ESSCBE
(OUR
m --as.
MAANDAG 17 MAART.
.NOTIFICATIE.
BEKENDMAKING.
jDe uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaul is
Gewone Advertentien worden d 20 ets. de regel geplaatst. Geboorte-, Huwelijks- ei
van J6 regels d J.SO behalve het Zegelregt.
J f J I rant:» per Pest J,9ö,
Doodbede ten
GEDEPUTEERDE STATEN van ZEELAND.
Gezien art. 73, 2de lid van de wet, regelende
liet Kiesrcgt en de benoeming van afgevaardigden ter
Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaalvan
den 4 Julij 1850, Staatsblad No. 37.)
Noodigen de inwoners der Provincie uit, om, voor
zoover zij elders, buiten hunne woonplaats, in de
grondbelastingde personele belasting en het pa-
tentregtop de kohieren tot de loopende dienst be-
hoorerule vcor eene som van 300 of meer, zoo
in Hijks-opcenten al in hoofdsom, zijn aangeslagen,
daarvan, door toezending van de vereischte beschei
den, (aanslag-biljetten of uiltreksels uit de kohieren),
en eene berekening van heigeen in hoofdsom en in
Bij ks-opcenten afzonderlijk, wordt betaald vóór
of uiterlijk op den 1 April aanstaande, aan deze ver
gadering te doon blijken.
En zal deze Notificatie in plano gedrukt en in
de onderscheidene steden en gemeenten van dit ge
west worden afgekondigd en aangeplakt.
Middelburg. den £^*1851.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
VAN VREDENBURCH.
Ter ordonnantie vau dezelve
SLEGT.
BEKÈN DM A KIN G
BURGEMEESTER en WETHOUDERS l-er Stad
GOESmaken bij deze aan de Ingezetenen dezer
Gemeente bekend
Dat de kohieren No. 6 en 7 der PERSONELE
BELASTING, over het dienstjaar 1850, op den 8
Maart jl. door Zijne Excellentie den Staatsraad Com
missaris des Konings in deze Provincie executoir
verklaard, op heden ter invordering aan den Ontvanger
van 's Rijks Belastingen gezonden zijn. Zullende dus
een iegelijkna bekomene kennisgeving van zijnen
aanslag verpligt zijn, dien overeenkomstig de bepa
lingen der wet te voldoen, op straiïe van andeizins
daartoe te zullen worden gedwongen terwijl die
genen welke hun Aanslag-Biljet niet zullen ontvan
gen hebben zich van een dubbeld van hetzelve ten
kantore des Ontvangers zullen kunnen voorzien en
zij die zouden venneenen dat de aanslag niet over
eenkomstig is met hunne opgave of met de plaats
gehad hebbende tauxatie opneming en telling, zich
deswege schriftelijk, met inachtneming der voorschrif
ten ten dien aanzien, wegens de Directe Belastingen
m het algemeen bestaande door tusschenkomst van
den Controleur der Divisie kunnen beklagen.
En opdat niemand hieromtrent onwetendheid voor
wende zal deze worden afgekondigd op de gebrui
kelijke wijze.
Gedaan te Goes, den 15 Maart 1851.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. C. van dhr MEER MOIIR
Ter ordonnantie van dezelven
De Stads-Secretaris
L. de F0UW, Jz.
BEK EN DM A K ING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad
GOES, brengen hij deze ter kennis, van de Inge
zetenen dezer Stad en Gemeente:
I Dat de PATENTEN over het Dienstjaar 1850,
(loopende van 1 Mei 1850 tot ultimo Aprii 1851)
1 aangevraagd gedurende het derde kwartaal van dat
jaar, ingevuld gereed liggen, en tol derzelver afgifte,
ter Stads-Grifhe zo! gevaceerd worden va» heden
af' tot den 31 dezes maand, uitgenomen de Zondagen,
dagelijks van des voormiddags tien tot des namiddags
een ure.
Wordende de belanghebbenden vermaand, om die
afhaling in persoon ta verrigten eu zich den bepaalden
tijd ten nutte te maken, ten einde van alle kosten bevrijd
te blijven, daar Hun Ed. Achtb. vevpligl zijn, volgens
Art. 2 van Zijner Majesteit* besluit van dan 17 Oc
tober 1820 om do onafgehaalde Patenten ol de
afschriften van dezelve, door oenen Deurwaarder der
Directe Belastingen, onverwijld aan de Palentpligligen
te doen uitreiken tegen betaling van tien cent
waartoe dan ook den 1 April eerstkomende en volgende
dagen zal worden overgegaan; uitgezonderd die voor
Tappers en Slijters van Dranken dewelke niet
kunnen afgegeven worden dan op vertoon van kwitantie
over het vorige jaar, en van minstens de hoilt van
het verschuldigde Patentregt over het loopende jaar;
welke Patente» mitsdien bij voortduring ter Stads-
Griffie zullen blijven berusten, tot da belanghebbenden
dezelve, met vertoon van kwitantie», komen afdalen.
Gedaanten Stadhuizevan Goes, den 17 Maart 1851, j
Burgemeester en Wethouders voornoemd j
J. C. van der MEER MOHR
Ter ordonnantie van dezelven
De Stads-Secretaris
L. DU FOUW Jz
Achtervolgons artikel 3 van het Koninklijk besluit
van den S Januari) 1831, No. 68 (Staatsblad No. 2),
heeft Zijne Excellent!-: den heer Minister van Finan
ciën bij resolutie van den 13 Maart 1851, bepaald
de prijzen, het opgeld daaronder begrepen, waarvoor
de CollecteursSplitters en Bebitcnten der Staats-
Loterij de loten en gedeelten van dien voor de
tweede week dar trekking van de laatste klasse der
Loterij zullen mogen uitgeven te weten
BIJ
Geheele
Halve
Vijfde
Tiende
Twintigste
VERKOOP
Loten f 76,00.
- 38,00.
- 15,20.
- 7,60.
- 3,80.
BIJ VEP.HUP.ING:
Geheele Loten f 30,00.
Halve - 15,00.
Vijfde - 6,00.
Tiende 3,00.
Twintigste» - 1,50.
Wordende de belanghebbenden bij deze herinnerd,
dal bij voornoemd artikel van dat besluit, uitdruk
kelijk is vastgesteld, dat de CollecteursSplitters
en debitanten gehouden zijn, om zich naar die prijs
bepaling te regelen, en dezelve gedurig ter inzage
voor liet publiek beschikbaar te hebben.
Goes, den 17 Maart 1851.
Voor den Staatsraad Commissaris der Konings
in de Provincie Zeeland,
Bij delegatie. De Burgemeester der Stad Goes,
J. C. van der MEER MOHR.
GOES, den dl Maart
Men schrijft uit Zwolle van 13 Maart:
Morgen vertrekken de Gouvern.-Generaal, de Heer
tnr. A. J. Duymaer van Twistmet zijne echt
genoot naar Arnhem, vandaar met de Rijnsnelboot
naar Dusseidorff, alwaar mejufvr. Pahud wordt af
gewacht om de reis te vervolgen van de laatste
stad gaat het gezelschap per spoortrein naar Berlijn;
aldaar zal het eenige dagen verblijven alsdan Wee»
nen bezoeken vandaar een uitstapje voor 3 a 4 do
gen deen naar Venetie, en dan de landmail te Alexari-
drie aantreffen. De heer van Schreven behoort mede
tot het reisgezelschap terwijl zijn zoon dezer dagen
is uitgezeild met het schip Neerlandsch-lndie.
Het Goudsak Kronijkske, melden Toetsteen
deelt het volgende berigt mede: «Naar men verneemt
is uit Leijden, door een'der vermaardste kleermakers,
naar de Londensche wereld-tentoonstelling ingezonden
een panlajtpn-monstre, welke door grootte en kun
stige bewerking het non plus ultra is, wat men tot
dusverre itr dit genre gezien heeft. Elk pijp heelt
eene lengte van 46 NeU. ellen, bij eene breedte van
14 ellen, waarvoor de genius der taylors de fijnste
caehemire van een doorschijnend citroengeel heeft
uitgekozen.
Op elk der pijpen is door eerie kunstige borduur
naald de geheele maskerade, welke in Junij door
heeren studenten te Leijden is gehouden, afgemaakt
de figuren zijn levensgroot vol uitdrukking en de
schakering der kleuren is zeer gelukkig. Op het
achterste gedeelte is, op eene meesterlijke wijze, de
belegering van Constantine voorgesteld, op hel oogen-
blik, dat generaal Damremont sneuvelt. Elke knoop
draagt het gelijkend portret (en bas relief van den
vervaardiger."
Als eene meldenswaardige bijzonderheid mag
worden aangemerkt dat te Arnhem thans een man
leeft genaamd Thomas Petersdie den ouderdom
van tlli jaren bereikt heeft. Hij verkeert in armoe
dige omstandigheden en moet door het ophalen van
giften langs de huizen, in zijne behoeften voorzien.
Zijne zintuigen laten voor zulk een hoogen ouderdom
weinig te wenschen over. Men verneemt dat do
Minister van binnenlandsclie zaken inlichtingen om
trent dezen man heeft doen inwinnen en er pogin
gen worden aangewend om hem van Rijkswege.eene
gratificatie toe te léggen. (ff, ff.)
Sen vischkooper van 's Gravenhage, die Woens
dag jl. visch op de markt te Leijden had gevent,
zich met kar en paard op den Leijdschen straatweg
bevindende oin huiswaarts te keeren, werd door eena
vrouw, die den weg te voet passeerde, aangezocht
om mede te mogen rijden hij bewilligde daarin en
nam de wandelaarster op. Deze verhaalde, dat zij
te T iel dienstbaar was en wegens het overlijden van
hare moederdie te 's Gravenhage had gewoond
ziéfi derwaarts moest begeven ook deelde zij den
vischkooper mede dat zij van Wateringen geboortig
was en dat haar broeder de eersle lijder was geweest,
die aan de ruim twee jaren geleden geheerscht heb
bende cholera aldaar was overleden. Toen zij dat
onschuldig verhaal'hield kon zij zeker niet denken
dat hetzelve tot de ontdekking zoude leiden van een
misdrijf, hetwelk zij nog moest plegen. Aan den
eersten tolboom gekomen, meende de vischkooper dat
zijne reisgenoot, omdat deze eenige beweging in haren
zak maakte, voornemens was'te batalen. Zij talmde
echter wat lang, zoodat de vischkooper zijne geldbeurs,
die redelijk voorzien was, voor den dag haalde en
het tolgeld betaalde Een eind wegs voortgereden
zijnde riep de tolgaarder de kar hield stil en de
vrouw sprong er af. Bij den tol gekomen vond zij
een dubbeltje op den grond liggen en maakte de
tolgaarder haar opmerkzaam, dat er ook een geld-
zukje gevallen was't welk zij ook mei liet liggei).