I.OINNUIU
COURANT.
v:
SCDlTTIRU.
1853.
DONDERDAG 10 MEI.
BEKENDMAKING.
PUBLICATIE.
EEN WOORD TOT DE KIEZERS
IN HET HOOFÖ-KIESDISTRIGT
GOES.
De uitgave dézer Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De prijs per Kwartaal is J,~5 Franco per Post f J.90.
Gewone jdrertvntien worden a SO ets. de regel geplaatst. Geboorte-, Huwelijks- en Doodbertglen
van J6 regels a J .SO behalve hel Zegelregt.
BlÏTOiffl jkBjlMlTMflilo
bekendmaking
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van gqes
Van het Bui eau van Stemopneming uUlnar out
vangen hebbende de Processen-Verbaal van Inlevering
der Stembriefjes en het opmaken der gedane Stem
ming ter benoeming van Een Lid van de 1 weede
Kamer der Stalen Generaal, gehouden den 17 en 19
Ni .ei 1853. Zijnde uit het Proces-Verbaal van laatst
gemelde dagleekening gebleken, dat als zoodanig met
volstrekte meerderheid van stemmen, benoemd is:
de Heer
!Ur. JOANNES JACOBUS VAN DËINSË.
Brengen overeenkomstig Art. 69 der Kieswet van
den 4 Ju lij 1850, Staatsblad N°. 37)ter kennis
van een ieder die het aangaat dat afschriften van
genoemde Processen-Verbaal, ter gewone plaats in
deze Gemeente zijn aangeplakt en dat gelijke af
schriften ter inzage voor een ieder ter Stedelijke Se
cretarie zijn oedergelegd waar dezelve dagelijks,
(uitgenomen des Zondags) in den voormiddag van 10
tol 1 ure voorhanden zullen zijn.
Aldus gedaan ten Raadhuize van Goes, den 19
Mei 1853
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN
De Secretaris
H. C. PIL A A B.
B UB GEM EEST EB en VVETHOUDEKS van GOES,
verwittigen bij deze een iegelijk die zulks zoude mo
gen aangaan •-
Dal de lijst der hij besluit van de Heeren Gedepu
teerde Staten dezer Provincie, van den April
1853 N°. 7 (Provinciaal Blad N°. 63), bevoegd
erkende Beoefenaren van de onderscheidene Takken
der GENEESKUNST in deze Provincie over hetjuar
1853, mitsgaders de Lijsten van de Heelkundige
Werktuigen, welke de Plattelands-Heelmeesters en
der Geneesmiddelen en Werktuigen welke de Apo
thekers, GeneesheerenHeel- en Vroedmeesters ten
platten lande geëtablisseerd of in plaatsen alwaar
geene Plaatselijke Commissie van Geneeskundig Toe-
voorzigt gevestigd is, woonachtig, moeten voorhan
den hebben van de voorwerpen welke de Droogis-
ten niet beneden de hij elk derzelve bepaalde hoe
veelheden mogen verkoopen en van de Vergillen
welke in de winkels moeten afgesloten worden zoo
als dezelve bij besluit van welgemelde Heeren Gede
puteerde Staten dezer Provincie van den 7 Februari;
1840, N°. 10, Provinciaal Blad No. JS) zijn
vastgesteldvan heden af ter Stads-Griffie voor de
belanghebbenden ter visie liggen, dagelijks, uitgeno
men Zon- en Feestdagen van des voormiddags ne
gen tot des namiddags twee ure.
Gedaan ten Raadhuize van Goes den 1 4 Mei 1853.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN,
De Secretaris
H. C. PILAAR.
BURGEMEESTER bn WETHOUDERS van GOES,
Gezien de wet van den 11 April 1827 (Staatsblad
Ne. 17). betrekkelijk de OPRIGTING van SCHUT
TERIJEN en speciaal de artikels 1, 2. 7, 8 en 9,
luidende als volgt
Art. 1. Ieder Ingezeten van hel Rijk die op
dén '1 Januarij van elk jaar zijn 25ste jaar zal zijn
ingetreden eri zijn 34ste niet voleindigd zal hebben
zal ingevolge de bepalingen dezer wet, daartoe opge
roepen zijnde verpligt wezen de Schutlerlijke dienst
uit te oefenen.
Art 2' Als ingezetenen, worden inet betrekking
tot de toepassing dezer wel beschouwd
a. Alle Nederlanders, binnen hel Rijk hun gewoon
verblijf houdende.
b. Alle vreemdelingen, binnen hel Rijk woonachtig,
welke hun voornemen, om zich aldaar te vesti
gen, zullen hebben aan den dag gelegd, heizij
door eene uitdrukkelijke verklaring, hetzij door
het werkelijk overbrengen van den zetel van hun
vermogen en de hoofdmiddelen van hnn bestaan
De tijdelijke uitoefening van hun bedrijf of hand
werk in eenige ondergeschikte betrekking gelijk die
van leerling knecht enz. kan op zich zeiven niet
beschouwd worden als een bewijs van hel voornemen
om zich in dit Rijk te vestigen.
Art 7 Zij die in meer dan eene Gemeente hun
gewoon verblijf houden, of den zetel van hun ver
mogen hebben gevestigd, zullen tot de inschrijving
verpligt zijn, binnen die Gemeente alwaar eene dienst
doende Schutterij aanwezig is.
Bij aldien in die verschillende Gemeenten alleen
dienstdoende of alleen rustende Schutterijen bestaan
zullen zij zich doen inschrijven in de gemeente alwaar
zij voor de personele belasting zijn aangeslagenen
de ambtenaren in die gemeente, alwaar zij ambtshalve
veipligl zijn hun verblijf te houden.
Art. 8. Die van hunnen ouderdom geen voldoend
bewijs geven, zullen door hef plaatselijk bestuur wor
den ingeschreven naar deszelfs oordeel onvermin
derd de bevoegdheid van den ingeschievenen, om van
zijnen juisten ouderdom nader te doen blijken.
Art. 9. Die bevonden zullen worden zich niet
voor den I Junij te hebben doen inschrijven, zullen
door het plaatselijk bestuurambtshalve ingeschreven
worden en door den na te melden Schuttersraad
worden verwezen tot eene geldboete, terwijl zij daar
enboven zonder loting bij de Schutterij zullen wor
den ingelijfd indien het zal blijken dal er, tijdens
de verzuimde inschrijving, geene redenen tot uitslui-
ol vrijstelling ten hunnen aanzien bestonden,
Gezien Zijner Majesteits besluit van den 21 Maart
1828 (Staatsblad N°. 6) speciaal de artikels 3 en 4
van den volgende inhoud
Art. 3 In het jaar na de eerste oprigling der
Schutterij, en in ieder der volgende jaren zal, voor
den I Junij. de inschrijving zich lot zoodanige inge
zetenen bepalen die op den I Januarij van dat jaar
hun 25ste jaar zijn ingetreden het register waarop
dezelve worden ingeschreven zal altijd het eerste
register uilmaken en zal voorts van de registers der
vorige jaren het laatste of tiende kolnen te vervallen.
Art. 4. Tot deze inschrijving zullen zich ook
moeien aangeven, die genen, welke, schoon in an
dere Gemeenten ingeschreven sedert de laatste in
schrijving in de Gemeente zijn komen wonen; alsmede
vreemdelingen die sedert de laatste inschrijving in de
termen gevallen zijn, om volgens art, 2 der wet. als
ingezetenen te worden beschouwd. De inschrijving
van deze personen zal geschieden in dat register
waartoe zij volgens hunnen ouderdom behooren.
ervolg en Slot hierna
Ingezondens Si ukken
Geroepen tot de hoogst belangrijke betrekking van
Lid der Tweede Kamer van de Staten Generaal door
de meerderheid der stemmen op mij uitgebragtver
klaar ik die benoeming te zullen aannemen en mij zeer
vereerd te gevoelen door deze eervolle onderscheiding
en het vertrouwen door zoo velen in mij gesteld.
Wat mij betreft, ik zal zoo veel in mij is, trach
ten aan het gewigt dier roeping te beantwoorden, en
verklaar met echt Protestantschen zin, dat is met de
meeste welwillendheid en billijkheidook omtrent an
dersdenkenden ieders godsdienstig gevoel te zullen
eerbiedigen en de vrije uitoefening daarvan in den zin
der Grondwet te zullen- bevorderen
Ik verklaar mij te vereenigen met de verklaarde ge
voelens van den KONING en zijne MINISTERS
om den weg der Grondwet niet te verlaten en alzoo
het nieuwe Ministerie, of welk later mogt optreden,
in billijkheid te zullen ondersteunen, in de eerlijke,
volledige, getrouwe en opregte handhaving der Grond
wet, bet heil des Vaderlands en van Oranje op alle
mogelijke wijze te zullen bevorderenen te zullen hel
pen waken dat daarvan noch ter regter nog ter linker
zijde worde afgeweken
Ik zal de eerste zijn om het Ministerie dat zóó
handelt te ondersteunen. Ik zal de eerste zijn om
het Ministerie dat daarvan afwijkt, te bestrijden.
Elke inlichting en teregtwijzing van Uzal mij
aangenaam wezenen waar ik ooit iemand itwer in
regt en billijkheid van dienst zal kunnen zijndaar
zal het mij een waar genoegen gevenuwe billijke
wensehen en regtmatige verlangens door alle regtvaar-
dige middelen te bevorderen.
Goes, den 19 Mei 1853.
J. J. van DEINSE.
Uittreksel uit een brief van Tholen:
Wanneer niet op onze Kies-vereeniging le Poort
vliet de beide Predikanten uit Tholen waren aan
wezig geweest, die zich ten sterksten hebben beijverd
voor den Heer Mr. van Dkinse, dan zou de verkie
zing hier weinig bezwaar hebben opgeleverd. Het
schijnt dal de Heer van Dkinse eene godsdienstige
geloofsbelijdenis aan Ds. de Visser bad toegezonden,
die ten minste daarvan in de vergadering gewaagt.
Beide Eerwaarde Heeren vooral laatst genoemde
wist op zoo listige wijze het gevaar van het Protes
tantisme voor te stellen en de geschiktheid ran een
candidaat zoo breed uit te meten dal de onkundige
minder doordenkende onder de aanwezigen zich lie
ten medeslepen, Te vergeefs verhieven zich mannen
zeer algemeen geacht (Wagtho, van Voorst Cats.
HOEK, Bijbao tegen die verblinding, hel mogt
niet balen.
Otn u een staaltje te geven van 't geen door die