hOUNMIIIi COURANT. 185L *fo. 84 JW Jw%t wfflww mmmmmWo MAANDAG 20 OCTOBER. BEKENDMAKING. PUBLICATIE. miii»o iiiWCTy»ai0 itg; De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs fier Kwartaal is f J,75 Franco per Post f ,90. Gewone Adverlciitien worden a 20 ets. de regel geplaatst. Gehoor te-, Huwelijks- en Doodberiglen van J—6 regels a J ,20 behalve het Zegclregl. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, brengen bij deze ter kennis, van de Ingezetenen dezer Gemeente Dat de PATENTEN over het Dienstjaar 1851 (loopende van 1 Mei 1851 tot ultimo April 1852), aangevraagd bij de primitive beschrijving en gedurende het eerste kwartaal van dat jaar, ingevuld gereed liggen, en tot derzelver afgifte, ter Stads-Griffie zal gevaceerd worden, van heden af tot den 1 Novembor aanstaande, uitgenomen des Zondags, dagelijks van des voormiddags' tien tot des namiddags een ure. Wordende de belanghebbenden vermaand, om die afhaling in persoon te verriglen en zich den bepaalden tijd ten nutte te maken ten einde van alle kosten bevrijd to blijven, vermits, volgens Art. 2 van Zijner Majesteits besluit van den 17 October 1820, de on afgehaalde Patenten of de afschriften van dezelve, door cenen Deurwaarder der Directe Belastingen, onverwijld aan de Patentpligtigen moeten worden uitgereikt legen betaling van tien centwaartoe dan ook den 3 November eerstkomende en volgende dagen zal worden overgegaan uitgezonderd die voor Tappers en Slijters van Dranken dewelke niet kunnen afgegeven worden dan op vertoon van kwitantie over het vorige jaar en van minstens de helft van het verschuldigde Palentrcgt over het loopende jaar; welke Patenten mitsdien bij voortduring ter Stads-Griflie zullen blijven berusten, tol de belanghebbenden dezelve, met vertoon van kwitanlien komen afhalen. Gedaan ten Raad'nuize van Goesden 18 October 1851. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. C. van der MEER MOHR Ter ordonnantie van dezelve De waarnemende Secretaris II. C. PILAAR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES. Gezien het besluit van Zijne Excellentie den Staats raad Commissaris des Konings in de Provincie Zee land van den 9 September 1851 A. N°. 5712* 3de afdeeling Provinciaal Blad No. 1 19 Herinneren bij deze de Ingezetenen dezer Gemeente, aan de bepalingen van Art. 27 en 42 der wet op de PERSONELE BELASTING van den 29 Maart 1833, betrekkelijk de Belasting naar Tijdsgclang en Supple- toirc aangifte luidende als volgt Belasting naar Tijdsgclang. Art. 27. 1. Zoo wanneer een perceel, hetwelk op den 15 Mei niet in gebruik was, of ook een woonhuis op hetzelfde tijdstip enkel en op den voet bij de laatste zinsnede van Art. 26 2 bepaald door eener. huisbewaarder bewoond zijnde, gedurende den loop ües dienstjaars betrokken, in gebruik geno men of van meubilair voorzien wordt, zal de belasting volgens de vier eerste grondslagen, naar de hierboven bepaalde regelen deswege moeten worden voldaan doch slechts naar gelang van dal gedeelte des dienst jaars hetwelk op het tijdstip der in gebruikneming, betrekking of meubelering overig blijft. 2. Ingeval de belastingschuldige, welke zooda nig perceel als bij 1 bedoeld aanvaardt in het dienstjaar bereids wegens een ander perceel was aan geslagen, en hij dit tot dien tijd toe door hen gebruikte perceel verlaat met wegvoering van alle roerende goederen hoe ook genaamd en zonder achterlating van huisbewaarder of van andere personen in zijne dienst, zal het bodrag van den te zijnen name, op het Kohier gebragten aanslag, voor al de vier bedoelde grondslagen gezamenlijk en in evenredigheid van het nog te verloopen tijdvak worden afgetrokken van dat des op den voet als boven te doenen aanslags zonder datindien deze aanslag minder bedraagt dan den vroegeren, er eenige ontheffing zal kunnen worden gevorderd. 3. De uitbreiding vermeerdering verwisseling of aanschaffing van belasting voorwerpen der vier eerste grondslagen na 15 Mei zal behalven in de gevallen bij 1 en 2 hierboven vermeld, geen grond geven tot eenen nieuwen of verhoogden aanslag in den loop des dienstjaars. 4. Ter zake van zoodanige voorwerpen der vijfde en zesde grondslagen als na 15 Mei in dienst of in gebruik genomen of aangeschaft worden, zal de belas ting naar gelang van den nog overigen tijd des dienst jaars zijn verschuldigd, met dien verstande, dat geene verwisseling van dienstboden of paarden, met andere, waarvoor geene hoogere reglen verschuldigd zijn op zich zeiven, tot hel nogmaals aanslaan van denzelfden belastingschuldige zal kunnen aanleiding geven. 5. Het aanwenden tot belastbaar gebruik van zoodanige voorwerpen van de vijfde en zesde grond slagen als aanvankelijk tot onbelastbare einden aan gelegd en gebezigd waren, zal met aanschaffing worden gelijk gesteld, zoomede wat aangaat de paarden, der zelver geheel verlies van het tweede viertal hunner melktanden in den loop des jaars. 6. Naar gelang de omstandigheden eens belas tingschuldigen in den loop des dienstjaars inet be trekking tot deszelfs voorwerpen van de vijfde en zesde grondslagen veranderen zulks dat volgens de tarieven van art. 17 en 21 de opklimming der be lasting ten zijnen aanzien toepasselijk zoude worden, zal ook wegens de dienstboden en paarden aanvan kelijk gehouden, die verhooging voor den nog overigen tijd des dienstjaars zijn verschuldigd. Deze bepaling is mede van toepassing in betrekking tot de paarden bij het opkomen van de omstandig heden aan het einde van 7 van artikel 20 vermeld. 7. Paarden bij verschillende personen óf gezin nen in gebruik, zullen, ingeval die gelijktijdig voor een zelfde rijtuig worden gespannen hem die zulks doet, of wel den eigenaar of bruiker des rijtuigs ter zake van het grooter aantal paarden, hetwelk door hem nlzoo mpgt zijn gebezigd, dan waren aangegeven, mede aan de opklimming der belasting naar 6 doen onderwerpen. 8. Hooger belastbaar gebruik van dienst- en werkboden of paarden, aanvankelijk minder belastbaar, zal de verpligling tol cene evenredige verhooging der belasting voor den nog overigen tijd des dienstjaars ten gevolge hebben. 9. De tijd waarover de belasting loopt zal in betrekking tot al de grondslagen worden berekend bij vierendeelen jaars op het dienstjaar overschietende zonder dat een vierendeel jaars zal kunnen worden gesplitst, en zullen als vierendeelen jaars worden beschouwd de tijdvakken aanvangende met primo Mei primo Augustusprimo November en primo Februarij. Aangiften in den loop des dienstjaars te bewerkstelligen. Art. 42. De zoodanigen welke door eenige der I omstandigheden voorzien bij Art. 27 in den loop des jaars komen te vallen onder de toepassing van het aldaar bepaalde, zullen alvorens en naar gelang van het ontstaan dier omstandigheden en op de boete bij Art. 35 en 39 vastgesteld verpligt zijn tot het indienen van behoorlijke aangifte deswege in voege als bij Art. 30 voorgeschreven zullende zij daarvoor een biljet ter invulling bij den Ontvanger kunnen bekomen. Gedaan ten Raadhuize van Goes den 18 October 1851. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. 0. van min MEER MOHR Ter ordonnantie van dezelven De waarnemde Secretaris H. C. PILAAR. GOES, den 20 October. Op Vrijdag den 17 October had alhier in eeiie algemcehe vergadering van de afdeeling der maatschap pij van Nijverheid, de plegtige uitreiking plaats van eenen gouden medaille, aan den heer O. F er hagen, Pz. hem in verceniging met den Hoogleeraar Bleekrode van Delft, op de laatstleden olgcmeene vergadering dier maatschappij te Haarlem, voor eene ingezondene verhandeling: over de middelen, hoo of de wortel der meekrap op eene minder kostbare wijze dan tegenwoordig plaats heeft kan worden lijn ge maakt als bekrooning toegewezen benevens cene zilveren medaille aan denzelfden hoer O. Ferhagen, voor liet inzenden van monsters fijn tafelzout. In den gemeente-raad van 's Heer Arendskerke, beëedigd en geïnstalleerd den 18 October 1851, zijn benoemd tot wethoudersJan Fcrmet en Janobus Nijsse tot ambtenaren van den burgerlijken stand: Jan Fer met en L. de Fouw Jz. Zaterdag avond II, ten 8 ure, werd alhier waar genomen dat er cene vrij hevige brand in het eiland Noord-Beveland plaats had. Bijzondere berigten daar omtrent zijn ons tot heden onbekend ullecn verne men wij, dat het ongeval plaats had op eene Hofstede tusschen Colijnsplaal en Wissen kerke en zoo wij goed onderligt zijn. toebeh.ooreiide aan den lieer J. 'FF. Fader, te Cortgone., bpwponij door zekeren de Moor Bij arrest van het prov. gqreglshof in Zuid- Holland is (onder meerderen) schuldig verklaard en veroordeeld de ook hier ter stede beruchte HM. Boersals schuldig aan een aantal diefstallen mei bezwarende omstandigheden lot tuchthuisstraf van 7 jaren Boers moest nog bij verschillende vonnissen 23 jaren,in het tuchthuis doorbrengen zoodal hij met de hein nu opgelegde straf 30 jaren in het luchthuis te verblijven heeft hij heeft nu pas den ouderdom van 27 jaren bereikt. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben, in antwoord op het adres van den Stedelijk Raad vnri Leyden, betreffende de kwestie van het huiszitten- huisverklaard geene termen gevonden te hebben om op hun vroeger besluit terug te komen. In voorziening van de beslissing dier Staten zal men zich thans tot den koning wenden. Als eene bijzonderheid wordt gemeld dat te Beerta onlangs een kind geboren is dat aan eiken voet zes teenen heeft. Opmerkelijk is het daarbij dat ook de vader van dat kind geboren is met twaalf teenen en even zoovele vingers; de zuster van dien man heeft mede zes teenen aan lederen voet zij heeft ook reeds weder een kind met hetzelfde gebrek terwijl evenwel de eerstgeborenen van beiden de na tuurlijke hoeveelheid hebben.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1851 | | pagina 1