BlIlIIk lIIiWgTUMÏttil en zal mij blijven aansporenom met alle kracht aan de verwachtingen, die men nopens mij gelieft te koes teren, zoo veel mogelijk te beantwoorden. Ik ken de gewigtige en moeijelijke pligten, aan deze betrekking verbonden: ik ken de verantwoordelijkheid, die ik met haar op mij neemmaar daarom ook zal ook mijn doel en bestendig streven zijnom de eerste zoo naauwgezet mogelijk te vervullen en ten aanzien der laatste mijne daden en handelingen zoodanig in te rigtendat ik ten alle tijde daarvan rekenschap kunne geven aan den Koningaan de Burgerijaan mijn geweten. Doch ijdel zal mijn streven zijnwanneer uwe me dewerking, uwe ondersteuning, Mijne Heerenmij daar bij niet ten deel valt; die durf ik van u verwachten, daarop is mijn vertrouwen gevestigd, en dit te eerder, om dat ik aanvankelijk daarvan doorslaande bewijzen mogt ondervinden. Toen ik toch zoo plotseling en onverwacht geroepen werd, om tijdelijk de plaats te vervullen van mijnen geachten voorganger, wiens strikte eerlijkheid, naauw- gezetheid en gemoedelijkheid, ook in het behartigen der Gemeente zaken, zeker wel boven allen lof verheven was, toen hebt gij, Mijne Heerengetoond, het moeijelijke van mijn standpunt te gevoelen; gij hebt niet meer van mij gevergd, dan ik geven konde; gij zijt mij niet hard gevallen over het gebrekkige, dat mijn werk aankleefde; gij hebt mij met de meeste welwillendheid geholpen en geschraagd; -daarvoor dank ik u, want gij hebt mij bemoedigd, om de mij opgedragene betrekking met vertrouwen te aanvaarden; ditzelfde mogt ik vooral on dervinden van hen, aan welke het dagelijks beleid van zaken met mij was toevertrouwdmet welke ik schier dagelijks werkzaam wasdaarvoor breng ik hun mijne warme erkentelijkheid toe, vooral aan den Wet houder ter mijner regterzijde gezeten (den Heer van Kerkwijk) die van den beginne af met zijne rijke ondervinding mij op de meest heusche wijze heeft voor gelicht. Wars van alle vleijerijheb ik behoefte, om, naar de inspraak van mijn hart, hier openlijk het getuigenis af te leggendat ik zijne eerlijke rondborstigheidzijne werkzaamheid, zijnen ijver, zijne kennis der gemeente belangen zijne voortdurende beoefening der nieuwe administrative-wetgeving meer en meer heb leeren waar deren; met aandrang smeek ik hem, mij bestendig, ge lijk tot hiertoe, met zijne voorlichting en hulpvaardig heid ter zijde te staan, en geef hem de verzekering, dat ik mijnerzijds nimmer aanleiding zal geven, om mij die te onttrekken. Overigens, mijne beginselen zijn bekend, ik heb die nimmer verbloemd zoo veel ik weetnimmer ver zaakt. Ik heb behoord tot dezulken in den Lande, die de Grondwet van 1848, de nieuwe orde van zaken, met geestdrift hebben begroetik behoor nog tot de zulken diewanneer éénmaal het raderwerk van ons staatswezenin alle takken van bestuureenen gere- gelden gang zal hebben genomen, daarvan veel goeds, veel heilzaams verwachten voor ons Vaderland, voor deze Gemeente. Die Grondwet zal dan ook mijn rigtsnoer zijn en ik zal mij beijveren om met haar de daarmede in verband staande wettendie bereids zijn tot stand gebragt en nog in het leven zullen geroepen worden, met naauw- gezetheid na te leven en in milden zin toe te passen. Mogen wij elkander, Mijne Heeren op dien weg, in die rigtingvaak en bestendig ontmoetenmoge Gods beste zegen rusten op onze vereende pogingenen het ons gelukken den bloei en welvaart dezer Gemeente te bevorderente vermeerderen en te eenig-en tijdna getrouwe pligtsbetrachting, de goedkeuring en erken telijkheid harer Ingezetenen ons aller deelons aller belooning zijn Met deze bede verklaar ik de betrekking van Bur gemeester dezer Gemeente, en het Voorzitterschap van dezen Baad te aanvaarden.// Na die toespraak neemt de Wethouder van Kekk wijk het wooTd en zegt ongeveer het volgende Met genoegen verneemt de gansche gemeente de me- dedeeling door U zoo even gedaan, en ziet de burgerij het vertrouwen reeds meermalen in U gesteld, bekroond, door de eervolle onderscheiding van Z. M. den Koning. Met die gevoelensdoor U zoo even geopenbaard zult gij dat vertrouwen niet beschamen. Nog lang hopen wij zamen werkzaam te zijnmet dien ijver, die onze pligtvervulling vordert en die door U tot heden is aan den dag gelegd. "Vele en belangrijke werkzaamheden zijn nog tever- rigtenalvorens de Gemeentewet tot volledige uitvoe ring is gebragtvan de getrouwe medewerking van dezen Raad kan ik U de verzekering geven ik hoop ook op die der burgerij. Mogen wij allen bij het vervullen onzer gewigtige verpligtingendaar bij de spreuk onzer vaderen voor oogen houden EENDRAGT MAAKT MAGT. Verder worden nog medegedeeld. 1°. De goedkeuring van Gedeputeerde Staten der Schutterij begrootingzoo als die door den Raad is gearresteerd. 2°. Het rapport der plaatselijke schoolcommissie no pens het voorstel der Raads-commissie omtrent het Schoolwezen. De Voorzitter stelt voor dit punt ter volgende ver gadering en behandeling te brengen, doch wordt beslo ten het stuk te zenden aan de Commissie uit den Raad, ten einde deze hare tegenbedenkingen in eene nota kunne vervatten en alzoo de gezamelijke stukken ter kennis neming bij de leden des Raads rond te zenden en de behandeling tot nader te verdagen. 3°. Verzoek van den Heer Jacobus Mui,dee om aangesteld te worden als Stadsdrukker. Aangehouden tot de'volgende vergadering. 4°. Eenige Staatsbladen. (Pervolg en Slot hierna.) In de Goessche Courant van Donderdag jl. is het berigt opgenomen dat slechts drie van de leden des Middelburgschen Kerkeraads gunstig hebben geadvi seerd op het verzoek om de Oostkerk voor het derde Zeeuwsch Muzijk-feest beschikbaar te stellen, en dat Kerkvoogden, op grond van dat advies, het verzoek hebben van de hand gewezen. Men mag vertrouwen, dat de berigtgever goed is ingelicht. Trouwens op een of twee meer verlichte leden van dat collegie komt weinig aan. Genoeg, dat van de ruim 30 leden slechts eenige weinigen in de uitvoering van ernstige gods dienstige toondichtingen ineen kerkgebouw, niets on betamelijks of heiligschendends zagen. Ware aan dat berigt de gevolgtrekking ontleend geworden, dat het commitlé, belast met de zorg om dat feest tot stand te brengen nu op de erlanging of daarstelling van een ander lokaal zal bedacht zijn, dat de gegoede ingezetenen van Middelburg en bepaal delijk de leden der Vereeniging voor Zeeuwsche Mu- zijkfeesten die pogingen van het committé kracht dadig zullen ondersteunen, en zich het genoegen, om van tijd tot lijd zulk een feest in hun midden te vieren, niet door een collegie zullen laten benemen waarvan de geest zich in het nu genomen besluit zoo duidelijk kenmerktwaren die gevolgtrekkingen aan het berigt ontleend dan zou men die volkomen juist moeten noemen. De verwachting daarentegen, dat, uithoofde van het mislukken dezer eerste poging, het Muzijk-feest te Goes zal moeten plaats hebben, is als uit de lucht gegrepen en dient weerlegd te worden. Daartoe strekke. dat die verwachting in strijd is, met de uitdrukkelijke bedoeling der Vereeniging. om door het houden van Muzijk-feesten de kennis en hoog schatting der Toonkunst in Zeeland te bevorderen en in strijd met de bepaling harer statuten, dat die feesten beurtelings te Middelburg en te Goes zullen plaats hebben daartoe diene eindelijk de overweging dat, wanneer door het mislukken van alle pogingen van het commitlé om een geschikt lokaal te Middelburg te erlangen, de onmogelijkheid tot de feestviering in 1853 daar ter stede mogt bewezen wordenen men uit dien hoofde trachten mogt haar in Goes te doen plaats hebben, dat dan naar alle waarschijnlijkheid het derde Zeeuwsche Muzijk-leest het laatste zal wezen. Hetgeen toch nu te Middelburg onmogelijk is zal hel over 4 of 5 jaren wel wederom wezen en het voortdurend bestaan, ja zoo wenschen wij de toenemende bloei der Vereeniging staat met de aangehaalde afwisseling der feestvierende steden en met de bepaling dal later ook in andere steden de Zeeuwsche Muzijk-feesten zullen kunnen plaatshebben, in het naauwste verband. v. D. B. GOES den 6 December. Z. M. heeft in afwachting van eene geheele her ziening der wesgeving op de visscherijenbij besluit van deu 24 Noeember 11., reeds een der belemme rende voorschriften op dat bedrijf opgeheven het koninklijk besluit van 29 Augustus 1837 ingetrokken en verder bepaald dat art. 6 van het besluit van November 1826 in zooverre wordt gewijzigd, dat het daarin voorkomende verbod, in plaats van in te gaan met den 15 November, ingaat met 15 December. Dit besluit is te Scheveningen door de visschers met blijdschap vernomen, Naauwelijks was het bekend of een vijftal pinken had reeds zee gekozen terwij! de overigen zich daartoe gereed maken. Deze vergun ning kan als 't ware eene proef heeten de uitkomst zalvertrouwt men het bewijs leveren dat er ge durende den winter niet alleen platvisch te vangen is, maar ook dal deze met graagte en tegen redelijken prijs verkocht wordt. Als een bewijs van buitengewone activiteit en geëvenredigde bekwaamheden wordt de aandacht ge vestigd op de dezer dagen te Rotterdam opgerigtte tweede Gaz fabriek. In het voorjaar van het loopende jaar verkregen de ondernemers de concessie en zijn in den afgeloopen zomer met het bouwen der fabrijk begonnen. Na Rotterdamsche kermis werd met het leggen der pijpen in de straten een aanvang gemaakt. Dit alles is met zoodanigen spoed geschied, dat reeds in het begin der vorige week met het stoken kon wor den begonnen. Den 26 November 11.werd het gaz in de huizen gelaten en nog denzelfden avond heeft het in veie huizen met het heste gevolg en zonder de minste stoornis gebrand en daardoor aan aller verwach ting ten volle beantwoord. De plannen dezer inrigting zijn afkomstig van den heer D. A. Schretlente Leijden in wiens fabriek van ijzeren werktuigen de machinerien vervaardigd zijn. De uitvoering dier plannen was aan gemelden heer Schretlen en den heer van Limburgh opge dragen die deswege beiden grooten lof verdienen. Men schrijft uit 's Gravenhage 3 December: Heden is bij de regering de officiëele kennisgeving ontvangen, dat het keizerrijk in Frankrijk is afge kondigd. De hooge raad der Nederlanden heeft, bij arrest vau heden, uitspraak gedaan in zake mr. C. A. IV. P. van Ëaerle requirant in cassatie van een arrest van het hof in Gelderland, van 25 October jl., waarbij hij voor den tijd van drie maanden geschorst is in zijne betrekking als advocaat, ingaande 28 October jl,, ter zake van het schrijven van couranten artikelen ten nadeele van den president der arrond.-regtb. te Assen. De hooge raad heeft de uitspraak van voornoemd hof bevestigd en bevolen, dat dit arrest zal worden mede gedeeld aan de procureurs-generaal van den hoogen raad en van bovengemeld hof, en den requirant in de kosten veroordeeld. Men schrijft uit Arnhem, 2 December: Heden is bij het provinciaal geregtshof alhier be handeld de zaak tegen A. Peekbeschuldigd van moord op de persoon zijner huisvrouw in Julij 11. te Culemborg gepleegd. De ondervraging der geneesheeren, als deskundigen gehoord, heeft tot zeer uiteenloopende gevoelens, no pens denaard der ziekte van de overledene en de oor zaak van haren dood aanleiding gegeven. Het openbaar ministerie heeft daarna bij monde van den advokaat-generaal de fPil/ebois, verklaard, niet te zijn gekomen tot volledige overtuiging van een verband, bestaande tusschen de mishandelingdoor den beschuldigde gepleegd en de daarna gevolgde ziekte en het overlijden van zijne mishandelde vrouw en op grond van dien gerequireerd, dat de beschul digde zal worden vrijgesproken van demisdaad, hem bij de acte van beschuldiging ten laste gelegd en ter zake van moedwillige verwondingwelke geene ziekte of verhindering om te werken heeft ver oorzaakt voroordeeld tot twee jaren gevangenisstraf en tot eene geldboete van f 100. De verdediger van den beschuldigde, mr. Henny, heeft daarna het woord gevoerd en het gevoelen van het openbaar ministerie nopens de zwaarwigtige aan- klagte van doodslag bevestigd en ten slotte eenige verzachting der geeischte straf verzocht. Het hof zal op Donderdag den 9 December e. k. uitspraak doen. MWIMITM, Die iets te vorderen heeft van of ver- In* IA schuldigd is aan den boedel en nalaten schap van wijlen den Heer A. COURLOISin leven Deurwaarder alhierwordt verzocht daarvan ten spoedigsten opgaaf te doen ten Kantore van den Notaris A. Smallegange te Goes. *t* De bijeenkomstwaartoe de Heeren Voor standers van het Patronaat, hunne Stadgenooten uit- noodigen zal alsnu plaats hebben op Dingsdag 7 December, des avonds ten 7 ure, in het lokaal van de Wed. Scheblb in de Nieuwstraat. Te Goes, bij F. Klbruwbss Zoon.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1852 | | pagina 2