1852. MAANDAG 1 MAART. BIWIMI MlIIiWMTim BEKENDMAKING. NATIONALE MILITIES. WAARSCHUWING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, brengen bij deze ter kennisse van allen die het aan gaat dat de Militie-Raad krachtens art. 126 der Wet op de Nationale Militie van den 8 Januarij 1817 Staatsblad No. 1) over dezen jare zijne PUBLICATIE. De uitgave deter Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs -per Kwartaal is f JJ5 Franco per Post f J ,90. Gewone jédvertentien worden a ZO ets. de regel, geplaatst. Geboorte-, Huwelijks- en Doodbei igten van J6 regels d f J.ZO behalve het Zegelregt. DE BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan GOES doen te weten dat door den Kaad dier ge meente, in zijne vergadering van den 4den Februarij 1852 is vastgesteld de volgende verordening: Plaatselijke Ferordeningen bepalende de wijze van afkondiging van Plaatselijke F erordeningen Bekendmakingen enz, van het Gemeente-Bestuur van Goes. Art. 1. De afkondiging eerier Plaatselijke Veror dening, tegen wier overtreding straf is bedreigd en alle andere bekendmakingen van algemeen belang welke door den Gemeente-Raad door 'Burgemeester en Wethouders of door den Burgemeester alleen uitgevaardigd worden geschiedt in den regel des Zondags middags ten twaalf ure, van de Puije van het Raadhuisna het kleppen van de dagklok. In spoed eischende gevallen zal die afkondiging ten allen tijde op gelijke wijze geschieden. Art. 2, De afkondiging zal door eenen Bode der gemeente of een hein vervangend Gemeente-Ambte naar daartoe door Burgemeester en Wethouders aan gewezen worden afgelezen vervolgens ter gewoner plaatse aangeplakt en opgenomen in de Goessche Courant Art. 3. Van de gedane afkondiging en aanplakking wordt door den Bode of die hem vervangt, melding gemaakt aan den voet van het stuk, en eene des be treffende verklaring daaronder geplaatst door Burge- gemeester en Wethouders met vermelding van den dag op welken de afkondiging heeft plaats gehad welke verklaring door den Burgemeester en den Se cretaris zal worden geteekend, Art. 4. De alzoo als afgekondigd gewaarmerkte 'stukken worden onder een doorloopend Nummer ver zameld in een boekdeel ter Secretarie berustende. Art. 5. Geene verordening tegen wier overtreding straf is bedreigd, wordt in druk of afschrift uitgege ven dan met vermelding van de plaats gehad heb bende afkondiging. Aldus vastgesteld door den Gemeente-Baad van Goes, den 4 Februarij 1852. {get.) J. C. van per MEEB MOHR Mij Bekend De Secretaris (get.) H. C. PILAAB. En is deze verordening aan Heeren Gedeputeerde Stoten van de Provincie Zeeland in afschrift mede gedeeld, en zal daarvan afkondiging geschieden waar het behoort. Gedaan te Goes, den 28 Februarij 1852. Burgemeester en Wethouders voornoemd J, C. van per MEEK MOHR Te» ordonnantie van dezelven De Secretaris H. C. PILAAR. tweede Zitting, tot onderzoek der Loteiingen van dit jaar, volgens art. 37 der Wet van 27 April 1820 (Staatsblad No. 11) welke vermeenen mogten regt op vrijstelling te hebben, zal houden te Middelburg, Hoofdplaats dezer Provincieop Maandag den 29 Maart aanstaande, des morgens ten half 10 uie in de Abtdij aldaar. Van deze verpligling zijn echter uitgesloten zoo danige Loteiingen, weike geenerhande reden tot vrij stelling hebben, daar dezulken voor den Militie-Raad niet behoeven te verschijnen, en finaal voorde dienst gedesigneerd zullen zijn. Terwijl bij deze alle Ouders Voogden Curators, of Gemagtigden worden herinnerd dal zij reclames hebbende, voor hunne absente Zonen of Pupillen zich zullen moeten sisteren ten dage ure en plaatse voormeld. Zullende de Commissie voor de werk zaamheden der Nationale Militie lot de afgifte der benoodigde Attesten vaceren ten Baadhuize alhier Woensdag den 10 Maart 1852, des voormiddags ten elf ure ter opmaking van welken men vooraf ter Secretarie de uoodige opgaven gelieve te doen. En opdat niemand hiervan onkundig blijve zal deze worden gepubliceerd en geaffigeerd, mitsgaders geplaatst in de Goessche Courant. Gedaan ten Baadhuize van Goes, den 28 Februarij 1852. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. C. van DER MEEB MOHR, Ter ordonnantie van dezelven De Secretaris II. C. PILAAR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, brengen bij deze ter kennis van een ieder die het Dat er zal worden overgegaan tot het dresseren van het Kohier van den Personelen Omslag berekend naar de Huurwaarde der Gebouwde Eigendommen j voor de VERLICHTING, BRA NDSPUUEN, NACHTWACHT, enz., voor deze Gemeente over den jare 1852 doch dal alvorens van heden af tot den J3 Maart aanstaande ten Kantore van den Ontvanger der Plaatselijke Belastingen, dagelijks, uitgenomen des Zondags's voormiddags van tien tot twaalf urenzal worden gevaceerd tot de overneming der bewijzen welke ingevolge art. 5 van het Re glement gepubliceerd den 3 Junij 1820, vereischt worden voor gebouwen van welke door middel van overdragt of Huur-Contracten een ander als de eigenaar op 'sLands Kohier bekend, als cóntribu- able moet aangeslagen worden zullende bij gebreke van aangifte binnen den bovengemelden tijd die eigenaars worden aangeslagen. En opdat niemand onwetendheid zoude kunnen voorwenden, zal deze worden gepubliceerd, geaffi geerd en geinsereerd in de Goessche Courant. Gedaan te Goes den 28 Februarij 1852. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. C. van der MEER MOHR. Ter ordonnantie van dezelven Dé Secretaris H. C. PILAAR. OPENBABE VERGADERING van DEN BAAD. DEN 27 FEBRUARIJ 1852. Afwezig de Heeren Mr. van der meer mohr wegens ziekte, soütendam wegens uitlandigheid, smallegange wegens onge steldheid. De oudste Wethouder, Mr. blaaubeen, neemt, ingevolge ■art.' 77 der gemeentewet, liet presidium op zich, verzoekt den Secretaris voorlezing te doen van de notulen der vorige Vergaderingwelke na die voorlezing worden gearresteerd- Door den Voorzitter wordt aan de orde gesteldhet Re glement van Orde, voor de vergaderingen van Burgemeester en Wethoudershetgeen volgenS art. 93 der gemeentewet aan de goedkeuring des raads moet worden onderworpen. Over de algemeene strekking niemand het woord verlan gende te voerenwordt het artikels-gewijs in behandeling gebragt en zonder discussie met algemeene stemmen goed gekeurd. Wordt ter tafel gebragt de verordening, vaststellende den rooster van aftreding der raadsleden opgemaakt ingevolge art. 28 der Gemeentewetwelke niet algemeene stemmen wordt aangenomen. Dien ten gevolge tot de loting overgegaan zijnde, is daar door aangewezendat zullen aftreden In 1853 de HII. soütendam, v. kerkwijk en smallegange. In 1855 de HH. vervenne verschoor van den boscb en kakebeeke. En in 1857 de HH. v. d. meer. mohr de knokke van dér me Uien blaaubeen ennocHART. Zullende de alzoo vastgestelde verordening en den uitslag der loting worden medegedeeld aan Heeren Gedeputeerde Staten. De Voorzitter deelt mede, dat de beide Wethouders (dewijl zulks bij art. 80, alin. 2 niet is bepaald) verlangen zouden, ook ter dezer vergadering den tijd hunner aftreding door het lot te bepalen, en niemand zich daartegen verklarende, wordt oniniddelijk daartoe overgegaan en beslist dat de Ilèer BiAAtJBEEN in 1854 de Heer van kerkwijk in 1857 zal aftreden. Aan de orde zijnde de organisatie der Secretariewordt door den Voorzitter voorgesteld deze zaak aan te houden tot na de behandeling der overige punten op liet oproepings briefje vermeldomdat te dier zake van wege Burgemeester en Wethouders mededeelingen zullen worden gedaan, welke vóór de behandeling in het openbaar, ingevolge art. 43 alin. 2 der gemeentewet, in eene beslotene vergadering zul len worden gecommuniceerd. Wordt voorlezing gedaan van een adres der Rotterdam- sche Beurtschippershoudende verzoek om algeheele vrij stelling van Sasgéïd door hen voor eenen 3den Beurtman betaald wordende, alsmede van het rapport te dier zake van den Commissaris der Veren. Door den Voorzitter wordt medegedeelddat er vroeger drie Beurtschippers bestonden; dat de toenmaals afnemende scheepvaart hunnerzijds een aanbod had teweeg gebragt om, indien men kon goedvinden den derden beurtman niet aan te stellen, bet Sasgeld ook voor dien derden, te blijven betalen; dat vroeger dergelijke verzoeken, uit aanmerking vaii het niet ongegronde der bezwaren, door den voorma- ligen raad voor de helft waren toegestaan en Burgemeester en Wethouders bezwaar zien in de inwilliging van het ver zoek, zoo als dat is liggende, doch adviseren tot inwilliging voor de helft, vooral met het oog op de aanstaande herzie ning van het Reglement voor het Sas. De Heer vervenne vermeent, dat het voor de Beurtschip pers een' zware last is, welke voor de stad slechts een klein revenu oplevert en opineert alzoo tot geheele ontheffing. De Heer vak den bosch beschouwt de zaak uit het oogpunt van regtvaardigheid en vraagt of de voorwaarde door de Schippers geheel vrijwillig is op zich genomen, dan wel als bet ware opgedrongen. De Voorzitter beantwoordt dien spreker en zegt, dat zij bet geheel vrijwillig hebben aangeboden dal zij nu 4 of 5 jaren remissie voor de helft hebben genoten en dat naar de betaling van het Sasgeld de inkomsten des Sasmeesters bere kend zijn, als genietende deze eene percents gewijze belooning. De Heer van den Bosch kan dat laatste argument niet toe geven, omdat zijns inziens de Sasineester voor liet Sas-,, bet Sas niet voor den Sasmeester is eii vraagt of de Sasineester op eenigerlei wijze geguarandeerd is voor eenige opbrengst. De Heer v. kerkwijk beantwoordt dit laatste toestemmend

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1852 | | pagina 1