'T3S5T k ïiiifflCTMfBi.
MAANDAG 29 DECEMBER.
jn;Ki.M)vivi\[\(ï.
Be uitgave deter Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f J,7S Franco per Post f J,9f>.
Gewone Advertentien worden a 20 ets. de regel geplaatst. Geboorte-, Huwelijks- en Doodberigten
van J6 regels a "J,20 behalve het Zegelregl.
Uithoofde van het Njbuwjaars~Feesttal
de D onder dag sche Courantin plaats van des
avondsdes morgens worden uitgegeven.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
brengen bij deze ter kennis van de Ingezetenen dezer
Gemeente en verdere belanghebbenden
Dat de Gemeente-Raad van Goes bij vier afzon
derlijke besluiten van den 21 November 1851, heeft
goedgevonden, met den eersten January 1852, af
te schaffen, de aldaar geheven wordende Belastingen:
a. OP DEN INVOER VAN ZEEP.
b. OP VARKENSVLEESCH, SPEK en REUSEL,
c. OP SCHAPENVLEESCH,
het 7,ij bij wijze van opcenten op den Rijks-Accijns,
het zij bij invoeren
d. OP DEN INVOER VAN VERSCHË VISCH,
krachlens het Reglement op de invordering der
Stedelijke Belastingen alhier gearresteerd door den
Raad den December 1823 geapprobeerd bij Ko
ninklijk besluit van den 12 January 1824, No. 35,
voor zoo veel de Belastingen betreft, sub. a. b en c.
en krachtens Koninklijk besluit van den 3 Januarij
1848, No. 71, voor die sub. d. vermeld.
Dal die besluiten door Z. M. den Koning bij
hoogstdeszelfs besluit van den 13 Decémber 1851
No. 62, ingekomen met Extract uit het Verbaal van
de Heeren Gedeputeerde Staten van de Provincie
Zeeland in dato den 27 dierzeifde maand Litt.
zijn goedgekeurd en mitsdien met den eersten
Januarij 1852, zal ophouden de invordering ten
behoeve van deze Gemeenteder bovenbedoelde be
lastingen.
Terwijl de handelaren in ZEEP, dien tengevolge,
op denzelfden dag, ten Kantore van den Plaatselijken
Ontvanger schriftelijk zullen moeten opgeven: het be
drag der biljetten van uitvoer en de hoeveelheid Zeep
bij hun vooihanden, waarvan teruggave der betaalde
belasting verlangd wordt, en welke hoeveelheid door
aanpeil van wege de administratie der Plaatselijke
belastingen zal geconstateerd worden.
En opdat zulks algemeen bekend zij zal deze.
•van de Puije van het Raadhuis worden afgekondigd,
alomme aangeplakt en geplaatst in de Goessche
Courant.
Gedaan ten Raadhuize van Goes den 29 Decem
ber 1851,
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J, C. van oer MEER MOHR,
Ter ordonnantie van dezelven
De Secretaris
U. C. PILAAR.
VERGADERING van den GEMEENTE-RAAD
ALHIER, op heden 29 December.
Uithoofde van den korten lyd, konden wij in
dit N°. onzer Courant geen uitvoeriger verslag
dezer zitting mededeelen. j plaatsen dit in
ons eerstvolgend Kommer.)
In deze vergadering wordt besloten, dal de cautie
door den PlaatseJijkenr Ontvanger ie stellen, voortaan
zal bestaan in 2* pCts. Inschrijvingen op het Groot
boek derNationale Schuld, ten bedrage van 8300.
Tot Hoofd-commissar is der Stads-Werk lieden wordt
benoemd de Heer A. SmuUegange.
Wordt gearresteerd het reglement tot verkoop van
Versche Visch in deze Gemeente, waarbij de Plaat
selijke belasting op den invoer wordt opgeheven.
Door de Voorstellers wordt ingetrokken een door
ben gedaan voorstel, betreffende het ge'en van aal
moezen aan de deuren op den Nieuwjaarsdag.
Worden overgelegd eenige staatsbladen waarna
de vergadering wordt gesloten.
GOES, den 29 December.
Z. M. heeft aan air, G. A. Fokkerop verzoek,
eervol onlslag verleend als opperstrandvonder Bewesten
Schelde en van de heerlijkheid West-Capelleen ais
zoodanig benoemd mr. ÏKC. Borsius.
Het gebouw, bestemd voor de school van Z. M.
den koning op het Loo schijnt zijne voltooijing te
naderen. Het dezer dager» geplaatste portiek van
gegoten ijzer voor den hoofd-ingang prijkt met
het Neder landsehe wapen en heeft tot opschrift
School van Koning Willem UI, De voorgevel
is bij uitstek fraai en het geheel strekt den ont
werper er» uitvoerder van het plan, den heer Camp,
civiel ingenieur des korrings tot eer.
Wij vernemen, dat een groot aantal jongelieden
zich heeft aangegeven met verzoek om tot het on
derwijs op de dag- of avondschool te worden toe-
gelalen en dat hiermede in het begin des nieuwen
jaars een aanvang zal kunnen worden gemaakt. De
onderwijzer op wien de keuze des korrings is ge
vallen Is de heer Neelmeijer vroeger hulp-onder
wijzer aan het Instituut van den heer Kaptein te
Barneveiu,
De Zeeuwsche Courant meldt uit Groede, dat
een horologiemaker aldaar Willem Rak daartoe
opgewekt door een berigtdat op de tentoonstelling
.te .Londen was ingezonden een .uurwerk dat tus-
scben de 300 en 400 uren konde looperr zelf een
uurwerk heeft vervaardigd hetwelk zonder opge
wonden te moeten worden, 1759 dagen zal blijven
loopen dus weinig minder dan 5 jaren, en hetwelk-
sedert de maand Augustus II. tot heden reeds onge
stoord heeft voortgeloopen,
Men schrijft uit Maastricht van den 23 dezer
Zaturdag avond II. hebben de officieren hier in
garnizoen die ten jare 1832 deel uitmaakten van
de bezetting van de citadel van Antwerpen zich
onderling aan een banket vereeenigd tot gedachte
nisviering van deze in de geschiedenis zoo roemrijk
bekende overgave.
Niemand zal het betwijfelen, dat bij dit feest een
hartelijken dronk aan vaderland en koning gewijd
dat hierbij herdacht werd hoe men alleen voor een
circa twintigmalen sterkeren magt bukken en met
allerlei ontberingen kampen moest maar ook hoe
men zelfs den vijand bewondering afgedwongen en
aan de wereld getoond had dat de Nederlandsche
krijgsmansstand zijn wel gevesligden roem weet te
handhaven. Wij twijfelen niet of dit feest zal na
volging vinden onder hen die deze gedenkwaardige
belegering hebben bijgewoond waardoor onze ge
schiedenis tnet eene zoo scboone bladzijde is verrijkt.
Men leest in de Nieuwe Rotterdamsche
Courant het volgende
Uit de openbaar gemaakte acte van beschuldiging
tegen Jan Slotboom oud 44 jaren boterkoopers-
knecht geboren te Bochoid in Pruissen ter zake
van den op 17 Augustus jl. in de Kalfjeslaan, bij
Amsterdam gepleegden moord blijken onder an
deren de volgende bijzonderheden
Door getuigen is in den laten avond van 17 Au
gustus jl. in de Kalfjeslaan gemeente Nienwer-
Amslel gevonden het lijk van Johanna Cristina
Pluekeihuisvrouw van Jacob Leons Keiler,
broodbakker te Amsterdam, met eene breede en wijd-
dragende wonde aan den hals, en eene diepe wonde
aan den middenvinger der regterhand juist onder
eenen aan dien vinger zich bevindenden gouden ring.
en van welk lijk me! een touw de armen op den
rug waren gebonden. De deskundigen hebben, na de
geregtelijke schouwing hoofdzakelijk verklaard dat
het lijk was dat eener bejaarde vrouw; dal het stevig
rondom de armen bevestigd touw vóór den dood was
aangelegd dat zelfmoord in casn ondenkbaar was
dat de halswonde onmiskenbaar door eene krachtige
in der, omgang met het mes gemeenzame en geoe
fende hand met een zeer scherp en snijdend, pun
tig werktuig is toegebragt en wel zoodanig dat
dezelve behoorde tot de gestoken-gesnedene wonder»
en dat de verwonding door verbloeding den spoedi-
gen dood van de verslagene heeft moeten veroorzaken.
Dat de verslagene vóór 20 jaren wegens krankzin
nigheid een halfjaar in het buiten gasthuis van Amster
dam is verpleegd kort daarna zich heeft overgege
ven aan misbruik van sterken drank te dier zake,
op verzoek haars mans, een jaar in het werkhuis is
geplaatst geweest en in latere jaren tot haar overlijd
den, rooden en witten wijn in buitengewone hoeveel
heid gebruikte.
Dat zij overtuigd was, dat zij zich slecht gedroeg;
in bet denkbeeld verkeerde dat zij reeds eenmaal
was dood geweest en nu in het oneindige zou moeten
voortleven dat zij wetende dat zij er kwaad aan
deed door zich zelf het leven te benemen iemand
heelt opgezocht, die haar, tegen belooning, zou wil
len vermoorden dat zij met dien man (de bescb.)
vele bijeenkomsten heeft gehad, meestal in den laten
avond, op straat, en aan meerdere personen beeft te
kennen gegeven, dat haar de dood door onthalzing te
wachten stond daarbij de reis naar Amstelveen als
het bestemde tijdstip aanduidende,
Dat vrouw Keiler den 17 Aug. na afloop van
bet middagmaal, geheel onverwacht heelt gezegd, dat
zij dienzelfden avond naar Amstelveen zou vertrekken
en ten 6i ure de reis beeft aanvaard, en wel in eene
vigelante. ofschoon zij vroeger had gezegd niet tegen
rijden te kunnen. Eene meid en twee kinderen van
haren sehoonzoon die haar vergezelden heeft zij
buiten de poort uit de vigelante doen gaan, om huis
waarts te keeren den koetsier heeft zij daarop ver-
zoeirt om niet hard te rijden. Aan den slagboom van
den Amstelveenschen weg heeft zij de vigelante ver
laten en zich in de woning begeven der tolgaardster,
aan welke zij verhaalde dat zij het op de zenuwen
had en door welke is opgemerkt, dat zij beefde en
gejaagd scheen. Na een oogenblik in die woning ver
toefd te hebben heeft zij begeerd dat de koetsier
baar aan de Boomsche kerk uit de vigelante zou laten,
daar zij verder tot Amstelveen wilde wandelen. Nadïrt
men haar van dit voornemen had terug gebragt, om
den grooten afstand die zij dan nog zou moeten af-
leggen, is zij voortgereden tot bij de Kalfjeslaan, ge
durende welken rid is opgemerktdat zij nu en dan
naar buiten keek en van tijd tot tijd dronk uit een
fleschje (later ledig teruggevonden en waarin brande
wijn scheen geweest te zijn). Bij gemelde laan heeft
zij de vigelante verlaten den voerman verzoekende
het kistje, dat zij bij zich had, benevens een hoed,
doek en zilveren snuifdoos bij den smid te Amstelveen
te' bezorgen en Item eene fooi belovende als- zy bem