liOLNXCHB ('01 BAIT 1 1851. MAANDAG S4 JULIJ. SCHOUWING DER WEGEN. BEKENDMAKING. De uitgave deter Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal is J5 Franco per Post Gewone AdVertentien worden a 20 ets. de regel geplaatst. Geboorte-, Huwelijks- en Doodberigten van J6 regels d j J,20 behalve het Zegelregt. J ,90. De stukken betreffende de handelingen der Prov, Staten alsmede het vervolg van het Ferslag van Gedeputeerde Staten, tullen voortaanalleen in bijbladen worden medegedeeld. BURGEMEESTER BN WETHOUDERS der Stad GOES Ter voldoening aan de bepalingen van het Regle ment op het Beheer en Onderhoud en de Politie der Buurtwegen en Voetpaden, in deze Provincie, dato den 6 Julij 1838, in deze Gemeente, voor zoo veel de Buurtwegen aangaat, ingevoerd bij Publicatie van den 4 Mei 1844. Zullen op Woensdag den 30 Julij 1851 Schouw houden over alle de Buurtwegen in deze Gemeente; en worden mitsdien de wegpligtigen en verdere be langhebbenden aangemaand en gewaarschuwd om te Zorgen, dat de voorschrevene wegen, in behoorlijken staat en geëffend zijn dat alle Laagten, Slagsporen, Gaten en Putten, behoorlijk aangevuld, en de kanten der wegen van Distels, Brandnetels en verdere ruigten, gezuiverd zijn, mitsgaders de Waterleidingen, Sprin- ken, Slooten en Gruppen langsde Wegen, volkomen zijn schoongemaakt. AJles op de boeten en straffen bij bet meergedacht Beglement, op de overtredingen gestatueerd. Aldus vastgesteld door Burgemeester en Wethouders der Stad Goes, den 12 Jülij 1851, om door aanplak king ter gewone plaatsen, en insertie in de Stads Courant ter kennis der belanghebbenden te worden gebragt. Burgemeester en Wethouders voornoemd Bij afwezigheid vun den Burgemeester De Wethouder, BECKING, Ter ordonnantie van dezelven De Stads-Secretaris Ph. VERVENNE Nz. l s. VËKGADËRIKG DER PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND. VERVOLG der ZITTING van DINGSDAG 7 JÜLIJ 1851. Ons vorig verslag eindigde bij. den aanvang der beraad slagingen over de begrooting der kosten van het Provin ciaal Bestuur van Zeeland, voor zoo veel het Rijksbestuur is. voor de dienst van 1852. Art. 1. Jaarwedden. A. Van den Commissaris des Konings 7000,00 B. Van 6 leden van Gedep. Staten ad 1500,00 ieder - 9000,00 C. Van den Griffier der Staten - 2500,00 D. Van de ambtenaren en bedienden bij de provinciale griffie - 18700,00 E. Schrijfloonen van gewone en buiten gewone geëmployeerden - 1500,00 38700,00 A. wordt zonder discussie goedgekeurd. Na eene korte woordenwisseling, over J5.stelt de heer de Jonge voor, het in de memorie van toelichting desaan- gaande vermelde, door een adres aan den Koning meerdere kracht bij te zetten. De Voorzitter wil alzoo in omyraag brengen of de vergadering zich met dit voorstel vereenigt. De heeren van CittersBomme en Boeije (Gedep. Staten; de heer van der Swalme is afwëzig) verzoeken bij déze stem ming buiten aanmerkirtg te blijven; zij achten zoodanig adres onnoodig. De heeren Kt oef en Vis (lid van Gedep. Staten) appuyeren dit gevoelen. De heer de Jonge ziet dien ten gevolge van fcijn voorstel af. Ontstaat discussie oyer de redaptie der memorie van toe lichting &d B. aaii deyvelke verscheidene leden deel nemen. Ten Slotte stelt de Voorzitter de vraag: zal de alinea 3 blyven of vervallpn? Met 33 tegen 2 stemm. wordt beslo ten dezelve te behouden. Aldus wordt ook B. goedgekeurd. C. desgelijks zonder discussie. Gedurende de redenen, die tegen de in de afdeelingen pp D. gemaakte aanmerkingen worden aangevoerd door den Voorzitter en Gedep. Statenkomt de heer van der Swalme (lid dezer Staten) ter vergadering. Gemelde Sprekers ver- meenen, dat de werkzaamheden der ambtenaren ter prov. griffie zoo menigvuldig zijn, dat zij geacht kunnen worden niet naar gelang hunner werkzaamheden te worden beloond. De heeren Verhagen en van den Berg ondersteunen deze meedingterugkomende van een vroeger gekoesterd gevoe len. D. worat onveranderd aangenomen- E> desgelijks zonder discussie. Art. 2. Vergoeding van reis- en verblijfkosten, te ver strekken aan den commissaris des Koningsde leden van Gedep. Staten, den griffier, en de ambtenaren en bedienden bij de provinciale griffie, te zamen ad 1000,00, geeft tot geene beraadslagingen aanleiding, zijnde in overeenstemming met het Koninklijk besluit van 3 Janarij 1851, No. 6. Art. 3. Vergoeding van reis- en verblijfkostente ver strekken aan de leden van de Staten (wet van 3 Mei 1851, Slaatsbl. No. 50) uitgetrokken ad 3500,00, wordt des gelijks, na eene korte woordenwisseling over het thans reeds al of niet voegzame, om in een adres aan den Koning den wensöh té kennen te gevendat de reis- en verblijf kosten voor dè leden der Staten van Zeeland inogten wor den verhoogd, onveranderd goedgekeurd* Art. 4. Kosten van licht, brand en bureaubehoeften der provinciale griffie- AVoor licht. - 300,00 B. Voor brandstoffen- 1300,00 C. Voor schrijfbehoeften- 1000,00 D. Voor druk- en bindwerken - 1800,00 EVoor verschillende kleine uitgaven - 500,00 4900.00 Verschillende otidèrdeelen van dit art. worden door den heer Verhagen in vergelijking gesteld met de rijksbegrooting van Noord-Holland, op dewelke voor licht, brandstoffen en drtik- «n bindwerken veel geringere sommen staan uitge trokken. Hij kómt alzoo tegen de onvoorwaardelijke goed keuring van dit artikel op, en wordt daarin door den heer Hammacher ondersteund. De heer Bomme maakt de aan merking, dat hier slechts sprake is van eene begrooting, waarvan later rekening en verantwoording zal en moet worden gedaan. De heer Fransen van de Puttegrootelijks afkeurende de hooge sommen hier uitgetrokken, stelt echter voor dit jaar hierin te berusten met aanbeveling aan Gedep. Staten, om zooveel mogelijk te bezuinigen. De heer Mooijaart licht de aanmerkingen in zijne afdeeling op dit artikel ge maakt, nader toe. Ook de heer van den Bosch komt op tegen de hooge drukloonen en de heer Verhagenop zijne vorige gezegden terugkomendevoegt er thans bijniet zoo maar los wég deze aanmerkingen gemaakt te hebben, maar na üaauwkeurige inl'ormatien te hebben genomen; althans op druk- ën bindwerken kan 20 pet. worden bezuinigd. De heer van der Swalme geeft te kennen, dat Gedep. Staten over deze kosten zeer bezwaarlijk toezigt kunnen houden, daar zij voor een gedeelte buiten hunne adminis tratie liggen. De commissaris des konings zegt van zijnen kant het mogelijke te zullen aanwenden, om in dezen te be- zuiningen. Nadat de heer Verhagen hierop nog te kennen heeft gegeven, geenzins gesproken te hebben om Gedep. Staten te gispen, maar om der zaak wille, wordt art. 4 in al zijne onderdeelen aangenomen. Art. 5. kosten van A. Onderhoud en schoonhouden der gebouwen 1800,00 B. Onderhoud en aankoop van meubelen- 500,00 C. Huur, vergaderkamer der prov. staten. - 2300,00 én Art- 6, kosten van onderhoud van het gebouw, bestemd tot woning van den commissaris des konings 500,00 worden mede goedgekeurd. Art. 7. Kosten van inrigting van de oude vergaderzaal van prov. staten, ten einde in die zaal de openbare zittingen te kunnen houden. A. Kosten der zaal en toegang3800,00 B. Kpsten van aanschaffing van licht-toestellen voor avondzittingen enz600,00 4400,00 De heer Kroef adstrueert het in zijne afdeeling gedane voorstel tot verhooging van dezen post met 1000,00, tegen welke verhooging zich de heer Bommeop grond der reeds door het bestek geraamde kosten, had verzet. Hij ze^t, met anderen en den architect een locaal onderzoek te nebben bewerkstelligd en zoodanige aanmerkingen op het project te hebben moeten maken, dat zij de voorgestelde verhooging vorderden. De heer van Citters appuyeert het gevoelen van den heer Kroefen meent, dat er alzoo zal behooren uit gemaakt te wordenof de vergadering het projectdoor Gedep. Staten voorgelegdaannemen zal of niet. De Voor zitter verdedigt met verschillende redenen het voorgestel de ontwerp. De heer van der Swalme geeft nader het doel der afdeeling te kennen en stelt aangaande deze zaak den Voorzitter een schriftelijk voorstel ter hand. De heer van Citters licht zijn vorig geuit gevoelen nader toe, en de heer Mooijaart wederlegt éenige der| aangevoerde bezwaren. De heer van der Swalme trekt zijn voorstel in, op het oogeriblik dat de heer Verhagen opstaat om hetzelve te appuyeren, die niettemin er ook nu nog zijn appüy aan hecht. Als motie van orde stelt de heer Bomme nu voor, dat door hoofdelijke stemming beslist worde de al of niet goedkeu ring van het voorstel van Gedep. Staten. Vele leden onder steunen deze motienaar aanleiding van dewelké de voor zitter de vraag stelt, die door ruim tweederden der leden met de aanneming van liet voorstel wordt beantwoord. Op deze wijze ook artikel 7 zijnde goedgekeurd van deze begrooting, wier generaal bedrag voor de dienst van 1852 beloopt de som van 55300,00, maken de heeren Verhagen en Mooijaartalvorens tot appel-nominaal over het geheel dezer hegrooting worde overgegaan de aanmerking, dat er op de begrooting van enkel prov. en huishoudelijke inkom sten en uitgaven uitgaven voorkomen die welligt op deze begrooting zouden behooren te worden oyergebragtrede nen waarom zij in bedenking geven deze goedkeuring voor als nog uit te stellen. De Voorzitter wederlegt deze be denkingen en wel meer bepaald het door den heer Mooijaart aangevoerde bezwaar. Deze desisteert daarop van zijne gevoelen. Bij appel-nominaal wordt hierop deze begrootingvoor zoo veel het rijksbestuur betreft, met 36 tegen ééne stem men (die van den lieer Fransen van de Putte) aangenomen. Wordt behandeld het voorstel van Gedep. Staten Lot wijzi ging van het reglement op de veeartsen. De griffier doet voorlezing der gewenschte veranderingen- Over dè voor- dragtvolgens het voorsteldoor den commissaris des konings te doen ter benoeming van veeartsen, ontstaan eenige dis- cussien- De heer van der Swalme merkt op, dat art. 156 der prov. wet, vergel. met art. 34, Gedep, Staten in deze vrij laat; zijne afdeeling wenschte derhalve van den commis saris des konrngs'slechts eenéaanbevelingslijst geene voov- dragt. De Voorzitter verklaart hiermede wel genoegen te kunnen nemen. Wordt dien overeenkomstig besloten, en voorts, de wijzigingen niet afzonderlijk te laten drukken, maar het reglement op nieuw, gelijk het na de gemaakte wijzigingen luidt. Voorts worden bij appel-nominaal de wijzigingen met algemeene stemmen aangenomen én besloten het gewijzigd reglement ter goedkeuring op te zenden. Voorstel van Gedep. Staten, tot verbetering van den Mariaweg, mitsgaders om den bedoelden weg over te ne men -voor rekening der provincie en Gedep. Staten te auto riseren om in soortgelijke omstandigheden eveneens te han delen. Het eerste punt wordt dadelijk aangenomen; op het tweede punt wordt besloten geene algemeene delegatie te verleeneri. Voorstel van Gedep, Staten tot intrekking van 'treglement. op de springstieren. Eene afdeeling achtte tot die intrek king des konings goedkeuring niet noodigde beide andere afdeelingen wei- De heer Kroef beroept zich op art. 131 der grondwet verg. met art. 142, tot betoog dat geene koninklijke goed- keux'ing ter intrekking bij Provinciale Staten noodig is, maar alleen, tot voorkoming van botsing, kennisgeving dat de intrekking geschied is. De lieer Mooijaart wijst op art. 32 der provinciale wét als wegnemende alle bezwaar, hetwelk uit de opvatting van art. 131 der grondwet, in den zin van den heer Krorjj ontstaan zou. ■De Voorzitter merkt op, dat Gedep. Staten de konink lijke goedkeuring op de intrekking hadden voorgesteld. De heer Boeije licht de meening der Staten toe en onder steunt het gevoelen van de heeren Kr oef en Mooijaart De Voorzitter, verklaart de kennisgeving als den middel weg te beschouwen. De heer van der Swalme meent dat de koning liet regt tot goedkeuring der afschaffing heeft, even als der invoering. De Voorzitter vraagt, of de vergadering zich vereenigt met de afschaffing en 't verzoek tot goedkeuring daarvan. Daartoe besloten. Nadat de orde de beraadslagingenonder wijziging van het vroeger deswegens beslotene eenigzins gewijzigd wasf, wordt bepaald de vergadering weder te houden op morgén ochtend ten elf ure. ZITTING VAN WOENSDAG 9 JULIJ. Tegenwoordig de Staatsraad, Commissaris des Konings, 36 leden en de griffier. De notulen der vorige vergadering worden na resumtie goedgekeurd. Missive aan den minister van binnenlandsche zakenbe trekkelijk de verantwoording van Gedep. Staten over 1848 en 1849. Vastgesteld. Adres aan aen kpningten geleide der begroot ing over 1852 voor en zoo veel zij is rijksbegrooting. Goedgekeurd. Missive aan den minister van binnenl* zaken, ten geleide van het gewijzigd reglement op de veeartsen. Item, tot intrekking van 'treglement op de springstieren. Als bovenbetrekkelijk de paardeiifokkenj- Alles goedgekeurd.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1851 | | pagina 1