GOESSIHE 1852. «ONDERDAG 29 APRIL. BI1T11IÉ liffillISTMWII» PUBLICATIE. BESCHRIJVING DER PATENTPLÏGTIGEN. PUBLICATIE. Or uitgave deter Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f J,7S France per Peet 'f d,90. Gewone Advertentien worden a 20 cis. de regel geplaatst. Geboorte-, Huwelijks- en Doodberigten van J6 regels d f J,20 behalve het Zegelregt. BURGEMEESTER BN WETHOUDERS VAN GOES: Gezien het Besluit van Zijne Excellentie den Heere Staatsraad, Commissaris des Konings in deze Provincie, van den 24 April 1852 A. N°. 24101 3de Afd. (Provinciaal BladS0. 58) betrekkelijk de Beschrij- ving der Personele Belasting voor het dienstjaar 1852—1853. Brengen bij deze Ier kennis van alle Ingezetenen dat mei het Primitief Beschrijvingswerk voor de Be lasting op het Personeel vastgesteld bij de wetten tan den 29 Maart 1833 Staatsblad N°. 4,) 29 December 1835, (Staatsblad N°. 43) en 24 April ;843 Staatsblad N°. 15,) in deze Gemeente, een aanvang zal worden gemaakt op Donderdag den 6 Mei aanstaande en dat de alzoo aan de Ingezetenen uit te reikene Besnhrijvings-Biljetten tnet den acht sten dag daarna ran wege den Ontvanger opvol- gelijk zullen worden opgehaald. Wordende de belanghebbenden tevens verwittigd, dat om als Tegen-Schatlers var, de zijde der Belas tingschuldigen te dienen, ingeval van herziening ach tervolgens het bepaalde bij Art. 29 paragraaf 2 der wet van den 29 Maart 1833 (Staatsblad N°. 4 van het aangegeven bedrag der Huurwaarde of aantal Deuren en Vensters of Haardsteden, door Burgemees ter en Wethouders zijn benoemd de vier volgende Personen, als Simon van Zoom, Johannes Gaos sen Hendrik Daniel van Et ling er en Johannes Dekker En opdat niemand hiervan onkundig zij zal deze worden afgekondigd aangeplaktmitsgaders in de Goessche Courant geplaatst. Gedaan ten Raadhuize van Goes, den 28 April 1852: Burgemeester en Wethouders voornoemd M. P. BLAAUBEEN Ter ordonnantie van dezelven De Secretaris H. C. PIL A A K. BURGEMEESTER bn WETHOUDERS van GOES. Gezien hebbende hef besluit van Zijne Excellentie den Heere Staatsraad Commissaris des Konings in deze Provincie, de dato 24 dezer maand, A. N°. 241033de afdeeling (Provinciaal Blad No. 59), betrekkelijk de BESCHRIJVING der PATENT PLÏGTIGEN voor het dienstjaar 18521853. Brengen bij dezen ter kennis van de belangheb benden 1°. Ten aanzien dei'Patentpiigtigen in de 15 eerste tabellen der wet van den 21 Mei 1819, (Staatsblad No. 34) omschreven. Dattnet uitzondering van de Patentpligtige Slijters Tappers, Kroeghouders en Koffijhuishouders, dieniet in de gewone beschrijving zullen worden begrepen maar aan welker huizen zoodra mogelijk na den ingang van het dienstjaar en zonder de gewone be schrijving af te wachten, een declatoir zal bezorgd wordenhetwelk na verloop van drie dagen zal worden afgehaald en welke verpligt zijn dadelijk de (,elft van hunnen aanslag Ie voldoen waarna hun Patent op vertoon der kwitantie alsmede van hel bewijs dat hun deswegens verschuldigde over het voorgaande jaar ten vollen aangezuiverd is; ter Stads- Griffie onmiddelijk verkrijgbaar zal zijn de verkla ringen ter verkrijging van Palent voor deze Patent- pligtigen binnen de Provincie zullen worden uitge geven van den 6 Mei 1852, tot en met den 13 dier maand. Dat, die verklaringen behoorlijk ingevuld, zullen moeten zijn ingezameld of bij den Ontvanger der Directe Belastingen ingediend, binnen deze Gemeente, op den 24 Mei 1852. Dat de Registers Van gemelde Patentpiigtigen ge sloten zullen worden binnen deze Gemeente op den 8 Junij daaraanvolgende. 2°. Ten aanzien der eigenaars, vaste huurders, of andere vaste gebruikers ran Binnenvaartuigen, vermeld in de 16de Tabel, zal moeten worden gehandeld over eenkomstig de resolutie van Z. E. den Minister van Finantien van 20 April 1852, N° 162, En wordt voorlezen de gelegenheid tot het doen der aangifte opengesteld van 1 Mei 1852, bij het Gemeente-Be stuur der plaats alwaar de belasting verschuldigd is onder overlegging van een aangift-biljet daartoe bij die besturen verkrijgbaar. 3°. Ten aanzien van de Kramers Dat zij zullen gehouden zijn om bij bet doen hunner aanvrage om Patent op te geven de onderscheidene goederen welke zij voornemens zijn te koop aan te bieden, zoo mede de wijze op welke zij hun beroep uitoefenen naar aanleiding der onderscheidingen bij 1 der 7de tabel gevoegd bij de wet van den 16 Junij 1832 (Staatsblad N°. 30) alsmede de geza menlijke inkoopswaarde, der door hen te koop aan geboden wordende goederen zullende dien onver minderd door de Patentpiigtigen die hunne goederen in herbergen of in bergplaatsen buizen en andere gebouwen van derden uitstallen opgave moeten ge schieden van den tijd der during van hun verblijf in de Gemeente; en door hun die derzelver waren in openbare veilingen, buiten hunne winkels, bij koopen van doorgaans beneden de 25 ieder, doen verkoopen, van dien der te houdene verkooping terwijl zoo zij de wijze vah verkoop veranderen de waarde hunner waren vermeerderen of den duur des verblijfs of der te houdene verkooping verlengen daarvan op den voet van art, 19 der wet van den 21 Mei 1819 en op de boeten bij art. 37 bepaald, aangifte zullen doen in de Gemeente alwaar zij zich bevinden en zoodanig aanvullingsregt voldoen als van hen bij werkelijk toe genomen belastbaarheid zoude kunnen worden ge vorderd. 4°. En eindelijk dat de bedoelde Kramers benevens de Debitanten van Loterij Briefjes krachtens Zijner Majesteits besluit van den 17 October 1820 (Staats blad N°. 22) op de boete bij 1 en 2 van art. 32 der wet van den 21 Mei 1819 bepaald, verpligt zijn steeds hun patent met zich te voeren. En opdat niemand deswege onwetendheid zoude kunnen voorwenden zal deze worden gepubliceerd geaffigeerd mitsgaders geïnsereerd in de Goessche Courant. Gedaan ten Raadhuize van Goes, den 28 April 1852. Burgemeestér én Wethouders voornoemd M. P BLAAUBEEN. Tér ordonnantie van dezelven, De Secretaris, H. C. PILAAR. OPENBARE VERGADERING van DEN RAAD. DEN 28 APRIL 1852. Afwezig de Heel' Mr. van der Meer Mohr. wegens ziekt* De notulen der vorige vergadering worden gelezen en ge arresteerd. Wordt voorgelezen het rapport der Commissie benoemd orv een voorstel te doen, van welke bestekken en voorwaarde*» van aanbesteding de Raad zich de vaststelling verlangt vooi te behouden, daarbij adviserende die uitvoering, als bestaands in gewone posten van onderboud, geheel aan Burgemeester en Wethouders over te laten. Niemand bel woord verlangendewordt met algemeens stemmen conform het advies der Commissie besloten. Wordt mede voorgelezen bet advies der ter vorige verga dering benoemde Commissie, om rapport uit te brengen, vyelke Ambtenaren door den Raad, welke door Burgemeester en Wethouders zullen worden benoemddaarop nederko mende dat de Commissie van oordeel was dat de Ambte-., naren niet behoorden herbenoemd te wordenomdat de benoemingen steunden op nog in werking zijnde reglementen, waarbij bepaald is voorgeschreven, door welke Collegien zi moeten worden benoemd, terwijl hunne vervanging van d> herziening dier reglementen afhankelijk was. De Heer van den Bosch vermeent, dat de Commissie me benoemd was tot het uiten van zoodanige denkbeelden, maa bepaald om te rapporteren, welke Ambtenaren zij zou wen scben, dat door den Raad of Burgemeester en Wethouder - benoemd werden. Ook de Heer Eiaaubeen beaamt dat gevoelendoch vei meent, dat bij verpligt was bet gevoelen der Commissi» mede te deelen, en den Baad te hooren. De Heer Vervehne opineert integendeeldat alle Ambte- naren moeten herbenoemd worden. De Heer Biaaubeen vermeent, dat er weieenigen grond te vinden is, voor bet gevoelen del' Commissie, in art. 264 der Gemeente-wet, en opineert,. dat de Ambtenaren eerste dan behooren vervangen of herbenoemd te wordenwan neer de Verordeningen waarop hunne benoeming steunt, worden vernietigd. De Heer van den Bosch houdt het tegendeel staande, en, zegt, dat de bedieningen niet kunnen worden ingetrokken,, zoolang de Reglementen bestaan, maar dat" de personen-dié; de betrekkingen bekleedendoor dezen Raad of bet aan. te wijzen Coilegie in hunne bediening moeten worden be krachtigd. De Heer Soütendam zegt, dat bet idee der Commissie is: geweest, dat de Ambtenaren zouden blijven, zoolang de. oude Reglementen bleven vigeren. liet advies der Commissie in omvraag gebragt zijnde wordt met 9 tegen 1 stem (die van den Heer Vehvenne) dien conform besloten. In de tweede plaats wordt bij het rapport der Commissie voorgesteldom de volgende Ambtenaren en Bedienden door den Raad te doen benoemen: de Hoofd-Commiesdé Stads-Doctor, Heel- en Vroedmeester, Architect, Onder-Fabriekv Fransch Kost-Schoolhouder, Onderwijzers, Onderwijzeres, Amanuensis van bet Armbestuur en de GodsbuizenAgent van Kazernering, Stads Drukker, Boekhouder en Onder Boekhouder der Leenbank, Vroedvrouw, Sas- en Haven meester, binnen Havenmeester, Boomsluiter, Commiezen BrugopbaalderCommissarissen der Werklieden en Onder wijzers der Teekenscboolwaarop door den Heer van dei Bosch wordt gevraagd, op welken grond men de benoemin, van den Brugopbaalder aan den Raad opdraagt Door den Heer SotirENDAM daarop geantwoord zijnde, dat dit voorstel gedaan is op grond van het bestaande Regie inent en door den Heer Blaaubeen daarbij gevoegd zijnde, dat het hem voorkwamdat de Commissie tot dat einde niet benoemd was, wordt bet voovstel der Commissie op da», punt aangenomen, met uitzondering van de benoeming der Brugophaalder, waarbij 5 leden zich voor de benoeming door den Raad5 voor de benoeming door Burgemeester en. Wethouders verklaarden. Voor de benoeming door den Raad stemden de Heeren SmailegangbVehvenne, de Knokke

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1852 | | pagina 1