fiÖÜSSCJIE rotttw JSl 1853. mmma mmmmmrtm* GEMEENTE-RAAD TE GOES, IN NAAM DES KONINGS. ZEGELEN 2*. t.Mll MAANDAG 6 JUNIJ. i\ fcT: De uitgave dezer Courant geschiedt 'jVaandags en Donderdags avonds, uitgezonderd op Feestdagen per Post j,90, Geiüone jidvei ten tien worden a 20 ets. de regel geplaatst.. Geb Doodherigten4 V on 7 I r* 5 11F; <»<-■ :.v 'J6 regels a f J.SC l)t Prijs per Kwartaal is J ,75 Franco <oorte-, Huwelijks- en behalre het Zegelregl. OPENBARE VERGADERING VAN DEN TEN RAADHUIZE ALDAAR VP WOENSDAG DEN 8 JDNIJ J853. DES AVONDS TEN ZEVEN URE. PUNTEN VAN BEHANDELING. 1. Aanvaarding door den algemeenen raad der Maat schappij van verbeterde meetrap-bereiding in Zeeland, van gronden der gemeente op erfpacht. 2. Verklaring dat de weg daaronder begrepenniet verder zal bestemd zijn tot openbare dienst. 3. Voorstel tot bet benoemen eener Commissie voor bet in werking brengen der school voor minver mogenden -en opdragt van de waarneming. 4. Idem tot uitgifte van grond op erfpacht tot het stichten eener bijzondere school der eerste klasse. 5. Idem omtrent de aan te leggen grindwegen. 6. Mededeeliiig van ingekomene stukken. 7. Benoeming van leden van het stembureau voor de verkiezing der leden van den Gemeente-Raad. pbo justitia. De BEGTBANK. vuor het Arrondissement GOES, Provincie Zeeland vonnissende in Correctionele zaken. Gezien de procedure aangelegd tegen GERtUT ECKHAliltT, zoon van JOHANNES, oud 50 jarengeboren le 's Graven polder wonende te Nissebroodbakker. Verdacht van het onder Ier verkoop bestemd tarwe brood mengen of doen mengen van zwavelzuur koper (blaauwe vitriool), op den 1 Waart 1853. Gezien de akte van dagvaarding namens den Heer Ö/ïi- cier aan den beklaagde geëxploiteerd. Gehoordenz. Gelet op het requisitoir van den Heer Officier, aan deze Regtbank overgelegd daartoe strekkende, dat overeenkom stig de artikelen 1, 6 eü' 7 der wet van 19 Mei 1829. (aStaatsblad No. 35) art. 52 van het strafwetboek, en art. 207 en yan dat van strafvordering, de reglbaiik den beklaagde schuldig zou verklaren aan het feit hein bij acte van dagvaarding ten laste; gelegd en overzulks veroordeelen, tpt eene gevangenisstraf yan tipee tot vijf jaren en in eene geldboete van twee honderd tot. vijf honderd guldenmet in trekking van deszelfs patent afs bakker en broodverkooper, en ontzegging van zijne bevoegdheid, om gedurende den tijd der gevangenisstraf dergelijk patent le erlangen, met bevel, dat hqt, te interveniëren vonnis door openbaar making en aanplakking zal tér' kërinis' gebragt. worden van het alge meen eri zulks tën koste vaii den veroordèeldemei bevel dat het met giftige stoffen vermengd in beslag genomen brood' zal worden vernietigd, met veroordeéling in de kos7 ten éven als de boete dés noods bij lijfsdwang op hem te verhalen. Gelet op de verdediging van den beklaagde, bekennende het hem ten laste gelegde feit, zeggende: dat het veelvul dig verkoopen van brood in zijne gemeente door een bak ker uit Heinkenszand hem had doen bedacht zijn, om ook aan zijn brood een rnooijer uiterlijk te geven, en hij te dien einde zijn toevlugt bad genomen tot de blaauwe vitriool na vooraf persoonlijk te hebben geïnformeerd bij den Apo theker Xe Cointreof dit middel, gebruikt in de hoeveelheid van een eijer-lepel op eene maat meel nadeel kon veroorza ken en de verzekering te hebben ontvangendat zulks in dier voege gebruikt, géén nadeel kon veroorzaken voor de gezondheid van de gebruikerszoo als hij dan ook zelve dit alloo toebereide brood, door hem gebakken, gebruikte, zonder immer eenig schadelijk gevolg te hebben ondervonden. Overwegende, dat uit een proces-verbaal van gedane huis-visitatie in de woning van den beklaagde op 2 Maart jj. door den Heer Regter-Commissaris en den Heer Officier de zer Regtbank,* gevoegd bij de openhartige bekentenis van den beklaagdeen de overtuiging-stukken ten processe voor handen, regtens is gebleken, dat de beklaagde zich heeft schuldig gemaakt aan het vermengen van voor de gezond heid nadeelige bestanddeelenbepaaldelijk blaauwe vitriool in het door hem gebakken en verkocht wordend brood ge durende den loop van dit voorjaar, zoo als tijdens de hier boven vermelde huis-visitatie in zijnen winkel ter verkoop bestemd, en alzoo voorhanden zijn bevonden brooden, waar in dat bestanddeel blijkens ter deswegens gedaaffionderzoek van deskundigen aanwezig was. Overwegende ten aanzien der qualificalie, dat bet inmen gen van blaauwe vitriool in ter verkoop bestemd brood, daarsteit een wanbedrijf, waartegen is voorzien bij na le noemen wets-bepalingen. Overwegende ten aanzien der schuldpligtigheiddat des aangaande uit voorschreve bewijsmiddelen voldoende is ge bleken. Uit deze motived. Gezien art 16 en 7 der wet van 19 Mei 1829, Staatsblad No. 35) art. 52 van bet strafwetboek, en art. 207 van dat van strafvordering, alle welke door den Heer President zijn voorgelezen Rsgldoende in het eerste ressort: Verklaart den beklaagde schuldig aan het wanbedrijf van het inmengen van blaauwe vitriool in ter verhoop bestemd brood. Veroordeelt denzei ven deswegens tot eene gevangenisstraf van drie jarengeldboete van, twee honderd gulden en in de hosten van den processegeliquideerd, en getaxeerd, op de som van acht-en-zestig gulden negen-en-veertig centte verha len bij wege van lijfsdwangeven, als de boete. Verklaart tevens in te trékken deszelfs patent als bakkermet ont zegging van de bevoegdheid om gedurende den tijd zijner gevangenisstraf dergelijk patent te erlangen. Beveelt ein delijkdat het onderhavig vonnis ten koste van den schul dig verklaarden zal worden aangeplakt en openhaar ge maakt. lïeveelt ten slotte, dat het met vergiftige stoffen vermengd en in beslag genomen brood zal worden vernietigd. Aldus gedaangevónnisd en uitgesproken ter openbare teregtzitting te Goesden 28 April 1853, in tegenwoordig heid van het openbaar ministerie en den beklaagde bij de Heeren Mrs. F. N. van der Rilt PresidentB. H. Janssen en J. J. van Deinse Begtersen P. H. Saaymans Vader, Griffierdewelke hebben geteekend. (geteeh'nd) F. N. van dér BILT, B. H. JANSSEN, J. J. van DEINSE, P. 11. SAAYMANS VADER. Voor expeditie, afgegeven ten verzoeke van het Openbaar Ministerie te Goes den 25 Mei 1853. P. van DALEN. Gezien voor uitvoering. Sub.-Griffier. De Officier van Justitie te Goes de KNOKKE tan der MEULEN. In de Goessche Courant van 30 Mei jl. is de redevoering van den Keer van Deinse te vinden, uitgesproken in de buitengewone vergadering der Provinciale Staten van 27 Mei jl. De in die vergadering verhandelde questie was deze: zal men 17,000,— besteden tot bet begrinden van den weg naai* de embarcadère te Wolpliaartsdijh. Daarover bestond verschil. Kenige leden waaronder vier van de zeven aanwezige Zuid-Bevelandsche leden, meenden, dat vermits de ondervinding bewezen bad, hoe het grootste gedeelte der reizigers steeds het Katsche Veer bleef verkiezenen het gemak van den door de Provincie met. groote kosten daargestelden steiger versmaadtoin gee- jien noodeloozen. omweg van ruim een uur te maken, bet beter zou zijn niet te blijven volharden met tegen den stroom te worstelen, en liever kosten te maken waar de reizigers Willen komen. Zij die meenden dat men op den ingeslagen weg moest voortgaan, hadden dus het bewijs te leveren, dat bet be zwaar der tegenstanders niet bestond of kon vermindereu, of kon weggenomen worden. Wat vindt men nu hoofdzakelijk in de redevoering van den Heer van Deinse 1 1 o. eene beschrijving van den slechten "toestand van den bedoelden weg. 2o. eene op eeïi zeer groot effect berekende uitweiding óver bet spoorloos verdwijnen van den weg naar het Katsche Veer. Dat eerste punt was door niemand betwisten toch is de helft der redevoering daaraan toegewijd. Hartroerend wordt over den toestand der arme reizigers gesproken alle de hen over hel hoofd hangende jammeren een voor een opgeteld, en eindelijk een beroep gedaan op bet geweten der Provin ciale Staten, wannéér iemand op dien ongelukkigen weg het leven mogt verliezen. Het antwoord hierop was eenvoudig: Er bestaat een kortere weg, die door de voorgenomen begrinding in het vervolg steeds bruikbaar en gemakkelijk zal zijn, en niemand behoeft zich dus noodeloos aan alle die gevaren en ongemakken bloot te stellen. Wat het spoorloos verdwijnen van den weg naar het Kat. sche Veer betreften van dien weg kan hier alleen sprake zijn, had een weinig nadenken, en dat mogt men toch wel van een aanstaand lid der Tweede Kamer verwachten, den spreker kunnen herinnerendat Gedeputeerde Staten geen voorstel zouden gedaan, noch Provinciale Staten geene toestemming zouden gegeven hebben tot een renteloos voor schot zonder de zekerheiddat dit geld ook ten algemee nen nutte zou worden aangewend, en de weg naar het Katsche Veer voor liet publiek blijven opengesteld behou dens een matig tolgeld tot gedeeltelijke vergoeding der kos ten van onderhoud. De spreker heeft zoo als blijkt, aan dit alles niet gedacht, maar toegegeven aan zijne zucht om dichterlijke tafereelen te schetsen en indrukwekkend voor te stellen. Wij kunnen begrijpen, dat men met zeker welgevallen zulk eene uitboezeming voordraagt, maar hoe men na bekomene teiegtwijzing en opheldering den moed heeft, dit alles te laten drukken dat is ons onverklaarbaar. Het schijnt, dat de fleer tan Deinse het publiek wil Ter gasten op de proeven zijner welsprekenheid en wij gaan in dat opzigt eene schoone toekomst te gemoetdaar de Tergaderingen der Tweede Kamer gereedelijk aanleiding zul len geven tot verdere mededeelingen der vruchten zijner rijke verbeelding. "Wij meenden, dat de tijd der fraaije van buiten geleerde redevoeringen tot bet verledene behoorde, en dat eene ber daarde en fiksche discussie in de plaats was getreden. Wij schijnen echter te dwalen, of tot den goeden ouden tijd te moeten terug keeren. AVij zullen er niet meer van zeggen, maargelooveu, dat het beter ware geweest, om eene zaak die thans beslist is, en waarover veel verschil van gevoelen bestaan hééft, te laten rusten zonder ze in eene Courant op te wannen. I. G. J. VAN DEN BOSCH. ===BiiiiiL0 liiswmm», GOES, den. 6 Junij. De lieer mr. JH. Thurbecke heefl de benoe. uiing als lid van de Tvreede Kamer der Slaleri-Ge- neraal voor hel kiesdistrict Maastricht aangenomen, zoodal er in het kiesdistrict Breda eene nieuwe keuze zal moeten geschieden, De uitgevers der Middelburgsche Courant hebben in der tijd het regt, oin zich als officieel orgaan te zien beschouwen van de stad gekocht «oor eene jaarlijksche retributie van 500. Bij hel ontslaan evenwel der Zeeuwsclte Courantheefl de redactie van het Middelburgsche dagblad zich aan den raad

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1853 | | pagina 1