No.
I
PROVINCIAL! STHGIRS IN ZEELAND.
1 Kllilk liliWCTMliigT^
1852.
mmmm iBiiisiiTMfsm
DONDERDAG 9 SEPTEMBER.
AFKONDIGING.
■=r«
De uitgave de%er Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f .1,15 Franco per Post f d ,90,
Gewone Jdvertentien worden a 20 ets, de regel geplaatst. Geboorte-, Huwelijks- en Doodberigten
van J6 regels a f J ,20 behalve het Zegelregt,
REGLEMENT
op het gebruik van de
De GEDEPUTEERDE STATEN van ZEELAND,
doen le weten dal door de Staten dier provincie
in hunne, vergadering van den 9 Julij dezes jaarsis
vastgesteld hetgeen volgt
REGLEMENT op het gebruik van de PRO
VINCIALE STEIGERS in zeeland.
Art. 1. Onder de in dit reglement bedoelde
steigers, worden verstaan de aanlegplaatsen voor sche
pen en vaartuigen in de provincie Zeelandwelke,
door de zorg van het Gewestelijk Bestuuraan de
oevers der rivieren tot het innemen of aanzetten van
reizigersen het laden of lossen van goederen zijn
of zullen worden daargesteld en als zoodanig door
Gedeputeerde Staten in het Provinciaal Blad zijn be
kend gemaakt.
Art. 2. Voor het gebruik vaneenen steiger zal,
telkens bij het aanleggen, ten behoeve der provincie,
moeten betaald worden:
a. Voor ieder reizend persoon met een stoom-
vaartuig aankomende of vertrekkende f 0,30
b. Voor ieder reizend persoon, die door de,
in de ter plaatse van de steigers bestaande
overzetveren aldaar worden ingenomen of
aangezet0,03
c. Voor ieder reizend persoon, aldaar aan
komende of vertrekkende door middel van
andere vaartuigen- 0,20
d. Voor eik vaartuig, zonder passagiers, en
al of niet ter lading of lossing aanleggende
en vertoevende, niet langer dan een half uur - 0,20
meer dan een half uur doch niet langer
dan een uur- 0,40
langer dan een uurvoor elk nieuw inge
treden uur daarenboven0,40
eindelijk
e. Voor beesliaal en andere goederen al
daar in of uit sloombooten geladen of ge-
lost wordende5 percent van de vracht
penningen, volgens het tarief voor de stoom
boot verschuldigd.» Fervolg hierna.)
VOLKSOPVOEDING en VOLKSGELUK.
Voor wie er belang stelt in het lot der arbeidende
klasse in onze stad was het een aangenaam geluid
de werkklok weder te hooren. die gedurende de laatste
dagen gezwegen had. Met welgevallen zag hij den
handwerksman tot zijne bezigheden wederkeeren, na
dat deze eenige dagen zonder verdienste was geweest,
terwijl eëne overvloedige gelegenheid werd aangebo
den, om de vrucht van maanden arbeidens in brood
dronkenheid te verkwisten. Zeker zullen velen zich
al spoedig beklagen, dat zij in de opwinding door de
zoogenaamde kermisvreugde aangebragtte onbezon
nen de zorg voor de toekomst verwaarloosden. Maar
of zij daarover door treurige ervaring gedrongen
nadenken, en of zij, onbekommerd als zij zijn, slechts
voortleven, tot weldra de gelegenheid om te werken
weder zal ophouden de armen-kassen zullen de ge
volgen ondervinden van eene roekeloosheid die men
wel met den naam van geoorloofde uitspanning be
stempelt, maar die voor alle standen treurige gevolgen I
na zich sleept, 't Is een vreemd verschijnseldat in
onzen lijd, waarin zoo vaak geklaagd wordt over ge
brek aan werk, waarin men jammert over de onmo
gelijkheid óm werk te verschaffen dagen achtereen
de werkplaatsen gesloten worden alles wat aan het
werk herinneren kan wordt ter zijde gelegd of nage
laten en woeste bacchanalen worden aangewakkerd
en in de hand gewerkt. Men zegt: maar de mindere
standen mogen toch wel eens eene uitspanning heb
ben 1 Wij stemmen dit gereedelijk toe, maar wij ge-
looven, dat hét dan allereerst noodzakelijk is, om die;
uitspanningen zoo in te rigten dat zij geene schade
aanbrengen, die het voordeel van de rust en uitspan
ning verre overtreft. De lagere volksklasse heeft bil
lijke aanspraak op eene zekere mate van levensgenot
en kan met regt eischen, dat de gelegenheid daartoe
geopend worde, daar toch de hoogere klasse, die over
meerdere middelen beschikken kan, veel gemakkelij
ker dat genot verkrijgtwaaraan zij veelligt minder
behoefte heeft. Maar het kan geen genot zijn dat
tot zoo duren prijs wordt verkregen. Wij spreken
nog niet eens van dp zedelijke nadeelen die uit het
ongebonden of althans loszinnig najagen van vermaken
voortvioeijen maar bepalen ons bij den stoffelijken
achteruitgang die daardoor bevorderd wordt, Zeer
waar is het wat de beroemde Franklin zegt: «Hij
die tien schellingen daags verdienen kan met arbei-
den en de helft van den dag uitgaat of ledig zit,
«moet, ofschoon hij maar zes stuivers gedurende zijn
«vermaak of ledigheid verteert,-niet denken, dat
dat zijne eenigste verteering is, hij heeft in de daad
«nog daarenboven vijf schellingen verleerd of liever
weggeworpen. - Zou het dan niet mogelijk zijn,
dat de mindere stand uitspanning en genoegen had
zonder zooveel schade te lijden, eene schade die even
zeer drukt op de meergegoeden omdat dezen later
moeten bijdragen om den invloed daarvan weg te
nemen. Is hel niet waar, dat de armoede in de hand
wordt gewerkt, deels door de gelegenheden totgeld-
verkwisting te openen, deels door toe te laten dat
de minder beschaafde hoe langer zoo dieper in ze
deloosheid zinkt, Zou het in onzen tijd, waarin men
zooveel spreekt over het toenemend pauperisme en
over de middelen om dit tegen te gaan, niet van het
hoogste belang zijn, om te overwegen, of men, waar
directe middelen voorshands boven het bereik liggen,
ook indirectelijk zou kunnen werkzaam zijn. Reeds
door haar voorbeeld zou de hoogere klasse in de
maatschappij weldadig kunnen influencerenmaar zij
kan meer. Zij kan en moet bij den minderen man
de overtuiging opwekken, dat van zijne eigene werk
zaamheid zijn leïensgelok voor een groot deel afhangt,
zij kan en moet hem behulpzaam zijn, om langs eenen
eerlijken weg in zijne behoefte te voorzien. Zij kan
en moet de gelegenheden weten af te snijden, die op
nadeel en verderf uitloopen en de middelen beramen,
om den nijveren handwerksman eene uitspanning te
verschaffen die hem zedelijk noch stoffelijk nadeel
kan doen, maar die hij voor zich zeiven niet kan daar-
stellen.
Eene en andere gedachten werden bij ons op nieuw
opgewekttoen in de laatste dagende zoogenaam
de kermisvreugde aller zinnen op hol had gebragten de
opgewondenheid zich, wel onder verschillenden vorm
maar toch in alle standenzoo luid deed kennen.
Waar ligt toch de oorzaak van den achteruitgang des
volks en wat kan er gedaan worden om den voort
gang der armoede te stuiten Die vragen verdie
nen eene ernstige behartiging. En overtuigd als wij
zijn dat het volksgeluk van volksopvoeding afhan
kelijk is, wenschen wij eenige overwegingen aan onze
stadgenooten aan te bieden, in verband met die vra
gen en met de behoeften van onzen tijd. Wij ne
men het woord volksopvoeding in eenen ruimen zin
en verstaan daardoor niet alleen de zorg voor de
jeugd maar alles wat dienen kan en moet om het
volk te leiden en te vormen omdat er meer wel
varen en minder armoedemeer zamenwerking en
minder afscheidingmeer dankbaarheid en minder
klagte zij. Wij vertrouwen, dat allen met ons gaarne
over een onderwerp nadenken dat zoozeer in ver
band staat met den welstand van het algemeen. Er
is meer te doen dan dén armen te geven want, om
nog eens ons van de woorden van Franklin te be
dienen men doet meer voor het welzijn der armen,
als men hen dwingt om voor zich zeiven te arbei-
den (als men hen daarbij helpt en bestuurt) dan
«wanneer men zijn gebeele vermogen onder hen ver-
deelde. -j- -f-
(Zal van tijd tot tijd vervolgd worden.)
GOES, den 9 September.
Wij voldoen als nu aan onze gedane toezegging in
ons vorig nummer, met betrekking tot de plegtigheid,
welke alhier heeft plaats gehad op Maandag den fi
dezer maand. -
Op dien dag werd de eerste kolom gerigt of gesteld
van het eerste gebouwhet Magazijn voor de groene
en gedroogde Meeworlelen, der alhier gesticht wor
dende fabriek Zuid-Beveland, door de Maat
schappij van verbeterde Meekrap-Bereiding in
Zeeland gevestigd te Goes.
Tot de hijwoning van dat Ruisse/yk feest Veree-
nigden zich de genoodigde aulhoriteiten henevens
het Bestuur met de overige Leden van den Algemeenen
Raad en eenige aandeelhouders dezer Maatschappij met
hunne Damesop het terrein der slichting buiten
de Bleekveldsche poort alhierdes namiddags ten
2 ure.
Moest men het genoegen derven Z. Eic. den Staats
raad Commissaris des Konings in deze Provincie, be
nevens Heeren Gedeputeerde Staten daarbij tegenwoor
dig te zien, Heeren Burgemeester en Wethouders
dezer Stad benevens de Olficier van Justitie, deden
zich op de plaats vinden en het heerlijkste zomer
weder begunstigde de plegtigheid van den dag.
Ten 2| ure werd het Stedelijk Bestuur met de
overige genoodigden, door het Bestuurder Maatschappij,
naar de plaats geleid, waar de eerste kolom moest ge
steld worden.
Aldaar waren op eene tafel geplaatst de schroeven,
welke de kolom aan het voetstuk moesten verbinden,
benevens een keurig bekleed looden kistje tot ont
vangst van
1°. de Statuten der Maatschappij.
2°. Brochure van de Heeren Verhagen en Bleek
rodeBeschouwing over de Meekrap-Bereiding, uit
gegeven in 1852.
3°. het Rapport van den Heer J. Fransen van
de Putte, c. s., aan de Maatschappij van Landbouw
en Veeteelt in Zeeland over de door deze in 1845
gestelde vraag: welke middelen er tot opbeuring van
de Zéeuwsche Meekrap waren aan te wenden uil—
gebragt in 1846.
4°. Muntstukken geslagen onder de Regering van
Willem III
En eindelijk van de Memorievermeldende de oir-
konde dezer stichting.