VERSLAG PROVINCIALE STATEN DER HANDELINGEN IN DB ZITTING DER VAN ZJTURDJG JULIJ. Tegenwoordig de StaatsraadCommissaris des Konings 32 leden en de griffier. (Alvorens deze vergadering werd geopend voor het publiek, circa 3| uurs na den voor den aanvang op gisteren bepaalden tijd van 11 uur in den morgen, is.het aan het publiek voorgekomen, dat -er eene vergadering met gesloten deuren is gehoudenwaarin het vermoedde dat de notulen van liet in de vergadering met geslotene deuren van gisteren verhandelde zijn geresumeerd en gearresteerd. In de notulen met open deuren heden voorgelezen, wordt althans van dit verhandelde geene resumtie gedaan). De notulen door den griffier voorgelezen, worden goed gekeurd. De heer Blaaubeen vraagt het woord en doet het voorstel, de uog te behandelen zaken gedeeltelijk uit te stellen tot de najaars vergadering. De Voorzitter zegt het voornemen gehad te hebben dergelijk voorstel te doen, echter slechts strekkende tot eenig uitstel. De heeren van den Broecke en Blaaubeen brengen daartegen bezwaar ito. Ook de heeren Boeije de Jonge MooijaartVerhagen van den Bergvan der Swalme en de Voorzitter nemen hieraan deel. Wordt •in omvraag gebragtis de vergadering voor de verdaging tot Maandag 28 dezer? Dit voorstel wordt afgestemd met 19 tegen 13 stemmen. De Voorzitter stelt thans de vraag: 'is de vergadering voor eenige verdaging Met 22 tegen 11 stemmen verklaart zich de vergadering tegen verdaging- Aan de orde is de voortzetting der beraadslaging over de begrooting. Inkomsten, hoofdst. II, afd. II, heffingen over het gebruik van openbare wegen, werken en inrigtingen. De 4 artt. dezer afd.gezamenlijk ter somma van 7052 worden achtervolgens goedgekeurd. Afd. I1L Andere belastingen en heffingen, niet onder de twee voorgaande afdeelingen behoorende. Geene. Onder deze afd. stelt de voorzitter voor, te brengen als eenig art. de opc. voor de calamiteuse polders, onder het hoofd bui tengewone opc. voor de calamiteuse poldersde som in de vergadering van heden avond nader te bepalen. Hoofdst. III. Baten en opkomsten, spruitende uit de voor werpen, in eigendom aan de provincie toebehoorende, of die door de Prov. Staten beheerd worden. De artt. 1, opbrengst van gras der pachtingen, nihil, en 2, huur van een woon huis 100, worden goedgekeurd. De Voorzitter stelt voor een nieuw art. hier in te lasschen, houdende de huur voor de gebouwen in gebruik hij het prov. geregtshof. Het des- aangaande ingediende voorstel wil deze bepaald hebben op 1500. De heer van Deinse verlangt deze som uit te trek ken voor memorie en te doen afhangen van hetgeen de hooge regering daarvoor zal allouëeren. Dit verlangen wordt dooi den Voorzitter gerefuteerd en zonder appel-nominaal de som van 1500, als huurprijs, gevoteerd. Art. 3, afkoop der tolregten op den weg van Zierikzee naar het Zijpe 1400; Art. 4, jaarlijksehe uitkeering voor iugenomen gronden aan de haven van Breskens 2,27^ en de artt. 5 en 6, pachten der veren aan het Sloe en Gorishoek 2000, worden geap- probeerd. Wordt besloten als art. 8 hier in te lasschen opkomst van het fonds voor den landbouw 1000. Een voor stel van den heer Blaaubeen, omtrent eene beschikking over andere voorwerpen aan dit fonds geaccrocheerdals de bi bliotheek enz.wordt aangenomen. Hoofdst. IV. Ontvangsten van verschillenden aard en toe vallige baten. Art. 1opbrengst van het prov. blad 1000, aangenomen. Art. 2, deze post, bijdragen der gemeenten en wegpligtigen in Noord- en Zuid-Bevelandwordt gewij zigd naar aanleiding van het besluit der vergadering, den 9Jen dezer genomen ter somma van 350. Art. 3, bijdragen der belanghebbenden in de kosten der prov. waterstaats-werken 919,92. Aft. 4subsidie uit 's Rijks kashij wijze van abonnement voor het onderhoud der groote wegen van de tweede klasse met derzelver emhranchementen 2000. Art. 5, bijdrage van den St- Pieters-polder voor de uitwate ring door het spuisluisje te Philippine 84,69J. Art. 6, teruggave van rentelooze voorschotten uit de prov* fondsen ran 1850 en vroegere diensten (door 21 gemeenten) 1436 en de artt. 78 en 9 insgelijks teruggaven van rentelooze voorschotten van Hulst, Bruinisse en Colijnsplaat, te zamen 411,60, worden zonder hoofdelijke stemming geapproheerd. Hoofdst. V. Buitengewone ontvangsten. Afd. I en II, nihil. Pc beide artt. van afd. III, vermoedelijk goed slot van het op 31 Dec. 11. afgesloten dienstjaar 1848ad 4918.58 en dito van 1849 6967,53worden naar hoofdst. I, ontvang sten wegens vroegere diensten, overgebragt. Moet nog geregeld worden de jaarwedde van den ambte naar met het beheer der prov. fondsen belast, naar aanlei ding van het voorstel van den heer Verhagenstrekkende de som van 300 tot 400 te verhoogen. De voorsteller brengt nieuwe argumenten tot adstructie van zijn voorstel en wordt door den heer Kroef geappuyeerd. Ook door anderen wor den redenen hijgehragt tot appui of wederlegging. Bij appel- nominaal wordt het voorstel afgestemd en art. 1 van hoofdst. I der uitgayen, onveranderd aangenomen. Tot de beraadslaging van liet eenig artikel van hoofdst. I, afd. II, reis- en verblijfkosten, te genieten door den hoofd ingenieur in het 11de distr. van den waterstaat, 800, waar van de behandeling in de vergad. van 10 Julij was uitge steld, verandert de openbare vergad. in comité-generaal. Nadat de zitting weder publiek was geworden is hoofdst- IX, afd. J, onvoorziene uitgaven, verhoogd met 1000 voor wering en vergoeding hij longziekte onder het vee. Hei totaal der geraamde uitgaven wordt verder bepaald op j 155,266,92, gelijk aan dat der geraamde ontvangsten. De raming der inkomsten is bij appel-nominaal aangeno men met algemeene stemmen. De raming der uitgaven is insgelijks aangenomenmet uitzondering der stemmen van de heeren Sprenger, Fransen van de Putte en Luteijv. De heer Uyttenhoven wenscht nu geheel de begrooting in eens in omvraag gebragt te zien. De heer Kroef verzet zich hiertegen en de vergad. besluit overeenkomstig den laatsten spreker. Op verzoek van den heer van der Swalme worden wederom de deuren gesloten. Bij het weder openen der deuren blijkt de vergadering reeds te zijn gescheiden, naar men verneemt tot heden avond ten 6 ure. Het publiek is van gevoelen dat de aanvang en sluiting dezer morgenbijeeukomst', strij dig is met de bepaling van art. 69 der prov. wetop het welk art. 36 van het regiem, van orde, behoorlijk toegepast geen inbreuk maken zal. AVONDZITTING tas 12 .JULIJ. Tegenwoordig de Voorzitter 32 leden en de griffier- Het voorstel van Gedep- Smalen betrekkelijk de nadere verdeeling der Provincie in kies-districtennaar aanleiding der missive van den min. van binnenl. zakenvan 4 Jan. 11., wordt voorgelezen. De heer Mooijaart verkrijgt het woord en verklaartdat het hem leed doet, om zekere opgegevene redenen zich niet geheel met het voorsteiyan Gedep. Staten te kunnen vereenigen, wenschende hij inzonderheid eene andere re geling voor Wolphaartsdijk. De heer Kroef meentdat de verg. slechts moet treden in eene beoordeeling van beginselen toegepast op de be hoefte van deze provincie. Er zijn op dat punt slechts 2 vragen: hebben Gedep. Staten het ware beginsel gehuldigd? Hebben zij dat beginsel behoorlijk toegepast Te regt hebben Gedep. Staten tweederlei grondbeginsel aangenomenbevolking en kiesbevoegdheid. Maar hebben zij dat tweevoudig beginsel behoorlijk toegepast? Men moet trachten naar het behoud van een gelijkmatige schaal, en zooveel mogelijk inagt tegen over magtinvloed tegen over invloed plaatsen. Naar zijn inzien is Zierikzee achter uit gezet, Tholen en Vlissingen daartegen schijnen begun stigd eveneens het platte land van Duivelandalweder ten nadeele van Zierikzee. Voor het 10<Je en ll^e district wilde hij de voordragt daarom wijzigen. De heer Vogelvanger heeft aanmerking op de berekening van het getal kiezers, daar mpn niet gelet schijnt, te heb ben op de zoodauigen, die volgens art. 4 der wet van den 28 Julij 1850 Staatsblad No. 44) ter invoering van art. 7 der grondwetvoor Nederlanders moeten worden gehou den. De heer Uyttenhoven beweertdat invloed magt en gezag niet in aanmerking moeten worden genomen, als niet den juisten maatstaf voor kiesbevoegdheid opleverende. De heer Kroef licht zijne meening toeals slechts willende waken tegen verlies van billijke aanspraken. De heer Uyttenhoven. antwoordt de beginselen van den heer Kroef niet te hebben willen bestrijden, maar alleen er op wij zen dat Vlissingen te voren even zoowel drie vertegen woordigers zond, als Zierikzee. De beer Verhagen onder steunt de bedenking, door den heer Vogelvanger gemaakt- De heer Bomme zet de gronden uiteenwaarop Gedep. Staten bun voorstel hebben gebouwd, waardoor men zich gedrongen heeft gezien de judiciele, geenszins de gebrek kig daargestelde administrative verdeeling te volgen. Hij geeft verder de redenen opwaarom de verdeelinggelijk die nu wordt voorgesteld, ook bij de bestredene punten gevolgd is, stemmende hij wijders in met het noodzakelijke eener herziening, in overeenstemming met het opgemerkte door den heer VogelvangerHij wenscht aanneming van het voorstel van Gedep. Staten onder voorbehoud van wijziging, na herziening der lijsten van kiesbevoegden. De heer Mooijaart wenscht nu eerst een~ nèêrgelégd voor stel van deu heer Vogelvanger in discussie te brengen. De heer de Jonge merkt op dat men eerst de mdeelingna derhand overeenkomstig de te herziene kiezerslijstende gevolgen zal hebben te regelen. De heer Bomme stemt met den heer Kroef indat Duiveland zeker niet van Zie rikzee moet worden afgenomen. De heer van der Swalme geeft te kennen, dat door hetgene de heer Bomme heeft toegegevengeheel het beginsel geschonden wordt. Hij zelf had anders gewild maar nu eenmaal de regterlijke indeeling ten grondslag gelegd is, behaorde men daaraan getrouw te blijven Er ontstaan eenige discussien tus- schen de heeren Bomme en van der Swalme. De Voor zitter geeft nog eenige toelichting. De heer van Deinst stelt drié vragen voor 1. zal Duiveland gevoegd worden bij Zierikzee? 2. zal Wolphaartsdijk van Goes worden afge nomen en gevoegd wórden, bij Heinkenszand 3. zal men toepassen het beginsel, waar Gedep. Staten van uitgaan? De Voorzitter wil eerst het beginsel in omvraag brengen. Er ontslaan daarover eenige dtsciissien. Dé heer iUjjaubèen. ondersteunt het gevoelen van den Voorzitter en 'wil Uns eerst het beginsel hebben vastgesteld daarna de amende menten op de toepassing. De vergadering verklaart met algemeene' stemmen zich voor het aangenomen tweevoudig grondbeginsel. Nu zouden in omvraag komen de amendernenfenen, wc! eerst van den heer Vogelvanger. De héér Kroef verzet zich tegen het denkbeeld van amendement, daar hier slechts advies te pas kómt. De Voorzitter antwoordt. De heer Kroef repliceert, en heeft des noods een amendement schrif telijk gereed waarvoor hijals men hier amendementen wil erkennen de prioriteit verzoekt. De heer bomme en de Voorzitter spreken nog korteiijk. Het voorstel tot wijziging- of amendement van den heer Vo gelvanger komt in omvraag, om de berekening te doen vol gens de laatste volkstelling in verband met de wet van 28 Julij 1850. Dat voorstel of amendement wordt niet algemeene stemmen aangenomen. Dë voorstellen van dep heer ro» Deinst- vervallen. Komt nu in omvraag liet voorstel van'den heer Kroef i\s. tot wijziging, van de voorgestelde indeeling van.Schouwen en Duiveland. Vooraf neemt de heer Boeije het woord om te kennen te geven dat bij reeds vroeger hetzelfde denkbeeld koes terde, doch hij Gedep. Staten heeft moeten zwichten voor het aangenomen stelsel van verdeeling. De heer van der Swalme meent, dat geen nader voorstel te pas komtdaar het beginsel is aangenomen. i)e hem Boeije en van der Swalme treden in eenige discussie over het al of niet toelaten van amendementen. De eerste meent dat het niet met de goede trouw zoude strooken. nadat het principe onder dit voorbehoud is aangenomen dezelve nu af te wijzen. De heer Blaaubeen betuigt zijne verwondering, dat meer malen voorstellen van Gedep. Staten door leden van dat collegie worden bestreden, waardoor men aan die voorstel len niet dat gewigl kan hechten, hetwelk behoorde, Hij vraagt Gedep. Staten, of de voorgestelde indeeling van Schouwen overeenkomstig lain beginsel is Er ontstaan eenige dis cussien. De heer Kroef begrijpt niet hoe men hét collegie van Gedep. Staten gelijk wil stellen met een homogeen ministe rie. Als leden der Prov. Staten mogen alle leden van Gedep. Staten stemmen, gelijk ieder afzonderlijk best oordeelt. De heer van Citters beweertdat er steeds eenheid" van beginsel bij Gedep. Staten heeft geheerschtdat de heer Boeije onmogelijk zekere uitdrukking betrekkelijk den heer van der Swalme alzoo kan hebbeu bedoeld als het scheen en beantwoordende den heer Kroef, stemt hij hem toe. dat de voordragt van Gedep. Staten de leden vrijlaat, en ooi- deelt dit heter dan dat, gelijk onder de vorige orde van za ken, het collegie van Gedep. Staten zoodanig één zoude zijn, dat niemand eenig voorstel van hetzelve uitgaande zou kun nen tegenspreken, zonder geheel het collegie tegen zich over te zien. De heer Kroef verzoekt, dat men zijn amendement be- handele. De Voorzitter wil in omvraag brengen, of men het beginsel aangenomen hebbende, amendementen kan toe laten. De heeren de Jonge en Paspoort rekenen dit reeds beslisten ondersteunen 'l voorste^ vau den heer Kroef. Zijn amendement wordt daarop aangenomen met 15 teven 13 stemmen. Komt in omvraag 't amendement van den heer Mooijaart r. zal Wolphaartsdijk gevoegd worden bij Heinkenszand De heer Bomme oordeelt dat amendement strijdig met het aangenomen beginsel. Mede de lieer Kroef. De heer Verharen verwondert er zich over, dat de heer Kroef, wiens voorstel hem even strijdig met het beginsel scheen, deze zwarigheid insgelijks oppert. De heer 'eau der Swalme is van 't "elfde gevoelen. De heer Mooijaart ontwikkelt den grond van z$a voorstel.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1851 | | pagina 3