GOESSCHE
«8k
1853.
DONDERDAG 3 MAART,
BICTWII MffililOTMTIIS»
1
WAARSCHUWING
De uitgave deter Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f J ,15 Franco per Post f J,90.
Gewone Adverlentien worden a 20 ets. de regel geplaatst. Geboorte-, Huwelijks- en Doodberigten
van J6 regels a f J ,20 behalve het Zegelregl.
De COMMISSARIS des KONINGS is de PRO
VINCIE ZEELAND.
maakt beker.d dal zijne gewone Audiëntie, op
Donderdag den 3, JO en 31 Maart eerstkomende,
ii i e l zal plaats hebben.
Middelburg, den 28 Februarij 1853.
De Commissaris des Konings voornoemd
VAN TETS.
Pro Justitia.
voos BAKKERS en VERKOOPERS van
ZWAVEL-ZUUR-KOPER, (BLAAUWE VITRIOOL
oir KOPER-GROEN), ZWAVEL-ZUUR-ZINK
(WITTE VITRIOOL) en andere VERGIFTIGE
en voos de GEZONDHEID SCHADELIJKE
STOFEEN.
De officier VAN justitie te Goes, maakt
ter waarschuwing bekend, dat op heden door de Jus
titie, op bekomen informatien, bij de Bakkers
LIEVEN en O KIS RIT KCK1IAKOTwonende
respective te sGravenpoltler en Nisse, zijn bevonden
en in beslag genomen aanmerkelijke hoeveelheden van
ZWAVEL-ZÜUR-KOPER (Blaauwe Vitriool of Ko
per- Groen) mistgaders daarmede vermengde TARWE
BROODEN.
Welke feiten zoowel ten opzigte der Bakkers, als
der misdadige Verkoopers, volgens de Wet van 19
Mei 1829 Staatsblad No. 35) worden bedreigd met
gevangenisstraf van twee tot vijf jaren, geldboete van
200 tot500 intrekking van Patenten ontzeg
ging om gedurende den tijd der gevangenisstraf der
gelijk Patent te bekomen.
Parquetden 2 Maart 1853.
De Officier voornoemd,
De KNOKKE van der MEULEN.
INGEZONDEN.
Men leesl in den Nederlander van den 31 Maart
1852 No, 54Ó:
Wij hebben de resolutie ontvangen waarbij Bur
gemeester en Wethouders van Goes voor eene Bij
zondere School der le klasse autorisatie verleenen;
met dien verstande, dat het bestuur daarover aan
de adressanten ontzegd wordt.
Mag ik eene school opriglen
Wel ja, waarom niet? zij mag door u worden
betaald.
De resolutie is gedagleekend den J3 Maart.
Denzelfden dag waarop, in 1844, liet verzoek
onzer vrienden door de regering van 's Dage afgewe
zen werd.
Wij zullen de resolutie tnededeelen morgen
Den eersten April.
Verder in die van den 1 April No. 541.
Zie hier de beschikking waarmee de regering van
Goes zich in de jaarboeken van het Nederlandsche
schoolwezen een gedenkteeken gesticht heeft.
Het protest van den Burgemeester mag wel als
een bewijs van zelfstandigheid worden gewaardeerd;
te meer wanneer men zich herinnert dat de afwijzing
van hel verzoek door alle de Predikanten aan liet
stedelijk bestuur gevraagd is.
Vervolgens in die van 6 December No. 751.
Uil Goes wordt ons gemeld dat de stedelijke re
gering eindelijk aan onze vrienden niet enkel auto
risatie, maar ook het. bestuur over de school ver
leend heeft.
Edoch welk bestuur
Enkel het geldelijk en huishoudelijk bestuur.
Wij komen eerstdaags, onder mededeeling der stuk
ken op deze nieuwe kwelling terug.
Daarna in die van 8 December, No. 753.
Men herinnert zich dat te Goes de lang geweigerde
autorisatie voor eene Bijzondere School der le klasse
eindelijk verleend werd met dien verstande dat de
School door de opriglers niet zou worden bestuurd.
De adressanten hebben zich tot den ministei van
Binnenlandsche Zaken gewend.
Deze heeft de billijkheid van hunne klagten erkend,
De regeling te Goes heeft weder een middel ge
vonden om zich aan de naleving van de wet waar
zij de zelfstandigheid der Bijzondere Scholen ver
langtle onttrekken.
Gaarne deelen wij de gunstige verklaring van den
minister meê.
En in die van 9 December No. 754.
Wij hebben de missieve van den minister van
Binnenlandsche Zaken medegedeeld (de Nederlander
No. 153,) waarbij hij de billijkheid der klagten van
onze vrienden te Goes erkend.
Uit de twee volgende stukken zal men ontwaren
dat de poging van den minister schipbreuk geleden
heeft op de halstarrigheid van het stedelijk bestuur.
Ten slotte in die van den 2 Maart 1853, No. 823.
We vleijen ons, dat eindelijk de bezwaren tegen
het oprigten van eene bijzondere school der le klasse
te Goes uit den weg geruimd zijn. Ten gevolge der
uillegging door Burgemeester en Wethouders gegeven
aan Finantieel en Huishoudelijk bestuur.
Zonder verdere beoordeeling noodig te achten, dee
len wij de laatstelijk hierover gewisselde stukken mee.
De resolutie waarvan de Nederlander in zijne
Nos. 540 en 541, met zulke liefelijke bewoordingen
gewaagt is in geenerlei opzigt gewijzigd.
De la ter e waarvan in de Nos. 751 en 754 gespro
ken wordtevenmin.
De eerlijke lakliek van de Nederlander brengt
niet mede daarvan met een woord te gewagen.
Men zegt dat de Nederlander geredigeerd wordt
door den hooggevierden heer inr. G. Groen van
Prinsteren. Verder zegt men niets meer maar laat
het aan den nadenkenden lezer over te oordeelen
wie en wat de Heer Groen (ik wil zeggen) de Ne
derlander is.
GOES den 3 Maart.
Bij Zijner Majesteits besluit van den 25 Februarij
1853 is benoemd tot procureur bij de arrondisse-
inents- reglbank te Goes, Mr. C. de PFilt Hamer,
advokaat en regter plaatsvervanger bij gemelde regl
bank.
Verschillende dagbladen maken wederom melding
van lievige en vele brandeji.; onder meerderen het
verbranden eener bakkerij te Bolsward; eene vlasschuur
in het gehucht de Gaide; van eene gansche hofstede
van den beer Jan Kommandeur te Wognum, een
groot uur van Hoorr, huis, schuur, stalling, meu
bilair, graan, hooi, bouwgereedschappen en vee van
A. Driessen in de gemeente Dongen, alsmede van
eene geringere in het huis van den heer T. op de
Nieuwe Haven te Rotterdam, de meeste oorzaken zijn
onbekend, enkele ontstonden door onvoorzigtigheid en
ook een door het in dit jaargetijde vreemd verschijnsel,
namelijk het broeijen van hooi het meeste schijnt
niet voor brandschade verzekerd.
Zoo ook vind men overal gewag gemaakt van de
in groote massa's gevallene sneeuw, voor het grootste
gedeelte zijn post-, spoor- en andere wegen onbruik
baar, en heeft men de grootste moeite ten einde het
vervoer per as, niet geheel gestremd te zien. Te Apel
doorn trachtte men met de sneeuwploeg bespannen
met acht paarden, vruchteloos een weg voor de rijtui
gen te banen eerst nadat 94 werklieden den weg
van Hoevelaken bruikbaar hadden gemaakt kon de
post aankomen,
Rotterdam J Maart. Heden greep hier ter
stede weder eene gebeurtenis plaats, welke op nieuw
in een helder licht stelt hoe noodzakelijk het is, dat
de beestenmarkt verplaatst worde.
Ten ongeveer half twaalf ure was een stier, os of
koe aan de botersloot in het water geraakt. Men
vernam tevens dat dit dier zeer wild en kwaadaardig
was en men daarvan op de inarkt veel last had ge
had, Inlusschen was er een menigte nieuwsgierigen
le zamengevloeid, om te zien hoe men het beest uil
net koude bad zoude halen en toen men hier in ge
slaagd washad men werk genoeg om zich te ber
gen en werd het dier zoo woedend dat men moest
besluiten het weder in het water le drijven.
Gedurende een kwartier uurs heeft men het toen
door het water vooi igesleurd al worstelende met ijs-
schotsen vervolgens sjorde men het vast aan een
lantaarnpaal en leverde het pnbliek een ijzingwek
kend schouwspel, om het dier in dezen toestand den
hals af te snijden.
Wij zijn thans nader geïnformeerd dat de
bakker bij wien eergisteren (26 Febr.) een brood
werd weggenomen en ten gevolge waarvan de in
ons vorig nommer vermelde volksoploop is ontstaan
dikwijls dergelijken overlast te verduren had. Eenige
straatjongens maakten er, sedert ongeveer 6 weken,
hun werk vanom als hel des Zaturdags avonds
druk was in den winkel b. v. voor een cent iels
te komen koopen. Terwijl dan de dochter des bak
kers (een meisje, dat kreupel is en met een kruk
loopt) het gevraagde krijgt nemen zij hunne kans
waar om een of meer hrooden weg te nemen en
zijn dan dadelijk spoorloos verdwenen. Hetzelfde
had nu eergisteren avond plaats. Het was daaren
boven niet om hunnen honger te stillen dat zij
brood stalen maarzoo als men zeker schijnt te
welen om het te verkoopen en met het geld le
dobbelen zoo als men dikwerf langs de straat ziet.
's Gravenhage2 Maart. Heden nacht heeft
er aan den Bezuidenhoutsweg eene worsteling plaats
gehad tussche» twee personen met de wachthebben
de commiezen der belastingen, Oudvorst en F er hoef
Het ongelukkig gevolg daarvan is geweest dat eerst
genoemde den arm gebroken en de andere eene won
de aan de hand bekomen heeft. Men vermoedt, dat
de twee personen zich wilden meesier maken van
tamme eenden die zich daar in den omtrek bevin
den doch daarin door de commiezen werden ver
hinderd. Ten gevolge van het geroep van den ge
noemden commies is de militaire wacht aan de
Boschbrug ter hulpe gesneld en zijn de twee perso
nen gearresteerd en naar het raadhuis gebragt. Men
verzekert dat zij in het bezit waren van een ge
weer geladen pistool en messen. Wat daarvan zij,
zal uit het nader onderzoek dezer zaak blijken.