UIINNLill,
(OIRWT.
i m2.
DONDERDAG 21 OCTOBER*
BgffTOIBjfc
Je uitgave de%er Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f J,~5 Franco per Post f J,90.
Gewone Jdver/entien worden a 2O ets. de regel geplaatst. GeboorteHuwelijks- en Doodberigten
van J—6 regels a J,20 behalve het Zegelregt
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
GEïHEEl&TE-It&AD TE
TSN RAADHDIZE ALDAAR
op vrijdag dei! 22 october J852.
DES NAMIDDAGS TEN ZES ÜBE.
PDNÏEN VAN BEHANDELING.
1 Declaratien ten laste de Schutterij, ter verevening.
2 VeTzoek van den Heer T. van Heel ontslag als
Lid van den Sehutters-Raad.
3 Overlegging staat der Kas van den Gemeente-Ont
vanger.
A Mededeeling van ingekomene stukken.
5 Rekening van het Algemeen Armbestuur over 1851.
6 Begrooting van hetzelve voor 1853.
7 Staat van Begrooting voor de Gemeente over 1853.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
doen te wetendat door den Raad der Gemeente in
zijne vergadering van 80 September 1852, is vastge
steld de volgende verordening
VERORDENING tot .verdeeling der Gemeerde
in Wijkenen omtrent het aanleggen en bij
houden der Bevolki/ng-Hegister in de Ge
meente Goes. Zie Art. J40 der Gemeente
wet en het Koninkl. Besluit van 22 Decem
ber J849 Staatsblad N°. 64.)
Art. 1. De Gemeente wordt verdeeld in vijf wijken,
gemerkt met de letters JL IS. CS. O. en IS.
Art. 2. Door de zorg van het Gemeente-Bestuur
worden alle gebouwen binnen deze Gemeente van een
letter en een nommer voorzienboven de denr of op
eene andere van buiten zigtbare plaats, in olieverw te
schilderen, ter grootte van 50 strepen.
Die letter en dat nommer worden door de eigenaren
der gebouwensteeds behoorlijk zigtbaar en ten hun
nen koste onderhouden.
Art. 4. Alle Ingezetenen des Rijks, die hunne wet
telijke woonplaats in deze Gemeente komen vestigen
zullen zich binnen veertien dagen ter Secretarie der
Gemeente vervoegen en aldaar overbrengen het getuig
schrift bij Art. 4 van het Koninklijk Besluit van den
22 December 1849, Staatsblad No. 64) bedoeld, met
eene juiste opgaaf van den letter en het nummer van
de door hun betrokkene woning.
Vreemdelingenkomende inwonenzijn verpligt
insgelijks binnen 14 dagen na hunne aankomst, deze
opgaaf te doen en zullen bij de aangifte, hun reis en
verblijfpas moeten vertoonen.
Art. 5. Alle personenin deze Gemeente hunne
wettige woonplaats hebbende, en tot Curator, Voogd
of anderzins over elders wonenden benoemdwaardoor
dezer wettige woonplaats naar deze Gemeente, volgens
Art. 7 8 van het Burgerlijk Wetboekwordt overge-
bragt, zullen, onder overlegging van een getuigschrift,
daarvan binnen 14 dagen na hunne benoeming of aan
stelling ter Secretarie kennis geven.
Art. 6. Alle personen in deze Gemeente hunne wet
tige woonplaats hebbende en die woonplaats naar el
ders willende overbrengen, zullen daarvan vóór hun
vertrek aangifte doen ter Secretarie.
Art. 7. Alle in deze Gemeente wonende of verblij
vende personen, zullen bij iedere verandering van wo
ning of verblijf binnen de Gemeente, daarvan binnen
acht dagen ter .Secretarie aangifte doen.
Art. 8. Alle personen, die tijdelijk in deze Gemeente
verblijven, en elders hunne woonplaats behouden, moe
ten binnen veertien dagen na hunne aankomstdaar
van ter Secretarie kennis geven, met juiste opgaaf van
den dag hunner geboortegeboorteplaatsburgerlijken
staat, godsdienstberoep en wettige woonplaats.
Art. 9. Alle personen in deze Gemeente wettige
woonplaats hebbende, doch elders tijdelijk hun verblijf
willende vestigen, zullen daarvan vóór hun vertrek ter
Secretarie moeten kennis geven.
Art. 10. Alle personen wier wettelijke woonplaats
elders is gevestigd en die tijdens hunne minderjarigheid
in deze Gemeente verblijf houden, zullen binnen veer
tien dagen na hunne meerderjarigwording, ter Secre
tarie aangifte moeten doen, dat zij hunne woonplaats
naar deze Gemeente overbrengen.
Art. 11. Van alle gedane aangiften wordt aan de
belanghebbenden dadelijk bewijs afgegeven.
Art. 12. Alle vroegere bepalingen en verordeningen
ter dezer zake, treden buiten werking op den derden
dag na de afkondiging van deze.
Art. 13. De overtredingen van deze verordening
worden gestraft met eene geldboete van f 1 tot f 25,
of eene gevangenisstraf van 1 tot 3 dagen.
Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten
van Zeelandvolgens hun berigt van den 8 October
1852 N°. B'-|é| 45in afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied waar het be
hoort.
Goes, den 19 October 1852.
Burgemeester en Wethouders
M. P. BLAAUBEEN
De Secretaris
H. C. PILAAR.
GOES den 2d October.
Gisteren nacht omstreeks 1 uur, werden de inwo
ners dezer stad onverwacht gewekt door het geroep
van brand. Al spoedig bleek hel dat de brand ont
staan was in het pakhuis (tevens werkplaats) van den
heer C. Pilaar hetgeen eenigzins afgezonderd gele
gen was achter de woning des eigenaars. De spoedig
aangebrogte hulp vermogt evenwel niet te beletten
dat het pakhuis met den voorraad van Tabak, Koffij,
Rozijnen, eene aanzienlijke partij krenten, enz., daarin
voorhanden eene prooi der vlammen werd.
Het pakhuis en de goederen waren geassureerd; de
oorzaak van der: brand is onbekend.
Men schrijft ui! Rotterdam van den 19 dezer:
Wij hebben weder twee gebeurtenissen te vermei
den, die maar al te zeer bewijzen, dat het misbruik,
hetwelk van sterken drank gemaakt wordt niet
krachtig genoeg kan worden te keer gegaan.
Eene vrouw in de Doeistraat alhier woonachtig
K. genaamd heeft zich gisteren door het onmatig
gebruik van sterken drank den dood berokkend.
Reeds gisteren middag heeft haar man haar in be
schonken toestand verlaten en heden morgen voor
het eerst weder te huis komende vond hij haar
dood in het voorhuis liggen. Het bloed was haar
uit den mond gekomen en blijkbaar had zij onder
onlijdelijke folteringen den geest gegeven.
Eene andere vrouw, in de Lange Lijnstraat zette
zich Zondag avond, in beschonken toestand, op eene
stoof met vuur te slapen. Weldra echter werden de
buren eene hevige brandlucht gewaaren na onder
zoek bleek dat de kleederen van bovenbedoelde
vrouw reeds vuur gevat hadden en zij aanmerkelijke
brandwonden bekomen had. Hierdoor werd gelukkig
eene brand voorkomen, die ligtelijk ernstige gevolgen
had kunnen hebben.
Zekere schipper P. PFeyman met zijn vaar
tuig met boekweit geladen, onder de Weezenbrug
willende doorvaren had zijne vrouw bezig zijnde
met boomen, het ongeluk door het uitschieten zanden
boom in het water te storten en zou, daar haar man
haar niet zag vallen waarschijnlijk verdronken zijn,
zoo hij nog niet even intijds, en nadat de vrouw reeds
herhaalde malen gezonken was, door de voorbijgangers
op het gevaar waarin zij verkeerde opmerkzaam
ware gemaakt. Het gelukte hem nu met veel moeite
haar te redden en hoewel zeer bewusteloos weder
aan boord to krijgen,
Men schrijft uit 's Gruvenhageliet volgende:
Men heeft enkele voorbeelden dat afstammelingen
van geslachten, welke in vroegeien tijd met den groot
sten luister schitterden, gedaald waren tot de geringste
standen der maatschappij, en dat zij in het zweet huns
aanschijns onder zware zorgen gebukt, eene karige
bete broods verdienden. Zonder zeer hoog te willen
opklimmen, zullen wij slechts herinneren, dat eenige
jaren geleden een afstammeling der Koningen van
Frankrijk, uit het doorluchtige geslacht van Valois,
in zijn eigen vaderland, met handenarbeid den soberen
kost moest winnen dal later nog een Bourbon (al
thans r.aar veler meening), als uurwerkmaker en werk
tuigkundige zoowel in Duitsehiand als in Engeland
en laatstelijk in Nederland rondzwierf en bekend was;
aan zoo vele nakomelingen van hooge en aanzienlijke
Fransche geslachten, wier voorvaders tijdens de her
roeping van het edict van Nantes, in 1685, hun va
derland verlieten en als réfugiés naar de Nederlanden
kwamen; aan zoo meriigen nazaat van hertogen, mar
kiezen en graven, die thans tot den geringen burger
stand is afgedaald. Wil men nu een merkwaardig
voorbeeld van geslachts-afdaling verwezentlijkt zien,
men begeve zich naar "sGravenhage aan het einde
der Frederikstraat, meer bijzonder naar dat gedeelte,
hetwelk vroegertijds deri naam droeg van de Malle
molen daar zal men aan de zijde van de steenen
brug, welke naar het kanaal leidt, een onaanzienlijk
huisje vinden, hetwelk bewoond wordt door een schoen
lapper, wiens vrouw eene water-en vuur-nering drijft.
De ijverige handwerksman die in dit nederige
verblijf huist, is de afstammeling vari een der door-
luchtigste geslachten van Frankrijk, hetwelk zelfs
zoo aanzienlijk wasdat de eerste PFillem van
Oranje de grondlegger van Neêrlands vrijheid
daaruit eene gade koos, die de moeder werd van den
grooten Frederik Hendrik. Deze man nudie
thans een zoo gering geacht bedrijf uitoefentheet
Frederik Thomas de Guichenon de Chastillon
en stamt in regte lijn af van den beroemden Gas
pare IIGraaf' van Coligriy Heer van Chastillon
sur Loing, Ridder, Luitenant-GeneraalGouverneur
van Parijs Kolonel-Generaal der Infanterie Admi
raal van Frankrijk Ridder van 's Konings-Orden
geboren in 1516 en in den onzaligen Bartholomeus-
nacht 24 Augustus 1572, door het verraderlijk
staal van de Besme vennoord. Hij was de vriend
van Hendrik den Groote van Navarre de vader
van Louise de Coligny de edele Gemalin van
PFillem van Oranje, en door zijne moeder Lóuise
de Montmorency aan dat doorluchtigst en roemrijke
geslacht vermaagschapt. Sedert geruimen tijd wendde
Frederik Thomas de Guichenon de Chastillon
bewust dat hij afstammeling was van de Graven van
Coligny, Hertogen van Chastillon, alle moeite aan,