mwsL wmmmmwmK
gin mét dit toglje gemaakt had, '.oen door opkomende
.stormbuijen de gouverneur besloot teiug te keeren.
De schippers haddeu ter eere van Z. K. H. de vlag
gen laten hijschen.
Den 15 dezei is de voorziening van den ter dood
veroordeelden graaf de Bocarmé te Brussel voor het
Hof van cassatie gebragl, en hebbende heeren Paepe
en Colet tien middelen aangevoerd en toegelicht, die
zij beueerden dat aafileiding ga7en tot eene vernieti
ging van het arrest van het geregtshof te Mons. Den
16 zoude het openhaar ministerie zijne conclusie in
deze zaak voordragen en volgens een telegrafisch
befigt in Antwerpen ontvangen zoude het Hof
dienzelfden dag reeds uitspraak hebben gedaan; daarbij
al de voorgestelde middelen hebben verworpen en
alzoohet arrest, bij 'twelk de doodstraf is uitgespro
ken hehben bevestigd.
Het openbaar ministerie bij het Hof san cas
satie te Brussel' heeft geconcludeerd tot de verwerping
van al de door den veroordeelde de Bocarmé voor
gestelde middelen en het Hof heeft daartoe besloten.
Men beweert dat in het proces-verbaal der teregt-
zitting van eerie formaliteit is gewaagd welke inde
daad zoude zijn verzuimd maar dat men om
dit middel ie doen gelden, in tijds daarvan, volgens
de wet, had moeten doen blijken, 't welk de verde
digers niet geraden schijnen te hebben geoordeeld
Alsnu is een verzoek om lijfsgenade, zoo door de
moeder van den veroordeelde als door deszelfs
vrouw bij den Koning ingediend.
De menschelijke geregtigheid heeft de dooi haar
geëischte straf doen ten uitvoer leggen. Graaf Ilippo-
lyte Pisarl de Bocarméis heden morgen (18 Julij) te
Bergen in Henegouwen geguillotineerd.
Deze onverwachte tijding trof hier het publiek bijna
in dezelfde mate, als de Bocarmé zelf geschokt werd,
toen men gisteren morgen zijne gevangenis binnen
trad en hem te kennen gaf, dat bij binnen weinige
uren naar het schavot zou worden geleid. Het bloed
steeg hem naar het hoofd; zijne anders zoo doodelijk
bleeke gelaatstrekken werden gloeijend rood en de wan
hopende kreetonmogelijk ontglipte zijne lippen.
Na cenige oogenbiikken bedaarde hij echtereene
bedaardheid, die hem niet verliet, noch toen men hem
kort daarna kennis gaf, dat zijn verzoek om gratie
was van de hand gewezen, noch toen hij het schavot
beklom.
Herhaaldelijk en met groote bezorgdheid drong hij
er op aan, dat men toch zoude zorgendat de guillotine
goed hare werking deed, daar hij gehoord of gelezen
had, dat men wel eens in de verpligting geraakte, om
het mes meer dan eenmaal te laten vallen voor de
.lijder onthoofd was; iets, hetwelk hem, bij de enkele
gedachtedeed sidderen.
Desbetreffende gerust gesteld zijndevroeg hij een
priester, weigerde echter eerst te biechten, doch deed dit
iater. Zijn biechtvader was de aartsbisschop van Cinei-
eatie (in partibus infidelio), die, alhoewel in verwijder
den graad, met de Bocarmé vermaagschapt is.
Ten 1 ure gaf de Bocarmé zijn wensch te kennen
om het middagmaal te gebruiken. Men diende hem soep
gevogelte en groenten voor, waarna hij een pond kersen
vroeg, die hij allen opat.
Daarna bleef hij zeer kalm; van tijd tot tijd ging hij
gelijk een kind op de knieën van zijne bewakers zit
ten voor wien hij in de laatste dagen veel genegenheid
had opgevat. Als het gevolg van eene invallende ge
dachte, deed hij zijnen bewakers plotseling het voorstel,
om hen ieder 100,000 francs te geven, wanneer zij
hein lieten ontvlugten; dit aanbod natuurlijk van de hand
gewezen zijnde keerde hij tot zijne kalme stemming
lerug.
Ten 10 ure des avonds wenschte hij andermaal te
etenmen bragfc hem gebakwijn en waterhij ver
zocht evenwelonder voorgeven van maagpijn te heb
ben om een ander soort van gebak, dan men hem voor
diende, met wat kersen, waaratin men onmiddelijk vol
deed. Slapen deed hij niet.
'fe middernacht werd liet schavot opgeslagentoen
eerst begon het publiek eenig geloof te hechten aan
het gerucht der naderende executie. Ten 6 ure in den
morgen was alles daartoe gereed. De volksmenigte
uie het schavot omringdewas geheel zamengesteld
nit landliedenvrouwen en kinderen. Al de eigenaars
van hotels en winkels in de stadhadden hunne deu
ren en ramen geslotende adelijke sociëteit en de socië
teit Amiticiahadden dit eveneens gedaan.
Ten 6 ure in den ochtend begaf zich de beul mot
zijne helpers naar de gevangenis. De Bocarmé'zag
hem met koelbloedigheid naderen en vroeg hem, terwijl
een droevigen glimlach om zijne lippen 3peelde: Zijt
gij het, die mij ter dood brengen moet?// Ja,
mijnheer de graaf, n Zooantwoorde de Bocarmé
en dit was het laatste woorddat hij spraktot dat
hij het schavot beklom.
Een door 16 gendarmes te paard omringde kar, voerde
hem weldra naar de trappen van het schavotwaar zijne
aankomst door een luid gemompel van de zijde der ver
zamelde menigte gekenmerkt werd.
De Bocarmé klom met opgeheven hoofdvasten tred
en door niemand ondersteunduit de kar. Zijn gelaat
was bleekdoch het kenmerkte kalmte. Men had hem
den langen baard, dien hij droeglaten behouden. Hij
was gekleed in een hemddat hals en borst ontbloot
liet; hij droeg een zwart lakensche broek, witte kou
sen en lagezwart gelakte schoenendie hij te dezer
gelegenheid nieuw aandeed. Men had hem de handen
op den rug gebonden.
Na een oogenblik aan een flacon geroken te hebben,
dien men hem voorhield en voor het laatst zijne lippen
op het kruis gedrukt te hebbenbeklom hij, zonder te
wankelen het schavot en plaatsje zich zelf tegen de plank,
waartegen hem toen de beulsknechten vastbonden.
Dit duurde een vijftal minuten welke hij bezigde
om naar de volksmenigte te staren. Een der mannen,
die zich bijzonder haastte met het vastsnoeren der han
den, sprak hij aan met de woordenn Haast u zoo niet;
ik heb nog wel een half uur den tijd! Eene seconde
daarna zeide hij: wBind mij zoo strak niet vast; 'tis
onnoodig.
Met eene zekere verwondering of nieuwsgierigheid
staarde hij vervolgens naar het boven zijn hoofd zwe
vende blank geschuurde mes der guillotineterwijl
men tenzelfden tijde de plank, waaraan hij vastgebon
den wasvoorover liet buigen naar de zijde van het
kussen waar zijn hoofd moest rusten om door het
mes van den romp te worden gescheiden.
De Bocarmé legde toen zelf zijn aangezigt op dit
kussen schikte het uit eigen beweging zoo als zulks
het doelmatigst was de beul gaf het teeken het
mes viel en weinige oogenbiikken later voerde een
lijkwagen de baar weg, inhoudende het stoffelijk over
schot van den graaf.
DUITSCHLAND. - Frankfort, den J7 Julij.
Sedert eenigén tijd heeft te Berlijn eene godsdien -
stige vereeniging beslaan onder den naain van lr-
vingianen die zich obilerscheiden door eene ge
strenge op het Christendom berustende belijdenis.
Deze vereeniging is op last dei' Regering, ontbon
den. De zaak heeft hier Ier stede weinig opzien
gebaard maar heeft in Munchen nog al misnoegen
verwekt en dit geeft aanleiding tot het vermoeden
als of de vereeniging eene bedekte R. K. strekking
zoude hebben gehad.
Geruchten als of er van de zijde van Rusland
eene nota aan de Britsche Regering zoude zijn inge
zonden wegens eene overeenkomst van Rusland met
Oostenrijk eri Pruissen tot het fnuiken van revo
lutionaire woelingen in Italië, worden van goederhand
als geheel ongegrond tegengesproken.
De aanstaande Zonsverduistering
Bij gelegenheid van de vergadering der British
association te Ipswich, is de aandacht van het pu-
piiek onder anderen gevestigd geworden op de totale
zonsverduistering van den 28 Julij e. k. en in
't bijzonder op de verschillende soorten van belang
rijke waarnemingen, waartoe deze verduistering aan
leiding kan geven. Behalve sterreknndige, photome-
trische thermometrische, aclinochemische en opti
sche waarnemingen, werden daarbij dezulken op den
voorgrond geplaatst, die betrekking hebben tol de
pbysische gesteldheid van zon en maan, en in 't bij
zonder vermeld de bij dè totale zonsverduistering van
1842 zoo duidelijk waargenomene lichtkringen en
rozenkleurige verhevenheden waarvar. de oorzaken
tot dusverre nog onbekend zijn.
Eene menigte sterre- en natuurkundigen van ver
schillende Janden houden zich gereed om naar ver
schillende stations te vertrekken ten einde alle bij
zonderheden dier verduistering te gaan opnemen en
opdat niets van eenig wetenschappelijk belang moge
ontsnappen zullen de waarnemers zich in groepen
verdeelen en vooral die gedeelten der aarde bezoeken,
welke in en nabij de centraallijn der verduistering
gelegen zijn.
Dat er belangrijke uitkomsten van de waarneming
dier zonsverduistering te gemoet gezien worden laat
zich het beste beoordeelen uit de bemoeijingen van
bet Russische gouvernement, hetwelk alleen 19 ver
schillende stations, allen van de noodige waarnemers
en werktuigen voorzien tot bereiking van dit doel
heeft aangewezen.
In deze maand nog hebben wij haar te wachten
en werden wij nu eensklaps verplaatst in den toistand,
waarin het Christelijk voorgeslachtnu eed paar
eeuwen geleden verkeerdedan was het reeds hoof
tijd, om een begin te maken met de voorbere'idsele
tegen dezelve. Voorbereidselen van eenen sombere
aard, waarop wij, van de verlichte en beschaafde
hoogte die wij bereikt hebben zoo al niet spot
tend dan toch medelijdend nederzien. Die oudjes
waren er bang voor; wij niet. Wij? neen: daar
toe zijn wij te ver gevorderd. Wij mogen bang zijn
voor ondermaansche dingen als daar zijn: belastin
gen enz. enz. en al wat ons de nop van de
kleêren houdtmaar voor eclipsen bijzonnen noch
staartsterren vreezen wij niet meer integendeel, wij
verlangen naar hare werkelijke verschijning, even
als naar eenen gemaskerden optogt, of iets prettigs.
Zoo veranderen de tijden zoo veranderen de inen-
schen en dit veranderen en contiasteren zal waar
schijnlijk in den loop der volgende eeuwen ook wei
zoo blijven.
En wat deed men toen wel als er eene eclips
op til was, nu een paar eeuwen geleden Dit kan
men vernemen uit een Consilium medicum
volgens den heer Gouverneur te vinden in het
archief van eene oud-Duitsche rijksstad, hoe men
zich bij de den 12 Augustus 1654 aanstaande zonsver
duistering te gedragen hebbe." Het luidt ongeveer
als volgt
Nademaal de ondervinding geleerd heeft, dal de
lucht zich tijdens zulke verduisteringen in een zeer
veranderden en venijnigen slaat bevindt en daaruit
dus allerlei ongemakken voor den mensoh zoo wel
als voorliet redelooze vee opliet veld, voortspruiten,
zoo zal het dienstig zijn dat men op zulk een' tijd
wel zorgvuldig op zijne hoede zijen
Primozich een paar dagen vóór en na dien
tijd in alle dingen matig en ingetogen gedrage.
Secundodat men te gezegder tijde de pillen
Jmenuentis gebruike terwijl een iegelijk, die der-
lijke pillen niet bekomen kan in plaats daarvan
Venetiaansch rnithridaatcitroen, angelica en der
gelijke inneemt, niet alleen op den dag zeiven, maar
ook nog gedurende ettelijke na de eelipsis.
Tertiomoet men dezen dag met godzalige wer
ken als bidden, lezen van stichtelijke historiën en
andere geestelijke oefeningen doorbrengen en zich
hoeden, gedurende de verduistering in de open lucht
te gaan, of door het venster nit te kijken. Men moet
verder van elf uur lot twee uur 's namiddags de ven
sters zorgvuldig toehouden, mitsgaders zich dien dag
voor waterdrinken wachten en ook geen versche groen
ten of moeskruiden in huis halen, maar dat alles den
dag te voren bezorgen, nademaal meergemelde eelipsis
dit een en ander zeer schadelijk en venijnig maakt.
Quarto moet men gedurende de duisternisse
die tegen den middag het krachtigst werken zal
geenerlei spijze of drank gebruiken maar kan men
des morgens vroeg, ten zeven uur, ietwat nuttigen en
vervolgens in den avond tegen zeven uur wederom
eten op dat in het ligchaam geene gevaarlijke ver
andering ontsta en het schade bekome.
Quinto moet men gedurende deze maand het
eten van alle vroege ooft vermijden zullende anders
de mensen door de daaraan klevende venijnigheid in
zware, ja zelfs in doodelijke krankheid vervallen
in summa, de mensehen en hun kostelijk vee moeten,
niet alleen op den dag zelf, naar gezegd is, stil bin
nenshuis blijven, maar ook degansche maand Augus
tus door, in eten, drinken en al het overige bijzonder
matig zijn en ook vooral het lieve vee niet vroeg
en voor het opdroogen van alle dampen door de zon
naar de weide drijven; daar anders de veepest onver
mijdelijk te wachten is.
Dit alles is uit liefde tot den naaste en tot behoud
van lijf en leden nlzoo beschreven en gepubliceerd,"
enz.
In Oostenrijk schijnt men nog een weinig met die
oude begrippen op te hebben en nog wel eenigzins
aan verduistering van de inwendige zon te laboreren.
Immers een berigl uit Weenen van den 10 July II.
zegt, dat, wegens de aanslaande zonsverduistering, alle
jaarmarkten, welke op dezen dag vallen, en alle pu
blieke vermakelijkheden zijn verboden.
Te Goes, bij F. Kleeuwkns Zoo».