(I9E.N>S( IE
<01 RUT
1851.
DONDERDAG If) APRIL.
BEKENDMAKING.
LANDHÏÏISHGÜDOTB1& CQF
i
l)e. uitgave dene.?' Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per Ifwartaal is f J .75 franco per Post J ,90.
Gewone Advertentien worden a SO ets. de regel geplaatst. Geboorte-, Huwelijks- en Doodberigten
van J6 regels a f J,20 behalve het Zegelregl.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad
GOES voldoende aan de circulaire van Zijne Excel-
lentie de Staatsraad Commissaris des Konings iri deze
Provincie, van den 24 Maart 1851 A. N°. 1969,
jste Al'deeling (Prov. Blad N°. 54) brengen ter ken
nis der Ingezetenen dat degene, welke zich voor de
KOLONIALE DIENST verlangen te ENGAGE
REN zich daartoe, bij de Plaatselijke- of Garni-
zoens Kornmandanten zuilen kunnen aanmelden die
gemagligd zijn hen aan te nemen, zoo zij voldoen aan
de vereischten, welke in de, hier achter medegedeelde
voorschriften zijn opgenomen.
VOORSCHRIFTEN in acht le nemen by het
aannemen van personen voor de Koloniale
Dienst.
1°. Als recruten kunnen worden aangenomen:
a. Ongehuwde Nederlanders nog niet gediénd heb
bende, van 18 tot 40 jaren, en tol 44 indien
zij te voren gediend hebben die in alle op-
zigten gezond en vrij van alle zigtbare gebre
ken, bewijzen overleggen, zoo van goed gedrag,
als van voldoening aan de Nationale Militie
terwijl'voorts diegenen welke minderjarig zijn,
voorzien moeten wezen van eene behoorlijk
gelegaliseerde toestemming van ouders of voog
den of van zoodanige personen aan wien bet
toezigt over ben is toevertrouwd.
b. Ongehuwde vreemdelingen, die ten aanzien van
ouderdom phijsieke geschiktheid en goed ge
drag aan de voorwaarden hierboven voor
Nederlanders bepaald, voldoen, en voorts, voor
zooveel zij behooren tot de Staten van den Duil-
schen Rond wanneer zij voldoende bewijzen
overleggen dat zij zich van hunne militaire
verpiigtingen in hun land, naar behooren heb
ben gekweten.
2°. Voor de koloniale dienst mogen niet worden aan
genomen.
a. Deserteurs, onverschillig van weiken landaard.
b. Gewezen militairen die vroeger van den mi
litairen stand vervallen zijn verklaard of met
een briefje van ontslag of met paspoort van
de 2de soort zijn ontslagen.
c. Manschappen die vroeger, in Oost- of ff est-
Indiein de klasse van discipline zijn geweest.
d. Uit Indie. wegens ligchaamsgebreken ontslagen
militairen al zijn zij ook van die gebreken
geheel hersteld.
3°. Vroeger in Oosl-Indie gediend hebbende mili
tairen kunnen niet anders don voor Pfest-Indie,
en omgekeerd die in (Vest-Indie gediend heb
ben niet anders dan voor Oost-Indie worden
aangenomen,
4°. Hel minimum der lengte voor de recruten wordt
bepaald op 1,580 Ned, el.
5°. Het hand- en aanbrenggeld voor Nederlanders
wordt voorloopig bepaald, respectivelijk op f 20
en ƒ6 zullende het handgeld worden uitbetaald,
zoodra de recruut te Harderwijk herkeurd en
geschikt is bevonden, en hem de krijgs—avtikelen
zijn voorgelezen bet aanbrenggeld daarentegen,
zoodra de man bij de voorloopige visitatie is goed
gekeurd.
6°. Voor vreemdelingen wordt noch band- noch aan
brenggeld goedgedaan.
7°. De manschappen zullen voor geen ander wapen
dan dat der Infanterie en niet anders dan als
soldaatmogen worden aangenomen.
8°. Voor recruten uit de gestichten der Maatschappij
van Weldadigheid, wordt geen aanbrenggeld be
taald, terwij! van bet handgeld f 16 zal worden
gegeven aan voornoemde Maatschappij ter vol
doening van de schuld van den aangenomen ko
lonistom het even of die schuld meerder of
minder bedraagt.
En zal deze worden afgelezen aangeplakt en op
genomen in de Stads-Courant.
Aldus gedaan ten Stadhuize van Goes, den 5 April
1851.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. C. van der MEER MOHR
Ter ordonnantie van dezelven
De Stads-Seeretaris
L. de FÖUWJz.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad
GOES; verwittigen bij deze een iegelijk die zulks
zoude mogen aangaan
Dat de Lijst der bij besluit van de Heeren Gede
puteerde Staten dezer Provincie van den 21 Maart
1851, N°. 11, [Provinciaal BladN°. 49,) bevoegd
erkende Beoefenaren van de onderscheidene Takken
der GENEESKUNST in deze Provincie overhetjaar
1851 mitsgaders de Lijsten der Geneesmiddelen en
Werktuigen welke de Apothekers Geneesheeren
Heel- en Vroed meesters ten Platten Lande geëtabüs-
seerd, of in plaatsen alwaar geene Plaatselijke Com
missie van Geneeskundig Toevoorzigt gevestigd is
woonachtigmoeten voorbanden hebben van de
voorwerpen welke de Drogisten niet beneden de bij
elk derzelve bepaalde hoeveelheden mogen verkoopen
en van de Vergiften welke in de winkels moeten
afgesloten worden zoo als dezelve bij besluiten van
welgemelde Heeren Gedeputeerde Staten dezer Pro
vincie van den 7 Februari) 1840, No, 10, (Provin
ciaal Blad No. 2) en van den 26 Februari] 1841,
No, 6. (Provinciaal Blad No. 21) zijn vastgesteld
van heden af ter Stads-Griffie voor de belang
hebbenden ter visie liggen, dagelijks, uitgenomen
Zon- en Feestdagen des voormiddags van tien tot
twaalf uren.
Gedaan ten Stadhuize van Goes, den 5 April 1851.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. C. tan der MEER MOHR
Ter ordonnantie van dezelven,
De Stads-Seeretaris
L. db FOUW, Jz.
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad
GOES:
Gezien de circulaire van Zijne Excellentie den Staats
raad, Commissaris des Konings in deze Provincie van
den 22 Maart 1851, A. N°. 1885, 2de Al'deeling b
{Provinciaal Blad N°. 51:)
Herinneren bij deze, aan de belanghebbenden, aan
de bepalingen, vervat in de wet van den 8 November
1815, Staatsblad No. 51.) volgens welke alle
VORDERINGEN TEN LASTE van den STAAT,
binnen zes maanden volgende op bel jaar waar
over dezelve ioopen, zullen moeten worden ingediend,
bij zoodanige Administratie» of Ambtenaren ais welke
de orders tot bet doen van leverantie» of anderzins
gegeven hebben op poene van le worden gehouden
voor verjaard en vernietigd wordende mitsdien een
ieder uitgenoodigd om de pretentie welke bij ten
Jaste van het Rijk over 1850 mogt hebben zoo
spoedig mogelijk in te dienen, en daartoe den tjiler-
1ken termijn bij de wet vastgesteld zijnde den
laatsten Junij niet af te wachten.
En zal deze op de gebruikelijke wijze worden
afgekondigd, aangeplakt en in de Stads-Courant
geplaatst.
Gedaan ten Stadhuize van Goes, den 5 April 1851.
Burgemeester en Wethouders
voornoem»
J. C. tan der MEER MOHR
Ter ordonnantie van dezelven
De Stads-Seeretaris
L. de FOUWJz.
PKOGKA M M A
VAN HET
EESME
TE GOES 1851.
Dingsdag 10 Junij 'snamiddags ten G ure, eerste ver
gadering der Afdeelingenen bijeenkomst der Commission
in de lokalen daartoe door het Bestuur aan te wijzen.
Woensdag 11 Junij, 's voormiddags ten 9 ure, vergade
ring der Afdeelingen ten 11 ure, opening van liet Con
gres in het Koor der Groote Kerk, en begin der werk
zaamheden.
Donderdag 12 Junij, 's namiddags ten 1 ure, vergadering-
der Afdeelingen-
Vrijdag 13 Junij 's voormiddags ten 9 ure, vergadering-
der Afdeelingen; ten *11 ure, vergadering van het Congres,
voortzetting der werkzaamheden-
Zaturdag14 Junij, 's voormiddag-s ten 10 ure, vergade
ring der Afdeelingenten 11ure, vergadering van het
Congressluiting.
ORDE DER WERKZAAMHEDEN.
I. Eerigten van het vorige Bestuur.
II. Ingekomen stukken.
III. Voorstellen van het Bestuur.
IV. RapportenCoinmissiën en Voorstellen van vorige
Congressen.
1. Rapport van de Commissie over de Statistiek van Neder
land. (Verslag van het eerste Congres, hl. 18: van
het tweede Congres, bl. 825 en bi. 172173; van
het derde Congres bl. 23—29 vari het vierde Con
gres, bl. 25—31, van het vijfde Congres, bl. 32).
2. Rapport der Commissie van Landbouwkundig Onderwijs.
(Verslag van liet eerste Congres, bl. 28—30; van bet
tweede Congres, bl. 158167. bl. 170—171; van liet
derde Congres, bl. 89—44; van liet vierde Congres,,
bl. 181192: van het vijfde Congres, bl. 32 -34).
3. Rapport der Commissie voor eene geologische kaart van
ons land(Verslag van het eerste Congres, hl. 24—28
van het tweede Congres, bl. 109—114; van liet derde
Congres bl. 3739van het vierde Congres bl.
37-48 van het vijfde Congres bl. 3437).
4. Rapport der 'Commissie voor de reglementen op de Ifeng-
stenkeuren(Verslag van het tweede Congres, bl. 108
van het derde Congres, bl. 5764; van het vierde
Congres, bl. 8688; van liet vijfde Congres, bl.
43—45).
5. Rapport der Commissie over de ontveeningen enden turf-*•
accijns als beswaar daartegen. (Verslag van het derde
Congres, bl. 127129; van het vierde Congres, bl.
115, 193204; van het vijfde Congres, bl. 5256,101).
6. Rapport der Commissie tot onderzoek van dé Wetgeving'
betrekkelijk gemeenschappelijke H erken tot verbetering
van den bodemdroogmakingenenz.- (Verslag' van
het derde Congres, bl. 131—133; van het vierde Con-