BEKENDMAKING.
Déi uitgave deter Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per k'wartaal is f J,75 Franco per Post f .1,9ft.
Gewone jédvertentien worden a 2O ets. de regel geplaatst. Geboorte-, Huwelijks* en Doodberigten
van J— 6 regels d f J,20 behalve liet Zegelregt,.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
gezien hebbende het schriftelijk verzoek van HU-
BREGT de WOLFF, Tabaks-Kerverwonende
binnen deze Stad, om in het Huis Wijk C. N°. 92,
staande in de Papegaaistraat dezer Stad kadastraal
sectie D. N°. 27,4, een TABAKS-E EST temogen
daarslellen; benevens het daaromtrent gegeven berigl
van fleeren Generale Brandmeesters van den 24 dezer
maand.
Gelet op het Koninklijk besluit van den 31 Januarij
1824 Staatsblad 1SG. 19 mitsgaders op het be
sluit van Heeren Gedeputeerde Staten dezer Provin
cie, van den 7 October 1842, 1N°. 17, Provinciaal
Blad N°. 98.)
Overwegendedat tot het opmaken van Proces-
Verbaal de commodo et incommodo gevorderd bij
art. 4 van weJgemeld Koninklijk besluit, de bewoners
der naastgelegene huizen in hunne belangen moeten
worden gehoord en dat het tevens nuttig kan zijn f
om een ieder inde gelegenheid te stellen zijne bezwa
ren aan het Gemeente Bestuur kenbaar te maken.
Brengen bij deze ter kennis van een ieder die daarbij
belang kan hebbendal de adressant benevens de
eigenaren, bewoners en gebruikers der nabij .gelegene
eigendommen, zijn opgeroepen om op Zaturdag den
6 December eerstkomende des namiddags ten een
ure, voor Burgemeester en Wethouders, in hunne
gewone vergaderkamer ten Raadhuize te verschijnen,
ten einie terzake voorschreve in hun belang te wor
den gehoord en dat te gelijker tijd aan een ieder
die zulks mogt verlangen, de gelegenheid zal gegeven
worden om zijne bezwaren daartegen op te geven
ten einde in het Proces-Verbaal vermeld te worden.
En zal hieraan door insertie in de Goessche Cou
rant publiciteit gegeven worden
Gedaan ten Raadhuize van Goes, den 26 Novem
ber 1851
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. C. van der MEER MOHR
Ter ordonnantie van dezelven
De Secretaris
H. C. PILAAR.
(Door bijzondere omstandigheden niet in de
gelegenheid geweest zijndetijdens de V er gade-
ring der Prov. Staten van Zeelandals naar
gewoonte de Verslagen dier F''ergadering te
kunnen mededeelen maken wij gaarne gebruik
van het verzoek om daaraan alsnog le voldoen
door het overnemen van kei onderstaande Stuk
uit de Ned. Stoompost van Zondag 23 11.)
PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND.
In deze bare najaars-vergadering zijn o. m. behandeld:
bet voorstel van Gedeputeerde Staten opzigtelijk het plan
van den beer IlAMMACHER, ter algemeene verbetering der
middelen van communicatie in dit geiuest. De vergadering,
hoezeer ook geneigd om de algeineene strekking daarvan te
omhelzen, is echter, ten gevolge van de vele bezwaren
.daartegen} ook in de afdeelingen geopperd, zoowel van
financieëlen aard, als uithoofde van het bezwaarlijke eener
juiste afscheiding tusschen de zoodanigewelke moeten ge
acht worden, al dan niet van algemeen provinciaal belang
te zij" i overgegaan tot de verwerping van dat, voorstel
maar, doordrongen als zij was, van het wenscbelijke en
noodzakelijke dat door de verwerping van eerstgemeld veel
omvattend plan, niet alle tegemoetkoming van de provincie
daardoor de meermalen ook eider6 geschonken onder
steuning door het Rijk, ter verbetering der middelen van
communicatie behoorde te worden afgesneden, heeft zij be
sloten twee daartoe strekkende voorstellen1<>. dat van
den heer Fransen van de Putte c. s., inhoudende omop
grond der gehoudene beraadslagingen, het beginsel en den
regel van tegemoetkoming tot verbetering der middelen
van communicatie vast te stellendaarna een nieuw ont
werp in dien geest van Heeren Gedep. Staten te verzoeken,
of wel tot dat einde eene commissie ad hoe te benoemen
en 2o. dat van den heer A. A. Mooijaart c- s.houdende
zekere grondslagenwaarnaar die ondersteuning zal gere
geld worden, tc verzenden naar Gedep. Staten, om, naar
aanleiding daarvan en in den, uit de algemeene beraadsla
gingen kennelijk geworden, geest der vergadering, aan haar
in de aanstaande voorjaars-zitting een nieuw ontwerp aan
te bieden.
Ten anderen. Een voorstel van Gedep. Staten, betreffende
de bedenking tegen sommige posten van de enkel Provin
ciale begrooting voor 1052, bij liet Ilooger Bestuur gerezen,
waarvan o. a. aan die tegen het weglaten op die begrooting
der posten ad 900, voor jaarwedde van 's Rijks ambtenaar
van den waterstaat in dienst der provincie en ad 000,
voor reis en verblijfkosten van den ffpofd-Ingenieurin bet
elfde district van den waterstaat, aangezien de Staten in
hare voorjaars-vergadering hadden besloten, de diensten,
welke daarvoor door ambtenaren van den waterstaat wer
den bewezen, aan eenen Provincialen Ingenieur op te dra
gen, in zoo verre en wel uitdrukkelijk alleen voor bet
gemelde jaar 1852 is toegegeven; echter met behoud van
het beginselom eenen provincialen ingenieur in dienst te
stellen en waartoe de Statenonverminderd bovengemelde
sommen, die post van 1400 voor jaarwedde van den
provincialen ingenieur op die begrooting gebragt, hebben
gemeend te moeten maintineren; cn dat te gereder vermits
aan hun Staten de bevoegdheid niet werd betwist, om
een provincialen ingenieur in dienst te stellen, maar hoofd
zakelijk des Ministers bedenking daarop gronde, dat voor
1852, de eerstgemelde posten van 900 en 800 reeds op
de Rijksbegrooting waren gebragt, en men ook zelf voor
eens, in dezen liet Ilooger Bestuur niet wilde bemoeije-
lijken.
Desgelijks is er, ofschoon slechts met eene geringe meer
derheid van 5 stemmen, besloten om ook althans voor 1852
aan 's Ministers verlangen toe te gevenbetrekkelijk de post
der opcenten ten behoeve der Calamiteuse pqldersdoor
deze van de begrooting af te nemen zulks met bet oog op
demet zoo groot als algemeen verlangente geinoet ge
zien wordende wet op de waterschappenin het billijk ver
trouwen dat daarbij ook deze voor Zeeland zoo gewigtige
aangelegenheid als eene provinciale zal geregeld worden
zoodat voortaan niet meer de provincie voor deze materie
als ware bet aan het Rijk subsidie verleeuemaar de
provincie voor het te kort door liet Rijk worde geholpen
even als zulks ten aanzien der andere stroomen en rivieren
binnen de Nederlandsche grenzen, uit de staatsbegrooting
blijkt te geschieden- Men wees hier daarenboven op het
reglement voor de Dijkagien van 3 791, als verlangende tot
eenen normalen toestand te worden teruggebragt en ont
heven van den bayard van wetten, decreten en besluiten,
ontleend aan eenen abnormalen toestand even als waartoe
destijds welgemeld reglement werd daargesteld.
Neven andere verzoekschriften is nog behandeld dat van
landbouwers en grondeigenaren in Schouwen en Duiveland,
verlangende dat de Staten bij de Hooge Regering mogten
aandringen op de ontheffing van den Tienden last, waartoe
is besloten. Bij de beraadslaging over dit onderwerp werd
echter, eenerzijds de meening geuit, dat liet veeleer een
punt van algemeen dan wel van provinciaal belang was; an
derzijdsdat Zeeland, als Landbouwende provincie er te
groot belang bij heeft, om dat algemeen belang niet door
bare vertegenwoordiging te zien bevorderen. Mr. Kroefp
beweerdedatvolgens een decreet van 1811 alle Tiend-
regten af koopbaar waren gestelden die verordening nog
kracht van wet heeftterwijl de opmerking van den heer
Voorzitter, dat welgemeld decreet hij een besluit van den
Souvereinen Vorst in '1814 buiten effect was gesteld, niet al
gemeen als geldig weid beschouwd. Qnder de voorstanders
der opheffing voerde de heer van per Haven aan, dat er
bij de Hooge Regering ook nog dit bezwaar tegen koncle be
staan omdat zij bij de opheffing jaarlijks bet gemis zou ko
men te lijden der regten van de publieke verhuring der Tiend
opbrengsten terwijl de heer I. G. J. van den Boscn er met
nadruk op weeshoe schier alleen in Nederland de meeste
vlijt van den landbouwer nog onder den Tiendlast gebukt
gaaten hoezeer men den vooruitgang in den Landbouw
kan bespeuren daar waar men de Tiendregten in grondren
ten heeft opgelost. Eindelijk deed de heer Fransen van de
Putte opmerkendat bij ofschoon de ontheffing van den
Tiendlast allesints wenschelijk achtende, zoowel in het wel
begrepen belang van den Tieridheffer als in clat van den
Tiendpligtigcja zelf tot behoud van rust en orde in den lande
nu zich de algemeene denkwijze, zelf reeds door openbaar
verzet, daartegen heeft verklaardbeschouwt hij het even
wel overbodig dat ook de Staten daarop nog bij het Ilooger
Eestuur zouden aandringen, vermits het met alle bezwaren
bij herhaling is bekend gemaakt, door de tallooze aan het
zelve deswegens in de laatst verloopene jaren ingediende
adressen bevestigd door mededeeling van het verhandelde
op de Landhuishoudelijke congressen en door de aangehaalde
feitelijkhedenmeer nog omdat adressanten niet een en
kel nieuw denkbeeld of meer lichtend punt aangeven be
treffende de wijze der Tiend-ontheffing, en hij zich bepaal
delijk moest verklaren tegen de tot dusverre voorgestelde
middelen, bestaande in directe afkoop (door de Tiend-
pligtigen) of door verwisseling in grondrententen hunnen
laste, zulks, om clat door beide alleen de gegoede in den
lande zoude worden gebaat en geensints de zoogenaamde min
dere klasse der nijvere landslieden en kleine grondeigenaren
dewijl het laatstgemelden aan geld ontbreekt om in liet ge
not door afkoop te treden, althans niet, zoo al doenlijk,
zonder vernienwdeyi. rentenlast en hokten van hypotheek-stel
ling waarin dan nog door de wet moet worden voorzien
en de verwisseling in grondrenten voor hun geen minder be
zwaar oplevert om jaarlijks eene rente te betalen, gegrond
op de gemiddelde opbrengst der Tienden in de laatst voor-
afgegane 14 of 15 jaren welke een betrekkelijk zeer hoog
cijfer zullen aangeven en waartoe een mogelijk min geluk
kige oogst, in cle eerstvolgende jaren hen buiten staat stel
lende, hun eigendom zal doen verliezen, eer de goede jaren
komen, die ze in staat zouden kunnen stellen om de vroe
gere te korten te dekken; alleen zij, die genoegzame geld-
ruimte bezitten om in de kwade jaren op de goede le
anticiperen, zullen door de grondrente worden gebaat, de
minder gegoeden er hunne geringe eigendommen nog aan
ten offer moeten brengen; dit strijd met den geest des t.ijds,
met dien van alle weidenkendendie de behartiging dei-
belangen van die nijvere mingegoeden voorstaan en waar
onder bij zich schaartdaarentegen wenscht bij clat
of het Rijk zich deze hooge aangelegenheid aantrekkeof
wel eene algemeene Nederlandsche Maatschappijzoodanig
dat de algemeene opheffing der Tiendlast verzekerd worde
op eene wijze, die geene regten schendt door eene afkoop
cc in massaen de gelegenheid tot den inkoop van het
cc Tiendregt door de grondeigenaren en Tiendpligtigen, naar
cc geklassificcerde Kapitaals-berekeningen voor zooveel noodig
cc onder het genot van voorschot daarstellendedie ont-
heffing ook voor den minst gegoeden, doenlijken minst
cc of in bet geheel niet bezwaarlijk maakt; welk denkbeeld
cc reeds elders besproken, bij bereid is ter verwezenlijking
cc kracli tdadig te ondersteunen.
Ten slotte, zij hier nog vermeld dat, behalve het tot
stand brengen van een reglement op het vcrpligtendgebruik
door sioomvaartuigen van provinciale steigers in Zeeland
nog door de Staten is verordendhet doen vervaardigen
eener Topografische kaart van Zeelandvoldoende aan de
vereischten des tijds; cle regeling daarvan is opgedragen aan
Gedep. Statenterwijl deze daarin zullen worden bijgestaan
door de welwillende bemoeijingen van den gepensioneerden
Generaal-Majoor der Genie, den H. Ed. G. beer Ac jt er mans,
thans te Middelburg woonachtig.