de derde of laatste voor f5,de vrijheid kocht. Het tooneel was werkelijk indrukwekkend en wij zien er een verblijdend leeken des tijds in. Verder wordt nog van het sedert lang edelmoedig en menschlievend bekend karakter van Z. H. den Soesoehoenan van Soerakarta het volgende verhaald «Ongeveer 1§ jaar geleden overleed te Soerakarta, zekere geneesheer in onvermogende omstandig heden en daardoor in den hulpeloosslen toestand eene dochter achterlatende. De slepende ziekte, waar aan die geneesheer, gedurende zijn verblijf te Soera karta geleden had, was niet zeer bevorderlijk geweest, om hem in de praktijk van de gunstigste zijde te doen kennen en evenmin is het bekend dat hij ooit aan eenigen der vorsten aldaar gewigtige geneeskundige hulp bewezen heeft. En toch naauw verneemt de Soesoehoenau het ongelukkig lot van die wees, of hij, de Mahomedaan, aarzelt niet zich dat lot aan te trek ken en de vaderlijke zorg voor het christenmeisje op zich te nemen. Eerst was de heer D.....X te dier plaatse Z. H. vertegenwoordiger in die zorg later vertrouwde hij haar eigenaardiger aan mevrouw S....Z aldaar, en ruimschoots was de geldelijke bijdrage door Z. H. aan haar onderhoud en opvoeding maandelijks ten koste gelegd Voortdurend overladen met de bewijzen van 'svor- sten milddadigheid, naderde het meisjeden hnwbaren slaat en zal zij zich eerstdaags in den echt begeven met den beer S„.r, een kundig en oppassend Euro peaan die eene fatsoenlijke betrekking bij het in- jandsche onderwijs te Soerakarta bekleed. En nu bij die gelegenheid nu springt het in het oog, hoe wel gemeend des vorsten hulpbetoon steeds is ge weest hoe zijne edelmoedige geaardheid niets ten halve wil doen, hoede zorg, dieZ. lf. op zich nam, wel vaderlijk genoemd mag worden. «Drie prachtige kleeding-uitrustingen met de daar bij behoorende edelgesteenten schier alle benoodigd- heden aan meubilair voor de inrigting eener huishou ding in een heerenbuis in het Europesche kamp daaitoe opzettelijk dooi Z. H. voor eene aanmerke lijke som gekocht der arme wees ten geschenke gegeven zijn voorzeker wel de bewijzen eener edel moedigheid die niet te hoog kan geroemd worden. DUITSCHLAND. - Frankfort, den 5 Januarij. Het huwelijksplan tusschen de prinses Stephanie van ffohenzollern i-it Lodcu-yk Napoleon schijnt niet tot stand te zullen komen. Men twijfelt over het geheel er aan, dat de keizer eene gemalin in Duitsch- land zal vinden. Over Triest wordt medegedeeld dat de wate ren van llhodus weder zeer onveilig worden gemaakt door zeeschuimers. Zij bezitten 3 vaartuigen onder het bevel var. zekeren Rarasanni, die vroeger onder Negro diende. Hunne voornaamste schuilplaatsen zijn LerosJoronta, de klippen aan de noordzijde van Stanchio, alsmede Kaap Crio en de eilanden van Stam- palio. Hunnen buit brengen zij gewoonlijk naar het weinig benoonde eiland Naoaria van waar zij dien in kleine partijen naar Syra en Naxos vervoeren. Bo vendien zijn zij nog in gemeenschap met Kalimnos Pathmos en de geheele kust van Klt-in-Azie tot Smirna. De nadering van een oorlogschip wordt hun van eiland tot eiland door vuurseinen medegedeeld, waardoor het zeer moeijelijk isom ze meester te worden. Een Oostenrijkscb en eerr Turkscb schip welke in deze wateren kruissen hebben tot dusverre te vergeefs jagt op hen gemaakt. W eenen5 Januarij. Berigten uit Damas van 16 December melden, dat de löjarige broeder van den schach van Perzie, Naib-el-Darlel aldaar was aangekomen. Hij werd van incilepligtigheid beschul digd aan den moordaanslag, in de maand Augustus II., op zijn broeder gepleegd en zouden hem lol straf de oogen uitgestoken worden, De bede zijner moeder heeft die zware straf in eenvoudige ballingschap veranderd. ENGELAND. - Londen den 5 Januarij. Den 4den Januarij is te Havre binnengekomen de Orlando, kapitein ff kite, aan boord hebbende een gedeelte van de passagiers en tie bemanning van het schip Si. George, 't welk den 24slen November, mei 127 landverhuizers, meerendeels Ieren, en eene equipage van 25 man, van Liverpool was gezeild en den 24sien December, in volle zee, op 46° 12' N. Br. en 25° 30' W. L in brand was geraakt en alzoo verongelukt. De brand was ontstaan ir: het ruim en schijnt onbluschbaar te zijn bevonden, zoodat, ter wijl een schip in het gezigt was, de bevelhebber van de St. George, kapitein Bairson, dadelijk noodsei nen deed die dan ook van de Orlando niet onbe antwoord zijn gebleven. Ongelukkig was het weder slechten stormachtig, en stond de zee zeer hol, zoo dat de groote sloep van de St. George dadelijk in stukken sloeg en men zich alleen kon bedienen van de dusgenaamde reddingsboot met welke niet meer dan 4 a 5 personen tegelijk konden worden overge- bragt. Uithoofde van den harden wind en den steeds loenemenden brand was de Orlando verpligt zich op een zekeren afstand te honden, en was de toestand der ongelukkige passagierszoo mannén en vrouwen als kinderen, in de daad schrikbarend. In dien jam merlijken stand van zaken is men gedurende vier en zestig uren bezig geweestom de passagiers van het brandende schip naar de Orlando over te brengen totdat men de St. George, die in volle vlam stond, aan zijn lot moest overlaten. Alzoo zijn 78 menschen en kinderen, benevens de bemanning, aan een ge- wissen dood ontkomen en zijn van de overigen 8 door den rook verstikt, 15 verdronken en 28 vrou wenen kinderen waarschijnlijk inliet brandende schip omgekomen. De geredden, die genoegzaam riaakt waren zijn zoo goed mogelijk verzorgd, en kapitein White heeft liet geluk gehad, hen behouden te Havre aan te brengen toen hij op het punt was van zelf gebrek aan drinkwater en leeftogt te krijgen. Drie personen, genaamd Chapin, IV. Kissane en Chandler, allen deelgenooten van tot hiertoe zeer geachte handelshuizen zijn te Cincinnati in hech tenis genomen als beschuldigd van diefstalmoord en brandstichting. Het schijnt dat zij na in Fe bruari) van het vorige jaar, op valsche, door den ka pitein van het stoomschip Martha PVashinglon, geteekende cognossementen, Assurantie-Polissen geligt te hebben, zeisen het schip in brand gesloken hebben. Het schip is ook op de Mississippi verbrand, heb bende daarbij 16 personen den dood gevonden. Te Warrington omtrent 20 mijlen van Liver pool bevond zich bij de fabrieken san Chemicaliën der heeren Muspratt een omtrent 406 voet hooge schoorsteen. De bouwvallige staat waarin hij ver keerde deed de vrees ontslaan, dat hij te eeniger tijd zou nederstorten weshalve de eigenaars besloten hem te doen springen, hetgeen dan ook gisteren met 150 pond buskruid werd bewerkstelligd. De schoor steen bad 7000 pond gekost. Men zal zich nog wel herinneren hoezeer de bemanning van het Engelsche stoomschip Victory te lijden heeft gehad van de slechte behandeling der Turken. Deze zaak is thans evenwel bijgelegd. De Turksche Regering heeft zich bereid verklaard de peisonen welke bij de bewuste ontmoeting eenig verlies mogten hebben geleden daarvoor schadeloos te stellen, hebbende zij daartoe eene som van 190,000 piasters bestemd* De laatste berigten uit Mexico meiden dat de kamer van afgevaardigden het verslag der commissie over de Tebuantepec-ltwestie afgekeurd en naar de regering verwezen heeft. De tijdingen omtrent de omwenteling zijn van ernstigen aard. Generaal Ura- ga heeft de inwoners ran Jalisco doen wetendat hij de omwenteling wil bedwingen. Dagelijks wor den de troepen gedund door het menigvuldig deser- teeren, en verscheidene steden hebben zich ten voor- deele der insuigsnten verklaard. Te Aguas-Calien- tes heeft zich eene partij van 400 revolutionairen gevormd. Het gouvernement bevindt zich in groote geldverlegenheid. Men heeft te vergeefs getracht, te Mexico eene leening van 200,000 dollars te sluiten. FRANKRIJK. Parijs, den 6 January. Onder de personen die zich dezer dagen hebben laten inschrijven ais advocaat bij hel Keizerlijk Ge- reglshof te Pat ij's, moet de Meer Hebert genoemd worden, die, zooals men weel vroeger de hooge betrekking van Minister ran Justitie heeft bekleed. Bij Charmes, in het departement der Vogessen, is onlangs eene vreesselijke misdaad gepleegd. Een jong meisje bevond zich op den weg van Nancy naar Charmesin welke eerste plaats zij 800 francs had ontvanger.. Zij was nog niet ver toen een jong man en een ander meisje haar inhaalden en haar voorstelden de wandeling gezamenlijk te vervolgen. Aan eene herberg gekomen traden zij die binnen ten einde eenige verversching te gebruiken. Het meisje zette haar mandje waarin bet geld was ge borgen, op de tafel neder, de waardin het geld hoo- rende klinken, en op hare vragen vernomen hebben de dat het meisje 800 francs bij zich had besloot, zich op de eene of andere wijze dit geld toe te eigenen. Zij maakte het meisje wijsdat de jonge ling die haar vergezeld hadter kwader naam en faam stond en haalde haar overzich in den kel der te verbergen, tot dat de anderen vertrokken waren. Toen de jonge man zich dos weder op weg wilde begeven zeide men hem dat het meisje reeds was vertrokken hij en zijne gezellin haastten zich nu de herberg te verlaten om haar, zoo mogelijk, te achterhalen, daar hij zijne papieren in haar mand je hetwelk hij gedurende de wandeling, had gedra gen. Onder weg ontmoetten hen twee gendarmen welke naar zijne papieren en die zijner gezellin vroe gen. Aan deze lieden verhaalde hij nu het gebeur de, waarop de gendarmen achterdocht kregen en al len naar de herberg terugkeerden deze was geslo ten de deur week echter spoedig voor de vereenig- de pogingen het geheele huis werd doorzochttot dat men eindelijk in den kelder het lijk van het be drogene meisje vond. De waard en zijne vrouw zijn ir, handen van het geregt. In het departement Dordogne werd voor eenigen tijd een 80jarige pastoor ongesteld. Hij wilde door nie mand bediend worden, dan door zijne oude voedster, welke reeds US jaren telt. Deze vrouw herinnert zich nog den tijd van Lodewijk V en Lodewijk VI; zij zag Napoleon, omringd van al den luister der keizerlijke waardigheid zij aanschouwde Lodewijk XVIII, toen deze door haar dorp kwam. Tijdens net koning schap der honderd dagen werd zij, om hare legiti- mistische denkbeelden in hechtenis genomen doch bij den terugkeer van Napoleon weder op vrije voe ten gesteld. Zij zag Karei X te Bordeauxdoor Lodewijk Philips werd zij allerminzaamst ontvangen, toen zij reeds 100 jaren oud zich naar Parijs had begeven om «an den koning eenigen onderstand te vragen voor haren reeds oud en zwak geworden pleeg zoon. Nog sterk naar ligchaam en geest, leeft zij in de hoop, dat zij den oogenblik nog zal beieven, dat de reglmatige afstammeling van den Heiligen Lode- tvijk den troon zijns vaders zal bestijgen. Het kei zerrijk dit is hare vaste overtuiging, kan niet van duur zijn. De naam dezer waarlijk merkwaardige vrouw is Louise Vertier. Parijs, 8 Januarij. De reus, die in het koffij- huis van den Boulevard du Temple ter bezigtiging gesteld wasen hier gedurende langen lijd opzien baarde, is den lsten dezer plotseling overleden. James Jrlhur Kaley, had de lengte van 75 voet, bereikte den ouderdom van 27 jaren en wasnaar men ver onderstelt een Schot van geboorte. ERRATA. Wij haasten ons de navolgende misstellingen in geslopen in ons vorig nummer te verbeteren. Aldaar staat onder de geborenen den 4den. Pie- ternella dochter van Cornells Luike en Maatje Potderman, moet zijn: dochter van Cornells Sinke en Maatje Polderman. Den 19den. Cornelia, dochter van Guiljaem Legerstee en Mietje Engelblik moet zijn Cor nells zoon van Guiljaem Legerstee en Mietje Engelblik. Terwijl het cijfer der overledenen, niet is 11, rr.aar 13, als: 6 van het mannelijk en 7 van het vrou welijk geslacht. A - ÜIT DB HAND TE PACHTEN, *oor «en ruim tijdvak van jaren, ayjKSPBP en om met primo April 1,853 te aanvaarden, het HOF PUT- HOEKstaande in den Polder van Waarde, met ruim 69 Bunders, daarbij behoorende, zeer vrucht bare en sedert 20 jaren in goede cultuurmet vruchtwisselend stelsel en Zomer-stalvoederingon- derhondene ZAAILANDEN, en uitmuntende WEI LANDEN;dezulken welke bewijzen kunnen over leggen voorstanders van Landbouw te zijn en dat vak meer wetenschappelijk beoefenenzullen bijzon der in aanmerking komen. Nadere informatien zijn te bekomen bij den Notaris Kjkbbebke, te Krabbendijke, van af 15 Ja. nuarij tot 4 Februarij 1853. Tg Goks, bij F. Klbecwkns Zoon.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1853 | | pagina 2