GOUSSCIIE €Ol]RAMlY<ii. im2. DONDERDAG 30 DECEMBER. B1CTTOII «lilCTMTiil» BEKENDMAKING. De \itgave de%er Courant geschiedt Maandags en Donderdags avondsDe Prijs per f{wartaal Gewone Jdvertentien worden a 0 etsde regel geplaatstGeboorteDuwelijhs- van d6 regels a f d t20 behalve het Zegelregt is J,75 Franco per Post f d,90. en Doodberigien OPROEPING VOOR DE RATIONALE Ml LITIS. (f'er volg en Slot van ons vorig Nommer.) «Art. 21. Almede zullen zich jaarlijks voor den 5den January aan het Plaatselijk Restuur in ge schrifte moeten adresseren de bij de Nationale Mili tie voor zich zeisen dienende manschappen, die in den loop van het laatstsoorledene jaar, hetzij door overlij den van eenen vader of wel moeder, weduwe zijnde, of door eene plaats gehad hebbende regterlijke sepa ratie of echtscheiding der ouderen of eindelijk door overlijden van een' broeder of broedersregt op vrijstelling, overeenkomstig de bepalingen bij Art. 91 gemaakt hebben verkregen en hun ontslag diens volgens zullen verlangen. Rij deze verzoekschriften zullen moeten worden overgelegd de noodige bewij zen ingerigt overeenkomstig de voorschriften bij het aangehaalde Art. 91 gestalueerd. Tot het doen der voorschreve jaarlijksche aan vrage om ontslag, zijn. evenzeer als de manschappen zelve ook derzelver ouders of voogden curators en gemagtigden bevoegd. Art. 22. De Plaatselijke Resturen, na de voor- schresene adressen en bijgevoegde bewijsstukken te hebben onderzocht, zenden dezelve, voorzien van hun<- ne consideralien vóór den JSden Januarij aan den Commissaris des Konings in deze Provincie, Art 23. Alle aanvragen om ontslag ter zake voorschreve bij de Plaatselijke Besturen niet vóór den 15 Japuarij ingekomen zijnde, of waarvan de bewijsstukken niet in behoorlijke orde zijn bevon den zullen voor dat jaar niet worden toegestaan. Art. 40. Om tot eene geregelde Loting te ko men zullen, overeenkomstig Art. 207 der Grondwet, alle ingezetenen die op den f Januarij van elk jaar hun 19de jaar zijn ingetreden na daartoe bij publi catie te zijn opgeroepen, voor den ZOsten Januarij van ieder jaar, bij het Plaatselijk Bestuur van hun ne woonplaats, zich tot die Loting doen inschrijven. Art. 51. Ten opzigle der Inschrijving en Loling zal wel in 't bijzonder in het oog moeten worden ge houden i)at welke aanspraak op Vrijstelling iemand zoude vermeer.en wegens gebreken of andersints te hebben desniettegenstaande de Inschrijving en Loting door denzelven eveneens als door alle andere zal moeten geschieden. Onder de inschrijving zullen ook begrepen zijp. de gehuwden en afwezenden de gehuwden zullen aan den Militie-Raad moeten overleggen de bewijzen van hun huwelijk. Art. 53. De ouders voogden en regenten zul len verpligt zijn hur.ne kinderen of pupillen in persoon of door iemand daartoe door hen schrifte lijk gemagtigd te doen inschrijven daarin nalatig blijvende zullen zij verbeuren eene boete van niet meer dan honderd gulden doch niet minder dan vijf-en-tivintig gulden en ingeval van volstrekt onvermogen met eene gevangenis van een tot twee maanden worden gestraft onverminderd de bepalin gen ten aanzien der kinderen of pupillen, bij Art. 165 hier na gestatueerd. «Art. 56. De wettige woonplaats of domicilie voor de inschrijving hierboven vermeld wordt ge houden voor hun die ongehuwd zijn de woon plaats der ouderen en bij overlijden van beiden die var. den eerslbenoemden voogd voor de gehuw dende plaats alwaar zij hun bestaan hebben in twijlelachlige gevallen omtrent gehuwden zal voor de wettige woonplaats gehouden worden die plaats alwaar zij op den eersten Januarij san elk jaar tot de uiloefening van eenig beroep patent heb ben bekomen of wel voor het middel van het personeel en mobilair of dat hetwelk in de plaats daarvan zoude mogen norden geïntroduceerd be schreven zijn en voor zoo verre zij daarin niet be schreven zijn noch patent hebben bekomen, de plaats waar zij zich bevinden; met deze verdere bepalingen: dat zij, die in een vreemd land, uit ouders ter oorzake van 's lands dienst afwezend of anderzins op reis zijnde buiten het Rijk geboren zijn zullen worden ingeschreven binnen die plaats, alwaar zij hunne wet tige woonplaats hebben dat jonge lieden, door hnn vader moeder voogd of curator achtergelaten en geen bestaan hebbende op de lijsten van die ge meente zullen worden gebragt, alwaar hunne ouders, eerst in rang benoemden voogd of curator, het laatst hunne woonplaats hebben gehad en wanneer deze woonplaats niet bekend mogt zijn of dat dezelve buiten het Rijk is gelegen op die san de plaats al waar zij zich bevinden. Dat zij die geene ouders, voogden of eigen be staan hebben, zullen worden ingeschreven in de plaats alwaar zij zich bevinden. Dat de geallimenteerden en kinderen in Gods huizen en liefdadige gestichten, zullen worden inge schreven in de plaats alwaar de Godshuizen zijn ge legen of de allimentatie geschiedt. En dat ten opzigte van de gevangenen welke in de jaren der loling vallen de regenten der ge vangenissen verpligt zullen zijn. vóór den 10 Janu arij van ieder jaar, aan het Bestuur van de Gemeente, alwaar die gevangenen hunne vaste woonplaats heb ben, eene naauwkeuiige opgave te doen van alles, wat hetzelve voor de opschrijving nnodig heeft te weten met bijvoeging der misdaad waarvan zij be schuldigd of om welke zij veroordeeld zijn geworden, en den tijd voor welke zij zijn geconfineerd. Art. 59. Het register zal bevatten alle jonge lingen, die hun 19de jaar zijn ingetreden en de eer ste klasse van het loopende jaar uitmaken. «Tot de gemeente in welke iemand, bij het in treden van deszelfs 19de jaar, voor de eerste klasse zal zijn ingeschreven zal hij met betrekking tot de Nationale Militie blijven behooren werwaarfs hij zijn domicilie gedurende den tijd dat hij in de ja ren der Nationale Militie valt moge overbrengen. Art, 63. De alzoo ontdekte personen, door den Militie-Raad na gedaan onderzoek in hunne eerste zitting, tot de dienst voor altijd uit hoofde van Jigchaams-gebreken of andere omstandigheden on geschikt bevonden wordende, of wél wanneer zij rede nen kunnen allegueren die hen van de dienst finaal vrijstellenzullen in eene boete worden verwezen naar gelang der personen en omstandigheden van niet minder dan vijf guldendoch niet te boven gaande de som van honderd gulden en ingeval van volstrekt onvermogen, worden gestraft, met eene gevangenis van vier dagen tot zes weken, Art. 64. Tot de dienst niet zoodanig ongeschikt zijnde dat zij finaal behooren te worden vrijgesteld, of geene voldoende redenen van vrijstelling kunnende allegueren zullen zij tpt de boete hierboven ver meld worden verwezen en aan het hoofd van de hierna te beschrijven lotingslijst van de eerste klasse welke hunnen ouderdom ook zijn mag worden ge plaatst. Art. 65. Door tijdelijke ongemakken of gebre ken waarvan de genezing mogelijk is, tot de dade lijke dienst buiten staat geoordeeld wordende, zullen zij tot de boeten of penaliteiten, bij art. 63 bepaald, worden verwezen en voor één jaar worden vrijge steld doch het volgende jaar of in hel jaar wan neer zij tot de dienst geschikt geoordeeld worden aan het hoofd der lotingslijst worden geplaatst. «Art. 166. De nasporingen naar de dienstpligli- gen der Nationale Militie, welke zich aan de in schrijving aan de loting of aan de dienst mogten onttrekken, zullen op gelijke wijze bestuurd worden, als ten opzigte der diserteurs van het krijgsvolk van den Slaat gebruikelijk is. De gearresteerden zullen aan den Provincialen Kommandant worden overge geven. Dezulken, welke voor zich zelven bij de Nationale Militie reeds dienen, en thans in een der termen van vrijstellingbij de wel omschreven gekomen zijn en ten gevolge van dien hun ontslag mogten verlangen, ofte derzelver ouders .voogden curators of gemag tigden worden bij dezen uitgenoodigd aan Meeren Gecommitteerden tot het werk der Nationale Militie alhier voor den 5 Januarij aanstaandein te zenden de schriftelijke aanvragen om ontslag uil de dienst, met de behoorlijke bewijzen, bij art. 21 dei- wet gevorderd met herinnering dat, zoo deze aan vragen niet uiterlijk voor den J5 dierzelve maand zijn ingekomen of daarvan de bewijsstukken niet in behoorlijke orde mogten bevonden worden dezelve niet meer zullen worden geadmitteerd. En worden bij dezen uitgenoodigd alle degenen welke genegen mogten zijn zich voor deze Stad als vrijwilligers in de dienst der Nationale Militie te en gageren om zich daartoe aan te melden ten Stad- huize alhier, waar aan dezelven de conditiën en voor waarden mitsgaders de premie aan hun uit tereiken, zullen worden kenbaar gemaakt van heden of tot primo Eebruarij aanslaande terwijl dezelve wel spe ciaal worden herinnerd dat diegenen die als vrij willigers verlangen in dienst te treden de laatste 15 maanden in deze Gemeente moeten hebben gewoond, en wijders moeten voldoen aan de verpiigtingeu bij de wel ten hnnnen opzigte voorgeschreven. Wordende degenen, welke ten opzigte der inschrij ving bij dezen zijn vermaand gelast, om ten naauw- keurigslen aan deze oproeping te voldoen terwijl de nalatig blijvenden hun zelven zullen te wijten hebben, de gevolgen die daaruit zouden resulteren. Tot de uitvoering der werkzaamheden indezen, zijn met ons Burgemeester uit den Gemeente-Raad, voor gedragen: de Heeren PHILIP VËRVËNNE, Nz. eri Mr. W. G. dit KNOKKE van der MËULEN. En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid zoude kunnen voorwenden, zal deze worden gepubli ceerd geaffigeerd en geïnsereerd in de Goessche Courant. Aldus gedaan ten Stadbuize van Goes, den 25 De cember 1852. Burgemeester en Weihouders voornoemd M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris H, C. PILAAR.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1852 | | pagina 1