GOFJSlilE MAANDAG 31 JANUARI J. NATIONALE MILITIE. 1853. it ga dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags avondsDe Prijs pep K.warlaai is J .7 5Franco per Post f J,90 Gewone Jdvertenlien worden d 20 cis. de regel geplaatstGeboorte-, Huwelijks- en üoodbei iglen v/zw J6 regels d ,1 SO behalve het Zegelregt ilCTtliJ*. MIWMTIII. WAAR8CIIUVV1NG. BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan GOES, brengen bij deze ter bennis.se van allen die het aan» gaat, dat de Militie-Baad krachlens art. 126 der Wet op de .Nationale Militie van den 8 Januari) 1817, (Staatsblad N°. 1), over dezen jare zijne Eerste Zitting tot onderzoek der Lotelingen voor een jaar vrijgesteld volgens art. 37 der Wet van 27 April 1820, (Staatsblad N°. II), welke ver- meenen mogten regt op vrijstelling te hebben zal houden le Middelburg Hoofdplaats dezer Provin cie op Maandag den 7 Februarij aanstaande des morgens ten half tien ure, in de Abtdij aldaar. Van de verpligting om voor dien Baad te ver schijnen zijn echter uitgesloten, zoodanige Lotelingen, welke geenerhande reden lot vrijstelling hebben, daar dezulken door den Militie- Haad finaal voor de dienst gedesigneerd zullen worden. Terwijl hij deze alle Ouders Voogden Curators of Gemagtigden worden herinnerd, dat zij reclames hebbende voor hunne absente Zonen of Pupillen zich zullen moeten sisleren ten dage, ure en plaatse voormeld. Zullende de Commissie voor de werk zaamheden der Nationale Militie lot de afgifte der benoodigde Attesten, vaceren ten Sladhuize alhier, Zaturdag den 5 Februarij 1853, des voormiddags ten elf ureter opmaking van welken men vooraf ter Stads-Griffie de noodige opgaven gelieven te doen. En opdat niemand hiervan onkundig blijve, zal deze worden gepnbliceerd en geaffigeerd mitsgaders ge plaatst in dezer Stads-Courant. Goes, den 31 Januarij 1853. Burgemeester en Wethouders voornoemd M. P. BLAAÜBEEN. De Secretaris H. C. PILAAR. VERVOLG van het van den Raad van De Voorzitter verklaart de stukken nopens het School wezen ge- en herlezen te hebben en vindt de denkbeelden der beide Gommissien minder uileenloopend dan schijnt. Beide zijn doordrong^» van de wenschelijkheid eener Bewaar school, beide erkennen dat de Weesschool ontoereikend is, om ook al de kinderen der geaiimen teerden te bevatten terwijl ook de denkbeelden nopens een wetenschappelijk onderwijs voor jongelieden die de kinderschoenen ontwassen zijn,, vrij wel overeenkomen alleen de middelen ter verbe tering voorgedragen verschillen. Ten opzigte van dit laatste vermeent de Raads-Commissie dat het wetenschappelijk onderwijs zich moet bepalen tot natuurkunde, levende tajen, enz. en dat een kundig secon dant aan den Franschen onderwijzer toegevoegd, daartoe voldoende zijn zou; terwijl de Schoolcommissie zou wen- schen die school ingerigt le zienals eene voorbereiding voor militaire en industrie scholen en aldaar onderwijs ge geven in de döode talen, waartoe de benoeming van een' doctor in de letteren haar noodzakelijk voorkomt. De Voorzitter vermeent, dat liet wenschelijk en raadzaam is, dat de Raad zich eerst verklare omtrent de verbeteringen in het onderwijs, om daarna de middelen te heramen ten einde iöt de uitvoering te gerakën. Hij vermeent alzoo te moeten voorstellen: lo. Is de oprigting eener Bewaarschool wenschelijk en noodzakelijk %o, Moetde Weezen- en Armenschool uitsluitend voor .weezen en kinderen van. geaUmenteerdeu toegankelijk zijn en alzoo elders gelegenheid gegeven worden voor kinderen van niet gealimenteerdèu en 3«. Bestaat er behoefte aan een hooger wetenschappelijk onderwijs De Voorzitter vraagt of' de raad het met hem eens is, dat de voorgestelde wijze van behandeling de beste is De Heer Saaijmans Vader zegtdat het finantiële nog al belangrijk is, omdat daarvan de uitvoerbaarheid afhangt. De Voorzitter vermeent, dat het geldelijke behoort te rus ten, tot het einde der beraadslaging. Eerst moet de raad ouderzoeken wat voor het onderwijs rnoet gedaan w;orden daarna of de krachten der gemeente de uitvoering toelaten. Mogt het blijken, dat niét alles uitvoerbaar isdan zullen Burgemeester en Wethouders voorstellen, een of ander ge deelte van het beslotene achterwege te laten. De Fleer van den Bosch heeft bedenking tegen hetgeen door den Voorzitter is aangevoerd, nopens het gering verschil van gevoelentusschen de heide coinmissien. De School commissie, heeft zich staande gehouden op haar standpunt en heeft niet kunnen treden in het standpunt der Raads commissie ten opzigte der hoogere burgerschool. Wel heeft de Raads-Commissie de behoefte en het weuschelijke van zoodanige burgerschool erkend, doch tevens gemeend, daj uit een finantieel oogpunt daarin niet kon worden getres den, zoolang nog zoo vele kinderen geheel van onderwij- zijn versloken. De Scbool-Commissie heeft geheel op zijde gezet de be waarschool en het lager onderwijs, om hare aandacht uit sluitend le bepalen op de zoogenaamde Burgerschool. Het verschil is dus niet zoo gering als dé Voorzitter ver meent. De Voorzitter beantwoordt den Heer van den Bosch De Fleer Verschoor meent, dat het verschil door den Voor zitter juist is aangeduid. De Fleer Saaijmans Vader is van oordeeldat de heide commission lijuvegt met elkander in strijd zijn. De eene wil uitbreiding naar heneden, de andere naar hoven. De Fleer Verschoor zegt, dat de oorzaak waarom de School commissie niet hijzonder nopens liet lager onderwijs heeft1 geadviseerd, daaraan is toe te schrijven, dat de toenmalige Burgemeester haar alleen denkbeelden heeft gevraagd, ter vervanging van de facto opgehevene Latijnsche School. De Fleer van den Bosch verzoekt voorlezing van de bijzon dere nota's ter dezer zake door de leden der commissien in gezonden. De Voorzitter verklaart zicli daartoe bereid, doch ver meent, dat er geene aanleiding bestaatom de bijzondere nota's van Raadsleden voor le lezen. Die nota's worden gelezen de eéne door den Fleer van den Bosch, de andere door den lieer Verschoor. De Voorzitter vraagt op nieuw, of men de door hem voor gestelde wijze van behandeling wil volgen. De Heer de Knokke van der Meuten wenscht tie volgorde veranderd te hebben, omdat indien alle punten toestemmend worden beantwoord en naderhand blijkt dat er geen geld genoeg is, dan juist liet voornaamste eerst zou wegvallen, llij stelt voorlo.3°. en 2». De Voorzitter zegt, dat li ij zicli gebonden achtte door het voorstel der Raads-Commissie, die de volgorde heeft in acht genomen zoo als door hem is voorgesteld. De Heer Saaijmans Vader aciit de volgorde van de Heer van der Meiden heter. De Voorzitter vraagt het gevoelen van de Raads-Commissie. De Fleer van den Bosch verlangt gevolgd te hebben het voorstel der Commissie. De Voorzitter komt van zijne verdeeling terug en brengt nu in ééns de deliberatie de 4 punten, die liet voorstel uitmaken. De Heer Saaijmans Vader vermeent, dat het lokaal op de Beestenmarkt ongeschikt is voor Bewaarschoolomdat er veel meer dan de beschikbare ruimte noodig is voor speel plaats, en de onderwijzeres er niet zoude kunnen wonen. Het 2<ïe punt komt hein minder noodzakelijk voor, omdat hij tegen de afschaffing der Teekenschool is. De uitbreiding der school van den Heer Swart is meer aannemelijk. Alsdan kunnen 750 kinderen schoolgaan en dit is voldoende. De Fleer van Kerkwijk antwoordt daarop, dat ook de Raads- Commissie wel is bedacht geweest op de inrigting eener Bewaarschool, op de wijze zoo als dit in allen deele be hoeft, doch daarvan teruggeschrikt is door de énorme kos ten. Wat de Teeketischool aangaatis door de directie zelve erkend dat deze weinig of geen nut oplevert en zal dus bij de afschaffing niet veel verloren worden, maar eene jaar- lijksche niet onbelangrijke uitgaaf gespaard. De Heer van den Bosch zegt, dat de cijfers in liet rapport vermeld op officiële opgaven berustendat hij den lieer van Iiiele niet 250 maar 16*0 kinderen schoolgaan en even eens bij den Heer Swarten dat eené school waar 250 kin deven in Bewaarschool kunnen, niet meer dan 200 schoot kinderen kan bevatten. J)e. Voorzitter, verklaart zich ten aanzien van het locaal te scharen hij diegenendie het schoollocaal op de Bees tenmarkt ongeschikt achten voor bewaarschool, llij zou de voorkeur geven aan de Teekenschoolomdat daar gelegen heid is voor de onderwijzeres om te wonen. Daarbij is er een vrij ruime localiteit buiteu het gebouw. Een ander ar gument nog is dit: de bewaarschool heeft geene avondschool.; zoodat de Teekenschool op eene andere wijze welligt zou kunnen worden voortgezet en aan den gang gehouden. Men zou dan nog altijd in de gelegenheid zijn om door uitbrei ding de school van den lieer van lliele te doen strekken voor kinderen van minvermogende, niet bedeelde ouders, te verdeelen tusschen de beide^onderwijzérs. Daarbij komt nog, dat binnen kort èene bijzondere schoof der eerste klasse te wachten is. Dan zal ongetwijfeld ook een gedeelte der minvermogenden, niet bedeelden, daarin worden opgenomen. Flij zou er daarom voor ziju, dit hij wijze van proefneming te beginnen, en wanneer het later blijken mogt dat de beide scholen onvoldoende zijndan eene daartoe bestemde gele genheid te maken. De Fleer van Kerkwijk zegtdat het iurigten der Teeken school tot Bewaarschool, veel tegen heeft en dat de ligging van het lokaal aan een groot water, de leden der commis sie heelt afgeschrikt zulks voor te stellen. De Meer van den Bosch zegt, dat de uitbreiding der school op de beestenmarkt, ook een punt van onderzoek is geweest van de Commissie. Die uitbreiding zou alsdan zeer belang rijk moeten zijn omdat er nu in geen geval meer dan 600 kinderen kunnen schoolgaan, en er dus nog altijd voor 150 gelegenheid zou moeten gemaakt worden. Daarom vermeent ZEd.dat het denkbeeld van den Voorzitter niet aan de aangenomen noodzakelijkheid zou beantwoorden om 750 kinderen gelegenheid tot onderwijs te geven. De Voorzitter wijst op nieuw op de bijzondere school der lste klasse. De lieer van den Bosch gelooft niet, dat die school op min vermogenden van eenigen invloed zal zijn. De Meer Saaijmans Vader vermeent, dat de verhouding van schoolpligtige kinderen en bevolking door den Fleer van den Bosch opgegeven, juist is, omdat onze provincie eene landbouwende is. De Heer Verschoor stelt als amendement voor: Er zal eerie Bewaarschool zijn, zonder aanwijzing der plaats waar. De lieer van Kerkwijk heeft in de bevolking-registers on derzoek gedaan naar het getal schoolpligtige kinderen en daardoor dat resultaat verkregen. Ook de Fleer van den Bosch is van oordeeldat het be zwaar zal geven, dat de wijze van uitvoering hij het voor stel is opgegeven- Hij vereenigt zich met het amendement van den Fleer Verschoor. In rondvraag wordt gebragt de vraagIs het wensche lijk en noodzakelijk eene bewaarschool daar te stellen Hetgeen niet negen tegen ééne stem bevestigend wordt beantwoord. Tegen stemde de Heer Saaijmans Vaderdie de wensche lijkheid toestemt, doch vermeent, dat de beslissing van het finantiële afhangt. In de tweede plaats wordt in rondvraag gebragt: of de wees- en anneuschool voortaan uitsluitend bestemd zal zijn voor gealimenteerden en weezen Hetgeen mede bevestigend wordt heslist met 8 tegen 2 stemmendie van de Fleeren de Knokke van der Meulen en Saaijmans Vader. Nopens het 3<le punt, de inrigting eener Stadsschool voor 300 kindereu van minvermogende niet bedeelde huisgezin nenerlangt de Heer Verschoor het woord en zegt, dat na het geavanceerde door den Voorzitter, nopens de bijzondere school der 3ste klasse, het hein doelmatiger en minder kost baar voorkomt, de kinderen die in deze termen vallen, te plaatsen op de heide stadsscholen. De Heer van Kerkwijk acht het daarentegen zeer noodza kelijk, dat die kinderen in eene afzonderlijke school worden onderwezen, omdat hunne behoeften niet gelijkstaan met die der meergegoedden. De Fleer Verschoor acht dit van ondergeschikt belang en vermeent dat het heter is, dit aan de School-Commissie over te laten. De Heer Saaijmans Vader vereenigt zich met liet gevoelen van den Fleer Verschoor en deelt geenszins het bezwaar van den Fleer van Kerkwijk. In omvraag gebragt wordt het voorstel aangenomen met 7 tegen 3 stemmen. Tegen de Ueeren dc Knokke van der MeidenSaaijmans Vader en Verschoor. Het 4de punt, om aan het schoollokaal op liet kerkhof zoodanige uitbreiding te geven, dat daarin 50 of 60 kinderen meer kunnen school gaan wordt met algemeene stemmen aangenomen. De Voorzitter vraagt uu aau den Heer van den Boschof het als een voorstel der Raarls-Cominissie te beschouwen is, hetgeen door haar, nopens de verbetering van het onderwijs op de Fransche school, is in het midden gebiagt. De Fleer van den Bosch antwoordt ontkennend. De com missie uit den Raad heeft het voorstel der School Commissie zeer goed bevonden, doch heeft vermeend, dat de uitgaaf

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1853 | | pagina 1