(iOEVMalE WSÊ COURANT im2 mmmm ««iTMTiBo DONDERDAG II NOVEMBER. BEKENDMAKING. Tiiiik mmmmsffiXL De uitgave deter Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal is J,75 Franco per Post f J,90 Gewone Advertentien worden a £0 ets. de regel geplaatst. Geboorte-, Huwelijks- en Doodberiglen van ,i6 regels a f J,20 behalve hel Zegelregt. Achtereenvolgens Artikel 3 van het Koninklijk Besluit van den 6den Januarij 1831 No. 68 (Staatsblad No. 2), heeft Zijne Excellentie den Heer Minister van Financien bij resolutie van den 4 November 1852, bepaald de prijzen, het opgeld daaronder begrepen, waarvoor de Collecteurs, Split ters en Debitanlen der Staats-Loterij de Loten en Gedeelten van dien voor de Derde Week der trek king van de laatste Klasse der 218de Loterij, zullen mogen uitgeven, te weten; BIJ Geheele Halve Vijfde Tiende VERXOOP: Loten 84, - 42,—. - 16,80. - 8,40. Twintigste - 4,20. BIJ VERHURING. Geheele Loten 47, Halve - 23,50, Vijfde - 9,40, Tiende - 4,70. Twintigste - 2,35. Wordende de belanghebbenden bij deze herinnerd, dal bij voornoemd artikel van dal besluit uitdruk kelijk is vastgesteld dat de CollecteursSplitters en Debilanten gehouden zijn, om zich naar die prijs bepaling te regelen en dezelve gedurig ter inzage voor hel publiek beschikbaar te hebben. Goes, den 9 November 1852. Voor den Staatsraad Commissaris des Konings in de Provincie Zeeland Bij Delegatie voor den Burgemeester van Goes De Wethouder j. W. vak KERKWIJK. GOES den .it November. Bij gelegenheid van den heftigen storm welke op den 25 October heeft gewoed, is de Oostenrijksche brik Pegno d^Amizizia op den Ooster vastgeraakt. Het gevaar waarin de equipage van dat vaartuig verkeerde is al spoedig bespeurd van het dak van het Loodsgebonw te Brouwershaven, De onder-in specteur van het loodswezen aldaar de heer J. L. L. Penning Nieuwlandis onverwijld aan boord van den loods-schokker, bemand met eenige beambten van het loodswezentot redding der manschappen van het gestrande taai tuig in zee gestoken en heeft het geluk gehad den kapitein en 12 zeelieden van een gewissen dood te redden De loods-schokker heeft met de grootste gevaren te worstelen gehad en twee sloepen verloren. Een ijssloepmet negen zeelieden bemand was omgesla» gen. De stoomboot Kinderdijk had redding willen aanbrengen, Joch was onverriglerzake naar Hellevoet- sluis vertrokken en eene reddingskoUer had vruch teloos beproefd om het gestrande vaartuig te bereiken. Eenige kostbaarheden en goederen welke aan boord der Oostenrijksche brik waren, zijn geborgen gewor den in een visschers-vaartuig 't welk met het doel otn te visschen in de nabijheid lag van de plaats, waar de brik is gestrand. Men schrijft uit Middelharnis 5 November Eergisteren bragt een onzer stuurlieden, Jde Korte, behalve eene rijke lading haring, met zijnen hoeker, een achttal schipbreukelingen aan. die met levensgevaar geworsteld hadden, bij Bree-veerlien in de Noordzee. Eene kof, varende onder Papenburger vlag (Oost- Yriesland) kapitein Piet uit eene Fngelsche zee haven gekomen, geladen met steenkolen, had de nood vlag geheschen. De Rorte zet door de holle zee koers naar de kofen heeft het geluk na veel in spanning, acht menschenlevens te redden, onder welke de vrouw des kapiteins met een zuigeling van negen maanden. De moeder had haar kind bij het barnen des gevaars om het lijf gebonden. Het mislukt haar het reddende schip te beklimmen. Zij valt met het wicht in zee, doch wordt met veel moeite gered, terwijl het kind van haar los raakten in de sloep der kof valt; zonder letsel bekomen te hebben wordt ook hel kind binnenboord gebragt. Van verdere onheilen verschoond gebleven zijn al de schipbreukelingen alhier aan wal gekomen. Schrik en ontsteltenis echter zijn vermoedelijk oorzaak, dat de vrouw van den ka pitein sedert een paar dagen vlagen van krankzinnig heid vertoont. De geredden zijn naar Rotterdam ver trokken. Het volgende extract uit een handelsbrief van Koningsbergen dd. 6 November wordt ons van eene vriendelijke hand ter mededeehng afgestaan Heden morgen ten 7 ure openbaarde zich bin nen deze stad eene hevige brand in de wijk der pak huizen, die, niettegenstaande de brandweer ten spoe digste op de been was snelle vorderingen maakte maar des middags ten 12 ure dank zij de krach tige maatregelen, die genomen werden, kongebluscht worden. Niet minder dan veertien pakhuizen op gevuld met granen en koopwaren zijn in de asch gelegd. De schade is zeer aanzienlijk het is onbe kend of de verbrande panden en goederen geassu reerd waren. Men schrijft uil Sneek van den 7 dezer Heden werd alhier van Bolsward door de politie binnen gebragt zekere zich noemende B. AWeins- ma en tevens vijf schapen. Deze persoon trachtte gisteren morgen die schapen aldaar te verkoopen, bij welke gelegenheid zijne handelingen zoodanig achter docht wekten dal de politie daardoor opmerkzaam werd en den delinquent in bewaring nam. Zijne antwoorden verminderden de eenmaal opgewekte ver moedens niet doch het ware van de zaak was on bekend en werd niet opgehelderd tot dat men des avonds bij de policie alhier aangezocht werd naspo ringen te doen naar vijf, in het arrondissement Leeu warden ontvreemdeschapen welke op den weg herwaarts gezien doch doorgevoerd waren. Intus- schen werden ze alhier heden door den eigenaar herkend. Deze arrestatie schijnt nog belangrijker te zijndan men reden had te vermoeden daar de gearresteerde een persoon schijnt te zijn die onder een anderen naam gezocht, verdacht wordt in de vorige maand, mede in het arrondissemout Leeuwar pen, met nog iemand, insgelijks vijf schapen te heb ben ontvreemd. Zijn medepügtige bevindt zich bereids in hechtenis te Leeuwardenterwijl de andere zich door de vlugt aan de nasporingen der justitie heeft weten te onttrekken. Men leest het volgende in het Dagblad van 's Gravenhage Door het afbreken van den muur en het koepel tje tegen over het Prins Maurits-huis en het ma ken van eene afsluiting, gelijk aan die, welke, op het plein, den tuin van het Ministerie van Koloniën omgeeft, is nu kortelings dat, vooral ook door vreem delingen druk bezochte gedeelte der stad verbeterd en verfraaid. Het schijnt echter voor de topogra- phisohe geschiedenis der residentie niet onbelangrijk zulke veranderingen in or.s dagblad op te teekenen bijzonder als aan hetgeen weggeruimd wordtkleine doch niet ongewigtige herinneringen verbonden zijn. Die muurdat koepeltjewelke weggebroken zijn werden toch door den beroemden Constantyn Bui- gens gestichten men ontdekt nu door de afslui ting heen de schoone en statige lindehoomen door hem geplant. Den tuin zoo inziende, zou men wen- schendal die des zomersen op den dagdes voormiddags althans voor het publiek als wande ling mogt kunnen worden opengesteld want de tuin is grooter en ruimer dan men zich oppervlakkig voor stelt. Doch dit daar gelaten. Onderscheidene personen hebben bij hel opruimen van den muur dat werk met belangstelling gadegeslagen ook uit nieuwsgierigheid om te weten of werkelijk zoo als gewoonlijk verzekerd werd van het Maurits-huis een onderaardsche gang naar den tuin leidde, hetgeen alzoo bevonden iswant de vroeger bestaan hebben de doch toegernetselde opening tot dien gang was nog zigtbaar. Wij vermoeden echter dat die weg van gemeenschap reeds van veel vroeger dagteekent dan van het stichten van het Prins Maurits-huis in 1640, ten ware dat de tuin om dien tijd en vóór dat Constantyn Buygens dien bezat, lol het Mau rits-huis behoorde. Zaken van eenig belang zijn bij de opruiming niet gevonden. Alleen verdient aandacht eene hardsteenen zerk welke zoo wij wel onderrigt zijn tot stoep of ingang van hei koepeltje diende en omgekeerd zoo als zij daar lag, deed veronderstellen, dat zij eenmaal het graf van twee vriendinnen dekte. De zerk omkeerende vond men daarop echter in het vierkant, dit opschrift: Hier leyt begraven Geertruyt Bee/aerls, frau- lin stierf Ao. J588 den 3d Mei en Juff. Geer- truyd van Botterdam zangmeester esse sterft 3562den 35 Mei. Deze twee hebben malkan deren bemint in hun leven, en in de doot en zijn zij niet geschijden. Waarschijnlijk is die zerk herkomstig uit de hof kapel (thans de fi. K, kerk) op het Binnenhof, welke in 1644, door een' zwaren brand zoo als in de Riemerstaat, te deele geruïneerd werd. Zij zal met andere steenen bij den opbouw der kapel, op geruimd verkocht geworden, en zoo in den tuin van Huijgens gekomen zijn. Behalve dat bet grafschrift zich door iets eigenaardigs kenmerktdat nu nog na een tijdsverloop van zoo vele jaren het medegevoel opwekt, bevat het iets merkwaardigs. Wie was Geer- truijt van Rotterdam de zangmeesteresse Dat zij als zoodanig moet hebben uitgemunt, mag men voor onderstellen nit de vermelding in dit opschrift. Dat zij jufvrouw wordt genaamd bewijst dat zij of mede zoo als Geertruyt Beelaerts, van aanzienlijke huize was, of dat zij zich als zangmeesteresse, die eer en dat aanzien had verworven dat zij met eene onder scheiding werd vereerd, welke toenmaals aan burge meestersvrouwen werd toegekend. Zeker is het, dat de toonkunst in de 16de eeuw hoog in de waardering van allen, die op beschaving prijs stelden, stond aan- geteekend, en de kleine bijzonderheid, welke wij hier mededeelen wenschen wij hartelijk dat lijden mag tot het opsporen en hel doen kennen der verdiensten eener aan ons althans tot dusver onbekende ver dienstelijke zangmeesteresse. Men schrijft uit Kruisland van 6 November In den nacht, tusschen den 3 en 4 dezer, had er in Kruisland, bij Rozendaa), een diefstal plaats, die zich kenmerk! door opmerkenswaardige stoutheid. Eene zeer geachte en tevens bemiddelde weduwe wonende op oenige roeden afstands van het dorp vlak

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1852 | | pagina 1