GÖESSCRE COURANT. 1851. DONDERDAG 18 SEPTEMBER. IMS liffiliICTMf ffiio .«r„ J?' m. y&i J i l)e uitgave deter Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f j5 Franco per Post J,90. Gewone Jdvertentien worden a ZO ets. de regel geplaatst. Geboorte-, Huwelijks- en Doodberigten van J6 regels a f J.ZO behalve hel Zegelreg'l, De Ondergeteekende betuigt bij deze zijnen openlijken dank, voor de toegenegenheid en het vertrouwen, hem door sommigen zijner medeburgers betoond bij gelegenheid van het verkiezen voor Leden van den Gemeente- Raad. Hij hoopt echter bij de aanstaande definitieve benoeming in geene aanmerking te komen, vermits hij zich de keuze niet zou kunnen laten welgevallen. J. K. VAN BAALEN. De Ondergeteekende verzoekt bij deze om bij de ophanden zijnde herstemming voor Leden van den Gemeente-Raad alhierniet verder in aanmerking te komen, bedanken de intusschen beleefdelijk die kiezerswelke hem wel met hunne stem hebben willen vereeren. A. SMALLEGANGE. INGEZONDEN. Bij het onderzoek der Geloofs-Brieven van de ten jare 1850 benoemde Provinciale Staten van Zeeland rees de vraag, of deze al dan niet vrij waren van zegel, registratie, enz. en werd daaromtrent door Z. E. den Minister van Binnenlandsche Zaken bij missive van 23 September 1850, N°. 44, 2de Afd. te kennen gegeven 1°. dat de Geloofsbrief der Leden van de Pro vinciale Staten behoort tot die stukken, welke bij art. 27 A. N°. 3 der wet van 3 October 1843 en art. 70, III, N°. 2 der wet van 22 Frimaire, VII jaar, van zegel en registratie zijn vrijgesteld. 2°. dat het Geboorte-extractingevolge de alge- meene bepaling van art. 12 der wet van 3 October 1843waaropwat deze extracten betreftgeene uilzondering is toegelaten op gezegeld papier behoort te worden afgegeven doch vrij is van de formaliteit der registratie, op grond van art. 70 IIIN°. 8 der wet van 22 Frimaire, VII jaar en 3°. dat de acte van bekendheid alsmede de ver klaringen van den Voorzitter van den Raad der Gemeente en van het Lid der Stalen zelf, in gevolge genoemd art, 12 der wet van 3 Octo ber 1843, en art. 20 en 23 der wet van 22 Frimaire VII jaarwaarop mede geene uit zonderingen voor deze stukken bestaan, aan het zegel en de formaliteit der registratie onder worpen zijn. (Gedrukte Notulen van de Provinciale Staten van Zeeland van 25 September 1850 N°. 4 bladz. 12.) Hetzelfde zal wel van toepassing zijn op de stukken, volgens art. 17 der Gemeente-Wet, door de tot leden van den Raad benoemden over te leggen. B. In de Goessche Courant van 15 jl. hebben drie der, op het dubbeltal gebragte Candidaten. voor den Gemeente-Raad hun verlangen kenbaar gemaakt, om bij de herstemming buiten aanmerking te blijven. Men mag vertrouwen dal daarvoor bij allen toe reikende gronden bestaan, en is althans verpligt, dit te vooronderstellen. Maar de handelwijze zelf verdient openlijk gelaakt te worden als ontijdig en in strijd met deeischen eener regtstreeksche verkiezing. Men zon kunnen vragen waarom die Heeren wier namen alle op het dubbeltal candidaten der voorloopige kie- zersvereeniging voorkomen, niet reeds toen zich heb ben verklaard. Of verdienen dé pogingen, in 't werk gesteld om eenstemmigheid bij het doen der keuze voor te bereiden, zoo weinig achting? Zijn de be doelingen dier voorloopige bijeenkomsten zoo dubbel zinnig dat men er iets anders in zien kan dan hel streven naar overeenstemming? Maar dit daargelaten, de geringe deelneming aan de voorloopige kiezers- vereenigingen heeft ten overvloede bewezenhoe velen onzer Stadgenooten het gewigt hunner roeping als kiezers miskennen of niet op prijs stellen dit dan daargelaten, is de bedoelde verklaring thans on tijdig. Want indien even goed teven of acht can didaten zich aan de herstemming onttrokkendan ware aan de kiezers de keuze uit het dubbeltal zeer gemakkelijk gemaakt of lieTer de keute ware hun benomen. Hel bedanken voor het dubbeltal beperkt, dus de vrije keute en het is uit dien hooide dat het ontijdig verdient genoemd te worden en in strijd met de eischen eener regtstreeksche verkiezing. De kiezer heeft volgens de wet regt op een dubbeltal. Wordt aan de verklaring der bedoelde Heeren gevolg gegeven dan bestaat voor Goes het dubbeltal voor acht vacaturen uit dertien namen eene ongerijmd heid 1 Het eenige middel om deze onwettigheid te ontgaan en het wordt bij deze aan alle kiezers nadrukkelijk aanbevolen is dit dat men de be doelde verklaringen voor notificatie aannemed. i. stemme als of ze niet gedaan waren en het aan die Heeren vrijlaten om wanneer zij mogten benoemd worden, voor de betrekking van lid van den gemeente raad te bedanken. Dal is overeenkomstig de weten de kiezers hebben het voordeel daarbij dat zij tot een geheel nieuwe keuze worden toegelaten en niet verpligt zijn om uit een dubbeltal dat geen dub beltal iste kiezen. Nog ééne opmerking. Er zijn zeer vele stembrief jes ingediend die minder namen bevatten dan het vereischte getal op sommige waren slechts drie of vier namen in plaats van elfingevuld. Beseffen de kiezers, die dit deden wel dat zij zoo doende de stemming hielpen bederven? Want, hoewel stem briefjes die minder dan het vereischte getal namen bevatten, bij de wet worden toegelaten, zoo is toch duidelijk, dat, wonneer velen onvolledige slembrief jes indienen, de volstrekte meerderheid, die dezelfde wet eischtmoeijelijk weiligt onmogelijk te berei ken is. In den geest der wet ligt het denkbeeld eener afzonderlijke stemming voor iedere vacature d. i. dat er elfmalen gestemd wordttelkens voor ééne vacature, wanneer elf plaatsen te vervullen zijn. Om het werk te bekorten, vrordl aan de kiezers ver gund elf personen in eens te stemmen dit is de letterlijke bepaling der wet. Die nu in het laatste geval, in plaats van elf, slechts vijf personen stemt, doet als hij, die in het eerste geval slechts vijfmalen aan de stemming deel nam en zesmalen een blanco briefje gaf of zich van de stemming onthield. Maar hoezeer verschillend is de uitkomst in beide gevallen! In het eerste geval werd zijne stem natuurlijk niet medegerekend voor de verkrijging der meerderheid zoo dikwijls hij óf een blanco-biljet indiende, of niet medestemde in het tweede geval wordt zijne stem echter wel degelijk medegerekend, onverschillig hoe- vele namen zijn briefje bevatte. Hij bederft dus in waarheid door het stemmen van minder personen dan vereischl worden den uitslag der stemming en helpt de bedoeling der wet ontduiken, die de vol strekte meerderheid der stemmen als vereischte voor de benoeming stelt. Een K iet er. HEKSTEMMING tot VERKIEZING van ACHT LEDEN VAN DEN GEMEENTE-RAAD. a Kies mij Kies mij f e A. RüiscirMiidelb. Cour. Het vragen en door onnadenkende en verblinde werktuigen doen vragen om stemmen wanneer het de kenze geldt lot een zoogenaamd eere-arnbt is voorzeker een onedel, en voor hem, die het bezigt weinig vereerend middel om in het bezit van deze of gene waardigheid te geraken. Een zoodanige schijnt niet door goede en edele drijfveren geleid te worden. Een waarlijk regtschapen man die een gepast eer gevoel bezitzal toch het eervoile van zoodanige waardigheid niet in het óeA/eecfen zelve zoeken, maar veeleer in de wijze, waarop hjj tol die waardigheid geraakt is; hij zal zich de daaraan verbonden werk zaamheden en moeiten getroosten, omdat hij bij zijn verlangen om zijne medeburgers van nut te zijn, ge schraagd wordt, door het aangename bewustzijn, dat hij het vertrouwen van velen hunner geniet dat hel de wensch van velen is, dot hij hunne belangen be hartigen zal. Ëene eerste voorwaarde is derhalve dat die keuze vrij zij geweesten uit de innerlijke overtuiging der kiezenden ontsproten. Hij daarentegen die stem voor stern afbedelt en zich zoodoende eene meerderheid weet to verschaffen, die tot benoeming leidt, mist het eenige wat daarbij voor een eerlijk gemoed streelend zijn kan; hij erkent stilzwijgend dat hij de man der keuze en des ver- trouwens niet is; dot de stemmen, zoo ze vrij bleven, zich niet op hem zouden vereenigen dat men zijne belangen niet aan hem wenscht op te dragen. En die nu in weerwil van dit alles toch nog naar de waardigheid hunkert, wekt voorzeker een zwaor ver moeden op van eigenbelang en zelfverheffing meer te beoogen, dan het wezenlijke belang van die genen, aan wie hij zich ongeroepen opdringt. Zoo dit waar is van hem, die blootweg stemmen vraagt welke gedachten moeten dan niet bij ons ontslaan, over hem, die het stemmen vragen gepaard doet gaan en kracht bijzet door allerlei ellendige kunstgrepen en door beloftenwier nakoming hij weet dat óf onmogelijk, óf van zijnen wil geheel onafhan kelijk is Is hij die zich daaraan schuldig maakt, niet de verachting van alle weidenkenden waardig? En hoe is een eerlijk bestuur denkbaar van hem die reeds begint zijne medeburgers te bedriegen, vóór dat hij nog tot dat gewenschte bestuur gekomen is Wanneer zich dus iemand tot u wendt, die u, onder welk voorwendsel ooktracht over te halen om niet het geheel te kiezen getal personenmaar slechts zijnen naam en dien vaneen of twee anderen op uwe stembriefjes te plaatsen mistrouwt hem Kiezers! want hij gebruikt eene kunstgreep, die onver mijdelijk tot zijne benoeming moet leiden. Vooral bij eene herstemming is dit middel afdoende, want ieder dien gij niet kiestkrijgt daardoor eene stem minder dan den door u gekozenedeze daar entegen eene stem meer dan den niet gekozene bij herstemming nu, wordt men met de meeste stemmen benoemd en wanneer dit middel eenige malen ge-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1851 | | pagina 1