(01 BUT. 1852 lïÖNDËRDAG ft DECEMBER. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, van hel Bureau van Stemopneming aldaar, ontvangen hebbende de Processen Verbaal van Inlevering der Stembriefjes en het opmaken der gedane herstemming in de Gemeente sffeer Ar endsher heter benoeming van een Lid der Kamer van Koophandel en Fabrie ken te Goes gehouden den 8 en 9 dezer maand uit welk laatste blijkt, dat de Heer JOSIAS SMIJ- 'TEGELD BEDET is benoemd. /f 'A FH1 i. />e uitgave deter Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. Ut Prijs per Kwartaal is J7.5 Franco per Post .y,W. Gewone Advertentien worden a SO ets. de regel geplaatst. Ge-hoort*-, Huwelijks- en Doodhei iglen t/«/l J6 regels it J SO ^behalve hel Zegetregt. Brengen overeenkomstig Art. 18 van het besluit van Heereu Gedeputeerde Staten tan Zeeland van den 20 Augustus en I September 1852 No. 36 ter kennis van een ieder die het aangaat, dat afschrift van laatstgenoemd ptoces-verbaal ter gewone plaats in deze Gemeente is aangeplakt en dat gelijk afschrift voor een ieder ter inzage ter Secretarie is nederge- legd waar hetzelve dagelijks uitgenomen des Zon dags in den voormiddag van 10 tot 2 ure, voor» handen zal zijn. Aldus gedaan ten Raadhuize van Goes, den 9 De cember 1852. M. P. BLAAÜBEEN De Secretaris H C. PILAAR. OPENBARE VERGADERING van den RAAD den 3 December 185-2. [Fervolg en Slot van ons vorig No.) De mededeeling der ingekomene stukken afgehandeld zijndewordt voorlezing gedaan van het rapport der Commissie (de HeerenSoütendam Hochakt en S. Vader) nopens de vraagof de Gemeente verpligt is de kosten van uniform en ondersoheidingsteekenen voor onvermogende onder-officieren en korporaals op zich te nemen en of deze niet even als de schutters, in een toestemmend geval, verpligt zijn zich tot het bekomen daarvan tot Burgemeester en Wethouders te wenden Dat rapport bevat twee gevoelensde meerderheid ■was van oordeel, dat in art. 41 der wet alleen wordt gelezen schutters, welke uitdrukking niet onbepaald en algemeen al de leden der schutterij omvatwelke uit drukking daar "waar de wetgever dit gewild heeft meermalen in de wet voorkomt. Zoo staat b. v. in de art. 32, 40, 53, 56, 59, 70, 71 en 72 de algemeene uitdrukking leden der schutterij in andere art. b. v. 33, 55, 68 en 76 schuttersonder officieren en verdere leden der schutterijwaaruit de commissie afleidtdathad de wetgever ook onder officieren bedoeld in art. 41hij er dit uitdrukkelijk zou hebbben bijgevoegd. De commissie is in dat gevoelen te meer bevestigd omdat zij vermeent, dat de onbepaalde vrijheid van benoeming, van onder-officieren aan den kommandant toegekend, niet zoo geheel in den geest des wetgevers ligtals de schutters-raad vermeent. Bij de deliberatien over die wet werd door de rege ring in de memorie van beantwoording gezegd dat de conti'ibutien bij art, 31 van het ontwerp (33 der wet) daarom zoo hoog zijn gesteld, uithoofde van de bezwaren die men bestendig in de noordelijke pro- vincien ondervonden heeftom het vereischt aantal officieren en onder-officieren uit de gegoedste leden der Maatschappij te vinden, hetwelk allezins als een vereischte beschouwd kan worden voor de publieke veiligheid zoo wel als voor het aanzien der schutterij zelve, u Op deze en meerdere accessoire grondenvermeent de meerderheid der commissie dat de Gemeente in den 1 regel niet verplig't is die kosten te dragen, maar stelt voor ditmaal en zonder eenige consequentie voor het vervolg dezelve voor rekening der Gemeente te nemen. Het gevoelen van de minderheid der commissie, was daarentegen ditdat de kommandant vrij is in zijne benoeming en dat voor het geval door ZEd.G, onver- mogenden worden gekozen, de Gemeente verpligt is de kosten van hun equipement te dragen om dat het woord schuttels in art. 41, is een nomen generale, dat meer malen in de wet voorkomt. De Voorzitter zegt, dat Burgemeester cn Wethouders het gevoelen omhelzen van de meerderheid der com missie, welker gronden hun voorgekomen zijn allezins afdoende te wezen en waarvoor de gronden door de minderheid aangevoerdwijken moeten. De minderheid toch heeft hare gronden meer ont leend uit en gezocht in den wapenhandeldan in de bewaring van orde en rust, welk laatste de boofdbe- stemming is der schutterij. In verband daarmede stellen zij voor de conclusie der commissie aan te nemen en voor bet geval bijzon dere redenen eene afwijking van den regel wenschelijk mogten makeudat alsdan de schutters-raad daartoe aanzoek doe. De Heer S. Vader zegt, dat h,j de minderheid dei- commissie uitmaakt en zijn bezwaar heeft ontwikkeld, het is niet de vraag wat wenschelijk is en wat de wet gever bedoeld beeft bij bet maken der wetmaar zoo lang art. 31 der wet bestaat, hetgeen deu kommandant vrijheid laat in zijne keuze, zijn onder-officieren zeker begrepen onder het woord schutters in art. 41. De Voorzitter merkt opdat in het geheel niet wordt ingegrepen in de vrijheid van benoeming door den kommandantwant dat eene onbeperkte vrijheid zoo als de Heer S. Vader bedoeltonbestaanbaar is met orde en regeldie bij iedere uitvoering van wet moet worden in het oog gehouden. De Heer S. Vader, persisteert bij zijn gevoelen. De Heer van den Bosch vermeent uit de argu menten pro en contra te hebben bespeurddat in het rapport der commissie niet is in het oog gehouden het doel waarmede de schutterij is opgerigthad men dit gedaandan had men gemakkelijk tot deze conclusie gekomende schutterij is eene eigenlijke burgerwacht; bij vereeniging van burgers geldt stellig liet meest de zedelijke invloed van den meergegoedden standde militaire wending die men aan zoodanige vereeniging mogt willen geven is alzoo denkbeeldigde conclusie van het rapport is om deze rede juist en ZEd. ver klaart zich daar voor In stemming gebragt wordt het gevoelen van de meerderheid aangenomen met 9 tegen 1 stem, (tegen de Ileer S. Vader.) Door diezelfde commissie wordt rapport uitgebragt op bet gedaan verzoek van den Heer T. van Heel, om eervol ontslag als lid van den Schuttersraad, Uit dat rapport blijkt, dat de Heer T. van Heel heeft verklaarddat het zijne bedoeling niet is ge weest den Gemeeute-llaad te beleedigen of eene onbe leefdheid aan te doenmaar dat het gebeurde met de Schutterij-begrooting zulk eenen pijnlijken indruk op hem gemaakt beeft, dat hij daarin voor zich eene aan wijzing heeft gezien om het aan zich zelve verschul digd te zijn zijn ontslag te vragen. Zonder in beschouwingen te treden over de motie ven die den Raad tot de afkeuring der begrooting ge leid hebben, uit ZEd. den wensch dat de Raad met die opheldering genoegen zal nemen en Burgemeester en Wet- holders uitnoodigen het verzochtte ontslag toe te staan. De Oommissie wil in het midden laten of de Heer van Heel in het denkbeeld heeft verkeerd, dat de Schutters-Raad onfeilbaar wasof dat de administratie zoo onverbeterlijk was dat iedere teregtwijzing eene bitse aanmerking verdiende, maar stelt het als zeker, dat de Heer van Heel, de handeling van een toezigt hebbend collcgie gispendeallereerst de gronden van die handeling had behooren te onderzoeken, alvorens in overijling op dit collegie eenen blaam te werpen die onverdiend was. Intusschen vertrouwt zijdat na de gegevene ver klaring van den Heer van Heel, de waardigheid van dezen Raad door ZEd. ondoordachte uitdrukking niet kan hebben geleden en zou het haar aangenaam zijn geweest indien de Heer van Heet, ten bewijze zijner gezindheid het verzoek om ontslag had ingetrokken 11 o o en stelt daarom voor Dat de Raad Heeren Burgemeester en Wethouders uitnoodige, den Heer van Heel het gevraagd ontslag toe te staan, bijaldien die Heer persisteert bij zijn ge daan verzoek. De Heer van den Bosch het woord gevraagd en bekomen hebbendewmsclit een amendement op het voorstel der commissie voor te dragen de Heer van Heel (zegt ZEd.) heeft gevraagd eervol ontslag en de commissie stelt slechts voor ontslag, hetgeen in dit geval nog al verschil maaktZEd. stelt alzoo voor Burgemeester en Wethouders uit te noodigenhet ge vraagd eervol ontslag toe te staan, zonder eenige meer dere bijvoeging. De Voorzitter zegt dat het hem aangenaam zou zijn, indien de Heer van Heel zijn verzoek introk, omdat Z.Ed.G. persoonlijk karakter den waarborg geeftdat hij een nuttig lid in de Schutters-Raad is; welligt zou dus bij het aan hem te verleeuen eervol ontslageene bijvoeging- daaromtrent den Heer van Heel kunnen detourneren van zijne te kennen gegeven meening. De Heeren Verschoor en de Knokke van der Meüi.en verklaren zich daartegen, verlangen alleen het eervol «ntslagomdat (voegt de laatste er bij) ieder die eens iets heeft verzocht inoet weten waarom hij dit doet. Het amendement van den Heer van den Bosch in omvraag gebragtblijken de stemmen te stakenheb bende 5 leden (de Heeren Kakebeeke S. Vader, van Kerkwijk, Hochakt en Soutendaji) daar tegen de vijf overige Heeren daar voor gestemd. De beslissing wordt alzoo aangehouden tot de vol gende vergadering. Wordt voorlezing gedaan van eene nota van beden kingen bij den Minister van Binnenlandsche Zaken ge rezen, óp het raadsbesluit tot heffing van leges, eu met algemeene. stemmen dat besluit conform de opmerking gewijzigd. Door den Voorzitter wordt kennis gegeven dat hij het nil aan de orde zijnde punt, zal aanhouden tot na de behandeling der overige. Wordt voorgelezen eene missive van den Heer Mr. J. G. ab Utrecht Drusselhuis, Advocaat alhier, daarbij wijlende op het hoog belang dat er voor de ge schiedenis in gelegen is, dat het Gemeen te-Archief worde in orde gebragt, ten einde den belanghebbende in de ge legenheid te stellen ook uit die bron te puttenom licht over vele duistere zaken vaa voorbeen te versprei den; ZEd verklaart zich bereid onder den titel van ar- chivarius, indien men hem dit mogt willen toevertrou wen die taak kosteloos op zich te nemen. De Voorzitter betuigt zijn genoegen over het aan genaam verschijnsel dat zich voor deze belangrijke aan gelegenheid eene hulpaanbieding voordoet buiten kosten der Gemeente.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1852 | | pagina 1