum der voor deze vaartuigen te betalen
belasting, bedraagt vijf gulden, het minimum vijftig cent.
Niet ladende of lossende, maar alleenlijk passagiers
aan of vervoerende, een cent per ton.
Van vaartuigen die de schutsluis passeren tien cent
per tonbij het uitvaren der binnenhaven.
Van houtvlotten een gulden voor iedere laag en lengte.
Van schepen waarmede uitsluitend versche visch wordt
aangevoerd, alsmede van dezulke, die, ledig komende
en vertrekkendedeze haven alleenlijk aandoen om op
de werf gerepareerd te worden, of om zich voor ijsgang
te beveiligen, zal deze belasting niet verschuldigd zijn.
Wanneer zij echter bij het vertrek vrachtgoederen
of passagiers hebben ingenomen, betalen zij liet volle
havengeld.
De vaste beurtschippers zullen kunnen volstaan met
eenmaal 'sjaars en wel voor het einde der maand Ja
nuarij te betalen naar rato hunner grootteeene som
gelijkstaande aan twaalf maal het verschuldigde voor
ééne Teis.
Dat dit besluit door Z. M. den Koning bij hoogst-
deszelfs besluit van den 4 Julij 1853 N°. 26, is goed
gekeurd.
Dat op den 11 April 1853door den llaad dezer
Gemeente is vastgesteld de volgende
Art. 1. De belasting zal moeten worden voldaan
door de schippers welke in de buitenhaven aanleggen,
laden of lossen, dadelijk bij de aankomst, door die in
de binnenhaven komen, voor hun vertrek, in handen
van den Sasmeester of die hem vervangtwelke daar
voor uit een register met strook, kwitantien zal afgeven.
Art. 2. De grootte der vaartuigen zal worden op
gemaakt uit de door de schippers te vertoonen rneet-
of ijkbrieven of andere legale documenten; bij gebreke
daarvan, zal de gezagvoerder van het vaartuig van de
grootte bij schriftelijke verklaring aangifte doenen
bijaldien de Sasmeester of die hem vervangt zich daar
mede niet mogt kunnen vereenigen, zullen Burgemeester
en Wethouders, behoudens beroep van den schipper op
hooger autoriteit, beslissen.
Art. 3. De art. 258262 der wet, regelende de
zamenstellinginrigting en bevoegdheid der gemeente
besturen worden geacht alhier te zijn geinsereerd en
op de invordering dezer belasting toepasselijk verklaard.
Welke verordening bij afschrift is medegedeeld aan
Heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie.
En zal deze worden geplaatst in de Goessche Courant
en daarvan op de gebruikelijke wijze afkondiging en
aanplakking geschieden waar het behoort.
Gedaan ten Eaadhuize van Goes, den 30 Julij 1853.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PILAAE.
BUEGEMEESTEE en WETHOUDEES van GOES,
doen te weten:
Dat door den Eaad dier Gemeente in zijne vergade
ring van 11 April 1853 is genomen het navolgend
besluit
Er zal, te beginnen met den 1. Januarij 1854, in
deze Gemeente geheven woTden een leggeldvoor het
gebruik van den grond der Boomkade, ten bedrage als
volgt:
Voor eene scheepslading vlashetzij dit in hoopen
wordt nedergezet, hetzij het dadelijk van den wagen in
het schip wordt gevoerdeen gulden.
Voor een' boom 'tien cent, gedeelten voor heele ge
rekend.
Voor eene scheepslading puin steen en dergelijke,
vijftig centgedeelten voor heele gerekend.
Dat dit besluit door Z. M. den Koning bij hoogst-
deszelfs besluit van den 4 Julij 1853N°- 26is
goedgekeurd.
Dat op den 11 April 1853door den raad dezer
Gemeente is vastgesteld de volgende
Art. 1. De belasting zal moeten voldaan worden
in handen en tegen kwitantie van den binnen-haven-
meester:
Van het vlas en dadelijk vervoerd wordend puin,
steen, enz. door de schippers bij de aankomst der schepen.
Van de boomenpuin, steen en dergelijke, die wor
den nedergelegd, door de eigenaren of belanghebbenden,
binnen drie dagen na de nederlegging.
Art. 2. Zoo lang de belasting niet is voldaan, zal
geen vervoer van het daar ter plaatse nedergelegde
mogen worden bewerkstelligd.
Art. 3. De art. 258262 der wet regelende de
zamenstellinginrigting en bevoegdheid der Gemeente
Besturen, worden geacht alhier te zijn geinsereerd en op
de invordering dezer belasting toepasselijk verklaard.
Welke verordening bij afschrift is medegedeeld aan
Heeren Gedeputeerde Staten dezer provincie.
En zal deze worden geplaatst'iu de Goessche Courant
en daarvan op de gebruikelijke wijze afkondiging en
aanplakking geschieden waar het behoort.
Gedaan ten Eaadhuize van Goes, den -30 Julij 1853.
Burgemeester en Wethouders,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PILAAE.
BUEGEMEESTEE en WETHOUDEES van GOES,
doen te weten
Dat door den Eaad dier Gemeente in zijne vergade
ring van 11 April 1853 ré genomen het navolgend
besluit
Er zal, te beginnen met den 1 Jannarij 1854, in
deze Gemeente geheven worden een waaggeld, als volgt
Voor een vat Meekrapdertig cent.
Voor een baal of vat Manufacturen en dergelijke,
tien cent.
Voor wol per honderd Ned. pondendertig cent.
Voor alle andere wegingen beneden de vijftig Ned.
ponden tien cent.
Van vijftig tot honderd Ned. ponden, vijftien cent.
En voor iedere honderd Ned. ponden meerder tien
centgedeelten van honderd pond voor heele gerekend.
En voor een ledig vat, kist of dergelijke, vijf cent.
Dat dit besluit door Z. M. den Koning bij hoogst-
deszelfs besluit van den 4 Julij 1853N°. 26is
goedgekeurd.
Dat op den 11 April 1853 door den Eaad dezer
Gemeente is vastgesteld de volgende
Art. 1. De belasting zal moeten worden voldaan,
j dadelijk na-volbragte weging, tegen afgifte door een
der Waagmeésters van een waag biljet en kwitantie.
Art. 2. De art. 258.262 der wetr, regelende de
zamenstelling, inrigting en bevoegheid der Gemeente-
Bestnren, worden geacht alhier te zijn geinsereerd en
op de invordering dezer belasting toepasselijk verklaard.
Welke verordening bij afschrift is medegedeeld aan
Heeren Gedeputeerde Staten dezer provincie
En zal deze worden geplaatst in de Goessche Courant
en daarvan op de gebruikelijke wijze afkondiging en
aanplakking geschieden waar het behoort.
Gedaan ten Eaadhuize van Goes, den 30 Julij 1853.
Burgemeester en Wethouders
M. P. BLAAUBEEN,
De Secretaris,
H. C. PILAAE.
BUBGEMEESTEKen WETHOUDEES tan GOES,
verw ittigeri, ingevolge Publicatie ran de Heeren Ge
deputeerde Staten dezer Provincie, van den 13 October
1820 alle Gebruikers tan Landen, Boomgaarden, Plan-
tagieri Tuinen, Huizen enz. het zij dezelve Eigenaars,
Pachters, Baanders of Huurders dier goederen zijn,
alsmede alle Direction over Kerken, Torens en andere
dergelijke gebouwen, dat zij, inde laatste tien dagen
ran de maanden April, Hei. Junij en Julij ran elk
jaar. alle de in dezelve aanwezige vogelnesten van Rei
gers, EkstersKraaijen, KaauuienKlaamsche,
Gaaijen, fVoud- of Valduiven en Musschen, moe
ten verstoren en uithalen, en zulks of dezelve gevon
den woiden in Boomen. Hagen, Struiken en dergelij-
ken. of wel onder de Daken der Gebouwen.
En hebben deswegens gelegd schouwing, op Woens
dag den 10 Augustus 1853; zullende iedere overtre
ding worden gestraft ingevolge de wet.
Goes, den 30 Julij 1853.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PILAAR.
Doordrongen van het hooge belang voor het heil van
ons vaderland van gewetensvrijheid en vrijheid van
eeredienst, aan alle kerkgenootschappen door de Grond
wet gelijkelijk verzekerd, en overtuigd, dat het wets
ontwerp' TÓT EEGELING VAN HET TOEZIGT
OP DE ONDEESCHEIÜENE KEBKGENOOT-
SCHAPPEN eene gewigtige inkrimping dier vrijheid,
zoo al niet bedoeltdan toch ligt ten gevolge kan
hebben, zijn eenige Protestantsche ingezete
nen te rade geworden, om hunne bezwaren tegen dat
ontwerp aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
kenbaar te maken.
Zij noodigen hunne geloofsgenoten uit, om,
voor zoo veel zij hunne overtuiging deelen, hun adres,
in inhoud en strekking overeenkomende met het bekend
Groningsch adreste. onderteekenen't welk gedurende
drie dagen met die bedoeling is nedergelegd in het
Logement de Prins van Oranje alhier.
De KAM EB van KOOPHANDEL en EABBIE-
KEN te GOES, maakt bij tleze den belanghebbenden
bekend, dat bij haar van Eegot ingswege weder onder
scheidene stuxken zijn ingekomen, betreffende buiten),
handel en nijverheid en van beden af, gedurende
veertien dagen, bij den Secretaris der Kamer: Ier visie
zullen leggen.
Ouder deze komen voornamelijk in aanmerking:
a Onderscheidene opgaten betreffende den Engel-
scben buitenlandschen handel nijverheid scheep
vaart, in- en uitvoer tan vreemde eu koloniale waren,
over April en Mei 1853, enz.
b. Staal van katoenen goederen, gedurende de maand
Mei 1853, ter verzending naar Nederi. fndie, bij het
ministerie van koloniën opgegeven.