GOESSCHE
(«iRwr.
1W?
DONDERDAG KI FEÖRUARIJ.
y
De uitgave de%er Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De rijs' yer Awartaal ie f J,7S l'runc» per Post JfiO.
Gewone jidverientien worden a SO cis, de regel geplaatst. Geboorte-, Huwelijks- *n Doodberigleu
van J6 regels a d,20 behalve kef. Zegclregl
„.„lil—ii
B3EDERÏ.AHBSCHE
IWiMUlli COM
Het Zesde Nederlandsche Landhuishoudkundig
Congres tot welks bijwoning alle voorstanders der
Landhuishoudkunde bij deze worden uitgenoodigd
zal gehouden worden te GOES, op Dingsdag den
JO Junij dezes jaars, tot en met F rij dag of Za-
turdag daaraanvolgende.
Het Programma zal eerstdaags worden openbaar
gemaakt.
Het Bestuur van het Zesde Landhuis-
houdkundig Congres
Mr. J. C. van der MEER M01IH.
h G. J. van den BOSCH.
J. FRANSEN van de POTTE.
A. KAKEBEEKE, Jz.
Mr. M. P. BLAAUBEEN.
Mr. J. C. B. van der BILT.
INGEZONDEN.
ARMWEZEN.
.Terwijl 's lands regering draalt niet de regeling der zaak
aan het hoofd dezes genoemd., zien wij op verschillende
plaatsen een verschijnsel, hetwelk getuigt van den goeden
wil en de gezindheid dergenen, die zich het lot der behoef
tigen de rust en het welvaren des lands aantrekken. Is
de handelwijze der regering onverklaarbaar, dewijl het haar
niet aan overtuiging der dringende noodzakelijkheid van wet
tige regeling ontbreekt, wil zij het land niet prijs geven
aan beroerte; verklaarbaar zijn daarentegen de afzonder
lijke pogingen., hier en elders aangewend, om te komen
tot oplossing van liet gewigtig punt. Zij die in dagélijksclie
aanraking zijn met de behoeftigen, die practisch gevormde
verzorgers zijn, zijn sterker van de noodzakelijkheid der
regeling doordrongen dan de Theoriste.il, die, terwijl zij den
steen der wijzen zoeken, deii dijk laten bestoken tot dat
hij zal zijn doorgebeukt- Onderwijl gewikt en gewogen wordt,
slaan zij handen aan liet werk en beproeven verbetering!
Onder de plaatsen waar dit verschijnsel opgemerkt wordt,
behoort de gemeente GoesIn de N°'. 5 en 7 van de Goes-
■selie Courantenen resumé, ook in N°. 8, wordt het onder
werp Armwezen behandeld door'drie verschillende personen,
wier denkbeelden in enkele punten samentreffenin menige
andere verschillen. Ofschoon schrijver dezes geen inwoner
van gemelde stad is, las hij toch met -genoegen, dat men aldaar
meer wil dan denken en klagen, dat mpn wil .handelen
met vereenig de kracht en eensgezind handelen.
Ofschoon het nu eene erkende waarheid zij., dat hij, die
zich met eens anders zaken bemoeit, inzonderheid wan
neer er verschillende opiniën worden voorgestaan, gevaar
loopt, dat men zijné bémoeijing ongepast oordeelt, schrikt
deze waarheid steller niet af, zijne denkbeelden des wegéns
in het openbaar medetëdeelen. En hij doet het meteenige
gerustheid, dewijl hij niet minder dan anderen zijn léven
toewijdde aan de belangen van het Armwezen. Wél ligt
kan hij elders werken, -wat in de plaats zijner inwoning
•mislukte; doch mislukt is door particuliere omstandigheden.
Alleenlijk hoopt hij, en houdt er zich van verzekerd, dat
zijn pogen niet aan verkeerde bedoelingen, maar aan het
verlangen om nuttig te zijn in eene aangelegenheid, die
hem zoo na ter harte ligt, zal worden toegeschreven.
De Heer J. J. tah' De ijs se stelde in de Courant van 1G
januarij een voorloopig ontwerp enz. voor, nadat ZEd.
op den voorgrond had .gesteld, dat de tot nu toe gevolgde
Weg minder,gunstige uitkomsten h,ad geschonkendat werk-
inrigtingen op den duur niet vol te houden zijn, en som
wijlen influenceren ten nadeelo van anderen; en onderwierp
aan het oordeel van v\ eldenkendeii, het onderzoek der
doelmatigheid eener vereenigiug der bestaande middelen tot
één doek, onder een uaauwkeurig en aanhoudend opzigt
over de armen. liet gevolg moest zijn: het-haken naar be
deeling tegen te gaan en zoo de armlast terug te brengen
tot hare juiste grenzen.
Dit schrijven lokte ecnige bedenkingen uit van cenen on-
genoemden in de Courant van 24 Januarij. li ij de erkentenis
van het wenschelijke eener zoo werkende vereenigiug, van
de doelmatigheid van vereenigiug ten deze, meende de stel
ler in het ontwerp-reglement een en ander te vinden, het
welk minder doelmatig kon geacht worden en alligt eene
oorzaak zijn van falen der onderneming. Zij wareu:
le. Dat de stelling, «de oprïgting van bijzondere inrig-
tingenbewaar- of werkplaatsen is minder doelmatig,»
de voorwaarde wegneemt, noodzakelijk 0111 liet beoogde doel
te bereiken. 2e. Het min gunstige tijdstip voor de vcreeni-
ging gekozenwaarom wordt voorgesteld, in plaats van een
voorloopig ontwerp van vereenigiug, een ontwerp van voor-
loopige vereenigiug vast te stéllen. 3e. Strijd tussclieu art.
2 en 3doordien liet amalgameren der inkomsten de zelfs-
standige werkzaamheid benadeelt. 4°. De overbodigheid dei-
bepaling in art. 4 vervat. 5». De te groote uitbreiding aan
liet getal bestuurders gegeven. 6e. Verplaatsing van art. 10
voort art. 7. 7°. De omvang van liet zedelijke hij de armen
als te ruim en de controle daarover onmogelijk. 8e. Dat de
bepaling van art. 12 de armen tot, slaven maakt. Se. Dat
ook het bestuur der Spaarkas vertegenwoordigd moest worden.
In de Courant van Maandag 27 Januarij bragt de Heer
Fa aksen vak de Putte bet onderwerp' op nieuw ter sprake- Ook
hij stelde het wenschelijke hoven bedenking; doch oordeelde
dat er, na de gemaakte bedenkingen, naauwelijks eene le
venssprank 'overbleef, welligt alleen nog daarin te vinden:
o dat de bestaande administratien zich onderling verstonden
om in éénen geest en naar onderling vastgestelde regelen
over hunne fondsen te beschikken.
Ziedaar dan drie bevoegde mannenovereenstemmende
in de noodzakelijkheid de doelmatigheid en heilrijke wer
king eener vereenigiug, maar waarvan twee vooraf ver
schillen omtrent de voorschriften, welke de vereenigiug zal
volgen in hare werking naar buiten, als zij zich zal hebben
geconstitueerden de derdewegens dit verschil van mee
ningde zaak stervende oordeelt.
Is eene vereenigiug mogelijk? Zoo-japp welke voor
waarden? Op de eerste vraag geeft stéil ér dezes onbepaald
ja ten antwoord. Om te leiden tot de rigtige beantwoor
ding der tweede mogen de latere opmerkingen leiden.
Waar de wil en de gezindheid zich vereenigende zaak
op haar zeiven inenschelijke krachten niet te boven gaat,
daar is bare daarstelling mogelijk. De voorwaarde is het
willen dergenen, die zich hare volbrenging tot taak stel
len. Verblijdend was lietdoor den fleer vak de Putte
erkend te ziendat er misschien nog een levenssprankje
aanwezig was gebleven. Bij bedaard en oplettend gadeslaan
van dat sprankjeontdekten wijdat bet gezónd en onbe
smet was gebleven en slechts wachtte op de helpende baud
en den vruchtbaren grond om op te schieten. De eerste
poging is gedaanzij is toegejuichthare strekking nuttig
verklaard en men bad mogen verwachten., dat er weinig
tijcis zou verloopen, of er zou eene samenkomst zijn tot
stand gebragt, waarin-de vereeniging zich voorloopig zo,u
hebben geconstiluëerd op nadere, met gemeen overleg, te
nemen bepalingen. Thans begou men echter te beöordee-
len en stelde de zaak in onmiddeiijk gevaar- Onzes inzieus
zijn de gemaakte bedenkingen echter niet van dien aard,
dat zij het ontwerp noodzakelijk in duigen moeten doen
spatten. Veie kunnen opgelostandere door wijziging weg
genomen worden zónder dat er schade worde toegebragt
aan het doel. Bij eene volgende gelegenheid hopen wij de
bedenkingen van die 'zijde te beschouwen; thans bepalen
wij ons alleenlijk tot de vereenigiug in haar eerste zamen-
komen.
Zij kan tot stand komen, wanneer slechts eene der veel
vuldige corporatiën het initiatief neemt. Wij stellen daartoe
het Diaconie-Bestuur der Hervormde Gemeente, gerugsteund
door den Kerkeraad voor. Wij doen' dit, eensdeels dewijl
het de meestomvattende administratie is en de Diaconie van
haren oorsprong af tot nu toe de vertegenwoordigster der
liefdadigheid is geweest. Anderdeels om de volgende spe
ciale redenen.
Verstaan wij de beide laatste schrijvers wel, dan houden
zij zich overtuigd, dat de liefdadige instellingen, bepaalde
lijk de Diaconiën, aan de burgerlijke wetsbepalingen onder
worpen zullen Zijn. Naar hunne me'eningdie ;wij niet
deelen- en die wij niet hopen dat door het gouvernement
gedeeld zal worden, wil zij de ongelegenheid voorkomen/
dat de Diaconiën zich, oi successivekjk of op eens, ontbie
den, een gevolg, dat wij alsdan ophanden zien en onder
zoodanigen wetsdwang noodig achten r- zal de verzorging
uitgaan van bet bestuur der -Aigeineene Armen.
Beide, het Algemeen Armbestuur en de Diaconie, gaan uit
vau liet beginsel der zedelijkheid; doch dit beginsel zelf'is
verschillend gewijzigd. Bij, het eerste is liet burgerlijk zede
lijk bij bet ander christelijk "zedelijk. Het verschil be
staat in hetgeen beperkend, door de beidé nadere bepalin
gen burgerlijk en christelijk, wordt toegevoegd. .BxAAUPoi
ten Kate heeft, in zijne brochure «De staatszorg in betrek
king tot de zedelijke behoefte, enz.», dit verschil niet in
aanmerking genomen. Wij veroorloven ons te doen opmer
ken, dat, wil men de behoeftigen alleen burgerlijk zedelijk
vormen, men het verschijnsel, dat de Koloniën van Wel -
dadigheid opleveren, zal produceren. Zoolang de behoeftige
in de Koloniën door tucht tot zedelijkheid gedwongen wordt,
verblijdt men zich in deszelfs verbetering; maar treedt hi]
in de maatschappij terugdan ziet men dat liet hem ge
heel ontbreekt aan werkzaamheid en zedelijkheid. Dit zal de
vereeniging zich niet ten doel stellen. Zij wil eene zedelijk
heid voortbrengen, welke in het individu wetgevend heerscht.
ook buiten aanhoudenden dwang. Door de Diaconie, of het
christelijk zedelijke tot beginsel te stellen, waartoe de
Diaconie naar hare instelling gedrongen wordt, hetwelk zij
als 't ware vertegenwoordigtwaartoe des de vereeniging
door haar wordt in het leven geroepen, zal men aan het
jj doel der vereeniging datgene toevoegen hetwelk dooi' liet.
verblijf in de Koloniën, waar enkel liet burgerlijk zedelijke
op het oog gehouden kan wordenniet kan verwekt wor
den, en individuen vormen, die in den aanvang door tueht,
later door zelfbeheersching zedelijk zijn. Dit alleen kan
naar onze overtuiging, het pauperisme voorkomen.
Er is daarenboven eene andere en even dringende reden.
Wij gaan haar ontvouwen.
Eene der werkzame oorzaken van het mislukken van zoo
vele pogingen, als in den kaatsten tijd zijn aangewend, om,
door opheffing van de zedelijkheid der behoeftigenhet pau
perisme te beteugelen, is dc volgehoudene eisch der bur
gerlijke besturen om suprematie te oefenen over de bedoe
lingen. De ondervinding door ons opgedaan, zoo in de plaats
onzer inwoning-, al e in andere oorden, heeft ons leeren in
zien, dat dit. punt tot klaarheid moet komen, of dat Sr
weinig goj&cjs is h wachten. In den laatste» tijd is de Kerk
en hare vmtvgcuu oordigster, wat de liefdadigheid betreft.,
de Diaconie, tot bewustzijn barer roeping tegen over de
armoede gekomen eu streefde zij, ook uit dien hoofde, naar
zelfstandigheid en autonomie. Gaat van haar de vereeniging
nitdan heelt men, ja! strijd met het burgerlijk gezag te
wachten, over de weigering van bedoeling in bepaalde ge
vallen; doch deze is toch niet te ontgaan, wanneer het Alge
meen Armbestuur zich op den voorgrond plaatstaangezien
bij dat bestuur de aanname van de zedelijke voorwaard»
evenzeer in strijd is met de meening der regering; - maar men
heeft zich gunstiger terrein gekozen om dien te voeren.
De vereenigiug gaat uit vati eene corporatie, welke geneigd
en bij magte is hare zelfstandigheid en autonomie te hand
haven. De aansluiting van andere deeleu zal kracht geven
en de mogelijkheid daarstellen om het doel te effectueren-
I Intusschen geene overheerschrng harerzijds: gelijk aandeel!
aan alle ,in dezelfde .zaak.