VERSLAG GEDEPUTEERDE STATEN van aan db STATEN DER PROVINCIE ZEELAND, GEDAAN IN DE ZOMER-VERGADERING VAN 1851. VERVOLG en SLOT. Hoofdstuk XIII. Landbouw. Vervolg De voorwerpen tot den landbouw betrekkelijk, en de on, derscheidene veesoorten op de tentoonstellingen voortgebragt, leveren bewijzen op, dat ook de nijverheid wordt opgewekt, en dat de zucht tot bevordering der belangen van den land bouw en de veeteelt zich meer en meer uitbreidt. Houden wij ons hier een oogenblik op, bij de tentoonstel ling van den laatstleden zomer, in de hoofdplaats van dit gewest- Daar trof men eene menigte voorwerpen en veesoorten aan, als waarvan hierboven sprake is, uit de onderscheidene ge deelten van het gewest aangebragt, waaronder, wat de eerst aangeduide voorwerpen aangaat, zich eenige bevonden, die zich, deels door nieuwheid van vinding, eenvoudige zamen- stelling. sterkte, fraaiheid van vorm, deels door doelmatig aangebragte verbeteringen hebben onderscheiden. Zoo werden met genoegen opgemerktonderscheidene zoogenaamde ondergronds-ploegenvan verschillende maaksels; Eene handlernmachinevoor groote en kleine melkerijen; Een nieuw model van boterkernlje Eene breekmolen met gesmeden stalen cylinderen voorzien van eenen regulateurter wijziging der aan te wenden kracht Een nieuw model van mee stamp-molenin Schouwen ver- vervaardigd, allen van inlandsch maaksel; Een tot gebruik, kort te voren, uit Engeland aangekochte verbeterde stroo- en hooi-snijniolenzeer eenvoudig van samenstelling en gebruik en Een wind- en zeelmolentot het schoonmaken van graan, waardoor te gelijk het zaai-koren, het ten verkoop be stemde. en het zoogenaamde overmaalsel van elkauderen worden gescheiden. Het,genoemde meekrap-werktuighet boterkerntjeen een grondwoeler of opbrelingsploegtrokken bijzonder de aan dacht; terwijl dezelve dan ook door premien, bronzen of zilveren medailles, werden bekroond. Dit laatste viel wijders mede te beurt aan de inzenders van een soort van touwtcerkhetwelk zich door sterkte en netheid van bewerking bijzonder deed onderscheiden; ge lijk mede aan eene, door nieuwheid en verscheidenheid uitmuntende, collectie zaden. Het vee, op dezelfde Tentoonstelling aangebragt, verdient mede bijzondere vermelding. Hetzelve bestond uit: ongeveer 150 stuks rundvee, 50 paarden, 30 schapen en een tiental varkens, waaronder sommige van verkruiste rassen. Eenige inlandsche melkkoeijen en «enig jong rundvee, vooral dat, afkomstig van met Engelsch ras {Durham Shorthorn) verkruiste dieren; de uit het Leicestersche ras getrokkene zoogenaamde Imans schapen; de van met Berkshire Chinesche oorsprong, afkomstige, verkruiste varkens, vestigden de bijzondere aandacht der bezoekers, en toonden aan, wat zorg en kennis bij de opkweeking van het jonge vee vermogen. De lust tot invoer van nieuwe gewassen, werktuigen en vee-rassenzoo mede tot toepassing van nieuwe uitvindingen is, in dit Gewest, niet geheel en al uitgedoofd. Zij ver dient echter aanmoediging en opwekking. Uit de mededeeling van den algemeenen toestand van den Landbouw, in betrekking tot den ingezamelden oogst van 1850zullen U hebben ontwaarddat wij geen misge was noch verlies van oogstendoor vorstoverstrooming en dergelijke verschijnselente betreuren hebben. Wij zouden hetzelfde kunnen zeggenten aanzien van onweder en hagelware het niet, dat daaromtrent eenige uitzondering bestonddaar tengevolge van eene voorbij trekkende zware onweers-bui, eene niet onbelangrijke ha gelslag, eenige schade en verwoesting, onder het te velde staande gewas, in drie gemeenten van Walcheren (Westka- pelleMeliskerke en Biggekerke) heeft veroorzaakt. Wegens het schadelijk gedierte, zijn ons geene buitenge wone omstandigheden bekend, welke, voor als nog, tot het nemen van eenen of anderen buitengewonen maatregel zouden hebben moeten aanleiding geven. De ziekten onder de gewassen en het vee in het laatst leden jaar, zijn, voor zoo ver ons bekend, van weinig be- teekenis geweest. Wij meenen ons ten deze te kunnen ge dragen aan de mededeelingennopens de ziekte onder de aardappelen, en aangaande den gezondheidstoestand van het vee, hierboven vermeld- De tuinbouw en bloemisterij doen zichonder van elk an deren verschillende gezigtspuntenvoor. Voor zoo veel wij te weten zijn gekomen, wordt voor de tuinende inhouds-grootte gronds op ruim 1100 bunders, de gronden van vermaak, nagenoeg op 300 bunders, bere kend. Aan moesgroenten van allerlei aard, bestond in 1850 ruime voorraadde steen vruchten waren daarentegen zeer schaars. Zij hebben te veel door de koude voorjaarsnachten geleden. De opbrengst was uitermate gering; de hoedanigheid weinig voldoende. De bloemisterij wordt ten gevolge van de weinige geschikt heid van den grond hiertoe, tot dus ver, in dit'gewest, bijna niet gedreven. Men treft evenwel hier en daar, zoo bij particulieren, als bij kweekers, veel kasplanteiv en dergelijke bloemsoorten aan, waaronder zeer schoone verzamelingen worden gevon den. De zucht tot bloemen verspreidt zich intusschenbij de onderscheidene standen der Maatschappij, al meer en meer. De oprigting der Maatschappij tot bevordering van den tuinbouw, waarvan wij hierboven gewaagden, schijnt aan dezen tak van nijverheid een nieuw leven te geven. De boomgaarden beslaan eene oppervlakte van omtrent 1900 bunders. Hunne opbrengsten is ons onbekend. De boomkweekerijen hebben gedurende de laatste jaren eenige uitbreiding ondergaan. Men kan zich thans ruimschoots, bij dezelve van het noo- dige platsoen voorzien. Voor die tak van nijverheid is, naar berekening, eene oppervlakte van 75 bunders gronds of daar boven ingerigt. De boutteelt is bevredigend. Men berekent in dit gewest de oppervlakte van het op gaand hout, eiken- en ander hakhoutneder te komen, plus minus: De Eiken bosschen op 650 bunders. Sparren 170 x> Wissen 60 Hakhout, Hakbosch, Schaarhout, te zamen. 2800 Markten en Gemeente-gronden, om te verdeelen, mitsgaders eigenlijke woeste gronden, bestaan in de provincie niet. Ontginningenzoo als elders, van heidegronden, afgeveende of dal-grondenhebben in ons gewest geen plaats. Duingrondenbestaan daar en tegen in dit gewest. Hunne inhouds-grootte wordt op 3500 bunders geschat. Zij zijn veelal met helm beplant. Van af zandingen en zand verstuivingenwelke bijzondere vermelding verdienen, zijn ons geene bijzonderheden bekend. De toestand van den Veestapel is bevredigend. Met de veredeling van het vee wordt voortgegaan. Men be zigt daartoe Geldersche Hengsten, Durliam-Shorthorn Stieren, Leicester Rammen en Berkshire Chinesche Varkens. De ver edeling van het paardenras schijnt minder opgang te maken de Eilanden Tholen en Zuid-Bevel and maken hierop echter eene uilzondering. De afstammelingen der veredelde Schapen, boeijen, in het bijzonder, de algemeene belangstelling. Die soort van Scha pen overtreft de gewone inlandsche ver, in meerdere en betere productie van vleesch en wol. De veestapel zoo als zij op den 1 sten February 1850 be stond, hebben wij bij ons jongst jaar-verslag opgegeven. Wij meenen thans hier die, van hetzelfde tijdstip des loo- pende jaars, te moeten vermelden, zij bestond uit: 17167 Paarden, boven, en 4544 beneden de 3 jaren oud; 29816 Runderen bovenen 18430 beneden de 2 jaren oud; 21319 Schapen, 8740 Lammerenen 13771 Varkens. Tot meerdere bijzonderheden, ook omtrent andere, hier- voren niet genoemde huisdieren, ontbreken ons de bouw stoffen. Over het Pluimgedierte kunnen wij niets anders mede- deelen, <!an dat de aankweeking-van hetzelve, hier en daar, meerdere of mindere voordeelen oplevert. KalkoenenGanzenPoules pintadesdoch deze in minder ge tal EendvogelsHoendershier en daar ook Kapoenen en Dui ven, schijnen de soorten, waarop men zich het meest toelegt. De Bijenteelt maakt in dit gewest geen tak van nijverheid uit. Gedurende den bloeitijd van het koolzaad worden soms eenige bijenstokken, tijdelijk, ter voeding, uit Noord-Brabant in de provincie aangevoerd. HOOFDSTUK XIV. VERVEENINGJAGT en VISSCHERU. a. Verveening. Zoo als reeds in het XI<le Hoofdstuk van dit verslag ge zegd iseigenlijke veenderijen bestaan in dit gewest niet. Alleen treft men in de gemeenten Hoek, Axel, Hengstdijk, Ossenisse Stoppeldijk, Boschkapelle, Hontenisse en Graauw, zoogenaamde irreguliere veenderijen aan, zijude gronden met. eene turflaag, opleverende Derrink; eene brandstof, die meestal bij de schamele klasse in gebruik is. Men kan berekenen dat daarvan, van 140 tot 180,000 ton nen, jaarlijks uit die veengronden gestoken worden. Die turf behoort tot de minste soortbedoeld bij art. 25 der wet op den turf-accijns, van den 26sten December 1833, Staatsblad No. 72.) De prijzen zijn gering: zijne middelprijs, even als het aan tal arbeiders, hetwelk tot de derringsteking gebezigd wordt, is ons onbekend. b. Jagt. Het jagtveld is ons opgegeven, zich in eenen goeden staat te bevinden. Grofwild vindt men in dit gewest niet. Het kleine wild is zeer voldoende. Waterwild treft men weinig aan. Eendenkooijen en zwanendriftenbestaan in dit gewest niet. Het schadelijk gedierte heeft, noch in betrekking tot de soort, noch ten aanzien van het getal, buitengewone voor zieningen gevorderd. Het konijn evenwel, heeft in het laatst van 1850, bij deszelfs vermenigvuldiging in eenige gemeenten van Wal cheren, schade aan de veldvruchten en gewassen aange bragt, waartegen dadelijk de vereischte maatregelen, ter verdelging van een gedeelte daarvan, zijn opgenomen. Men rekent het getal daarbij omgekomene op nagenoeg 500. Overigens zijn in gezegd jaar gedood 3 Arenden. 49 Gieren. 106 Ban sings. 4 Otters. 25 Wezels waarvoor 70,50 aan premie is uitbetaald. Tot het toezigt op de jagt zijn gebezigd bezoldigde opzieners 11 onbezoldigde 117 Wegens de overtredingen der wet en der verordeningen op de jagt, zijn, in het verloopene jaar, 155 processen- verbaal opgemaakt. c. Visscherijen in ds binnen-watereyi. De visscherij in kreken, grachten, meeren, slootenof andere, niet bij de wet uitgezonderde, binnen wateren en plaatsen, (binnendijks), levert hoofdzakelijk op, paling, snoek, karper, baars en andere kleine visch-soortenmet den Hengel, de Zegen, als anderzins gevangen wordende. In den zoogenaamden Brakmanuitkomende iudeWester- Schelde (in bet 5de district), treft men onderscheidene kunst matige mosselbanken aan. Men vischt daar ook mosselen garnalen en steurkrabben. Op de Schelde, zijn ansjovis-visscherijen en oesterbanken. De visscherij op de Schelde en de Zeeuwsche stroomen, bestaat, hoofdzakelijk uit oestersmosselen, ansjovis bot en panharing. Men raapt aldaar alikruiken en vangt kreeften. Het getal verleende visch-acten bedroeg, 256, waarvoor aan recognitie berekend is 597,65^daaronder begrepen het zegelregt met de opcenten, voor zoo ver dezelve zijn kunnen worden opgegeven. Onder het laatste cijfer is niet begrepen de retributie voor de kunstmatige mosselbanken en voor de ansjovis-visscherijenter sonmia van/724 Het getal aigegevene consenten heeft bedragen: Aan visscliers van beroep 910. Aan hendie zich daarmede generen (art. 526 dei' wet van 11 Julij 1814, Staatsblad No. 79.) 763. Het toezigt op de visscherijen (binnendijks), wordt, even als dat over de jagt, door de Houtvesters en Adjuncten uit geoefend. Voor dat op de rivieren (buitendijks), geschiedt dit door het bestuur der visscherijen op de Schelde en Zeeuwsche stroomen. Zij worden in dat toezigt bijgestaan door opzienerszoo gewone als buitengewone of bezoldigde en onbezoldigde met aan de opzienersvoor wat het opzigt der visscherij op de rivieren aangaatondergeschikte manschappen. Wegens overtreding der wet en verordeningen op de vis scherij zijn 179 bekeuringen geschied. d. Visscherijbuiten gaats. Hiermede moet worden verstaan de kustvisscherij uit Arnemuiden en Zierikzee gedreven wordende. Het aantal schepen daartoe gebezigd, bedroeg 21, bemand met 107 koppen. De hoeveelheid en prijs der aangebragte visch kunnen wij. bij gebrek aan daaromtrent bestaande aanteekeningenniet opgeven- Men schat echter de waarde derzeive op ruim 22700,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1851 | | pagina 3