Zaturdag 11. is een Amerikaansch linieschip van hier vertrokken met 80 Fransche en Hongaarsche uitgewekenen die zich naar de nieuwe wereld be geven. Sedert het aantal Fransche uitgewekenen hier te lajtfjje .aanmerkelijk is toegenomen slaat de regering hl/qnehouding meer van nabij gade. Het gouver- tie,u>ent kende de namen en bedoelingen van al de- s?®wenj, die aan boord van dal linieschip ingescheept "Ëeiige weken geleden werd aan de leden der ver- eeniging van Fransche uitgewekenen alhierdoor tusschenkomst van een hunner, vrijen overtogt kieedingvoeding en 4 p. st. bij hunne aankomst in Amerika aangeboden. Toen dit voorstel was aangenomen ontvingen zij alien onverwijld tot hunne groote verwonderingcertificaten waarop huune namen waren ingevuld benevens eenige in- slruclien omtrent hunne verder te volgen gedragslijn. Niemand weet tot dusverre wie de kosten dier espeditie betaald. Men houdt het er voor dat Lodewijk JSapoleon en het Engelsche gouvernement béide een deel der onkosten hebben gedragen. Zaturdag avond had in het Theatre Royal Lyceum een zonderling voorval plaats met den heer teargvs O'Connor, den hekenden Chartist en ver tegenwoordiger van Nottingham in hel parlement. Er werd eene soort van opéra cornique the Game oj Speculation gegeven en het orchest was juist begonnen eene ouverture le spelen toen de heer tf Connor die zich iri eene loge bevond op de maat der muziek, tot groote verbazing van het publiek, begon te dansen en le springen en hierdoor niet weinig opschudding veroorzaakte. Het edele parle mentslid werd door een policie-agent beleefdelijk uil- genopdigd, om geene aanleiding meer tot opschudding te geven, maar hij antwoordde hierop door den ager.t een geweldigen vuistslag in het aangezigt te geven waarop deze hem in hechtenis nam en naar het bureau van policie bragt Daar werd de heer Fear- pus O'Connor in vrijheid gesteld, onder belofte dat hij vrijwillig voor den magistraat zou verschijnen. Opmerkelijk is de strengheid der weersgesteld heid in de Vereenigde Staten. Te New-York en New-Orleans is de scheepvaart door hel ijs gestremd geweest. Te Baltimore zijn menschen bevroren. Du verschillende maatschappijen hebben eene groote hoeveelheid ijs ingezameld en de uitvoer zal derhalve zeer groot zijn. FRANKRIJK. Parijs, den 8 Fehruarij. Als een hernieuwd bewijs hoezeer de drukpers aan banden is gelegd kan dienen dat de censuur zelfs is toegepast op de redevoering van den heer de Mon- talembert. Deze redenaar moet daarover dermate ge kwetst zijn, dat bij zelfs thans weigert, zijne behoor lijk door hem gecorrigeerde redevoering uit te geven. De organen van Lodewijk Napoleon houden zich voortdurend bezig met de naderende verkiezingen. Zij trachten daarbij de houding der regering als zeer ge- wenscht en hoogst nuttig af te schilderen achter alle deze beloogen meent men evenwel eene zekere vrees le bespeuren over den afloop der verkiezingen de kiezers konden toch wel eens aan hunne eigene kan didaten, boven die der regering, de voorkeur geven, hetgeen, onder alle omstandigheden voor haar eene geduchte nederlaag te noemen ware. Binnen deze hoofdstad is men van gevoelen dat de meerderheid der volksklasse voor de kandi daten der regering stemmen zal daar de socialisten voor alsnog geene kandidaten gesteld hebben. De niet socialistische repuhlikeinsche partij zal even als de Orleanislen kandidaten stellen en zoude diens volgens mogeiijk zijn dat beide partijen eikander ondersteunen. Onder deze laatst bedoelde kandidaten noemt men den generaal Cavaignac die in het derde arrondissement van Parijs veel kans heeft om benoemd le worden. De heer de Lamarline verklaart in de dag bladen dat hij da kandidatuur voor het lidmaat schap der wetgevende vergadering, niet aanneemt. Een der voornaamste heelmeesters uit deze hoofdstad is, op aanzoek van den Spaanschen gezant, onverwijld naar Madrid vertrokken, ten einde de ge- neesheeren der koningin bij te staan. Te rekenen naar de massa jonge groenten die hier ter markt gebrngt worden zou men ge- looven reeds midden in den zomer le zijn. Men schrijft uit Madrid van den 3 dezer De Heraldo van heden deelt de volgende bijzon derheden medebetreffende den aanslag op het leven van koningin IsabellaDe hcliebardiers vormden twee gelederen iangs de geheele lengte van de galerij, welke de koningin moest passeren en het aantal nieuws gierigen, dat zamenvloeide, om II. M. te zien voor bijgaan was buitengewoon groot. Deze toevloed van menschen vertraagde het voortgaan van den trein, die nu en dan verpligt was stil te slaan. Op zeker punt van de galerij gekomen, vestigde de koningin de aan dacht des konings op de menigte die den nuntius van den Paus verhinderde, orn, volgens haren wensch, zich aan hare zijde te plaatsen. Op dit oogenblik merkte men een persoon op in de kieeding van een priester, die tusscben twee hellebardiers staande, de koningin naderde en zich boog als om baar hand te kussen zij die hem opmerkten dachten dat hij iemand was, die vari deze gelegenheid gebruik maakte, om der koningin een .verzoekschrift aan te bieden. Op dit oogenblik haaide li ij een doik van onder zijn overrok te voorsehijn, en bragt de koningin daarmede een steek in de zijde toe even beneden de laatste rib. De koningin gaf een gil terwijl de moorde naar zijn doik uit de wond trekkendenog een tweede stoot, op den arm «an II. M. rigtte en daar op het moordtuig liet vallen, De koningsmoorder meenende de koningin gedood te hebben, schreeuwde met eene woeste vreugde«ziezoo, gij hebt genoeg!» de koningin leunde tegen den muur regis van de galerij de hand waarmede zij <le kwetsuur bedekte, was rood van bioed. De koning en andere leden der koninklijke familie ondersteunden haar. De schrik was algemeen. De eerste gedachte der koningin was aan haar dochtertje; de officier Her hellebardiers hief het kind onmiddelijk omhoog ten einde de konin gin en ieder zou kunnen zien dat het ongedeerd was. Men bragt de gewondde onmiddelijk naar hare appartementen waar zij in eene flaauwte vieldie ruim een kwartier uurs duurde. De heelmeesters onderzochten daarop de wonde, die gelukkig niet diep scheen te zijn. Toen de flaauwte voorbij was, werd eene aderlating bewerkstelligd. Uit het onder zoek van de wond bleek dat de doik op eene der baleinen van het corset gestuit waswaardoor het staal niet zoo diep was doorgedrongen, als men, naar de hevigheid van den stoot te oordeelen meende te moeten vreezen. De moordenaar veinsde aanvankelijk zeer verwon derd te zijn, trachtte zijne misdaad te ontkennen en vroeg, waarom men hem gearresteerd had? Bij de algemeene verwarring en onder begunstiging van zijne priesterlijke kleeding, zou het hein welligl niet moei- jelijk geweest zijn om aan zijne onschuid te doen gelooven; maar toen men hem visiteerde en de schede van den dolk bij hem vond begreep hij dat het nutteloos was verder te ontkennen en verklaarde met de meest mogelijke kalmte 't is zoo Ik ben hel De adjudant van de hellebaardiers deed hem een eerste verhoor ondergaan. Hij verklaarde dat zijn naam was don Martin Merino, geboren te Arnedo, in ia Rioja, geestelijke en 63 jaar oud. Ondervraagd of hij aan de eene of andere parochie was verbonden, gaf hij ten antwoord Neen ik loop van de eene naar de andere. Zoo verklaarde hij o. a. ook, dat hij, dien morgen zijne woning verlatende, gezworen had, er niet weder in te zullen terugkeeren, voor hij de koningin gedood had; dat hij al voor lang een doik had gekocht, om H. M. de koningin-moeder en den hertog van Va- lentia (Narvaea) van liet leven te berooven dat hij toenmaals er nog geen belang bij had om de koningin Isabella te vermoorden oindat zij nog te jong was; maar dat, hoewel zij tot koningin geproclameerd was, krachtens eene verklaring van de Co> les zij geene wettige regten op den troon had en dat zijn doel was geweest eene dienst aan de menschheid te bewijzen. En toen men er bij hem op aandrong, dat hij zijne medepligtigen noemen zou gaf hij ten antwoord dat hij er geene had. De moordenaar is rijzig van gestalte, bruin van gelaat en bijna kaal van hoofd waarop men slechts enkele witte haren ziet. Zijne physionornie heeft niets bijzonders. Toen hij in de gevangenis kwam ging hij met eene brutale onverschilligheid zitten. Hij meende dat de koningin dood was, hetgeen zijne kalmte nog stuitender maakte. Hij behoorde vroeger tot de orde van den H. Franeiseus, doch daar hern de strenge regelen dier orde niet aanstonden ver- zoeht en verkreeg 1)ij in 1821 verlof om het kloos ter te verlaten. Reeds toenmaals gaf hij blijken van eene staatkundige geestdrijverij en slaakte bij zekeren opstand met den dolk in de hand bedreigingen tegen Ferdinand V11. Toen hij hierdoor en door meer andere gevallen van dien aard, zich in Spanje niet meer veilig achtte vertrok hij naar Frankrijk waar hij zich onledig hield met het geven van on derwijs in de Spaansche taal. Hij wist zich hier hoe weet men nieteene zekere som gelds te ver werven waarmede hij echter in 1841 weder naar Spanje terugkeerde. Te Madrid aangekomen werd hij eerst bij de parochie van San Sebastian geplaatst, docli weidra wegens ergerlijk gedrag naar eene andere gezonden. Hij wordt beschreven als een driftig en twistziek mensch die geen enkelen vriend bezat. Madrid den 5. Gisteren heeft de konings moorder Martin Merino in eerste instantie teregt gestaan. In de woning van den beschuldigde waren eenige papieren gevonden welke benevens den dolk enz. voor hem op de tafel lagen. De eisch was de doodstraf door middel van den strop. Door den ver dediger werd staande gehouden dat de misdadiger aan verstandsverbijstering leed. De regtbank heeft ingevolge de conclusien van het openbaar ministerie, Martin Merino tot den dood door middel van op hanging veroordeeld met bevel dat hij alvorens ter strafplaats geleid te worden, van de teekenen zij ner geestelijke waardigheid beroofd en in den gelen rok en muts der koningsrnoorders gekleed zal worden. Heden is dit vonnis in tweede instantie bevestigd en de moordenaar dientengevolge onmiddelijk overge- bragt naar de kapel, d. i. het vertrek, bestemd voor de ter dood veroordeelden. Reeds eergisteren avond bezweek de halstarrigheid van Martin Merino. Men hoorde hem in zijne ge vangenis gebeden prevelen en nn en dan kreten van angst slaken. Kort daarna wenschte hij den president van het hooggeregtshof te spreken die zich dan ook naar de gevangenis begaf en een papier van hem ont ving, dat volgens zijne verklaring, zijn testament be helsde. Heden avond heeft onder een ontzagcheiijken toevloed van menschen de ceremonie der degradatie van den priester Merino plaats gehad. De moor denaar werd op het balkon der gevangenis gebragt, met al zijne priesterlijke ornementen bekleed. Daar knielde hij neder een bisschop rukte hem de tee kenen zijner waardigheid een voor een van het lijf en wierp die voor zijne voeten. Gedurende deze verschrikkelijke handeling bleef de veroordeelde kalm en ongevoelig en liet het oog over de menigte gaan met dezelfde stuitende bruta liteit welke hij tot nu toe steeds aan den dag heeft gelegd. Daarop werd hij naar het vertrek voor de ter dood veroordeelden gebragt waar een priester hein loor zijne aanstaande executie zal voorbereiden. Men schijnt hij zijne teregtstelling voor onlusten te vreezen (volgens latere berigien, per telegraaf ont vangen blijkt die vrees ongegrond te zijn geweest), en er is dus bepaald dal hij niet op de gewone plaats buiten de poort van Toledo maar op een plein kort bij de gevangenis de Saivadero zal ge hangen worden. Reeds heeft de menigte op den dag van den aanslag pogingen aangewend om hem midden uit de kurassiersdie hem escorteerden te rukken, zoodat de militairen genoodzaakt waren oin zich met hunne wapens een doorlogt te banen. Den 7den. Hel blijkt, dat de heden ter dood gebragte moordenaar der koningin verscheidene mede pligtigen had; hieraan zijn de buitengewone maatre gelen toe te schrijven weike onmiddelijk na den moord-aanslag door de regering genomen werden. Mfimiraio PUBLIEKE VERK00P1NG ffT~y<p^ jpSS-v te Ovezandop de Blaauwk Hofstede bewoond door de Wed M. J. KIJK, ten overstaan van den Notaris .J. G. RissEEüir, residerende te Goes, op FF oens dag den 3 Maart 3852, des morgens ten 10 ure: Van 8 PAABDEN, 1 Jarigen HENGST, 8 MELKKOËIJEN. 1 Vare KOE, 4 RUNDËBS, 4 VABKENS, WAGENS, KAR, PLOEGEN. EEGDEN, SLEEPERS, WINDMOLEN, ZAAD- ZEIL; verderen BOEREN-INSPAN en GEREIJ een partij HOOI, BRANDHOUT, enz. Te Goes, bij F. Kleeowens Zoos.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1852 | | pagina 2