WOORDEN VAN ERNST EN LIEFDE, Biiï»L mmmmmasL ÏOTIIfliTMo VOORSTEL EN BIJLAGEN gemeester en Weihouders zich overtuigd houden dat het loon werkelijk te gering is, het verzoek toe te staan hetgeen met algemeene stemmen geschiedt. Wordt voorgelezen en gedeponeeerd het Proces- Verbaal van de opneming der kas san den Plaatse lijken Ontvanger. Worden overgelegd en gedeponeerd eenige staats bladen o. a. no. 112, waarbij de Heer F. S. A Knilelingezeten dezer plaatsis genaturaliseerd. Daarna wordt de vergadering gesloten. GOES, den 8 Julij. Nadat, zoo als wij in ons N°. van 11. Vrijdag ver meldden de eerste zode van het te graven Kanaal door dit eiland, met zoo veel plegtigheid was gekeerd, bevreemdde hel ons niet weinig II. Dingsdag vrij al gemeen le hooren verhalen dat de werkzaamheden aan het Kanaal waren geschorst. Naar wij verder vernemen is dit gerucht in zoo verre waar, dat de concessionnarissen de buitenlig- gende schorren van Bath indijken, (men zegt ter grootte van 1400 bunders) en de werkzaamheden aan het Kanaal in dien tusschentijd hebben gestaakt. De zaak komt ons eenigzins apocryf voor, vooral daar men er bijvoegtdat onder die schorren zijn begrepen de 400 bunders, 14 dagen geleden, door de ambachtsheeren van Bath te Middelburg geveild en niht toegewezen. De Staats-Courant van gisteren bevat het Ko ninklijke besluit waarbij aan de Heeren O. F er- hagen en J. Fransen van de Putle de bewilliging wordt verleend tot de oprigting van verbeterde mee krap-bereiding in Zeeland. Uit hel buitengewoon No. van de Sloompost, van gisteren 7 Julij, ontleenen wij het voornaamste van het gesprokene bij de opening der werkzaamheden aan het Kanaal door Zuid-Beveland en de afdamming der Ooster-Schelde, 1.1. Donderdag zoo feestelijk ingewijd. De heer felly vice-president der maatschappij die bij dit feest de aannemers, de heeren Hatchings en Co vertegenwoordigde wees in zijne openings aanspraak op de groole voordeelen die deze onder neming zou inet zich brengen en op het bijzonder belang dat het eiland Zuid-Beveland daarbij had. Hij wenschle de maatschappij en allen die bij het plan van den heer Pronkers belang hadden geluk met het uur waarop een begin van uitvoering gemaakt werd, en hoopte, dat deze belangrijke onderneming, onder bijstand en medewerking van het Gouvernement, alsmede der Gewestelijke en Gemeente Besturen van het eiland, inet een gunstigen uitslag zou worden be kroond en ook uit een finanlieel oogpunt de rijke vruchten zou opleveren die men,'met zooveel regl, er van verwachtte. De heer Fransen van de Putte,, een der grootste Hollandsche aandeelhouJers en lid van hel bestuur der maatschappij, vatte hierop het woord Ook hij begon de bijeenzijnden geluk te wenschen met de plegtigheid van den dag, eene plegtigheid, waar van hel gewigt reeds bewezen werd door de tegen woordigheid van zoo vele aanzienlijke mannen, die in 's lands vergaderzaal, in hel protinciaal gouvernement, of in het gemeentelijk bestuur voor de belangen van het Vaderland waken. Die tegenwoordigheid achtte de Spreker ook een waarborg voor de toekomst, wijl zij daar zedelijke kracht zou bijzetten, waar kapitaal en kennis zich vereenigd hadden voor eene onder neming, die Nederland en de provincie Zeeland, maar in hel bijzonder het eiland Zuid-Bevelaud tot nul en voordeel zou strekken. Hij betreurde het, dat Z E. de minister van Binnenlaudsche Zaken zijn wooid niet had kunnen gestand doen om in persoon de werk zaamheden van hel kanaal te openen en aan deze plegtigheid meerder luister hij te zetten. In dat woord van den minister echter was reeds het bewijs opgeslo ten dat de Nedei landsche regering hare hulp en mede wei king aan de onderneming niet onthouden zou Spreker wederlegde vervolgens in korte bewoordin gen de vooroordeelen die men tegen de onderneming koesterde. Roept men Het is Engelsch geld dat men hier invoert men kan het toch niet ontken nen, dal hel een Hollaudsch denkbeeld was, dal er door zal worden uitgevoerd, en het eene zaak geldt, waarbij Nederland vooral belang had. Ten slotte hoopte Spreker, dat de onderneming steeds met den zelfden ijver zou worden ondersteund door hen aan wi« de uilvoering was opgedragen en in het volle vertrouwen daarop, en op de medewerking van Neer- lands ingezetenen en meer bijzonder van de Zeeu wen smeekte hij den bijstand des Allerhoogsten af voor het werk waarmede men thans een aanvang maakte. Aan het collation waarmede het feest der ope ning werd hesiotenwerd mede menige belangrijke rede gehouden. De heer Brown vertegenwoordiger van de hee ren Hutchings en Co. die met den heer Fransen van de Pulte de tafel leidde, vatte het woord op. Hij herinnerde aan het gewigt dezer plegtigheid in het bijzonder voor dit rijk en stelde, naar aanlei ding daarvan, den eersten dronk in ter eere van den Koning der Nederlanden. De heer Fransen van de Putte beantwoordde dien toast en wijdde een dronk aan de Koningin Fictoria, Op die Vorstin" zei- de spreker, »die voor Europa het beeld is van vor stelijke grootheid en kracht., omdat zij zetelt op den troon van een der magtigste rijken der wereld een troon, die gesteund wordt door eene natie, welke steeds getoond heeft liefde voor regt en wetten en gehechtheid aan hare vorsten te bezitten. Het wel varen des volks maakt de kracht uit van hel gou vernement, en al wat dat welvaren bevordert, waar onder in de eerste plaats de nijverheid behoort, strekt dus tot meerdere bevestiging en tot luister van den troon." Spreker wierp nu een blik op het verleden en her innerde hoe wij eenmaal met Engeland krijg voer den, en hoe nu datzelfde Engeland, dat terwijl Ne derland bij zijne grootheid was ingeslapen ons is voorbijgestreefd ons thans door zijne kapitalen en industrie bijstaatom onzen magtigsten vijand de zee te bekampen. De onderneming waaraan op dezen dag een begin van pitvoering is gegeven, levert daarvoor een nieuw bewijs. Ook hier reiken de En- gelsche kapitalen en de Engelsche industrie de hand aan een Hoilandsch denkbeeld, een denkbeeld, welks verwezenlijking de stoffelijke zoowel als de zedelijke ontwikkeling van ons Vaderland bevorderen zal. Aan Koningin F ietoria mijne heeren dus eindigde Spreker, u als de persoon in wie zich Engeland ver tegenwoordigt, wijd ik dit glas. Nadat nog de heer van der Lek de Clerq lid van de directie der maatschappij een toast had ge- bragt aan den Koning der Belgen brengt de heer Brown een toast aan den heer Minister van Binnen- landsche Zaken wiens afzijn hij ook zeer betreurt aan de leden der Tweede Kamer hier tegenwoordig, de heeren Bachiene en van Eek; aan de commissie uit de gedeputeerde staten en aan de verdere autori teiten die het feest met hunne tegenwoordigheid opluisterden. Naar aanleiding van dien dronk neemt de heer Blussé advocaat der maatschappij het woord en zegt: Wij allen hadden ons gevleid 's Konings Mi nister van Binnenlandsche Zaken hier te hebben, om hem den eersten arbeider te zien zijn aan dit kanaal, hetwelk de koopprijs is, voor welken zoowel degron den als de bevoegdheid tot die indijking door den Staat aan de maatschappij toegekend werden. Doch niemand, en een Minister des Konings het minst van allen is onafhankelijk van de omstandigheden en hetgeen hem omringt. Op hel oogenblik dat hij gereed stond het rijtuig in te stappen om zich her waarts le begeven, gewierd hem in zijne betrekking een berigt dat hem tol blijven verpligtte. Hij heeft alsloen op dat uur van mijn vertrek wat ook het zijne zou zijn geweest, den Secretaris-Generaal van zijn Ministerie tot mij gezonden met een eigenhandig haastig schrijven van hem Minister hetgeen ik in handen heb, en waai bij hij inij verzoekt zijn bijzon der leedwezen over hetgeen hij voor zich eerte teleur stelling noemt te kennen te geven. Ik voldoe aan dat verzoek bij deze. In dat leedwezen, zoo krachtig door den Minister uitgedrukt, meen ik, dat wij mogen zien wat wij, naar ik meen in zijne tegenwoordigheid gezien zouden hebben, namelijk, dal 's Konings gouvernement de ondernemings-zucht en nijverheid in elk deel van het Rijk toejuicht en vereert, dal het, gelijk onze vaderen steeds hebben gedaan èn hun èn ons ten bloei en welvaart heeft geleid alle ondernemende en nijvere vreemdelingen die zich hier komen vestigen en de vruchten hunner ondernemingszucht, (gelijk hier een beteren waterweg, aanwinst van grond en arbeid voor duizende armen) onder ons brengen, welkome gasten heet. die regt hebben op goeden ontvangsten billijke behandeling, zoowel van de zijde des gezags, als van die der ingezetenen. Ik verzoek u daarom andermaal een glas op den Minister van Binnenl. Zaken, te ledigen. De heer Becius, lid der Gedeputeerde Staten van Zeeland bedankt voor den dronk aan dat collegie gebragt. Hij voegt daarbij de verzekeringdat de onderneming der Nederlandsc.he Landaanwinnings- Maatschappij groote belangstelling aan dat bestuur inboezemt, en wenscht haar toe, dat zij met een gunstigen uitslag moge bekroond worden en tot ver meerdering van den bloei der provincie Zeeland moge strekken. De heer van der Biltgriffier der Provinciale Staten van Zeeland zegtdat hij de tolk is van het gewestelijk Bestuur, wanneer hij de directie der maat schappij geluk wenscht met de eerste schreden tot uitvoering van eèn werk, dat van zoo gewigtigen in vloed zijn zal op den inorelen en tnaterielen toestand van Zeeland. Hij wenscht haar voorspoed toe op die onderneming en zegt geen twijfel te koesteren of het nageslacht zal de nagedachtenis zegenen van hen, die het plan tot deze onderneming ontwierpen en verwezenlijkten. FFordt vervolgd.) Z. K. H. de Prins van Oranje heeft in de laatste dagen Vlissingen en Middelburg met zijn be zoek vereerd en op beide plaatsen de merkwaardig ste inrigtingen bezocht. Op het buitenverblijf van den Burgemeester van Middelburg alsmede bij Z. Exc. den Commissaris des Konings heeft Z. H. eenigen tijd doorgebragt. Z. K. H. heeft mede eene kleine tournee door Walcheren gedaan en o a. de Weslltapelsche dijken bezigtigd. Tijdens Hoogstdeszelvens verblijf in Noord-Bese land op II. Maandag, heelt Z. K. II. te Colijnsplaat bij den heer Paardekooper en te Wissenkerke bij den heer J. H. L. F ader vertoefd. 2i7ie Staats-Loterij. prijzen van 1000 en daarboven. 5de Klasse. 5de Lijst. Geene. 6de Lijst. No. 18045 11376 ieder een Prijs van 1000. 7de Lijst. No. 13741 een Prijs van 25,000. No. 2680 een Prijs san 5000. No. 2926 een Prijs van 1000. Deden verloste san eene welgeschapene doch doode DOCHTER, A. BRANDWIJK, Echtge- noote van Yerseke Q. H. POPPK. 3 Julij 1852. Predikant. Eenige en Algemeene Kennisgeving. Heden beviel voorspoedig san een' welge schapen ZOONJ A CO MIN A JOHANNA NOR- TIER geliefde Eclitgenoote van S de JONGE MC LOCK HOUW fill. Goes, den 5 Julij 1852. Eenige Kennisgeving. Bij den Boekhandelaar Li. DE FOVW alhier ziet het licht en wordt uitgegeven VAN EEN VROEG ONTSLAPEN CHRISTEN. uitgegeven na zijnen dood. met een soorberigt van Ds. R. A. S. P1CCARDT. Prijs 50 Cents. Bij de Uitgevers dezer is verkrijgbaar ge steld: DER COMMISSIE voor het FIN ANTI E-WEZEN tb GOES. Dit stukje bevat hel Foorstel der genoemde Com missie behelzende eene algeheele wijziging san het Stedelijk Belastingstelsel gedeeltelijke afschaffing der Stedelijke Accijnsen en bezuiniging op de Admi nistratie benevens Memorie van Toelichting des wegensvergelijkende tabellen tusschen de verschil lende plannen, en het thans bestaande stelsel, benevens Plan t.ol verdeeling van den Hoofdelijken Omslag. De Prijs is 15 Cents. Te Goes, bij F. Kieebwrns Zoon.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1852 | | pagina 2