r DONDERDAG 1H MEI. J AANBESTEDING. BEKENDMAKING ■j i -o. .«1,1» ■i.-'t j ._si* .'y D* uitgave de%er Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per (i wartaal is .f,75 Franco per Post f J,90. Gewone Advertent ten worden d SO ets. de regel geplaatst. Geboorte-, Huwelijks- en Doodbei iglen van 6 regels a f J ,20 behalve het Zegclregt Uithoofde van het Pinksterfeest zal aan staanden Maandag geene Goessclie Courant worden uitgegeven. gedeputeerde staten van zeeland, Bren»en ter kennis der belanghebbende, dat de aanbeste ding van eenige vernieuwingen enz.benevens van het drie jarig onderhoud der Provinciale Waterstaats werken en Wegen in plaats van op Zaturdag den 21ste» dezer, zal worden ge houden op Maandag den 23sten dezer, des voormiddags ten 10 uren. alsmede dat te dien dage ook zal worden aanbe steed Biel maken -eenei' AAS VjIZSVJPI* A ATS aanhef Eiland NOORD-DE VEÏÏjA ND. Vvaarvan het bestek en de voorwaarden op dezelfde plaatsen als die der voormelde werken zullen ter lezing liggen. MIDDELBURG den 6 Mei 1853. Gedeputeerde Staten voornoemd V A N TETS. oorzittcr. S. VAN DER SYVALMEGriffier. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES Van het Bureau van Stemopneming aldaar, ontvangen hebbende de Processen Verbaal van Inlevering der Stem briefjes en het. opmaken der gedane Stemmingter benoe ming van Vier Leden voor de Provinciale Staten van Zee land gehouden, den 10 en 11 Mei 1853. Zijnde uit het Pro ces-Verhaal van laalslgemelde dagleekeuing gebleken, dat lol Leden van de Provinciale Staten, met volstrekte meei- deiheid benoemd zijn, de Heeren Mi'. J. U. R. van der BILTinet 390 stemmen. en J. FRANSEN van de PUTJE 297 En dat voor de overige Twee Leden eene herstemming zal moeten plaats hebben tusschen do Heeren" B. van der Manderemet 267 stemmen. O. Verhagen"212 4. A. Mooi ja artm 203 en J. W. Vader169 Brengen overeenkomstig Art. 69 der Kieswet van den 4 Jul ij '1850, Staatsblad No. 37), ter kennis van een ieder die liet aangaat, dat afschriften van genoemde Processen-Ver baal, ter gewone plaats in deze Gemeente zijn aangeplakt, en dat gelijke afschriften ter inzage voor een ieder, ter Ste delijke Secretarie zijn nedergelegd, waar dezelve dagelijks, (uitgenomen des Zondags) in den voormiddag van 10 tot 1 urevoorhanden zullen zijn. Aldus gedaan ten Raadhuize van Goes, den 11 Mei 1853. Burgemeester en Wethouders, voornoemd, M. P. BLAAUBEEN, De Secretaris H. C. P J L A A R. De Persoon van PAULUS STAF wordt in zijn belang dringend uilgenoodigdzich dadelijk aan te melden ter Se cretai'ie van Goes. De Burgemeester M. P. BLAAUBEEN. INGEZONDEN STUKKEN. EEN WOORD TOT DE KIEZERS IN HET KIESDISTRICT GOES. Op den 17 Mei 1853 zullen in Nederland plaats hebben de verkiezingen v&n Leden voor de Tweede Ka mer der Statën-GeneraaL Bereid mijne ruim vierjarige parlementaire loopbaan voort te zetten, wanneer mij andermaal in het kiesdis trict Goes de eer der herkiezing nlogt te beurt val len, gevoel ik behoefte een kort woord tot de kiezers Onder dit Kiesdistrict behooren Zuid- en. Noord-Beveland, bencvetis dc Gemeenten Tholen, St. Maartensdijk, Scherpe- nisse, Poortvliet, Oud-Vosmeer, Hontenisse en Óssenisse. te rigten, uit aanmerking van den bij zonderen toe- 1 standwaarin wij verkeerenten gevolge van de ge- Wigtige gebeurtenissen in de maand April 11. J)ie toestand is van dien aard, dat de kiezers meer dan immer waarborgen behooren te erlangendat, zij die op voorloopige ldes-vergaderingen als candidaten in aanmerking komenen op wie zij hunne stem mogten uitbrengen met hen in staatkundige rigting overeen stemmen. Het is mij niet mogen gelukken, tijdig aan te ko en in de voorloopige vergadering' van eenige weinige kiezers te Goes, op den 9 Mei 1853, gehouden onder de leiding van den Heer van Deinse. Men was bij mijne aankomst, reeds bezig eene stemming op te ne men; anders had ik in die vergadering mijne voorne mens voor de toekomst blootgelegdin voege als ik thans langs dezen weg wensch te doen. Verkeerde Nederland niet in een geheel bijzonderen toestand, dien ieder beseft, zonder dat het nodig schijnt, dien nadeT aan te duiden, dan zou ik geen enkel woord van rnjj hebben laten uitgaan. Sedert ruim 4 jaren toch sta ik op het staatkundig terreinen wel als af gevaardigde uit het kiesdistrict GOES. Gedurende dat tijdvak hebben de kiezers alzoo de ruimste gelegenheid gehad mijn politiek gedrag uit feiten te beoordeelen. Zij hebben kunnen nagaan, wat ik als lid der Tweede Kamer heb verrigt, welke versla gen over wet.s-ontwerpen en andere stukken ook van mij zijn uitgegaan, terwij] ik bij gewigtige wetsvoor- dragten. mijn gevoelen nimmer heb verzwegen, doch steeds met eenige ontwikkeling openlijk heb uitgespro ken. Het. Bijblad der Staats- Conrdnt kan van een en ander getuigen. De kiezers zelve konden alzoo bij ge wone periodieke aftreding weten zonder nadere inlich ting, of mijne parlementaire rigting zoodanig was, en dus ook verder zoude zijn in dier voege als in de be doeling van de meerderheiddie mij tweemalen afvaar digde was gelegen. Weinig hechtend aan fraaije pro gramma's cn toespraken, had ik daarvan in gewone tijden mij gewis onthouden. Thans echter is de toe stand andersen er dient geen twijfel te bestaan over de politieke gedragslijn, die voor de toekomst door mij zal worden gevolgd. Ik wcnsch openhartig mijne overtuiging bloot te leg gen, en zal. daarom bepaald mijne meening uiten over eene gewigtige gebeurtenis dezer dagenwelker belang door ieder wordt, beseft. Het, betreft, de invoering van Roumsch Katiholijke Bisschoppen in Nederland. Uit het grondwettig oogpunt komt het, mij ontwijfel baar voor, dat de Roomsch Katholijken in Nederland recjt hebben op het bezit van Bisschoppenzoowel als up het bezit van Pastoors, om de eenvoudige redendat de inrigting van het Kerkgenootschap het een en an der medebrengt, en in Nederland vrijheid van gods dienst bestaat, behoudens da gehoorzaamheid aan 'slands wetten. Evenwel ik betreur de wijze, waarop de in voering der Bisschoppelijke hiërarchie heeft plaats ge had, en mijn votum van 18 April jl. is ddar om te bewijzen, dat ik in zóó verre de zienswijze van den Heer van Doorn deel. Veel ergernis en tweespalt waren voorgekomen, wan neer de vorm der regeling anders ware geweesten ik betreur het evenzeerdat de Heer Minister van Bui- tenlandsche Zaken aandrang' van anderen schijnt te heb ben afgewacht, alvorens zijne gevoeligheid te betoonen over den bedoelden vorm. Ik beaam overigens van ganscher harte de milde beginselen nopens de regten van alle Kerkgenootschappenaanbevolen in den her derlijken brief van de Sijnodale Commissie der Her vormde Kerk. De gevolgen van de bedoelde gebeurtenis zijn bekend. De Koning heeft gebruik gemaakt van Iloogstdeszelfs grondwettige bevoegdheidom het Ministerie Thok- becke te ontslaan, en een nieuw Ministerie van Hall Donker Ouktius tc benoemen. Een en ander zijn voldongen feiten. Dat Ministerie belooft handhaving van de herziene Grondwet en vrijgevige uitvoering ba rer bepalingen. In die belofte, gevoegd bij de onbepaalde toezegging van mindere centralisatie in Provinciaal- cn Gemeente- Bestuur, (welke ik buiten beoordeeling laatomdat ze te onbestemd is) ligt het geheele programma van het nieuwe Ministerie. Daarmede kan ik mij volkomen vereenigenalweder om de zeer eenvoudige redendat dit; staatkundig programma hetzelfde isals dat van het afgetreden Ministeriehetwelk niet alléén door woorden maar door zijne daden heeft getoondniets anders te willen, dan handhaving en vrijgevige uitvoe ring der Grondwet. Men valt het afgetreden Ministerie tegenwoordig zeer haTd, en in bewogen tijden vindt de taal der hartstogt eerder bijval dan die der koele rede. Zulks belet mij niet, als mijn gevoelen te verklaren, dat, het afgetre den Ministerie zeer veel goeds heeft daargesteld, dat het onze nieuwe staats-instellingen krachtdadig heeft ont wikkeld, dat het regtsveiligheid en regtvaardigheid voor allen heeft gehandhaafd, 'slands finantien verbeterd, belastingen verminderd, de welvaart door spoorwegen, telegrafen, scheepvaart-wettenpostwet enz., bevorderd en naar vrijgevige vaste regels heeft bestuurd, zonder aanzien des persoons. Wanneer de biimenlandsche staatkunde der tegen woordige Ministers in gelijke rigting blijften die tegenover het buitenland van kracht en waardigheid getuigt, dan zal mijne overtuiging mij leiden, even als vroegerom zoodanige rigting te ondersteunen want beginselen staan bij mij immer boven personen. Het komt mij voordat het welzijn van het Neder- landsche volk het best wordt betracht door medewer king tot alle heilzame maatregelen, van wien ook af komstig, maar ook door bestrijding van alle zoodanige voordragtenals men naar zijne overtuiging strijdig acht met het algemeen belang, zelfs al komen die voor dragten van bevriende zijde. Ilc mag het echter niet ontveinzendat aanvanke lijk de optreding en zamenstelling van dit Ministerie mij hebben geschokt en bevreemd. Ik kon de zamen- voeging van de Heeren van Hall en Donker Cürtius in hetzelfde ministerie, beoordeeld naar hunne antece denten, niet duurzaam achten. Ik zie ook voor alsnog geene handelingen, waarnaar ik kan afmeten, welk stelsel van regering zal worden gevolgd Het ministe- riëel programma zegt alléén, 'geene reactie en vrijge vige uitvoering der grondwet. Verder laat het onzeker in welke rigting het ministerie zich zal bewegen. Een volksvertegenwoordiger wordt niet naar het parlement gezonden, om blind vertrouwen te betoonen. Zijn oor deel moet zich vestigen op feiten, volledige kennis en toelichting. Ik zal dan ook handelingen en daden af wachten, alvorens het, Ministerie te beoordeelen. De verklaring in zijn programma, dat de ontbonden Tweede Kamer niet bevatte de ware volksvertegenwoordigers, kan gewis mijne symphatie niet wekken. Zij mag te meer bevreemden, daar twee der Ministers zelve tot die vertegenwoordigers behoorden. Ik herhaal evenweldat wanneer de staatkunde te genover het buitenland en de binnenlandsche staatkunde zich bewegen in de rigtingals ik hiervoren heb aan geduid dat ik alsdan (daartoe geroepen) mij verpligt zou achten zoodanige rigting met even veel klem te ondersteunenals ik met warmte zou bestrijden elke afwijking van dien weg. Ik verklaar eindelijk (altijd

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1853 | | pagina 1